Hoe worden private delicten vergolden?
Het recht van de Germaanse volken die zich in de eerste eeuwen na Christus vestigden op het grondgebied van het uiteenvallende West-Romeinse Rijk, was het begin van de ontwikkelingen die later zouden leiden tot het hedendaagse straf- en schadevergoedingsrecht. Het koninkrijk van de Franken was van de stamkoninkrijken het best georganiseerd en het christendom werd onder de bevolking verspreid. De Frankische koningen hadden uiteraard het gezag, maar de andere Germaanse volken hadden wel een relatief zelfstandige positie en het eigen stamrecht bleef behouden.
Ook bij de Germanen was de strafrechtspleging grotendeels een private aangelegenheid. Dit kwam omdat het merendeel van de strafbare feiten beschouwd werd als een verstoring van de vrede tussen de familie van de dader en die van het slachtoffer. Het slachtoffer en zijn familieleden moesten zelf actie ondernemen tegen de dader en diens familie. Oorspronkelijk stond de ondernomen actie in het teken van eigenrichting, waarbij er kritische kanttekeningen konden worden geplaatst of dit wel evenredig was met het aangedane leed door de dader ten opzichte van het slachtoffer. Het lag meer voor de hand dat elke vorm van wraak was toegestaan om het conflict te kunnen beslechten en de vrede tussen de families te herstellen. Het gezag van de stamkoning was namelijk te zwak om deze vorm van eigenrichting aan banden te kunnen leggen.
Hoe gaat men van vergelding naar verzoening?
Het gezag van de stamkoning werd echter een stuk sterker. Hierdoor nam zijn bemoeienis met de rechtspleging toe. Het gevolg hiervan was dat de eigenrichting steeds verder werd teruggedrongen en op den duur zelfs verboden. De partijen werden gedwongen om hun conflict op vreedzame manier bij te leggen. De dader diende het wraakrecht van het slachtoffer af te kopen tegen een vastgesteld bedrag, om zo tot een verzoening te komen. In het begin was dit een kwestie van onderhandelen, maar later werden er standaardbedragen voor diverse delicten vastgesteld die voor afkoping vatbaar waren. Deze standaardbedragen werden uiteindelijk gecodificeerd in de zogeheten leges barbarorum (de wetten der barbaren) en kregen hierdoor een wettelijke basis. Het kwam er in feite op neer dat het een catalogi van strafbare feiten waren. Uit bestudering van deze wetten kwam naar voren dat doodslag het meest erge delict was dat de ene familie de andere familie kon aandoen. Dit betekende dat in zulke gevallen de hoogste compensatiebedrag diende te worden opgehoest, het zogeheten weergeld. Van het weergeld waren de bedragen afgeleid waarmee andere delicten dienden te worden afgekocht, zoals het toebrengen van verwondingen, het uiten van scheldwoorden of het plegen van diefstal.
Vanwege de andere afwikkeling van
...
....read more
Add new contribution