Recht en bestuur - Thema
- 12705 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Het de auditu-arrest uit 1926 heeft ervoor gezorgd dat er nu in strafzaken veelvuldig gebruik wordt gemaakt van getuigenverklaringen die niet ter zitting zijn afgelegd.
Een de auditu-verklaring is letterlijk een verklaring van horen zeggen. Dit maakt de de auditu-verklaring minder controleerbaar dan een directe verklaring. Het gaat bij de auditu-verklaringen niet altijd om verklaringen over andere personen hun waarnemingen, maar kan ook gaan om eigen waarnemingen die bijvoorbeeld in schrift zijn opgesteld. Het gaat erom dat de verklaringen niet rechtstreeks tegenover de rechter worden afgelegd ter zitting.
In het Wetboek van Strafvordering van 1838 stond in art. 398 dat getuigenissen van horen zeggen streng moesten worden uitgesloten. In het Wetboek van Strafvordering van 1926 stond geen expliciete uitsluiting of aanvaarding van de toelaatbaarheid van de auditu-verklaringen. Ook in de parlementaire toelichtingsstukken ontbreekt duidelijkheid.
Maar in art. 342 lid 1 Sv staat wel dat verklaringen over eigen ervaringen of waarnemingen van getuigen op de terechtzitting worden afgenomen op de terechtzitting. Hiertegenover staan weer de voorschriften die het mogelijk maken om te verklaren bij de rechter-commissaris, en dus niet bij de rechter.
Omdat er dus zo weinig duidelijkheid was over de toelaatbaarheid van de de auditu-verklaringen, ontstond bij de invoering van het Wetboek van Strafvordering van 1926 een stevig debat wat leidde tot het de auditu-arrest.
In het arrest ging het om twee verklaringen en of deze konden worden gebruikt als bewijs. Er was de bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring van getuige E. over wat ze van de verdachte heeft horen zeggen. Dit had ze ook bij de politie afgelegd, dus het proces-verbaal van dat verhoor is deel van het bewijsmiddel. En er was de door getuige J. afgelegde verklaringen over wat een andere getuige, F., het slachtoffer heeft horen zeggen.
Advocaat-generaal Besier verzette zich tegen de toelaatbaarheid van deze verklaringen. De Hoge Raad volgde de A-G niet en stelde dat beide 'overbrengende' verklaringen als bewijsmiddelen konden worden gebruikt omdat ze het bewijs indirect overbrachten. Hier werd bij benadrukt dat de rechter het wel erg lastig zou krijgen als hij wel de verklaringen zou vernemen, en er dus in zijn oordeel door beïnvloed zou worden, maar ze niet zou mogen gerbuiken in de bewijsmotivering.
Hoewel de Hoge Raad dus duidelijk is geweest over de toelaatbaarheid van de auditu-verklaringen, bleef het debat woekeren. Er kwam kritiek op de Hoge Raad dat deze beslissing te drastische gevolgen zou hebben voor de wijze van procederen. Het hele onderzoek en alle regels daaromtrent zouden onbelangrijk zijn geworden.
Toch kan worden betwijfeld of het de auditu-arrest echt zo invloedrijk is geweest. Als de Hoge Raad de conclusie van de A-G zou hebben opgevolgd, zouden er later waarschijnlijk steeds meer de auditu-verklaringen worden geaccepteerd, omdat het recht zich nou eenmaal in die richting ontwikkelde. Wel kan het de auditu-arrest worden gezien als symbool van de Nederlandse wijze van procesvoering.
In de praktijk is het nog opvallend dat er zo weinig wordt gewezen op de waarschuwing van de Hoge Raad in het de auditu-arrest om verklaringen van horen zeggen niet kritiekloos te gebruiken. Als hier meer aandacht voor zou zijn, zou het arrest juist een grond vormen om de in het vooronderzoek afgelegde verklaringen kritisch te toetsen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2185 |
Add new contribution