ABRvS 24 augustus 2011, LJN BR5684; M&R 2011, 192 m.nt. J.M. Verschuuren
(Nbw-vergunning kolencentrale)

Aan RWE is een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw) verleend voor de bouw, het in werking brengen en houden en het uitvoeren van regulier onderhoud van een kolengestookte elektriciteitscentrale in de Eemshaven.       

In deze uitspraak gaat de Afdeling in een aantal aspecten van de Nbw-vergunningverlening, onder meer te weten: het projectbegrip, buitenlandse Natura 2000-gebieden en de passende beoordeling.       

Projectbegrip (artikel 19d Nbw)        

Volgens de Afdeling moet, voor het antwoord op de vraag of aan het project gelieerde, niet-vergunde werkzaamheden (toch) behoren tot dat project, voor elk van deze activiteiten worden bekeken of zij ‘onlosmakelijk verbonden zijn’ met het project.       
N.B. Het belang van het projectbegrip blijkt onder meer uit artikel 19f Nbw (‘passende beoordeling’).   

Buitenlandse Natura 2000-gebieden

Voor het project is een passende beoordeling opgesteld. Er is in dat kader wel aandacht aan de Duitse Waddeneilanden besteed, maar geen onderzoek verricht naar de mogelijke significante effecten op de Duitse Natura 2000-gebieden.         
 

Volgens de Afdeling vallen de Duitse Natura 2000-gebieden weliswaar niet onder de reikwijdte van artikel 19d Nbw, maar dit laat onverlet dat het bevoegd gezag bij de voorbereiding van de bestreden besluiten diende te beoordelen of vergunningverlening in overeenstemming is met artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn. 
In dit artikel is bepaald dat voor elk plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, maar significante gevolgen kan hebben voor het gebied, een passende beoordeling wordt gemaakt van de gevolgen voor het gebied en dat door de bevoegde nationale instanties slechts toestemming voor het plan of project wordt gegeven nadat zij de zekerheid hebben verkregen dat het de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied niet zal aantasten.     
Het enkel in de beoordeling betrekken van de Duitse Waddeneilanden is dan ook niet toereikend.

Passende beoordeling          

Volgens de Afdeling volgt uit artikel 19g Nbw dat ten tijde van het nemen van een besluit tot het verlenen van een vergunning de beoordeling van de gevolgen van het project moet hebben plaatsgevonden en de zekerheid over het uitblijven van aantasting van de natuurlijke kenmerken van het gebied ten gevolge van dit project zijn verkregen.           
Dit laat onverlet dat er enige marge kan zijn in de te verwachten gevolgen van een project, waarin verweerders aanleiding kunnen zien een zogenoemd monitoringsysteem voor te schrijven. Een dergelijk systeem kan, gelet op voormelde rechtspraak, enkel aanvaardbaar worden geacht indien deze marge een na de beoordeling van de significantie van de te verwachten gevolgen overblijvend overzienbaar restrisico betreft, de voorgeschreven monitoring ziet op dat risico en geen andere mogelijkheid bestaat om dat risico uit te sluiten.