BulletPointsamenvatting van Psychologische gespreksvoering: Een basis voor hulpverlening van Lang en Van der Molenbij - 18e druk

Wat is psychologische gespreksvoering? - Bulletpoints 1

  • Het is belangrijk om doelen te stellen en de juiste vaardigheden te bezitten, wanneer het aankomt op de gespreksvoering van de hulpverlener. Hoe beter de doelen en vaardigheden, hoe beter iemand geholpen kan worden.

  • Een voorwaarde voor het slagen van hulpverleningsgesprekken, is dat de cliënt toerekeningsvatbaar is.

Welke houding past bij een hulpverlener? - Bulletpoints 2

  • De gezindheid is het standpunt dat de therapeut, naasten, en de cliënt innemen tegenover het probleem van de cliënt. Dit is een persoonlijke keuze die wordt beïnvloed door opvattingen met betrekking tot de vraag hoe men met mensen om hoort te gaan.

  • Voor naasten kan het soms lastig zijn te helpen, omdat er niet altijd vrijuit gepraat kan worden.

  • Het diagnose-receptgesprek is een kort, relatief objectieve deskundige methode waarbij de psycholoog een snelle diagnose over de cliënt stelt op basis van een aantal vragen. Het nadeel van deze methode is dat de cliënt hierin weinig ruimte heeft, en soms te snel een diagnose kan worden gesteld.

  • Het referentiekader zijn de veronderstellingen en eerdere ervaringen die een psycholoog heeft; deze beïnvloeden de conclusies die een psycholoog trekt over de cliënt.

  • Bij de methode van het samenwerkingsmodel ligt de nadruk op samenwerking en laat de psycholoog de cliënt ruimte om zijn verhaal te vertellen om tot de kern van het probleem en een oplossing te komen. Er wordt van de cliënt gevraagd actief na te denken over oplossingen. Het nadeel van deze methode is dat een cliënt zich kan verzetten omdat hij/zij alleen advies wil.

  • Quasi-manipulatie of geraffineerde manipulatie houdt in dat een psycholoog de cliënt subtiel stuurt, zodat deze tot nieuwe inzichten en verschillende oplossingen komt.

Wat wordt verstaan onder de 'client-centered' methode? - Bulletpoints 3

  • Cliëntgerichte methoden zijn methoden waarbij de cliënt centraal staat. Ze zijn bedoeld om de cliënt zoveel mogelijk zelf te activeren bij het zoeken naar oplossingen.

  • In de theorie van Rogers staat zelfactualisatie centraal. Dit is de drang van een mens om zich steeds verder te ontwikkelen. Zelfactualisering wordt vooral gevormd door de belevingswereld van een individu.

  • Gunstige omstandigheden (onvoorwaardelijke acceptatie van de persoon, liefde krijgen, en zich veilig en vrij voelen) zijn noodzakelijk voor zelfactualisering.

  • Incongruentie (binnen de theorie van Rogers) vindt plaats wanneer een persoon niet langer op zichzelf durft te vertrouwen, maar zijn gedrag aanpast aan de omgeving. Dit kan leiden tot spanning.

  • Om incongruentie op te lossen moet de hulpverlener zorgen dat het proces van zelfactualisatie weer goed wordt (onvoorwaardelijk accepteren); een goede en eerlijke verstandhouding met de cliënt krijgen. Dan kan de hulpverlener een betere voorstelling maken van de belevingswereld van de cliënt, en empathie tonen.

  • Het tonen van empathie door de hulpverlener zou tot gevolg moeten hebben dat de cliënt nieuwe, verhelderende inzichten krijgt.

  • De theorie van Rogers kreeg kritiek op (1) het positieve mensbeeld, (2) op het feit dat het onderkennen van problemen niet genoeg is ze ook op te lossen, (3) de theorie is niet voor iedereen geschikt, en (4) de goedheid van de mens is door de samenleving bepaald.

  • Cognitieve psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de manier waarop mensen informatie opnemen, verwerken, en gebruiken. Kennis hiervan kan een cliënt helpen om zijn gedachten en gedrag te wijzigen.

  • Volgens Wexler’s cognitieve theorie is de mens op actieve wijze betrokken bij de selectie en ordening van informatie en geeft zelf betekenis aan hetgeen hij ervaart. Iedere mens interpreteert informatie dus op een andere manier. Dit is het individuele ervaringsproces.

  • Door differentiatie krijgt men een genuanceerder beeld; door integratie legt men verbanden tussen de informatie.

  • In de theorie van Rogers neemt het openstaan voor gevoelens een belangrijke plek in en stelt dat ze vanzelf aan de oppervlakte komen. Wexler stelt dat gevoelens in verband staan met de waarneming en verwerking van informatie.

Waaruit bestaat de sociaal-leertheoretische visie? - Bulletpoints 4

  • De sociale leertheorie gaat in op het leerproces bij het veranderen van denken en doen. De persoon wordt door zijn omgeving beïnvloed, en beïnvloedt de omgeving zelf ook.

  • De persoon bestaat uit een verzameling van eigenschappen, stijlen en andere persoonlijke kenmerken. Het gedrag is het actuele, waarneembare gedrag in verschillende situaties. De omgeving bestaat uit verschillende situaties/personen die invloed hebben op de persoon. Deze drie factoren interacteren met elkaar.

  • Eigenschappen zijn dingen die een persoon denkt en doet die kenmerkend en opvallend zijn, zich voordoen over meerdere situaties en relatief stabiel zijn over tijd.

  • Genotype-eigenschappen zijn stabiele eigenschappen die relatief onafhankelijk zijn van de situatie en de omgeving.

  • Fenotype-eigenschappen zijn eigenschappen die in verband staan met de omgeving en sterk kunnen veranderen per situatie.

  • Attributietheorie is een theorie over de wijze waarop mensen het gedrag van zichzelf en van anderen verklaren in termen van oorzaak en gevolg, en hoe dit van invloed is op hun motivatie.

  • Een attributiefout verwijst naar het feit dat gedrag van anderen te vaak aan hun karakter wordt toegeschreven, terwijl het eigen gedrag te vaak aan de situatie/omstandigheden wordt toegeschreven.

  • De psychologische situatie is de omgeving zoals waargenomen en verwerkt door de persoon, die er zijn eigen subjectieve interpretatie aan geeft.

  • Modeling is het aanleren van nieuw gedrag d.m.v. het observeren en imiteren van anderen. Het gaat hierbij om daden en denken.

  • Sociaal leren is het overnemen van gedrag van anderen op basis van persoonlijke affiniteit, iemands ontwikkelingsstadium, en aanleg voor bepaald gedrag.

  • Bij leren door consequenties wordt gedrag dat een positief effect heeft herhaald, en gedrag met een negatief effect juist minder vaak herhaald of helemaal niet weer vertoond.

  • Het teveel anticiperen op mogelijke gevolgen kan leiden tot vermijdingsgedrag. Dit kan een hulpverlener corrigeren door verwachtingen van de cliënt ter discussie te stellen.

  • Doeltreffendheidsverwachting (Bandura) is de overtuiging van een persoon dat hij in staat is het gedrag te vertonen dat positieve gevolgen heeft.

  • Resultaatverwachting (Bandura) is de verwachting van een persoon dat bepaalde vormen van gedrag in het almgemeen een positief gevolg zullen hebben.

  • Zelfregulering houdt in dat je je eigen gedrag beloont, straft, en aanpast aan de hand van voor jezelf gestelde doelen en vergelijking met anderen.

  • Een te hoog ideaalbeeld en te hoge verwachtingen met betrekking tot prestaties kunnen leiden tot een gevoel van mislukking en waardeloosheid.

Welke doelen, rollen en modellen van gesprekken zijn er? - Bulletpoints 5

  • Het gespreksmodel is een methode voor de hulpverlener om een helder beeld over het doel van en zijn/haar rol in de therapie te krijgen.

  • Procesdoelen zijn doelen die betrekking hebben op het proces van de hulpverlening; deze worden gebruikt om het productdoel te bereiken. Deze zullen in het begin in veel gevallen hetzelfde zijn.

  • Het productdoel is het uiteindelijke doel van de therapie, het oplossen van de problemen. Dit wordt vooral door de cliënt bepaald. De mate waarin het doel realistisch is, en de manieren om het productdoel te bereiken, bepalen de hulpverlener en cliënt samen.

  • Evalueren op denkniveau is het nadenken over mogelijke gevolgen van de maatregelen die voorgesteld zijn om het probleem op te lossen. Als deze evaluatie positief is, kan men een actieplan maken, dit uitvoeren, en vervolgens evalueren.

  • De hulpverlener kan vier verschillende rollen aannemen: vertrouwenspersoon, openhartige detective, docent, en coach.

  • De vertrouwenspersoon is een gedragsrol waarbij rust en vertrouwen tussen hulpverlener en cliënt zeer belangrijk is. De hulpverlener moet luisteren en begrip tonen.

  • Een terughoudende instelling kan noodzakelijk zijn bij een juiste omgang met de cliënt; hierdoor gaat hij/zij zelf met het probleem aan de slag en krijgt de hulpverlener meer inzicht in de belevingswereld van de cliënt.

  • Als openhartige detective gaat de hulpverlener actief op zoek naar de manier waarop de cliënt zijn wereld ordent en ervaart.

  • De hulpverlener heeft na de detectiverol een aantal aanknopingspunten die kunnen bijdragen aan het oplossen van het probleem. Als docent moet hij dit op een diplomatieke, voorzichtige manier aan de cliënt uitleggen.

  • Als de hulpverlener zich als coach gedraagt moet de cliënt zelf het meeste werk verrichten. De cliënt krijgt instructies, en achteraf worden de resultaten geanalyseerd en wordt de strategie eventueel aangepast.

  • De drie elementen die centraal staan in het gespreksmodel zijn de probleemverheldering (een duidelijker beeld krijgen van de problemen); de probleemnuancering (een overzichtelijke, genuanceerde kijk op de problemen krijgen); en probleembehandeling (het opstellen van doelen en het kiezen van een actieprogramma). Deze fasen kunnen door elkaar lopen en soms opnieuw beginnen.

  • De hulpverlener dient zichzelf kritisch te kunnen bekijken en moet distantie en relativeringsvermogen gebruiken waar nodig. Rogers stelt hiervoor als voorwaarden acceptatie, echtheid en empathie. Het belangrijkst is dat de hulpverlener goed in zijn vel zit.

Over welke algemene vaardigheden moet een hulpverlener beschikken? - Bulletpoints 6

  • Onder niet-selectieve luistervaardigheden vallen het non-verbale gedrag, het aandachtig volgen van het gesprek en gebruik maken van momenten waarin niets wordt gezegd.

  • Onder selectieve luistervaardigheden vallen het stellen van vragen, het parafraseren van de gegeven informatie, het stimuleren van precies antwoorden en samenvatten.

  • Onder regulerende vaardigheden vallen de opening van het gesprek, het formuleren van doelen, het maken van afspraken over doelstellingen, het verduidelijken van de situatie en het afronden van het gesprek.

  • Bij de opening van het gesprek is het belangrijk duidelijk te maken wat de gang van zaken is, voorstellen te doen en structuur aan te brengen.

  • Bij luisteren is het belangrijk belangstelling te tonen zonder te veel te onderbreken en goed non-verbaal te reageren.

  • Non-verbale aandacht omvat de gelaatsuitdrukkingen die je toont, de lichaamshouding die je weergeeft, en het oogcontact dat je maakt.

  • Verbale aandacht geef je door korte, verbale reacties te geven en vragen te stellen.

  • Bij selectief luisteren is het belangrijk vooral open vragen te stellen in plaats van gesloten vragen, belangrijke informatie te parafraseren, gevoelens te reflecteren, concretiseren en samenvatten.

  • Bij concretiseren probeert de hulpverlener de cliënt precies en concreet zijn problemen te laten vertellen, door duidelijke vragen te stellen.

  • Het doel van reguleren is het behouden van orde en overzicht. Dit kan gedaan worden door terug te gaan naar de doelen die in het begin waren gesteld, het verduidelijken van de situatie, hardop denken, en het gesprek afsluiten.

  • Van een metagesprek is sprake als het gesprek leidt tot misverstanden of onduidelijkheden, en de hulpverlener het gesprek en de relatie van een afstand gade slaat. Dit is een vorm van reguleren.

Hoe komt een hulpverlener tot een goede interpretatie? - Bulletpoints 7

  • Psychologisch interpreteren is het plaatsen van de door de cliënt gegeven informatie in een psychologische theorie, waarbij rekening gehouden wordt met het eigen referentiekader en de biologische en sociale factoren die een rol spelen.

  • Bij het psychologisch interpreteren moet de hulpverlener geduldig zijn met het uiten van de interpretaties, en ze uiten zodat de cliënt ze begrijpt en er iets mee kan doen.

  • Vaardigheden met betrekking tot het geven van informatie en inzichten, met als doel bewust nuances aan te brengen, zijn nuancerende vaardigheden.

  • Bij nuancerende empathie probeert de hulpverlener erachter te komen wat de cliënt tussen de regels door zegt en voelt en uit hij deze vermoedens naar de cliënt.

  • Confrontatie is een versterkte vorm van nuancerende empathie; hierbij confronteert de hulpverlener de cliënt met de harde feiten of een inzicht dat haaks staat op de visie van de cliënt. Dit hoeft echter niet altijd een negatieve lading te hebben.

  • Bij positief heretiketteren geeft de hulpverlener een positievere kijk op de verschillende aspecten van een probleem.

  • Directheid is een vorm van confrontatie, waarbij de hulpverlener de cliënt attent maakt op een eruit springend aspect van zijn persoonlijkheid. Hij gebruikt dit bij het vóórkomen van zijn eigen ongenoegens over de voortgang van het gesprek.

Welke rol speelt de hulpverlener in levensveranderingen van de cliënt? - Bulletpoints 8

  • Om zelfstandigheid en zelfsturing van de cliënt te vergroten moet de hulpverlener bewerkstelligen dat de cliënt een wilsbesluit neemt; de cliënt inzicht krijgt in het leerproces bij het oplossen van problemen; dat de cliënt oefening krijgt in kennis en vaardigheden om de gewenste veranderingen te verkrijgen; en dat hij zijn eigen grenzen kent en eventueel verwijst en/of na het bereiken van het doel de hulp beëindigt.

  • Het beëindigen van de hulp is vaak moeilijker dan men denkt. Toch zal de hulpverlener de behandeling moeten staken als hij de cliënt (verder) niet kan helpen. Een vorm van de beëindiging van de behandeling is de verwijzing. Dit verloopt middels de volgende stappen:

    1. vertellen dat hij de cliënt doorverwijst,

    2. duidelijk maken waarom de cliënt doorverwezen wordt,

    3. vertellen naar wie er doorverwezen wordt,

    4. overleggen of de cliënt wel wil worden doorverwezen,

    5. vertellen hoe de cliënt het adres van een andere hulpverlener kan bemachtigen,

    6. een afspraak maken om erachter te komen of de verwijzing goed is verlopen.

  • Een andere reden om de behandeling te beëindigen is de onwelwillendheid van de cliënt. Men kan de hulpverlening natuurlijk ook beëindigen als het doel bereikt is.

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Psychology Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2144