Week V
Bronnen van verbintenissen: Overeenkomst, onrechtmatige daad, zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking.
Zaakwaarneming (art. 6:198) is de waarnemer verplicht de nodige zorg te betrachten. Zonder overeenkomst de belangen van een ander behartigen voor een goede reden. De zaakwaarnemer mag de kosten op de ander verhalen. Er zijn vier vereisten:
Behartigen van eens anders belang
Willens en wetens: de waarnemer moet de bedoeling hebben om het belang van de ander te behartigen
Een redelijke grond: omstandigheden moeten het optreden van de waarnemer rechtvaardigen
Zonder bevoegdheid tot belangenbehartiging
De rechtsgevolgen zijn in art. 6:199-202 genoemd, waarin de belanghebbende schadevergoeding moet betalen zelfs waarnemer het niet voordelig is geweest voor hem.
Zaakwaarneming kan verschillende vormen aannemen:
Feitelijke handeling (redden van persoon of zaak)
Rechtshandelingen in naam van de zaakwaarnemer (waarnemer wordt zelf jegens de derde verbonden)
Rechtshandeling in naam van belanghebbende
Onverschuldigde betaling (art. 6:203) is wanneer iemand een ander een betaling (geldsom, goed) onverschuldigd (zonder rechtsgrond --> schenking, betaling) heeft gegeven. Dit kan worden teruggevorderd met beroep op onverschuldigde betaling (B leent 1500 van A, maar A vernietigd wegens misbruik van omstandigheden). Dit geldt niet wanneer het een nietige overeenkomst was.
Drie situaties zijn te onderscheiden:
Betaling door of aan een bevoegde vertegenwoordiger
Betaling door of aan een onbevoegde vertegenwoordiger
Betaling door of aan een middellijke vertegenwoordiger
Ongedaanmaking (art. 6:203 en 6:210)
Ongedaanmaking in eigenlijke zin: dezelfde prestatie moet nu door de ontvanger in eerste instantie worden verricht --> een goed teruggeven bijv. Dit is alleen wanneer ongedaanmaking naar de aard van de prestatie mogelijk is
Waardevergoeding indien ongedaanmaking naar de aard van de prestatie niet mogelijk is (genotsverschaffing)
Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212) is wanneer iemand is verrijkt ten koste van een ander en die verrijking onrechtvaardig was. Degene die is verrijkt moet schade vergoeden (A laat voor huis B door C schilderen, A kan niet betalen en mag dan schade vergoeden bij B).
Verrijkt: verrijking van een
Schade: schade bij de ander
Ten koste: verband tussen verrijking en schade
Ongerechtvaardigd: geen redelijke grond voor verrijking
Vermogensverschuiving (verrijking) zonder redelijke grond (A heeft schuld aan C, maar maakt het geld per ongeluk over a B. Dus vermogensverschuiving zonder redelijke grond tussen A en B)
A bouwt in opdracht van C een varkensstal op perceel van B. B wordt eigenaar van de stal door verticale natrekking (art. 5:20) Maar er is geen goede reden (geen redelijke grond) voor de vermogensverschuiving A-B veroorzaakt door verticale natrekking. Bovendien is de overeenkomst A-C is geen redelijke grond voor vermogensverschuiving A-B (wel indien op grond van C was gebouwd). Verrijking van B ongerechtvaardigd
B’s grond is 20.000 meer waard. Kosten van A (arbeid en materiaal) is 30.000
Vereisten:
Verrijking van een verkregen voordeel, afgewend nadeel
Schade van de ander (geleden verlies, gederfde winst)
De verrijking van de een ging ten koste van de ander: er moet verband bestaan tussen verrijking en schade
De verrijking is ongerechtvaardigd
Vereisten toegepast in voorbeeld:
Verrijking van B omdat B eigenaar wordt van stal door verticale natrekking
Schade van A door werkzaamheden en materialen zonder betaling
Ten koste gegaan want verband tussen verrijking B en schade A
Ongerechtvaardigd, want geen redelijke grond
De omvang van de schadevergoeding (art. 6:212) heeft drie maxima:
Niet meer dan de verrijking
Niet meer dan de schade aan verarmde
Slechts voor zover schadevergoeding redelijk is (verrijking is onredelijk indien verrijkte een door hem niet gewenst bestedingspatroon wordt opgedrongen --> als de verrijkte iets moet betalen wat hij nooit zou hebben aangeschaft)
Maxima toegepast in voorbeeld:
Schadevergoeding (art. 6:212) wat van de twee het minste is:
1. B’s grond is 20.000 meer waard.
2. Kosten van A (arbeid en materiaal) is 30.000. Dus schadevergoeding 20.000 euro
3. “voor zover dit redelijk is” stel B wilde geen stal bouwen op zijn grond, maar een tuin aanleggen. Dan onredelijk dat B aan A 20.000 moet betalen, dus dan schadevergoeding 0 euro
Vaak lopen verschuldigde betaling (art. 6:203) en ongerechtvaardigde betaling (art. 6:212) samen en kan je dus kiezen
Voor vergoeding van schade komt in aanmerken:
Alle vermogensschade (geleden verlies en gederfde winst)
Immateriële schade voor zo ver de wet dat bepaalt (ontsiering, ergernis, pijn, verdriet)
Dit wordt toegekend indien een van de criteria:
1. Opzet om de immateriële schade toe te brengen
2. Aantasting in de person van de benadeelde (lichamelijk letsel, beschadiging naam)
3. Bepaalde gevallen van aantasting van de nagedachtenis van een overledene --> smartengeld. Bij omvang heeft de rechter een discretionaire bevoegdheid. Hij oordeelt naar redelijkheid en billijkheid
Indien letsel werd toegebracht (lichamelijk of geestelijk zoals shock, overspannen, depressie) heeft de gekwetste recht op schadevergoeding (art. 6:107). Drie soorten:
Ten behoeve van de gekwetste gemaakte kosten
Affectieschade --> immateriële schade die letsel voor naasten van de gekwetste doet ontstaan. Smartgeld
Loondoorbetaling
Overlijdenschade (art. 6:108) komt voor in drie soorten:
Schade door het derven van levensonderhoud aan de echtgenoot, minderjarige kinderen en andere bloedverwanten
Kosten van lijkbezorging
Affectieschade --> immateriële schade die het overlijden voor naasten doet ontstaan. Smartgeld
De vorm van schadevergoeding (art. 6:103) moet door een geldsom en anders in een vorm dat door de eiser is gevorderd en door de rechter als passend wordt geacht. Bij de begroting van de schade (art. 6:97) heeft de rechter een ruime mate van vrijheid en probeert de benadeelde zoveel mogelijk gelijk te brengen in toestand als gebeurtenis niet zou zijn plaatsgevonden bij het zoeken van een alternatieve schadevergoeding.
Vergoeding van het positief belang betekent dat als de overeenkomst goed nagekomen zou zijn. Als A schade heeft van 1500 door B, dan is de vergoeding in positief belang 1500. Vergoeding van het negatief belang betekent in welke toestand hij zou verkeren indien de overeenkomst niet zou zijn gesloten. Bijvoorbeeld A koopt van B een hand voor 1300.
Soms rijst ook het probleem of de schade moet worden vastgesteld rekening houdend met de concrete omstandigheden (concrete schadevaststelling) of dat men zich daarvan moet losmaken en de schade moet stellen op vermogensvermindering die normaal gesproken optreedt in soortgelijke gevallen (abstracte schadevaststelling --> geldschulden of ontbinding van de koop van zaken met een dagprijs, de crediteur heeft dan recht op het verschil met afgesproken prijs en de prijs van de tekortkoming). Als A schade lijdt ten koste van B en A laat deze schade van 500 niet repareren niet in concrete schadevaststelling krijgt A niks. In abstracte schadevaststelling zou A 500 krijgen. (A verkoopt aan B een huis voor 2000. A verkoopt aan C voor 25000. B ontbindt de overeenkomst met A. B weet toch C te overtuigen tot annulering en nieuwe waarde is 2300. De schadevergoeding die B kan vorderen is 500 --> concrete methode, 300 --> abstracte methode dit is pas een minimum en daarom kan hij ook 500 vorderen)
In een abstract stelsel is de geldigheid van de titel geen vereiste voor de geldigheid van de overdracht: eigendom gaat ook zonder (geldige) titel over op de verkrijger.
In een causaal stelsel is een geldige titel nodig voor een rechtsgeldige eigendomsoverdracht.
Voorwaarde voor afwenteling van de schade op een ander dan de benadeelde is dat de schade is veroorzaakt door een gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust. Hier is het causaal verband belangrijk. Het condicio sine qua non-verband: Voorwaarde zonder welke het gevolg niet zou zijn ingetreden. Het criterium: was de schade ook ingetreden als...
Het kan ook zijn dan meer dan één gedraging of gebeurtenis als condicio sine qua non in aanmerking komen. Dit is de voorwaarde zonder welke het gevolg niet zou ingetreden zijn. Soms komt er meer dan één gedraging of gebeurtenis in aanmerking. Zoals alternatieve (A of B --> art. 6:99 iedere dader moet schade vergoeden, tenzij bewijst dat schade niet door hem werd veroorzaakt bijvoorbeeld A en B schieten en C wordt geraakt maar weet niet welke persoon het was), cumulatieve (A en B) en partiële causaliteit (een deel door A en een deel door B --> ieder vergoed gedeelte van zijn schade). De omvang van de schadevergoeding worden bepaald door de aard van de aansprakelijkheid en de aard van de schade
Proportionele aansprakelijkheid is bedoeld voor gevallen waarin door de rechter niet kan worden vastgesteld of de schade is veroorzaakt door een normschending van de aansprakelijkgestelde persoon (of van iemand voor wie hij aansprakelijk is), dan wel door een oorzaak die voor risico van de benadeelde zelf komt. Als een werkgever zieke werknemers heeft dan is werkgever verplicht de schade te vergoeden met de kans dat zijn tekortkoming de schade heeft veroorzaakt
Bij alternatieve causaliteit (art. 6:99) zijn meerdere personen aansprakelijk in het geval er niet kan worden bewezen wie het heeft gedaan (Piet en Hein gooien allebei een appel naar een fietser. Eén appel raak de fietser en hij breekt zijn been). Ze zijn dus beiden aansprakelijk tot dat er kan worden aangetoond wie het heeft gedaan.
Bij voordeelstoerekening (art. 6:100) wordt er gekeken naar de hoogte van de schadevergoeding in het geval dat de benadeelde er beter uit komt (A maakt schade bij auto B 5000 maar B rijdt hierdoor met college mee naar werk en bespaart daarmee 1500 --> schadevergoeding 3500). Wel moet er gekeken worden per situatie (A steelt bij bejaarde B 20.000. Via derden collecte ontvangt B 10.000 door uitkeringen door derden uit vrijgevigheid. Dan is de schadevergoeding niet 10.000)
Medeschuld (art. 6:102) zijn gedragingen van een benadeelde die mede tot een schade heeft geleid. De benadeelde is gedeeltelijk aansprakelijk voor schade. Ten gevolge van een onrechtmatige daad van twee of meer personen lijdt een derde schaden. Als twee of meer personen voor dezelfde schade aansprakelijk zijn, zijn ze hoofdelijk verbonden (art. 6:102). De benadeelde kan kiezen aan wie hij bedrag wil verhalen.
Als ze niet hoofdelijk verbonden zijn bepaalt de rechter de verhouding van ieder aandeel: 5(A) : 1(B). Maar de benadeelde mag ook de gehele schade aan één partij vragen (art. 6:102). A rijdt voorrangsweg op, B remt hard, C had onvoldoende afstand ten opzichte van B --> schade 600. B mag bedrag aan C verhalen maar C mag ook regres nemen op A van 100, -.
Bij eigen schuld (art. 6:101) is de schade veroorzaakt door een eigen gedraging, gedragingen van personen in zijn sfeer (echtgenoot, kinderen, ondergeschikten) en feiten die de schade of kans op schade vergroten (kwetsbaarheid van zaak). De schadevergoeding moet worden verdeeld in evenredigheid met de wederzijdse gedragingen die tot de schade heeft bijgedragen. De billijkheid correctie in het artikel is voornamelijk belangrijk in het verkeer. Twee maatstaven die moeten worden toegepast:
Wederzijdse causaliteit --> De vergoedingsplicht wordt verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen. Gekeken dient dus te worden naar de invloed van bedoelde omstandigheden toe te rekenen aan de personen.
Billijkheidscorrectie --> Er wordt aldus nagegaan of de verdeling die uit de eerste maatstaf volgt moet worden gecorrigeerd. Een rechter kan tot een andere verdeling van de schade komen indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.
Wanneer de volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden kan de rechter (discretionaire bevoegdheid) de wettelijke schadevergoedingsverplichting matigen (art. 6:109). De gezichtspunten die van belang zijn:
Aard van aansprakelijkheid
Rechtsverhouding van partijen
Beider draagkracht
Verbintenis: vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen. Degene die vorderingsrecht heeft is de schuldeiser of crediteur, de andere partij is de schuldenaar of debiteur. Bronnen van verbintenissen:
Overeenkomst --> verbintenissen door partijen zelf bepaald, verbintenis tot betalen koopprijs, verbintenis tot geven van zaak
Onrechtmatige daad --> verbintenis tot schadevergoeding
Zaakwaarneming --> verbintenis tot betrachten zorg, verbintenis tot schadevergoeding
Onverschuldigde betaling --> verbintenis tot ongedaanmaking of waardevergoeding
Ongerechtvaardigde verrijking --> verbintenis tot schadevergoeding
Onverschuldigde betaling (art. 6:203):
Betaling = iedere prestatie
De een verricht jegens de ander een prestatie (betaalt) maar zonder dat daar een rechtsgrond voor bestaat (onverschuldigd)
Goed --> teruggeven van dat goed (lid 1)
Geldsom --> teruggeven gelijk bedrag (lid 2)
Andere prestatie --> ongedaanmaking (lid 3)
Ongedaanmaking onmogelijk door aard prestatie (diensten, doen --> grasmaaier maait bij verkeerde huis) --> op ontvanger rust een verbintenis tot waardevergoeding
Geven van fooi of schenking heeft wel rechtsgrond en geen onverschuldigde betaling.
Wel voorbeelden van onverschuldigde betaling:
Als er een betaling gaat met een verkeerd nummer bijvoorbeeld
Prestatie die is verricht op grond van een nietige of vernietigde overeenkomst (ik koop schilderij dat vals is en dus vernietig. Een vernietiging op grond van dwaling heeft terugwerkende kracht dus de betaling en levering geen rechtsgrond en dus kan bedrag en schilderij terug worden gevorderd. Bij ontbinding bij toerekenbare tekortkoming in deze casus. Maar hier is geen terugwerkende kracht en dus blijft rechtsgrond in stand. En is dus GEEN vordering op onverschuldigde betaling
Schadevergoeding:
Wanneer:
Onrechtmatigde daad
Wanprestatie
Zaakwaarneming
Ongerechtvaardigde verrijking
Uitgangspunt bij schadevergoeding: iemand die recht heeft op volledige schadevergoeding. Degene weer terug te brengen indien de gebeurtenis niet was gebeurd.
Uitzonderingen:
- Causaal verband (onwaarschijnlijke schade)
- Voordeelstoerekening (sommenverzekering)
- Eigen schuld
- Matiging door rechter
Welke schade wordt vergoed (art. 6:95 BW):
Alle vermogensschade --> geleden verlies en gederfde winst
Ander nadeel --> voor zover wet daarop recht geeft art. 6:106, 107 lid 1 sub b, 108 lid 3
Vermogensschade:
Vergelijking: S = H – W
S= schade
H= Vermogenstoestand die er zou zijn geweest als onrechtmatige daad of wanprestatie achterwege was gebleven (H=hypothetische toestand) --> moeilijk want kind zou advocaat kunnen worden en veel geld kunnen winnen of juist niet
W= Werkelijk vermogenstoestand die er is als gevolg van onrechtmatige daad of wanprestatie
Stel een man breekt been door een ander --> 10 weken niet werken/4 weken laag tempo.
Verdiende normaal 500 en nu in 14 weken totaal 1000.
W= 1000
H= 14 x 500 = 7000
S = H - W 7000-1000 = 6000
Vergoeding immateriële schade:
Vermindering van levensvreugde --> smartengeld. Vergoeding alleen in de in de wet genoemde gevallen. Art. 6:106 (a. oogmerk toebrengen immateriële schade b. Lichamelijk letsel, schade aan eer en goede naam, andere aantastingen in de persoon --> depressie, overspannen), 107, 108 (affectieschade --> verdriet om letsel en overlijden naasten)
Dit lijden moet worden uitgedrukt in geld naar billijkheid --> art. 6:106. Wel grote vrijheid van rechter en moet rekening houden met alle omstandigheden.
Hoge Raad schrijft gevalsvergelijking voor wat rechter in verglijkbare gevallen door Nederlandse rechters zijn toegekend --> smartengeldboek.
Schadevergoeding voor:
1. Jegens wie wanprestatie of onrechtmatige daad is gepleegd
Uitzonderingen:
2. Bij letsel sommige derden voor bepaalde schadeposten (6:107 en 6:107a --> ouders kunnen schadevergoeding krijgen voor taxi naar ziekenhuis van zoon die is neergeslagen)
3. Bij overlijden krijgen nabestaanden voor bepaalden schadeposten (6:108)
Bij overlijdenschade (art. 6:108) krijgen derden een eigen vordering op degene die aansprakelijk jegens slachtoffer. Beperkte groep gerechtigden. Ouders, kinderen, echtgenote, etc.
Lid 1: het derven van levensonderhoud (kind van degene die is overleden)
lid 2: kosten van lijkbezorging (begravingskosten)
lid 3: affectieschade (verdriet en leed als iemand ernstig gewond is geraakt of overlijdt --> smartengeld voor naasten. Dit moet worden onderscheiden van ‘shockschade’ --> vrouw ziet kinderen voor haar verbranden)
Art. 6:107 lid 1 sub b --> letsel
Art. 6:108 lid 3 --> dood
Twee soorten causaal verband:
Art. 6:162 (onrechtmatige daad) dientengevolge
Art. 6:98 (zodanig verband, aard van de aansprakelijkheid en van de schade, toegerekend)
Condicio sine qua non-verband --> was schade ingetreden als normschending niet had plaatsgevonden? Antwoord nee --> c.s.q.n. Maar zo kan je erg lang blijven doorredeneren en dus art. 6:98 (causaal verband). Bepaling van omvang schadevergoeding, slechts schadeposten die als gevolg van de gebeurtenis aan aansprakelijke kunnen worden toegerekend, gezien:
Aard van aansprakelijk
Aard van de schade
Deze afbakening heet de multifactor benadering (dus art. 6:98). Schade normaal, te verwachten --> toerekenbaar.
Als de schade abnormaal is:
Aard van aansprakelijkheid --> schending verkeers- of veiligheidsnormen (grote kans toerekenbaar), risico-aansprakelijkheid met ruime beschermingsdoel (grote kans toerekenbaar), risico-aansprakelijkheid met beperkt beschermingsdoel (kleine kans op toerekenbaar)
Aard van schade --> letselschade (grote kans toerekenbaar), bedrijfsschade (kleine kans op toerekenbaar)
Mate van schuld --> grote kans toerekenbaar
Renteneurose-arrest:
Carnavalsfeest en de man stond op praalwagen feest te vieren en valt van praalwagen en politieagent slaat in op hem. Daardoor krijgt hij geheugenstoornissen. Hij blijkt door onderzoek rente neurose te hebben --> neurotische behoefte tot schadevergoeding, hij is ziek om schadevergoeding te krijgen. HR vindt dat politieagent wel letsel heeft toegebracht en bij het toebrengen van letsel moet je ook de gevolgen die samenhangen met predispositie slachtoffer toerekenen tenzij predispositie eventueel meenemen in schadebegroting.
Dus je moet slachtoffer nemen zoals hij is. Als je hem slaat is dat het gevolg van jouw daad. Dus stel man heeft hartproblemen en iemand laat hem schrikken en hij krijgt een hartaanval, moet je hem nemen zoals hij is. Dus pech dat je zo’n man tegenkomt maar je moet alsnog schade vergoeden.
‘’bij een onrechtmatige daad die bestaat uit het toebrengen van letsel zullen de gevolgen van een door de persoonlijke predispositie van het slachtoffer bepaalde reactie op die daad in het algemeen als een gevolg van de onrechtmatige daad aan de dader moeten worden toegerekend, ook al houdt die reactie mede verband met de neurotische behoefte van het slachtoffer een vergoeding te verkrijgen en ook al zijn die gevolgen daardoor ernstiger en langer van duur dan in de normale lijn der verwachtingen ligt’’.
Als degene die schade eigen schuld heeft (appen tijdens fietsen) wordt behandeld door 6:101. Schade is mede gevolg van omstandigheid die aan benadeelde kan worden toegerekend. Hierdoor vermindering schadevergoedingsplicht. Dit moet beiden stappen doorgaan:
Causaal verband: invloed van ieder bijdragen afwegen --> wederzijdse causaliteit (auto schept meer gevaar dan fietser dus 70% tegen 30%)
Billijkheidscorrectie: uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten (wie heeft meeste schuld of andere omstandigheid --> door letsel en hij heeft het dus al zwaar) (dan moet in het geval van fietser en auto kan leiden tot andere verdeling, misschien wel 100%)
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Inleiding Burgerlijk Recht (samenvatting literatuur, hoorcolleges, werkcolleges en arresten)
- Samenvatting week 1 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 2 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 3 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 4 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 5 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 6 Inleiding Burgerlijk Recht
- Samenvatting week 7 Inleiding Burgerlijk Recht
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1011 |
Add new contribution