Week VI
Goederen zijn alle actieve vermogensbestanddelen. Goederen worden onderscheiden in:
Zaken: vatbare stoffelijke objecten, gedachten, merken, energie
Vermogensrechten: Indien overdraagbaarheid en verband met stoffel voordeel
Passieve vermogensbestanddelen (schulden) zijn geen goederen maar het tegenover staande vorderingsrecht is wel een goed.
Onroerend:
De grond
De nog niet gewonnen delfstoffen
De met de grond verenigde beplanting
Gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd
Naast zelfstandige zaken kent de wet bestanddelen: onzelfstandige zaaksdelen die opgaan in de zaak waarvan zij deel uitmaken. Criteria:
De hoofdzaak is zonder het object onvoltooid of incompleet
Hoofdzaak en object zijn qua constructie op elkaar afgestemd
Zaak verliest zelfstandig karakter als zij niet met een hoofdzaak wordt verbonden
Volledige rechten zijn:
Eigendom
Vorderingsrechten
Rechten op voortbrengselen van de geest (octrooirecht, auteursrecht)
Beperkt rechten zijn:
Gebruikersrechten: vruchtgebruik, erfpacht, opstal
Zekerheidsrechten: hypotheekrecht
Zakelijke rechten zijn rechten op zaken:
Eigendomsrecht
Beperkte rechten op zaken: vruchtgebruik op zaak, hypotheek op een zaak, erfpacht
Eigendomsrecht (art. 5:1) is per definitie een volledig recht en kan nooit op vermogensrechten berusten. Het eigendom berust op gehele zaak, inclusief bestanddelen. Positief: de eigenaar is bevoegd tot gebruik, genot en beschikking. Negatief: de eigenaar behoeft niet te dulden dat een ander handelingen verricht die hij zelf door zijn eigendomsrecht mag verrichten: exclusief karakter. Beperking van eigendomsrecht is door: Grondwet, BW, buiten het BW. Misbruik van de eigenaarsbevoegdheid heeft de functie om: de eigenaar te beperken in positieve bevoegdheden en in de negatieve bevoegdheden. Horizontale natrekking houdt in dat bestanddelen van een onroerende zaak, zoals een kelder, uitbouw of een balkon die zich niet direct boven (of onder) de eigen grond bevinden maar wel deel uitmaken van het gebouw, nagetrokken worden als bestanddeel. Verschil tussen hinder (art. 5:37) en misbruik van eigenaarsbevoegdheden (art. 3:13)
Hinder: de benadeelde wordt getroffen in het genot of gebruik van zijn eigen zaak. Rechten van een ander getreden
Misbruik van eigenaarsbevoegdheid: De benadeelde wordt getroffen in het toevallige genot of gebruik dat hij heeft van andermans zaak. Zijn eigen bevoegdheid te ver uitgeoefend
Eigendom wordt verkregen:
Erfopvolging, overdracht, verjaring
Roerende zaken: toeëgening, vinderschap, schatvinding. Onroerende zaken: natrekking, aanwas (erfrecht)
Verlies van eigendom:
Een ander de eigendom verwerft (overdracht, verjaring, vinderschap)
Eigendom verdwijnt (zaak wordt bestanddeel van andere zaak)
Afstand van de eigendom van een roerende zaak doordat de eigenaar het bezit prijsgeeft om zich van eigendom te ontdoen
Verlies van eigendom van dieren
Natrekking (art. 5:3, 5:14 lid 1 en 5:20) is sprake als een roerende zaak een bestanddeel wordt van een andere roerende zaak die als hoofdzaak is aan te merken. Dan gaat het bestanddeel als het ware op in de hoofdzaak en gaat het eigendom van het bestanddeel over op de eigenaar van de hoofdzaak. Vereisten:
Twee of meer roerende of onroerende zaken
Toebehorend aan verschillende eigenaars
Eén van de zaken kan als hoofdzaak aangemerkt worden
Een andere zaak wordt bestanddeel van de hoofdzaak
Voorbeelden in de praktijk zijn eigenaren van grond worden ook eigenaar van de gebouwen die duurzaam met deze grond zijn verenigd.
Toeëiging (occupatie art. 5:4). Vereisten:
Roerende zaak die aan niemand toebehoort
Inbezitneming
Er kan een nieuwe roerende zaak ontstaan door:
Samensmelting tussen twee of meer zaken waarvan er geen hoofdzaak valt aan te merken
Zaaksvorming wanneer een zaak nieuwe waarde krijgt door menselijk arbeid. Dit is wanneer meerdere zaken tot één nieuwe zaak worden gevormd of één zaak tot andere zaak gevormd (beeldhouwwerk uit stuk marmer)
Gevolgen van samensmelting en zaaksvorming:
Indien alle zaken aan dezelfde eigenaar toebehoorden is deze ook eigenaar van de nieuwe zaak
Indien de zaken aan verschillende eigenaars toebehoorden zijn deze mede-eigenaars van nieuwe zaak
Bij zaaksvorming wordt hij zelf eigenaar als iemand voor zichzelf een nieuwe zaak vormt
Een afhankelijk recht is een recht dat zodanig verbonden is aan een ander recht dat het niet zonder dat andere recht kan bestaan:
Pand, hypotheek en borgtocht
Erfdienstbaarheid (verbonden aan de eigendom van een heersend erf)
Nevenrechten zijn afhankelijke rechten die met rechtswege meegaan als een vordering op een andere schuldeiser overgaat
Vruchten:
Natuurlijke vruchten (appel, ei, kaf, mest)
Burgerlijke vruchten: rechten die volgens verkeersopvatting als opbrengsten van goederen zijn (recht op rente of huur)
Registergoederen zijn goederen voor de overdracht of vestiging waarvan inschrijving in openbare registers noodzakelijk is:
Onroerende zaken
Schepen en luchtvaartuigen
Aandelen in een registergoed
Beperkte rechte op een registergoed
Wanneer schuldeisers ten aanzien van hetzelfde goed met elkaar botsende rechten op levering hebben haat het oudste recht voor (art. 3:298). Bijzonderheden:
Debiteur is gelijkelijk gebonden en is bevoegd te kiezen aan wie te leveren. Hij is aansprakelijk jegens de crediteur ten opzichte van wie hij tekortschiet
Als levering al heeft plaatsgebonden zal de teleurgestelde crediteur met een vordering uit onrechtmatige daad tegen de andere crediteur kunnen ageren
Het ziet ook op levering van een beperkt recht op dit goed
Oudste recht gaat voor tenzij ander resultaat door: de wet, de aard van de betrokken rechten, de eisen van redelijkheid en billijkheid
Geen uitlating over rangorde bij verhaal
Een goederenrechtelijke verhouding is de rechtsverhouding van een persoon tot een goed. Te onderscheiden:
Goederenrechtelijke (eigendomsrecht, beperkte rechten) --> kenmerken: rust op een zaak of vermogensrecht, absoluut en exclusief, beschikkingsbevoegdheid beperkt
Andersoortige goederenrechtelijke verhoudingen (bezit, bewind, gemeenschap, verhaalsrecht op goederen --> executie van diens goederen te verhalen
Vermogensrecht kan worden onderscheiden in:
Goederenrechtelijke rechten (eigendom en beperkte rechten)
Persoonlijke rechten (verbintenisrechtelijke rechten)
Vorderingsrechten:
Absoluut
Droit de suite (persoonlijke rechten blijven bestaan wanneer het goed in vermogen van een derde overgaat --> huur, pacht, kwalitatieve rechten en verplichtingen)
Prioriteit (botsende rechten op levering)
Eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar, tenzij de wet of de aard van het recht zich tegen een overdracht verzet (art. 3:83). De aard van het recht beidt vaak verzet tegen overdracht.
Een overeenkomst van levering wordt een goederenrechtelijke overeenkomst genoemd. Dit dient gepaard te gaan met enkele formaliteiten:
Voor de overdracht zijn bepaalde aspecten van belang (art. 83 jo. art. 3:84)
Geldige titel --> rechtsgrond voor levering (onrechtmatige daad, onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking)
Persoon meent bijvoorbeeld ten onrechte verplicht te zijn tot levering --> putatieve titel (A is erfgenaam van B en dacht een huis te moeten leveren aan C, maar achteraf blijkt dat tussen B en C geen koopovereenkomst tot stand is gekomen) A kan dan het huis terug revindiceren
Maar als A van B steelt en zorgt dat het een bestanddeel wordt (bijvoorbeeld een zaak lassen) dan is het een bestanddeel en kan A niet revindiceren omdat B eigenaar is geworden op grond van artikel 5:3 jo 3:4 lid 2 BW door natrekking, NIET via rechtswegenBevoegd is over het goed te beschikken --> niemand kan meer recht overdragen dan hijzelf (A kan niet het huis van B aan C verkopen). Beschikkingsbevoegdheid is de mogelijkheid om een goed te vervreemden of te bezwaren
Levering
Bij faillissement vervalt de beschikkingsbevoegdheid en kan de faillissement curator goederen te vervreemden (art. 23 en 101 Faillissementswet)
Bezit en houderschap:
Bezit is het houden van een goed voor zichzelf (art. 3:107 lid 1).
- Bezit is onmiddellijk als iemand iets bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt, hij heeft dus direct het goed (art. 3:107 lid 2) --> geen bezit als: Schipper heeft een telefoonoplader geleend van zijn broer. Schipper besluit deze niet meer terug te geven, omdat hij de oplader zelf goed kan gebruiken.
- Bezit is middellijk als een nader het goed houdt, zoals lenen (art. 3:107 lid 3)Onmiddellijk houderschap is het houden van het goed voor een ander, feitelijk macht en dus daadwerkelijk het goed (art. 3:107 lid 4) --> bruikleen, bewaarneming, vruchtgebruik, verpanding)
Middellijk houderschap is het houden voor een ander door middel van een derde, die weer voor hem houdt (art. 3:107 lid 4 jo. Lid 3)
Aalders is eigenaar van een schilderij van Picasso. Op 4 maart wordt het schilderij gestolen door Cock. Cock leent het schilderij op 20 maart uit aan Simons. Simons hangt de Picasso aan zijn muur. Welke goederenrechtelijke posities hebben Aalders, Cock en Simons op 21 maart met betrekking tot het schilderij --> Aalders is eigenaar, Cock is middellijk bezitter en Simons is onmiddellijk houder.
Goederenrecht --> niet tussen twee personen maar met betrekking tot bepaalde goederen
Eigendom:
Het meest omvattende recht dat een persoon een zaak kan hebben (art. 5:1)
Rechtsbetrekking tot een zaak (Jan is eigenaar van zeilschip)
Absolute werking (alleen Jan mag een pagina scheuren)
Recht van revindicatie --> terugvorderen van eigendom (art. 5:2)
Goederen:
Art. 3:1 goederen= zaken + vermogensrechten
Art. 3:2 een zaak is een stoffelijk object (voor menselijke beheersing vatbaar dus niet de maan of de zon, maar wel zuurstof in een tank want hij kan zuurstof overdragen)
Dieren zijn geen zaken
Art. 3:6 een vermogensrecht is een overdraagbaar recht en op geld waardeerbaar
- Eigendom
- Beperkte rechten
- Vorderingsrechten
Onroerend en roerend:
Art. 3: 3 lid 1
- de grond
- niet gewonnen delfstoffen
- met grond verenigde beplanting
- duurzaam met grond verenigde gebouwen en werken --> Portacabin-arrest: Meneer buis had bedrijfsgebouw en was te klein en dus zette hij een portacabin erbij. Visueel eenheid met grond en gebouwen met gebouw met schutting en aangesloten met kabels en leidingen. Hij gaat naar RABO voor geld maar bank wil hypotheekrecht op gebouw. Buis maakt schulden bij belastingdienst en er komt executoriaal beslag op huis. Portacabin moet worden geveild, maar Rabobank zegt dat hij recht heeft op Portacabin. HR zegt dat:
1. Het is naar de aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven
2. Er moet worden gelet op de bedoeling van de bouwer, voor zover deze naar buiten toe kenbaar is. Voor derden moet duidelijk zijn dat het gebouw bestemd is om duurzaam ter plaatste te blijven
3. Niet van belang: de technische mogelijkheid om het gebouw te verplaatsen
Lid 2 --> als het niet onroerend is dan is het roerend
Wijze van levering is anders roerend (bezitsverschaffing), onroerend (notariële akte en openbare registers)
Zekerheidsrechten zijn anders roerende zaken (pandrecht), onroerend (hypotheekrecht)
Registergoederen:
Art. 3:10 --> voor overdracht of vestiging is inschrijving in openbare register nodig
Alle onroerende zaken zijn registergoederen (art. 3:89 lid 1)
Ook bepaalde roerende zaken:
- te boek gestelde (nummer ingeschreven in openbare registers) schepen
- te boek gestelde luchtvaartuigenVermogensrechten:
- Erfpachtrecht (want ingeschreven in openbare registers)
- Hypotheekrecht (want ingeschreven in openbare registers)
Goederenrechtelijke rechten:
Eigendom
- art. 5:1 --> volledig recht op zaak
- absoluut rechtBeperkte rechten
- art. 3:8 van moederrecht afgeleid
- gesloten systeem
- alleen op zaken (erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal)
- ook op andere goederen (vruchtgebruik, pand, hypotheek)
- relatief recht
- volgt de zaak droit de suite (erfdienstbaarheid blijft bestaan van C op goed als A eigendom naar B geeft)
Verschil goederenrechtelijke rechten en persoonlijke rechten:
Goederenrecht heeft absolute werking (jegens iedereen, exclusief: alleen van jou en zaaksgevolg: absolute recht volgt de zaak overal ook al wordt het gestolen en kan worden revindiceren) maar persoonlijke rechten relatief (jegens één)
Goederenrecht heeft kenbaarheid (openbare registers) maar persoonlijke rechten geen publiciteit
Goederenrecht heeft prioriteitsregel (ouders recht gaat voor jongere) maar persoonlijke rechten gelijk van rang
Goederenrecht specialiteitsbeginsel (kunnen slechts gevestigd zijn op een bepaalde zaak) maar persoonlijke rechten zijn niet geïndividualiseerd
Goederenrecht heeft eenheidsbeginsel (geen recht op bepaald bestanddeel maar over de gehele zaak art. 5: 3--> eigenaar van de zaak en al haar bestanddelen. Art. 3:4 --> bestanddelen Dépex/Curatoren-arrest (verkeersopvatting als één zaak doormiddel van afstemming of onvoltooid is zonder apparatuur) maar persoonlijke rechten kan je wel eigenaar zijn van deel van zaak
Natrekking:
Art. 5: 3 --> Een zaak wordt bestanddeel van de zaak van de ander (zadel van A wordt gemonteerd op fiets van B, B wordt eigenaar van zadel, want fiets incompleet zonder zadel)
Vorm van eigendomsverkrijging
Roerende zaken bij art. 5:14
Natrekking door grond art. 5:20 --> De Luwte/Van Velten-arrest (stichting De Luwte heeft boom geplant op haar grond, maar groeit zo hard de stam ook op grond komt van Van Velten. Van Velten wilt hem houden maar De Luwte wil hem kappen. Van Velten zegt dat hij ook op hun grond staat dus ook zeggenschap. HR zegt dat boom op de erfgrens staat en dus mede-eigenaar is en dus moeten ze samen beslissen --> verticale natrekking
Overdracht van een goed:
Als eigendom is overdragen is er pas sprake van eigendom
Vereisten:
- Levering --> a. Goederenrechtelijke overeenkomst (overdragen eigendom en aannemen eigendom) te onderscheiden van obligatoire overeenkomst
b. Leveringsformaliteiten (afhankelijk van goed --> onroerende zaken art. 3:89 en roerende zaken (art. 3:90)
- Geldige titel --> rechtsgrond en causaal stelsel (onrechtmatige daad, schenking, ongerechtvaardigde verrijking)
- Beschikkingsbevoegd --> de eigenaar op moment van levering. Bevoegdheid te vervreemden of te bezwaren. Uitzondering is faillissement namelijk door curator. Als de vervreemder beschikkingsonbevoegdheid vindt er geen geldige eigendomsoverdracht plaats (art. 3:84)
Bezitsverschaffing (art. 3:90)
Vervreemder moet aan verkrijgen het bezit verschaffen
Hoe? --> art. 3:114
Machtsverschaffing
Eigenaar, bezit en houder:
Eigenaar: van wie de zaak volgens het recht is
Bezitter oefent feitelijk macht uit (art. 3:107 lid 1). Hij voert die macht uit voor zichzelf (naam in boek gezet, hij doet alsof hij eigenaar is en valt vaak samen met eigenaarschap)
Houder oefent feitelijk macht voor een ander (huren van fiets, lener, bewaarnemer, doet dus niet alsof hij eigenaar is)
Als A een fiets uitlevert aan B, is A eigenaar en middellijk bezitter en B de houder
Als bij A een fiets wordt gestolen is A eigenaar maar B bezitter
Dief is een bezitter maar geen eigenaar, maar na drie jaar (art. 3:86)
Middellijk bezit indien houder
Houder kan nooit constitutum possessorium verschaffen: want je was houder en geen bezitter
Als je verkrijgt van een houder (bezitsverschaffing) kan dit via:
Analoge toepassing van de bezitsoverdracht (art. 3:144 jo art. 3:115)
Inbezitneming, met verschaffing van de feitelijke macht
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Inleiding Burgerlijk Recht (samenvatting literatuur, hoorcolleges, werkcolleges en arresten)
- Samenvatting week 1 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 2 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 3 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 4 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 5 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 6 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 7 Inleiding Burgerlijk Recht
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1266 |
Add new contribution