College 4: Wat zijn bijzondere overeenkomsten?

Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

In boek 7 staan de bijzondere overeenkomsten. Het wordt bijzonder genoemd, omdat er bijzondere bepalingen in staan. Voor dit vak ligt de focus op de koopovereenkomst. Bij een vraag moet je kijken of het in casu gaat om een koopovereenkomst. Wanneer dit zo is, dan moet je eerst kijken naar de bepalingen omtrent de koop in boek 7. Voor algemene leerstukken moet je terug naar boek 6 en boek 3. 

Koop en consumentenkoop: Art. 7:1 definieert het begrip koop. Je moet hierbij goed letten op het begrip 'zaak' in  art. 3:2. Wat consumentenkoop is, staat in art. 7:5. Hieruit volgt dat er sprake moet zijn van een professionele verkoper en een natuurlijke koper. Van groot belang is hier dat je pas spreekt van een consumentenkoop indien het gaat om een roerende zaak. Art. 7:6 lid 1 kent rechten toe aan de koper en zodra deze rechten ook betrekking hebben op de koper, kunnen de rechten niet worden uitgesloten of beperkt. Dit artikel is van dwingend recht. Ex. art. 7:6 jo. 7:24 mag je dus niet het recht op schadevergoeding uitsluiten. Deze bepalingen beschermen de consument, waardoor de consument een beding kan vernietigen op grond van art. 7:6 lid 1 jo. 3:40 lid 2.  

Ganrantie: Voor garantie moet worden gekeken naar art. 7:6a. Bij garantie lijkt het alsof je wat krijgt, maar het is altijd maar de vraag of dat je iets krijgt of dat er iets wordt afgepakt. Garanties kunnen namelijk de rechten beperken. Garantie is in dit artikel niet gedefinieerd, dit moet door uitleg worden vastgesteld. Als de producent een garantie heeft gegeven, worden er wel rechten toegekend en niet beperkt.

Verplichtingen verkoper en koper: De eerste verplichting van de verkoper is dat hij de zaak moet overdragen en afleveren (art. 7:9). Dit betekent dat het risico van bijvoorbeeld beschadiging overgaat op de koper (art. 7:10 en 7:11). De tweede verplichting is dat de verkoper de zaak conform moet leveren. De zaak moet beantwoorden aan de overeenkomst (art. 7:17). De hoofdverplichting van de koper is dat de koopprijs moet worden betaald (art. 7:26). 

Conformiteitseis: De zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden. Lid 2 stelt dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoord indien de zaak niet de eigenschappen bezit die de koper mocht verwachten. Het gaat om eigenschappen die voor normaal gebruik nodig zijn. Dit is een open norm en het artikel geeft geen uitputtende lijst. Uit lid 5 blijkt dat de mededelingsplicht van de verkoper tegenover de onderzoeksplicht van de koper staat. Verkoper mag geen onzin vertellen en moet eerlijk zijn, maar van de koper wordt ook actie verwacht. Voor consumentenkoop is nog iets extra’s geregeld in art. 7:18 lid 2. Hieruit blijkt dat de zaak wordt vermoed niet aan de overeenkomst te hebben beantwoord, indien het binnen 6 maanden na aflevering openbaart. Wanneer je langer dan 6 maanden garantie koopt, koop je eigenlijk je bewijslast af.  

Remedies bij consumentenkoop: Nakoming kan op grond van art. 7:21 in de vorm van aflevering, herstel en vervanging. Wanneer de koper ook schade heeft geleden, moet hij terug naar art. 6:74. Aan deze vereisten moet dan wel zijn voldaan. De non-conformiteit is te zien als de tekortkoming. In geval van consumentenkoop kan een beroep worden gedaan op art. 7:24 lid 1. Ook hiervoor moet aan de vereisten van art. 6:74 zijn voldaan. In geval van ontbinding moet dit via art. 7:22. Als de verkoper een non-conform product levert, en u heeft letselschade en gevolgschade, dan kan de producent ook aansprakelijk zijn voor dit veiligheidsgebrek. De verkoper is aansprakelijk voor de transactieschade, de schade aan het geleverde zaak zelf. 

Klachtplicht: In art. 7:23 is de klachtplicht omschreven. Dit betekent dat de koper binnen bekwame tijd kennis van zijn klacht moet geven aan de verkoper. De koper moet zich dus ook redelijk opstellen en adequaat in actie komen. Het gevolg van het niet op tijd klagen, dan kan je de rechten niet meer geldend maken. 

Drie vragen omtrent klachtplicht: 1) In welke gevallen geldt klachtplicht? ‘gebrek’ (6:89 BW). Art. 6:89 is niet alleen bij consumentenkoop van toepassing. Art. 7:23 is van toepassing in ieder geval bij het stellen van non-conformiteit. 2) Wanneer begint klachttermijn te lopen? eigenlijk twee termijnen. Namelijk binnen bekwame tijd heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Klachtplicht begint te lopen wanneer de koper de non-conformiteit feitelijk heeft ontdekt. Zie hiervoor arrest Ploum/Smeets. 3) Wat betekent ‘binnen bekwame tijd’? Er is geen vaste termijn. Kennisgeving binnen 2 maanden is in ieder geval tijdig. Dit geldt alleen voor consumentenkoop. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? 

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Het artikel van B.M. Loos is van belang voor het tentamen. Je moet in eigen woorden kunnen uitleggen wat hij daar heeft beweerd. Daarnaast is de afdeling koop en consumentenkoop ook van belang voor het tentamen. 

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Consumentenkoop op tentamen: wanneer er wordt gevraagd hoe de consument van een exoneratie van de verkoper af kan komen, moeten beide routes worden afgelopen. Een andere tentamencasus zou betrekking kunnen hebben op art. 7:26 lid 2. Bij een consumentenkoop kan de koper tot vooruitbetaling van ten hoogste de helft van de koopprijs worden verplicht. Wanneer een online shop je verplicht tot vooruitbetaling van het hele bedrag is dit dus in strijd met art. 7:26 lid 2 jo 7:6 lid 1. Uitweg hiervoor is art. 7:6 lid 2. Tentamenvraag in geval van ontbinding bij consumentenkoop: bijvoorbeeld een casus over kapot koffiezetapparaat, de koper wil er gelijk van af en het geld terug. Maar dit kan dus niet op grond van art. 7:22 lid 2.