
College 6: Gegeneraliseerde causaliteit
Generalisatie
- = externe validiteit
- Problemen met generalisatie:
- Experimenten moeten zijn en zijn heel specifiek
- Maar als je deze wilt toepassen zijn die situaties vaak anders
- Mogelijk om te generaliseren:
- Specifieke operaties (van UTOS): constructen daarachter: construct validiteit
- Causale relatie die gevonden is in de studie: causale relatie met andere UTOS: externe validiteit
- Voorbeeld:
- Het effect van mindfulness in depressie. Niet om mensen te genezen, maar om terugval te voorkomen
- Standaard mindfulness training, niet speciaal voor depressie of in een kliniek
- 38 patiënten doen de training, 32 niet
- Afhankelijke variabelen hadden minstens 1 terugval binnen 1 of 3 jaar na het einde
- Op beide momenten, minder terugval bij training groep dan de controlegroep
- à erg weinig informatie. Er mist: informatie over participanten (leeftijd, geslacht), waarom de 32 patiënten de training weigerden, er staat niks over systematische verschillen tussen de behandelgroep en controlegroep.
- à alternatieven voor UTOS?
- Units: meer klinieken
- Treatments: andere mindfulness trainingen, bijv. gefocust op depressie
- Outcomes: algemeen welzijn, en andere variabelen
- Settings: in de buitenlucht? Of juist op een kliniek?
Formele v.s. purposive sampling
- Het ideale is random sampling van personen, behandelingen, uitkomsten of settings (= standard solution)
- Andere manieren: Purposive sampling: niet random de UTOS bepalen:
- Units/persons: soms random gesampled, maar:
- Vaak onmogelijk of ongelegen (geen lijst)
- Sommige mensen zijn onbereikbaar of willen niet
- Behandelingen. Vaak wordt dat niet random gekozen, maar de meest typische behandeling wordt gekozen (standaard) of de meest effectieve
- Uitkomsten. We hebben het liefst een globale meting, of de meest typische uitkomsten, of makkelijk meetbare uitkomsten
- Settings. Vaak geen random sampling van alle mogelijke settings. Vaak de meest typische, of makkelijkst bereikbare, of grootste kans om een effect te produceren
- Units/persons: soms random gesampled, maar:
- Twee soorten van purposive sampling:
- PSI-Typ: purposive sampling van de meest typische situaties.
- Het samplen van modale situaties, of situaties dichtbij de mediaan of het gemiddelde
- Goed voor statistische power, gaat voor de meest relevante situaties
- Maar gelimiteerd in generalisatie
- PSI-Het: purposive sampling van heterogene situaties
- Zodat je nog meer verschillende soorten patiënten krijgt dan met random sampling
- Extra variatie
- Zorgt ook voor meer error variantie à minder statistische power
- Soms is dat niet zo slecht:
- Fisher: voordeel van minder power is dat áls je dan een effect vindt, het overtuigender is
- SCC:
- Goede redenen voor beide redenen van purposive sampling, geen enkel is ondersteund door statistische theorieën
- PSI-Typ: purposive sampling van de meest typische situaties.
Grounded theory of generalized causal inference
- Grounded theory: niet van eerste principes, maar vanuit kijken naar wat onderzoekers echt doen (à grounded in onderzoekspraktijk)
- 5 principes: (gerelateerd aan elkaar)
- Surface similarity: de blijkende similariteit tussen de dingen die bestudeerd worden en de targets van generalisatie
- Ruling out irrelevancies: welke variabelen veranderen NIET de generalisatie? (van de surface similarity)
- Making discriminations: welke variabelen veranderen WEL de generalisatie? (van de surface similarity) à bedreigingen
- Interpolatie en extrapolatie: bij extrapolatie ga je speculeren/generaliseren over dingen die buiten het bereik van de metingen liggen. Bij interpolatie ga je speculeren/generaliseren over dingen die binnen het bereik van de metingen liggen maar niet direct gemeten zijn.
- Causale verklaring: een verklarende theorie over hoe (en waarom) een bepaald effect heeft opgetreden
- Grounded theorie toepassen:
- Surface similarity: de mate van similariteit tussen de eigenschappen van een studie (UTOS) en prototypische/bedoelde eigenschappen van de targets van de generalisatie.
- Construct: face validity, content validiteit
- Face validiteit: de items moeten gaan over waar jij wilt dat de items over gaan, meer ad hoc
- content validiteit: een expliciete theorie over welke inhoud relevant is voor het ding wat je wilt meten, systematische achtergrond
- Extern: het idee dat causale relaties gegeneraliseerd kunnen worden naar situaties die gelijk zijn op belangrijke vlakken.
- Construct: face validity, content validiteit
- Ruling out irrelevancies: als irrelevante dingen veranderen blijven constructen en causale effecten hetzelfde.
- Construct: convergente validiteit van verschillende meetmethoden: constructen die op elkaar lijken komen veel overeen
- Extern: checken of het effect echt niet verandert als irrelevante variabelen als moderator worden gebruikt
- Making discriminations: kenmerken van de studie identificeren die de generalisatie limiteren.
- Construct: discriminante validiteit: dingen die op dezelfde manier gemeten zijn correleren hoger.
- Extern: checken of het effect echt niet verandert als we relevante variabelen als moderator gebruiken.
- Interpolatie en extrapolatie: generalisatie van niet-bestudeerde waarden van een kwantitatieve moderator variabele
- Construct: ? à is er niet echt
- Extern: geïnformeerde gokken doen over de causale effecten
- Causale verklaring: Het onderliggende causale mechanisme van verandering beschrijven.
- Construct: kijk naar diepe in plaats van surface similarity. Soms laten mensen aan het oppervlak dezelfde symptomen zien, maar zijn er onderliggend verschillende oorzaken
- Extern: check welke delen van een behandeling welke delen van uitkomsten beïnvloeden, via welke mediatoren en met welke moderatoren
- Surface similarity: de mate van similariteit tussen de eigenschappen van een studie (UTOS) en prototypische/bedoelde eigenschappen van de targets van de generalisatie.
- Toepassing van de 5 principes:
- Afhankelijk van geld, gemak van toepassing en belang van generalisatie
- Prospectief gebruik (vóór de studie): vooral construct validiteit
- Retrospectief gebruik (na de studie): vooral voor het beoordelen van construct validiteit en/of externe validiteit.
Statistische methodes voor generalisatie van purposive samples
- Sample her-wegen: her-wegen op basis van gemeten eigenschappen waarvoor de populatie verdeling bekend staat
- Het helpt, als eigenschappen die gebruikt worden voor het wegen relevant zijn
- Slechter dan random sample
- Mogelijke problemen met hypothese toetsen
- Response surface modelling: maak een voorspellingsmodel gebaseerd op de variabelen die de respons voorspellen.
- Maakt geïnformeerde speculatie mogelijk van optimale combinatie van predictoren, zelfs als die combinatie niet in de studie was.
Methodes voor causale verklaring
- Kwalitatieve methoden:
- Het is belangrijk om te weten wat je studie inhoudt en niet alleen naar de cijfers te kijken, bijv.:
- Is het programma geïmplementeerd zoals bedoeld was?
- Zijn er onverwachte complicaties of bijeffecten bij de studie?
- Het is belangrijk om te weten wat je studie inhoudt en niet alleen naar de cijfers te kijken, bijv.:
- Voorbeelden van methoden:
- Etnografie (participant observatie)
- Open-ended interviews
- Ongestructureerde observatie
- Belangrijk, omdat je niet alles kan weten en controleren dat relevant kan zijn. Je kan niet alles kwantificeren en in nummers zetten.
- Statistische methodes voor causale verklaring:
- Bij een causale relatie hoort vaak een mediatie: X à M1 à M2 à Y
- Empirische checks: = mediatie analyse
- Check of beide mediatoren allebei beïnvloed worden door X
- Check of de relatie van de delen van de causale ketting bestaan (X met M1, M1 met M2, M2 en Y)
- Check of, na correctie voor M1 en M2, er nog steeds een direct effect is tussen X en Y
- Voordelen:
- Verplicht ons en helpt ons expliciet te zijn over onze causale ideeën
- Maakt een schatting mogelijk van de causale paden en test het causale model
- Nadelen:
- Sterke assumpties
- Vraagt om grote steekproeven
- Pad analyse/ SEM kan het causale model afwijzen, maar niet bewijzen
-
Speciale situatie 1: cross-lagged panel design:
- Logica: Als X veroorzaakt Y, dan b (van X1 naar Y2) zou sterker moeten zijn dan pad a (van Y1 naar X2).
- Longitudinale designs
- Kernel of truth: longitudinale modellen geven meer mogelijkheden voor het verwerpen van causale modellen dan cross-sectionele modellen
- Maar:
- Logica werkt alleen met strenge extra assumpties
- Alle andere nadelen/limitaties van SEM zijn ook van toepassing
- Specifieke situatie 2: instrumentale variabele modellen:
- Hoopvolle benadering voor sommige situaties
- Experimenten die verklaringen manipuleren
- Algemeen idee: als een causale verklaring een mediator bevat, doe een nieuw experiment waarin de mediator gemanipuleerd wordt
Access:
Public
Join WorldSupporter!
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Check more of topic:
Going abroad?

Study with summaries
Contributions: posts
Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips
Spotlight: topics
Check the related and most recent topics and summaries:
Activities abroad, study fields and working areas:
Institutions, jobs and organizations:
Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: VivianDeGraaff
Work for WorldSupporter
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Statistics
Add new contribution