Europees recht werkgroepuitwerkingen week 5

Losse aantekeningen

Je roept het vrije verkeer van goederen in niet tegen een partij, maar tegen een wet die ongeldig verklaard moet worden. Het Hof zegt dat er dan geen rechtstreekse horizontale werking is, omdat er niet direct verplichtingen uit artikel 34 VWEU worden genoemd.

Je mag een richtlijn niet inroepen tegenover een andere particulier. Je kan wel een richtlijn inroepen tegen de staat, ook als dat ertoe leidt dat er negatieve gevolgen zijn voor een andere particulier (Arrest Wells). Hof verzint in de jaren 50 al beginselen die niet op papier staan. Beginselen waar vrijwel iedereen over eens is dat die er zijn. Bijvoorbeeld in het arrest Mangold. Soms staan die beginselen ook in het Verdrag, bijvoorbeeld in het Handvest. Je kan algemene beginselen inroepen als ze duidelijk en onvoorwaardelijk . Art 27 Handvest is niet voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk. Non-discriminatie is dat wel. Je kan je beroepen op een algemeen beginsel zover je de criteria van rechtstreekse werking in acht neemt. Art 27 Handvest geeft een conditionering en je kan je dan op de uitwerking beroepen. Dit artikel zelf is niet onvoorwaardelijk.

Discussievragen

1) De termen evenredigheid, subsidiariteit en bevoegdheidstoedeling hebben een eigen Europees rechtelijke uitlegging. Kunt u deze uitleggen, maar belangrijker, wat is hun functie?

Evenredigheid: volgens artikel 5 lid 4 VEU gaat het optreden van de Unie niet verder dan dat wat voor het bereiken van de doelstelling noodzakelijk is. Dat betekent dat regelgevend optreden slechts plaatsvindt als dat nodig is, zodat er een impliciete voorkeur voor niet-regelgevend optreden is. De keuze tussen richtlijn (lidstaten kunnen nog zelf dingen invullen) of verordening ( dwingende bepaling voor alle lidstaten, zij moeten precies alles zo doen). Het liefst moet er dus een richtlijn worden gekozen. Het is altijd van toepassing als ze de bevoegdheid hebben. Er zijn drie elementen. Geschiktheid en noodzakelijkheid en stricto- sensu. Stricto – sensu is een soort belangenafweging. Je kijkt dan naar de voordelen en de nadelen van de maatregel. Het is belangrijk om dit te onderscheiden van noodzakelijkheid! Als het Hof het heeft over evenredigheid in het vrije verkeer dan hebben ze het vaak alleen over geschiktheid en noodzakelijkheid,  omdat dat vaak al voldoende is. Als je een vraag krijgt over de interne markt op het tentamen, dan moet je verwijzen naar de rechtspraak en met name naar het arrest Deense Flessen als het over de geschiktheid en noodzakelijkheid gaat. Bij de beoordeling van de Uniewetgeving of het evenredig is het belangrijk dat je alle drie elementen gebruikt. Hoe toetst het Hof de evenredigheid van de maatregel? Stel je voor je hebt een maatregel en die wordt aangevochten en dan moet het Hof daarover nadelen. Het is een politieke afweging en de rechter zal marginaal toetsen. Arrest Van Duyn . De striktheid van de toetsing hangt altijd af van type maatregel. De intensiteit is altijd belangrijk van welk gebied de maatregel betreft.

Subsidiariteit: volgens artikel 5 lid 3VEU kan de Unie alleen optreden als de doelstellingen niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en dus beter door het optreden van de Unie kunnen worden bereikt. Subsidiariteit is niet van toepassing als er een exclusieve bevoegdheid is, dan heeft het geen zin om over subsidiariteit te praten. Er is een cruciaal verschil tussen Deense flessen en de Van Duyn zaak. Deense flessen is een nationale maatregel. De Van Duyn zaak gaat over een EU harmonisatie maatregel. Het Hof legt een verbodsbepaling vaak ruim uit, terwijl de rechtvaardiging eng wordt uitgelegd. Het is vrij logisch dat als het Hof een nationale maatregel toetst op evenredigheid, dat het dan enger wordt uitgelegd. Hoe wordt de subsidiariteit in de praktijk getoetst? Je kan kijken naar Protocol 2 of toetsing van het Hof. Zie arrest Biotech. Richtlijn werd aangevallen omdat dat het subsidiariteitbeginsel zou schenden. Het Hof motiveert het niet goed en blijkbaar gaan ze erin de considerans al vanuit dat het impliciet maar onmiskenbaar eruit blijkt dat het subsidiariteitsbeginsel wordt geschonden.

Bevoegdheidsverdeling: de Unie kan alleen optreden als daarvoor een bevoegdheid is te vinden in de verdragen.

2) Wat is de status van Algemene Beginselen van Europees Recht? Kunt u een punt in het voordeel van de benadering van het Hof van Justitie noemen, en kunt u ook een punt van kritiek noemen? Denk vervolgens eens aan de doorwerking van Richtlijnen, kunt u daar een soortgelijke kritiek op hebben? Beargumenteer uw vergelijking.

Algemene beginselen van het Europees Recht hebben een primaire status, omdat ze zijn vastgelegd in het Handvest. Een voordeel van de benadering van het Hof is het arrest Mangold. Mangold wilde zich op een non-discriminatie richtlijn beroepen maar dat kon niet omdat de omzettingstermijn van de richtlijn nog niet verlopen was. Toch heeft het Hof gezegd dat Mangold zich op het algemene beginsel van non-discriminatie kan beroepen.

3) Ten tijde van de invoering van het begrip subsidiariteit in 1992 met het Verdrag van Maastricht, werd het wel “The word that saved the Treaty” genoemd. Bent u van mening dat dit begrip inderdaad zo veel lof verdient? Beargumenteer uw antwoord, ga daarbij onder andere in op de wijze waarop EU wetgeving tot stand komt.

De commissie dient alle wetsvoorstellen in. Artikel 294 lid 1 VWEU.

Daarna nationale parlementen in artikel 6 Protocol II. Daarna naar het Europees Parlement artikel 294 lid 3 VWEU. Daarna naar de Raad artikel 16 lid 4 VEU.

De rechtsgrondslag bepaalt welke wetgevingsprocedure er gevolgd moet worden en wie, wat en hoe bevoegd is. Maar er zijn gevallen mogelijk dat er twijfel kan ontstaan wat de rechtsgrondslag precies is. Dan kan het gebeuren dat de EU de bevoegdheid naar zich toe trekt en de bevoegdheid gaat uitoefenen zonder daar een uitgebreide motivering aan te geven. Dat betekent dus dat het begrip subsidiariteit niet in acht wordt genomen en niet goed wordt gemotiveerd en dat de lidstaten dus hun bevoegdheid kwijt zijn.

Het Hof heeft nog nooit een schending van subsidiariteit geconstateerd. Op grond van het protocol kunnen lidstaten wetgeving tegenhouden. Dat heet de gele kaart procedure. Het is een waarschuwing. Waarschuwing aan de commissie om het te her over te wegen, maar er bestaat geen rode kaart procedure. Nationale parlementen zijn geen institutie binnen de gewone wetgevingsprocedure.

4) In essentie gaat deze week over de balans tussen de belangen van de verschillende Instellingen en de Lidstaten. Een mooi voorbeeld is de strijd die kan plaatsvinden omtrent de bevoegdheidstoedeling en de rechtsgrondslag die worden gebruikt bij een wetgevingsvoorstel. Maak een lijstje van de verschillende partijen die tegenover elkaar kunnen staan en geef aan hoe zij deze begrippen in hun eigen belang kunnen inzetten. Voorbeeld: Commissie – Lidstaten: Zie Tabaksreclame richtlijn, de Commissie interpreteert (nu) Artikel 114 VWEU breed genoeg om te kunnen beargumenteren dat zij de mogelijkheid hebben om in deze kwestie harmoniserend op te treden

Stuk of vijf arresten. Moet je eigenlijk zelf doen. Belangrijk dat je weet welke zaken er kunnen plaatsvinden en waarom.  

 

Casus

Het internet zorgt voor snelle veranderingen in de interne markt waar de Europese wetgever snel op wil reageren. Waar in de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG) nog in Artikel 2 een expliciete uitzondering wordt gemaakt op de reikwijdte van de Richtlijn met betrekking tot de gok-industrie, maakt de beschikbaarheid van online kansspelen meer en meer een substantieel deel uit van de online economie. Alhoewel het Hof altijd van mening is geweest dat gokken in principe een economische activiteit is die daarmee onder de reikwijdte van het verdrag valt, zorgt de aard van deze sector ervoor dat het Hof al lange tijd een zekere veilige afstand heeft gehouden in haar beoordeling van nationale wetgeving die een mogelijke beperking oplevert voor de toetreding van nieuwe aanbieders van kansspelen uit andere Lidstaten. In de loop der jaren heeft zich dat gekenmerkt door een lijn van jurisprudentie waarin het zogeheten hypocrisie-beginsel is ontwikkeld. Hoe verder de Lidstaat die de betreffende belemmering opwerpt de kansspelsector behandelt als een reguliere economische sector, hoe dieper de toetsing van het Hof aan de in het Verdrag geldende regels voor het vrij verkeer. Volgens de Commissie heeft deze uitsluiting uit de logischerwijs van toepassing zijnde Richtlijn, en deze benadering van het Hof geleid tot een ‘Wilde Westen’-scenario, waarbij grote spelers op de internationale kansspelenmarkt zich vestigen in landen die een toegeeflijke houding hebben ten opzichte van kansspelen, en van daar uit keer op keer proberen de grenzen van de wetgeving die in andere Lidstaten bestaat te testen. Het punt van deze veelvoud aan zaken is natuurlijk dat deze spelers, bedrijven gevestigd in Malta, Cyprus, en het VK, graag legaal hun online kansspelen zoals poker willen aanbieden aan een zo groot mogelijk publiek. De Commissie is van mening dat dit leidt tot een zogenaamde race-to-the-bottom waarin Lidstaten onder druk staan om hun wetgeving aan te passen. Omdat de lijn van het Hof in principe veel vrijheid voor Lidstaten veroorlooft, maar onduidelijk is, zijn Lidstaten bang om een rechtszaak tegen zich te krijgen waarvan de uitkomst onvoorspelbaar is. Dit kost geld, en men heeft liever de controle in eigen hand. Veel Lidstaten zijn nu bezig met het liberaliseren van de kansspelenmarkt. De Commissie is van mening dat er nu een versnippering van regimes plaatsvindt, waarbij het onduidelijk is wat er per land aan kansspelen mogelijk is. Daarnaast is de Commissie bang dat de liberalisering van de kansspelenmarkten zal leiden tot een toename van het aantal kansspelverslaafden. Uit onderzoek blijkt namelijk dat door de wijze waarop online kansspelen plaatsvinden, in anonimiteit, met digitaal geld, en met een bijna onmogelijke controle op de wijze waarop de spelen functioneren, de verslavingsfactor vele malen hoger is dan wanneer men bijvoorbeeld naar het casino gaat. Daarom stelt de Commissie Verordening 2018/123/EU voor. Verordening 2018/123/EU stelt, op basis van Artikel 114 VWEU, het volgende voor:

Preambule:

1) Overwegende dat de ontwikkelingen in de online kansspelenmarkt hebben geleid tot een proliferatie van het aantal mogelijkheden tot gokken.

2) Vaststellende dat dit heeft geleid tot te grote verschillen in het niveau van consumentenbescherming dat wordt geboden in de lidstaten.

3) Gezien het feit dat dit de facto leidt tot een verlaging van het algemene niveau van bescherming tegen de gevaren van verslaving binnen de Europese Unie.

4) Tevens gezien het feit dat dit kan leiden tot een verlaging van het algemene niveau van bescherming tegen de gevaren van oplichting.

5) Dient tot de conclusie te worden gekomen dat zich een probleem voordoet dat mogelijk het vrije verkeer van diensten binnen de Europese Unie verstoort.

6) Volgt dat de onderhavige Verordening zich ten doel stelt deze belemmeringen weg te nemen door het creëren van een uniform niveau van bescherming van de consument en zijn geestelijk welzijn. Definities: Artikel 1) Onder online kansspelen wordt verstaan: elke activiteit die plaatsvindt op het internet waarbij de winnaar wordt bepaald door middel van het toeval.

Consumentenbescherming:

Artikel 7) Aanbieders van online kansspelen dienen zich te registreren bij de toezichthouder in de markt waarop de aanbieder zijn diensten wil aanbieden.

 Artikel 8) De toezichthouders in de lidstaten dienen, ongeacht het land van vestiging van de aanbieder, op elk moment toegang te krijgen tot de financiële gegevens van de aanbieders van online kansspelen.

Artikel 9) Online kansspelen kunnen slechts worden aangeboden wanneer de inleg per diem is beperkt tot 25 Euro per gebruiker.

Artikel 10) Online kansspelen kunnen slechts worden aangeboden wanneer het maximaal uit te keren bedrag wordt gelimiteerd tot 5 keer de inleg.

Artikel 11) Aanbieders van online kansspelen zijn verplicht een telefoonnummer beschikbaar te stellen dat gebruikers kunnen gebruiken om aan te geven dat zij de gevolgen van een gokverslaving ondervinden. Het voorstel is in veel landen erg populair en ook in het Europees Parlement is men razend enthousiast. De genoemde landen hebben echter zo hun bedenkingen bij dit voorstel. Analyseer het voorstel van de Europese Commissie tot de harmonisering van de online kansspelenmarkt. Ziet u bezwaren, en zo ja, welke? Onderbouw uw argumenten met de relevante verdragsbepalingen en uitspraken van het Hof.

We moeten kijken of dit een goede verordening is.

Drie aspecten: evenredigheid, subsidiariteit en is er een bevoegdheid?

Is er überhaupt een bevoegdheid om deze maatregel aan te nemen?

Wat is de grondslag? Doel en inhoud van de handeling. Onder andere in Titaandioxide. De doelen vind je doorgaans in de preambule. Doelen zijn consumentenbescherming en volksgezondheid. Overweging 6, maar je kan ook kijken overweging 1. Verder is het doel ook harmonisatie. Er zijn dus drie doelstellingen, dat volgt uit overweging 5. Uit de artikelen volgt voornamelijk dat het doel is om  een gokverslaving tegen te gaan. Het feit dat er consumentenbescherming boven staat is niet per se relevant. Je moet echt kijken wat d verordening objectief teweeg brengt. Artikel 11 gaat echt over volksgezondheid, 7 en 8 lijken over consumentenbescherming te gaan. Artikel 9 en 10 kunnen verschillende interpretaties hebben. In de preambule staat het doel van harmonisatie. Welke grondslag moet je dan kiezen?

De verschillende rechtsgrondslagen die mogelijk kunnen zijn:

1) 114 VWEU

2) Consumentenbescherming:  Artikel 169 lid 3 VWEU

3) Volksgezondheid: er is geen beschikbare rechtsgrondslag voor. Want je mag volksgezondheid niet harmoniseren.

Het is hier duidelijk een harmonisatiemaatregel.

Wanneer kies je voor artikel 114 VWEU of voor artikel 169 lid 3 VWEU? Bij artikel 169 lid 3 VWEU heeft de Unie alleen maar een ondersteunende rol.  Dus artikel 169 lid 3 VWEU is geen optie. De rechtsgrondslag is dus artikel 114 VWEU.

Opnieuw kijken naar doel en inhoud

Is er een belemmering van de interne markt en draagt deze verordening daadwerkelijk bij het wegnemen van deze belemmering? De belemmering is dat er een versnippering is van regimes. Dat wordt bevestigd door de preambule in overweging 2 en 5. Kijk dan naar Tabaksreclamerichtlijn. Tabaksreclamerichtlijn 1 werd afgekeurd, 2 werd geaccepteerd. Volgens artikel 114 lid 3 VWEU mag je best veel doen als het gaat om volksgezondheid en consumentenbescherming. Betekent dat deze verordening dan niet op grond van artikel 114 VWEU kan worden aangenomen? Daarvoor moet je kijken naar het zwaartepunt van de verordening en dit goed uitleggen wat jij zelf vindt.  

De subsidiariteit en evenredigheid moet je hier ook noemen. De subsidiariteit zal wel, evenredigheid is ook niet heel moeilijk. Kijken naar onderscheid tussen noodzakelijkheid en stricto sensu. De artikelen gaan best ver, als je een gokbedrijf hebt zal je hier niet blij mee zijn. Kijken naar alternatieven hoort bij de noodzakelijkheid, als iets verder gaat dan het doel bereiken. Je zou ook een stricto sensu argument bij artikel 9 en 10 kunnen maken, maar dit is een onevenredige last voor de aanbieder van kansspelen. Disproportionele onevenredige last van de consument, in de zin van betutteling.

 

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Europees recht werkgroepuitwerkingen jaar 2018/2019

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 1

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 1

Discussievragen

Vraag 1

Wat is de relatie tussen de arresten Dassonville en Tabaksreclamerichtlijn?

Vraag 2

Bespreek de ontwikkeling in de rechtspraak inzake het vrij verkeer van goederen in het licht van de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie. Welke ontwikkeling in de rechtspraak kunt u ontwaren? Ga in ieder geval in op de arresten Dassonville, Cassis de Dijon, Keck en Mithouard en Italiaanse aanhangwagens, en Mickelsson en Roos, en de relevante verdragsartikelen.

Vraag 3

In het verlengde van (2), wat is het nut geweest van Keck en Mithouard en houdt deze redenering stand in het licht van de daaropvolgende rechtspraak?

Vraag 4

Bestudeer artikel 114 VWEU. Vormt dit artikel naar uw oordeel een (vrijwel) onbegrensde harmonisatiebevoegdheid voor de Europese Unie? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 5

Welk probleem probeert Cassis de Dijon op te lossen? Creëert deze oplossing een juiste balans tussen de belangen van lidstaten en EU en tussen economische en niet-economische belangen?

Vraag 6

In het verlengde van (5), hoe worden de leerstukken uit Cassis de Dijon beheersbaar gehouden door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)?

Casus

Casus Het bedrijf ‘’New Pharmacy’’ is een online apotheek gevestigd in Neerlandië, een lidstaat van de Europese Unie, en verkoopt zowel medicijnen op recept als vrij verkrijgbare medicijnen aan consumenten. New Pharmacy voldoet aan alle door de Neerlandische overheid gestelde vergunningseisen voor apotheken. Bestellingen gaan volledig online en het bedrijf heeft behalve het hoofdkantoor geen fysieke vestigingen. Voor medicijnen op recept moeten klanten in het bestelformulier aangeven welke klachten zij hebben, waarna één van de huisartsen in dienst bij New Pharmacy de bestelling controleert en dient goed te keuren. New Pharmacy verkoopt zowel binnen als buiten Neerlandië. Door het ontbreken van fysieke locaties en de lage overheadkosten kan New Pharmacy medicijnen goedkoper aanbieden dan haar concurrenten. Dit is tegen het zere been van de vereniging van apothekers in Bretagnië, een andere lidstaat van de EU. De omzet van Germaanse apothekers is in de afgelopen jaren sterk gedaald doordat steeds meer Bretagniërs hun medicijnen online bestellen uit Neerlandië. Bretagnië heeft traditiegetrouw strenge medicijnenwetgeving die tot doel heeft de gezondheid van patiënten en consumenten in het algemeen te beschermen. Zo mogen medicijnen alleen worden verkocht aan consumenten door ondernemingen met een apothekersvergunning. Voor een dergelijke vergunning moet de aanvrager voldoen aan diverse eisen. Zo mogen zowel medicijnen op recept als de meeste medicijnen zonder recept alleen worden verkocht in fysieke winkels, moet er te allen tijde ten minste één medewerker met een afgeronde farmaciestudie aanwezig te zijn in de winkel, en mogen medicijnen op recept bovendien alleen worden verkocht

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 2

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 2

Losse aantekeningen

Gebhard: ro.7.30 Cassis rechtvaardiging geldt voor alle vrijheden.

Het moet aan de verschillende criteria voldoen:

  • Dwingende reden van algemeen belang
  • Er mag op dat terrein nog geen harmonisatie zijn
  • Maatregel mag niet direct discrimineren
  • Maatregel moet evenredig zijn

In Gebhard vergeet het Hof dat er geen harmonisatie mag zijn en de evenredigheidstoets splitst die dat in tweeën. Je kan het beste uitgaan van Cassis en Deense Flessen.

Werking betekent rechtstreekse werking, betekent dat je EU rechten inroept. Je hebt daarin twee situaties: geschil tegen de overheid en geschil tegen een burger.

Discussievragen

1. In hoeverre kunnen de fundamentele vrijheden van de interne markt worden ingeroepen tegenover particulieren?

Wanneer kan je überhaupt iets inroepen? Als je rechtstreeks werking hebt. Het moet dan voldoende duidelijk geformuleerd en onvoorwaardelijk zijn. Als een bepaling rechten en plichten toekent en die duidelijk zijn omschreven dan heeft dat rechtstreekse werking, die kan je dus afdwingen van de overheid.

Walrave en Koch: gaat over werknemers en diensten. Hof: het verbod op discriminatie van nationaliteit geldt niet alleen voor het optreden van openbaar gezag, maar strekt zich ook uit tot bepalingen van andere aard, strekkende tot collectieve regeling van arbeid in loondienst en dienstverrichtingen.

Viking line: is een actie. Je kan het niet inroepen tegen één persoon, alleen maar op collectieve wijze. Semipublieke partijen.

Werknemers zijn mensen, daar heb je de notie van dat je gediscrimineerd wordt. Arrest Antonnissen. Art 50 is algemeen geformuleerd en is niet alleen bedoeld voor lidstaten. Discriminatie geldt niet alleen voor collectieve overeenkomsten, maar ook voor privaatrechtelijke overeenkomsten.

Hoe zit het dan met goederen en kapitaal? Goederen: het moet tussen twee lidstaten zijn. Artikelen 34 en 63 VWEU verwijzen naar lidstaten, de andere artikelen niet. Dat is een indicatie dat er voor goederen en kapitaal geen horizontale rechtstreekse werking is. Arrest Schmidtberger.

2. Wat is het verschil tussen de discriminatie-benadering en de belemmeringen-benadering in de context van artikel 49 en artikel 56 VWEU?

Je mag soms discrimineren, mits dat nodig is voor de openbare orde. Discriminatie en niet-discriminatoire belemmeringen vallen onder beperkingen. Zie de arresten Centros en Bosman. Ook niet discriminatoire maatregelen kunnen verboden zijn. Indirecte discriminatie heeft hetzelfde effect als feitelijke discriminatie. Directe discriminatie betekent dat je dat alleen kan rechtvaardigen op grond van een verdragsbepaling. Maatregel moet evenredig zijn, noodzakelijkheid van de maatregel moet hetzelfde doel bereiken. In het arrest  Binsbergen is er sprake van indirecte discriminatie.  Nederland moest aantonen dat het noodzakelijk is. Discriminatie is soms nodig voor een niet economisch doel. Soms ook nodig voor de volksgezondheid, maar meestal is dat niet zo.

3. Het arrest Cowan is een voorbeeld van EU-burgerschap avant la lettre. Leg uit.

In het arrest Cowan is bepaald dat het recht van vrij dienstenverkeer, ook van toepassing is op dienstontvangers die zich verplaatsen. Een Britse toerist werd

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 3

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 3

Discussievragen

1. De ontwikkeling van de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie kan, zeker in relatie tot het burgerschap, een “stap-voor-stap” benadering worden genoemd. Kunt u, met behulp van de zaken die deze week behandeld zijn, uitleggen wat onze collega hiermee bedoeld?

Art 19 VWEU. Niemand weet echt wat dat betekent, het stelt het Hof in staat om uit te leggen wat het recht is. Je zegt dan eigenlijk dat het recht meer is dan de verdragen, er zijn daarom ook meer beginselen dan het Unierecht. Zij hebben daarom wel een positie om te zeggen wat het recht is en dat dat verder gaat dan wat lidstaten in de verdragen hebben opgenomen. Ze willen ook niet geconfronteerd worden met hun eigen uitspraak in latere rechtspraak. Voorbeelden:

Zhu en Chen: is eigenlijk ook al een extra stapje op de rechtspraak, want er is geen grensoverschrijdend effect. Grensoverschrijdend element is dat ze er wel heeft gewoond, maar de nationaliteit heeft van een ander land.

Arresten Zhu en Chen en Zambrano gaan allebei over afgeleide verblijfsrechten. Verschil is hoe het Hof stelt dat er sprake is van de reikwijdte.

Arrest Rottmann: gaat het Hof over  iemand dat staatloos wordt? Is dat niet gewoon internationaal publiekrecht? Dus moeten ze ervoor zorgen dat deze zaak onder de reikwijdte van het Hof valt, dat doen ze door te zeggen dat hij ook het Unieburgerschap verliest.

Zambrano: kinderen verliezen niet hun nationaliteit. In Zambrano en Rottman verliezen ze beiden de rechten die de Unie hen geeft, als ze hun nationaliteit kwijtraken. Je wordt juridisch gedwongen en Zambrano is het feitelijk verliezen van je Unieburgerschap.

Wat is de extra stap in McCartney? Zij wil met het gezin op één plek blijven. Ro. 42 Zambrano. Tenzij een recht op gezinsleven het belangrijkste onderdeel is van de status van Unieburgerschap ontleende rechten, mag een lidstaat dat niet wegnemen. Niet alleen vrijheid van reizen en diensten, maar ook recht van gezinsleven. Hof zegt dat gaan we niet doen. Als ze dat wel zouden doen is de soevereiniteit voorbij. Dit is een interpretatie van Ro. 42 van Zambrano, een restrictieve interpretatie.

Art 6 VEU en 51 HV fundamentele rechten zijn van toepassing als de werking plaatsvindt in Unierecht. Valt de situatie van McCartney binnen het Unierecht? Recht van gezinsleven alleen van toepassing als het onder Unierecht valt. Dit is een cirkelredenering. McCartney doet ook een beroep op Zhu en Chen arrest.

2. Zoals de heer Lindeboom ook in zijn hoorcolleges heeft belicht, is Burgerschap een soort overgang tussen de harde kern economische aard van de Europese Unie, en het begin van een meer sociaal idee van de Europese Unie. Omdat dit politiek precair is, trekt zowel het Hof als Richtlijn 2004/38 een lijn, die de sociale belangen van de Lidstaten en de belangen van de EU afbakent. Kunt u die schetsen?

Sociaal betekent solidariteit hebben. Dat is politiek gevoelig. Art 24 lid

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 4

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 4

Discussievragen

1. Wanneer is een marktafbakening noodzakelijk binnen het Europese mededingingsrecht? Gebruik in uw antwoord het arresten United Brands en Cartes bancaires en leg een verband met zowel het kartelverbod als het verbod van machtsmisbruik.

United brands (art. 101 VWEU): In United brands gingen het om een marktafbakening van bananen. Hierbij werd eerst gekeken naar de relevante productmarkt (werd o.a. gekeken naar substitueerbaarheid van het product) en vervolgens werd gekeken naar de geografische markt (hierbij werd gekeken naar bijvoorbeeld invoerregelingen/uiteenlopende mededingingssituaties

Cartes Bancaires (102 VWEU): In dit arrest wordt het begrip ‘strekking’ uitgelegd. In Ro. 51 staat dat bepaalde kartelafspraken beschouwd kunnen worden als afspraken die een zodanig groot risico op negatieve beïnvloeding van inzonderheid de prijs, de hoeveelheid en de kwaliteit van de producten en diensten inhouden, dat het overbodig kan worden geacht voor de toepassing van art. 102 VWEU om aan te tonen dat zij concrete effecten hebben op de markt.

Wanneer moet je een markt afbakenen? Om onder artikel 101 VWEU te vallen. Geldt dit artikel ook voor verticale overeenkomsten? Ja, zie het arrest Consten en Grundig. Mededinging is altijd op een markt, om te kijken of deze wordt beperkt moet je de markt af bakenen. Hoe zit het met strekkingsbeperkingen? Je hoeft niet te kijken of de mededinging wordt beperkt dus ook niet de markt af te bakenen.

Bijv. je hebt geconstateerd dat er een horizontale prijsafspraak is gemaakt, hoe kom je daarachter? Hoe weet je dat het horizontaal is? Je moet dan kijken of bedrijven gelijkwaardig zijn, daarvoor moet je de markt afbakenen. Strekkingsbeperkingen zijn aardig schadelijk voor de mededinging, dat hoef je niet te onderzoeken. Hoe je weet of iets een strekkingsbeperking is heeft het Hof jurisprudentie over. Zie het arrest Cartes Bancaires.

Artikel 102 VWEU : altijd marktafbakening, anders weet je niet of diegene een machtspositie heeft.  Artikel 106 VWEU wordt vaak in samenhang met artikel 102 VWEU gelezen.

Bij artikel 107 VWEU zal je ook vaak de markt afbakenen.

2. Baken de relevante markten af waarop de volgende producten concurreren:

1. Een Junami-appel:

Relevante productmarkt: De prijs van een Junami-appel varieert door het jaar heen. Wanneer de Junami-appel 5-10% duurder wordt zullen mensen bijvoorbeeld overstappen op fuji appels. Er is dus geen sprake van een zelfstandige Junami-appels markt. Als het prijsverschil 1 en 2 euro zit er wel concurrentie in. SSNIP test doe je altijd van één product. Je gaat eerst uit van dat ene product, als mensen overstappen naar een andere appel dan is de Jumani appel geen zelfstandige markt.

Relevante geografische markt: er is altijd een markt van toepassing, je kijkt naar het gebied waarbinnen verschillende aanbieders van één product met elkaar concurreren. Twee factoren zijn de prijs van het product en de prijs van transportkosten. Als een supermarkt de prijs omhoog gooit, is

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 5

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 5

Losse aantekeningen

Je roept het vrije verkeer van goederen in niet tegen een partij, maar tegen een wet die ongeldig verklaard moet worden. Het Hof zegt dat er dan geen rechtstreekse horizontale werking is, omdat er niet direct verplichtingen uit artikel 34 VWEU worden genoemd.

Je mag een richtlijn niet inroepen tegenover een andere particulier. Je kan wel een richtlijn inroepen tegen de staat, ook als dat ertoe leidt dat er negatieve gevolgen zijn voor een andere particulier (Arrest Wells). Hof verzint in de jaren 50 al beginselen die niet op papier staan. Beginselen waar vrijwel iedereen over eens is dat die er zijn. Bijvoorbeeld in het arrest Mangold. Soms staan die beginselen ook in het Verdrag, bijvoorbeeld in het Handvest. Je kan algemene beginselen inroepen als ze duidelijk en onvoorwaardelijk . Art 27 Handvest is niet voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk. Non-discriminatie is dat wel. Je kan je beroepen op een algemeen beginsel zover je de criteria van rechtstreekse werking in acht neemt. Art 27 Handvest geeft een conditionering en je kan je dan op de uitwerking beroepen. Dit artikel zelf is niet onvoorwaardelijk.

Discussievragen

1) De termen evenredigheid, subsidiariteit en bevoegdheidstoedeling hebben een eigen Europees rechtelijke uitlegging. Kunt u deze uitleggen, maar belangrijker, wat is hun functie?

Evenredigheid: volgens artikel 5 lid 4 VEU gaat het optreden van de Unie niet verder dan dat wat voor het bereiken van de doelstelling noodzakelijk is. Dat betekent dat regelgevend optreden slechts plaatsvindt als dat nodig is, zodat er een impliciete voorkeur voor niet-regelgevend optreden is. De keuze tussen richtlijn (lidstaten kunnen nog zelf dingen invullen) of verordening ( dwingende bepaling voor alle lidstaten, zij moeten precies alles zo doen). Het liefst moet er dus een richtlijn worden gekozen. Het is altijd van toepassing als ze de bevoegdheid hebben. Er zijn drie elementen. Geschiktheid en noodzakelijkheid en stricto- sensu. Stricto – sensu is een soort belangenafweging. Je kijkt dan naar de voordelen en de nadelen van de maatregel. Het is belangrijk om dit te onderscheiden van noodzakelijkheid! Als het Hof het heeft over evenredigheid in het vrije verkeer dan hebben ze het vaak alleen over geschiktheid en noodzakelijkheid,  omdat dat vaak al voldoende is. Als je een vraag krijgt over de interne markt op het tentamen, dan moet je verwijzen naar de rechtspraak en met name naar het arrest Deense Flessen als het over de geschiktheid en noodzakelijkheid gaat. Bij de beoordeling van de Uniewetgeving of het evenredig is het belangrijk dat je alle drie elementen gebruikt. Hoe toetst het Hof de evenredigheid van de maatregel? Stel je voor je hebt een maatregel en die wordt aangevochten en dan moet het Hof daarover nadelen. Het is een politieke afweging en de rechter zal marginaal toetsen. Arrest Van Duyn . De striktheid van de toetsing hangt altijd af van type maatregel. De intensiteit is altijd belangrijk van welk gebied de maatregel betreft.

Subsidiariteit: volgens artikel 5 lid 3VEU kan de Unie alleen

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 6

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 6

Discussievragen

1) U heeft aan het einde van deze week een redelijk overzicht van alle manieren waarop Europees recht kan doorwerken in het nationale recht. Kunt u een overzicht maken van de verschillende methoden, en aangeven in welke situaties ze kunnen worden gebruikt?

Maak dit voor jezelf gebruik de volgende drie dingen:

  • Rechtstreekse werking
  • Richtlijnconforme interpretatie
  • Staatsaansprakelijkheid

2) Het Hof hamert er op dat het nuttig effect van Europees recht enkel verzekerd kan worden als er een mogelijkheid is tot non-contractuele aansprakelijkheid voor lidstaten. Wat is de gedachte hierachter, en vindt u dit voldoende bescherming voor de Unieburger?

De gedachte hierachter is dat als lidstaten aansprakelijkheid kunnen worden gesteld als zij een verkeerde implementatie hebben gedaan, dit een prikkel vormt om de implementatie wel goed te doen omdat ze anders schadevergoeding moeten betalen aan degene die zich op deze verkeerde geïmplementeerde regel beroept. Dit is het beginsel dat in Francovich wordt genoemd en wordt verder uitgewerkt in het arrest Brasserie du Pecheur. Er moet dan aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • Het moet gaat om een voldoende gekwalificeerde schending, waarbij als beslissend criterium worden gehanteerd de kennelijke en ernstige miskenning, door een lidstaat van de grenzen waarbinnen diens discretionaire bevoegdheid dient te blijven.
  • van een bepaling die rechten geeft aan rechtspersonen(vaak natuurlijke personen)
  • welke tot schade leidt
  • waarbij er een causaal verband is tussen geschonden norm en schande

Naar mijn mening biedt dit altijd heel veel bescherming aan de burger, omdat er ook sprake kan zijn dat een lidstaat de wetgeving verkeerd heeft geïnterpreteerd zonder dat dit toe te rekenen is aan een lidstaat. Er is dan geen rechtstreekse werking en een burger kan er geen beroep op doen en kan geen schadevergoeding vorderen. Dit is bijvoorbeeld te zien in het arrest British Telecom. Waarom is dit begrip toegevoegd? Omdat rechtstreekse werking niet altijd geldt. Staatsaansprakelijkheid is niet ontstaan als een prikkel voor de lidstaat om de implementatie goed te doen.  Francovich is ontstaan omdat er geen ander redmiddel was. Er was in Britisch Telecom geen voldoende gekwalificeerde schending, dit is geen criterium voor rechtstreekse werking of richtlijn conforme interpretatie. Het andere nadeel van aansprakelijkheid is dat geld niet alles oplost, je kan een vergoeding krijgen maar dat lost niet altijd alles op. Dit is niet het laatste redmiddel, het is niet zo dat je pas staatsaansprakelijkheid kan inroepen als je rechtstreekse werking en richtlijnconforme interpretatie hebt gehad. En je kan ook verschillende dingen tegelijk doen. Voorbeeld: lidstaat heeft richtlijn niet op tijd omgezet en je hebt schade geleden. Dit is rechtstreekse werking en staatsaansprakelijkheid. Denk eraan op het tentamen, dat dit beiden van pas kan zijn!

3) Een heet hangijzer in academische discussies is al jaren het begrip ‘procedurele autonomie’. Er zijn academici die zeggen dat dit begrip het laatste onaangetaste domein is van de lidstaten. Andere academici vinden deze stelling onzin.

.....read more
Access: 
Public
Europees recht werkgroepuitwerkingen week 7

Europees recht werkgroepuitwerkingen week 7

Europees recht werkgroep week 7

Voor het tentamen:

  • Je mag de geüpdatete artikelen van het Verdrag in je reader erbij zetten.
  • Je moet ook arresten kunnen noemen op het tentamen die duidelijk voorbij zijn gekomen op de hoorcolleges en die niet behoren tot de verplichte jurisprudentie. Een voorbeeld is het arrest Viking Line.
  • Voor het toetsen van de Cassis rechtvaardiging moet je eerst de theorie uitleggen van de Cassis rechtvaardiging en dan zeggen dat je die aan de hand van de criteria die genoemd zijn in Deense Flessen gaat toetsen.  

Casus 1: Het Systeem van Rechtsbescherming

Er is al jarenlang een felle discussie aan de gang over het gebruik van zogenaamde Neonicotinoïden in de landbouw.1 Deze stof wordt gebruikt in de gewasbescherming om bepaalde insectenplagen in te dammen. Echter, er zijn verschillende onderzoeken geweest waarin het effect van deze stoffen op de bijenpopulatie inzichtelijk wordt gemaakt. Uit een groot aantal van deze onderzoeken lijkt duidelijk te worden dat de bijensterfte, die op enig moment de voedselzekerheid van de EU kan bedreigen, deels voortkomt uit het gebruik van deze stoffen. Het lukt de Raad niet om tot een eenduidig antwoord te komen voor de oplossing van dit probleem. Neonicotinoïden zijn erg goed in het bestrijden van ongedierte, en hebben door de lage doseringen die nodig zijn weinig tot geen effecten op de menselijke consument. De landbouw sector en de chemische industrie in veel lidstaten verzet zich hevig tegen een verbod. Hierdoor is er verdeeldheid in de Raad, terwijl het Europees Parlement al heeft aangegeven een voorstander te zijn voor een algeheel verbod van Neonicotinoïden. Uiteindelijk bepaalt de Commissie dat het beste is als er het volgende pad wordt gevolgd: Per Verordening van 1 januari 2017 is het vanaf 1 januari 2019 niet meer toegestaan om Neonicotinoïden te gebruiken in de Europese Unie. Echter, het is tot 2022 mogelijk voor individuele lidstaten om hier een uitzondering op te maken voor specifieke landbouw-sectoren. Hiervoor dienen zij een beargumenteerd verzoek te doen bij de Commissie, welke vervolgens een afweging zal maken of de uitzondering wordt toegestaan of niet. Er wordt dan gekeken naar de noodzakelijkheid van het gebruik (is het land bijzonder vatbaar voor insectenplagen etc.) en de effecten van het gebruik op zaken als de bodemgesteldheid en de waterkwaliteit. In de 1 In deze casus wordt de discussie die over deze middelen plaats heeft gevonden sterk versimpeld weergegeven. Natuurlijk wordt u aangemoedigd om wat in te lezen over de Europese dimensie van dit vraagstuk, maar maak enkel gebruik van de voorstelling van zaken zoals deze in de casus is weergegeven. tussenliggende periode zal er meer onderzoek worden gedaan over de effecten van dit middel, waarna de Commissie hoopt dat er een meer eenduidige oplossing te vinden is. Nederland vraagt in de loop van 2018 een uitzondering aan voor in feite de gehele Nederlandse groente en fruitteelt. De Nederlandse overheid stelt in haar verzoek dat Nederland bij uitstek het voorbeeld

.....read more
Access: 
Public
Follow the author: iwanabosman
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Countries and regions:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1362 1