Hoofdstuk 7: Hoe werkt de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid in ondernemingen?
Allereerst verdienen de begrippen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid kort de aandacht. Verantwoordelijkheid houdt in dat er voor een goed beleid dient te worden gezorgd. Daarnaast is er de verplichting om dit gevoerde beleid uit te leggen en hierop afgerekend te kunnen worden. Organen kunnen ter verantwoording geroepen worden. Soms kan dit alleen door de rechter. Hiertoe is een gespecialiseerde rechter bevoegd, de ondernemingskamer, die steeds meer competentie krijgt. Aansprakelijkheid volgt uit deze verantwoordelijkheid. Indien geen goed beleid is gevoerd, kan dit leiden tot schadeplichtigheid. Een rechter dient de aansprakelijkheid vast te stellen. Verantwoordelijkheid leidt niet zonder meer tot aansprakelijkheid.
Waar ligt de verantwoordelijkheid bij een BV?
Omdat het bestuur van een BV vaak veel macht heeft, in verhouding tot de aandeelhouders, is het belangrijk dat het afleggen van verantwoording door dit bestuur goed geregeld is. Het bestuur en de raad van commissarissen moeten bijvoorbeeld inlichtingen verschaffen aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Het geven van uitleg over het gevoerde en te voeren beleid van het bestuur maakt onderdeel uit van de verplichting om verantwoording af te leggen. Een accountant onderzoekt of de jaarrekening aan alle wettelijke voorschriften voldoet (art. 2:393 BW). Een jaarrekening bestaat uit ee balans en een winst- en verliesrekening met toelichting over alle posten van het verstreken boekjaar (art. 2:361 lid 1 BW). De accountant moet de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring omtrent getrouwheid neer leggen. Bij een BV houdt dit in dat er jaarlijks een conceptjaarrekening wordt voorgelegd aan de aandeelhouders. Dit staat in art. 2:210 BW. Uiteindelijk dient de aandeelhoudersvergadering de jaarrekening vast te stellen. Deze bevoegdheid impliceert dat de aandeelhoudersvergadering ook eventuele veranderingen kan aanbrengen aan de door het bestuur opgestelde jaarrekening. In art. 2:210 lid 5 BW staat een bijzondere regel. Wanneer alle aandeelhouders tevens bestuurder zijn van de BV en de NV, dan geldt de ondertekening van de jaarrekening door alle bestuurders en commissarissen onder bepaalde voorwaarden ook als vaststelling van de jaarrekening. Het is wel mogelijk dat de statuten dit buiten de algemene vergadering kunnen uitsluiten.
Als de aandeelhoudersvergadering kennis heeft kunnen nemen van deze verklaring en zij geen wijzigingen wil aanbrengen, wordt de jaarrekening vastgesteld door de aandeelhoudersvergadering. De jaarrekening wordt volgens art. 2:394 lid 1 BW openbaargemaakt door middel van het neerleggen van de vastgestelde jaarrekening in het handelsregister.
Ook wordt er een bestuursverslag aan de aandeelhouders voorgelegd. Dit is iets anders dan de jaarrekening; het is een beleidsstuk. Hierin staan bijvoorbeeld mededelingen over de te verwachten gang van zaken. Dit staat in art. 2:210 lid 1, vierde volzin en 2:391 BW. Boek 2 geeft uitvoerige bepalingen omtrent de jaarrekening en jaarverslag. Zie art. 2:360-392a BW. De naleving is gewaarborgd in art. 2:447-455 BW. Dit wordt ook wel de jaarrekeningprocedure genoemd. Deze procedure kan gestart worden door een belanghebbende. Dit kan een aandeelhouder, werknemer, certificaathouder of ondernemingsraad zijn. Dit staat in art. 2:449 lid 1 BW.
Vanaf 1 januari 2007 is door de invoering van de Wet toezicht financiële verslaggeving ook de AFM bevoegd om deze procedure te starten. Dit beperkt zich echter tot beursvennootschappen.
Bij het vaststellen van de jaarrekening verzoeken de bestuurders/commissarissen de aandeelhoudersvergadering om hen décharge (kwijting) te verlenen voor het door hen gevoerde beleid. Vaststelling van de jaarrekening leidt niet automatisch tot decharge. Décharge strekt zich volgens de Hoge Raad in het Staleman/Van der Ven-arrest (HR 10-01-1997, NJ 1997/360) alleen uit over gegevens die in de jaarrekening zijn terug te vinden of die uitdrukkelijk in de aandeelhoudersvergadering zijn besproken. Dit zorgt ervoor dat bestuurders niet te snel van aansprakelijkheid ontslagen zijn. Bovendien moeten het bestuur en de raad van commissarissen alle inlichtingen verstrekken die de aandeelhoudersvergadering verlangt, tenzij er sprake is van een zwaarwegend belang in de zin van art. 2:217 lid 2 BW. Er kan worden aangenomen dat een individuele aandeelhouder op grond van art. 2:8 BW tijdens de aandeelhoudersvergaderingen recht heeft op de door hem verlangde informatie.
Er bestaat ook een verantwoordingsrelatie tussen het bestuur en de raad van commissarissen op basis van art. 2:250 lid 2 BW. In dit artikel wordt immers gezegd dat de raad van commissarissen toezicht op het bestuur moet houden.
Het bestuur is verplicht om de raad van commissarissen tijdig voor de uitvoering van diens taak de noodzakelijke gegevens te verschaffen. Meer specifiek stelt het bestuur de raad van commissarissen op grond van art. 2:251 lid 2 BW minstens een keer per jaar op de hoogte van het strategisch beleid en de algemene en financiële risico’s. Wanneer het gaat om vennootschappen met een one-tier board, houden de niet-uitvoerende bestuurders toezicht op de uitvoerende bestuurders. Art. 2:250 en 2:251 BW zijn dan niet van toepassing. Zie voor de structuurvennootschappen art. 2:272/274 BW. De aandeelhouders zijn dan enkel bevoegd de jaarrekening goed of af te keuren. De verantwoordingsrelatie tussen het bestuur en de commissarissen is hier nog sterker, in verband met een toenemende mate van aandeelhouders die slechts beleggers zijn, en de aandeelhoudersvergadering dus een kleinere rol speelt.
Tenslotte staat het bestuur in een soort verantwoordingsrelatie tot de ondernemingsraad. Als een BV meer dan 50 werknemers heeft moet het bestuur advies/instemming vragen aan de ondernemingsraad. Zie hiervoor art. 25, 26 en 27 en 31, 31a en 31b van de WOR. De Ondernemingskamer van het Hof te Amsterdam kan een besluit van het bestuur toetsen als het bestuur het advies van de OR niet heeft overgenomen. Zie hiervoor art. 26 WOR.
De Ondernemingskamer kan op (schriftelijk) verzoek een onderzoek instellen naar het beleid en de gang van zaken van een NV/BV als er gegronde redenen zijn om aan het gevoerde beleid te twijfelen. Dit is het enquêterecht op basis van art. 2:350 BW. De Procureur – Generaal bij het Hof te Amsterdam op grond van art. 2:345 lid 2 BW, aandeelhouders (die samen ten minste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen of rechthebbende zijn van tenminste €225.000,- aan nominaal aandelenkapitaal - art. 2:346 lid 1 onder b BW) en een vakbond die werknemers van de BV/NV onder haar leden telt op grond van art. 2:347 BW, zijn allen bevoegd om een verzoek in te kunnen dienen. Voorwaarde is wel dat zij van tevoren het bestuur en de raad van commissarissen op de hoogte stellen van het feit dat zij bezwaren hebben tegen het beleid of de gang van zaken. Bovendien moeten het bestuur en de raad van commissarissen de gelegenheid krijgen maatregelen te nemen (art. 2:349 BW).
Als het verzoek wordt toegewezen benoemt de Ondernemingskamer één of meer deskundigen. Tijdens hun onderzoek moeten de deskundigen alle medewerking krijgen. De Ondernemingskamer kan op verzoek van de oorspronkelijke verzoekers maatregelen nemen als uit het verslag van de deskundigen blijkt dat er sprake is van wanbeleid van de BV/NV. Art. 2:356 BW bepaalt dat de Ondernemingskamer op verzoek van de oorspronkelijke verzoeker(s) bepaalde voorzieningen kan treffen. Zij kan bijvoorbeeld een bestuurder ontslaan. Er is sprake van wanbeleid als er gehandeld is in strijd met de beginselen van elementair ondernemerschap:
Het stilliggen van de besluitvorming (van noodzakelijke besluiten)
Niet-naleving van de bevoegdheidsverdeling krachtens de wet en de statuten
Bestuurders handelen volgens tegenstrijdige belangen, bijvoorbeeld art. 2:239 lid 6 BW en 2:129 lid 6 BW.
Hoe werkt de interne aansprakelijkheid van bestuurders bij een BV?
Aansprakelijkheid houdt de verplichting in om schadevergoeding te betalen. Hierbij kunnen we onderscheiden tussen interne en externe aansprakelijkheid. Bij interne aansprakelijkheid gaat het om de aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover de BV/NV op grond van art 2:9 BW en art. 2:259 BW is van overeenkomstig toepassing op de commissarissen van de BV. Bij externe aansprakelijkheid gaat het om de aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover een derde. Als het om de interne of externe aansprakelijkheid gaat van een van de bestuurders is er sprake van persoonlijke aansprakelijkheid.
Het vervullen van een bestuurstaak is een collectieve verantwoordelijkheid (het beginsel van collectief of collegiaal bestuur): besluiten komen van het gezamenlijke bestuur in plaats van één bestuurder. Dit brengt mee dat de bestuurders van een BV/NV in beginsel hoofdelijk aansprakelijk zijn op grond van art. 2:9 BW. Art 2:9 BW is van dwingend recht, maar kan afstuiten op een decharge. Er gelden bijzondere vereisten voor het toewijzen van een schadevergoedingsvordering tegen een bestuurder. De rechter heeft bepaald dat voor deze aansprakelijkheid vereist is dat aan de bestuurder van een BV/NV een ernstig verwijt van onbehoorlijk bestuur gemaakt kan worden (arrest Staleman/Van de Ven, HR 10-01-1997, NJ 1997/360). De bestuurder moet onverantwoord hebben gehandeld, met de wetenschap dat de vennootschap daarvan de dupe zou kunnen worden. In de Laurus-beschikking (HR 08-04-2005, NJ 2006/443) had de Hoge Raad het over de aangesproken persoon die tegenover de rechtspersoon zijn taak niet had vervuld, zoals een redelijk en bekwame handelde functionaris zou moeten handelen. In het Berghuizer Papierfabriek-arrest (HR 29-11-2002, NJ 2003/455) had de Hoge Raad overwogen dat handelingen die in strijd zijn met wettelijke of statutaire bepalingen meestal leiden tot hoofdelijke aansprakelijkheid.
Art. 2:9 BW regelt de interne aansprakelijkheid. Het zorgt voor een hoofdelijke aansprakelijkheid, ieder voor het geheel. De bestuurder is in beginsel aansprakelijk, dat houdt in dat er een uitzondering mogelijk is: als de betrokken bestuurder kan aantonen dat de tekortkoming niet een aangelegenheid betreft die tot zijn werkkring behoort en/of dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden én dat de tekortkoming niet aan hem te wijten is. Dit is echter heel moeilijk te bewijzen.
Art. 2:216 lid 3 BW bepaalt sinds 1 oktober 2012 de hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders indien de BV na een uitkering aan aandeelhouders zijn schulden niet kan voldoen. Deze aansprakelijkheid gaat echter pas effect krijgen als de bestuurder redelijkerwijs had behoren te weten dat de uitkeringen tot het niet kunnen betalen van de schulden zou leiden.
In het Poot/ABP arrest (HR 02-12-1994, NJ 1995/288) heeft de Hoge Raad bepaald dat alleen de BV/NV zelf de bestuurder aansprakelijk kan stellen. Als de BV/NV de bestuurder niet aansprakelijk stelt, kan een aandeelhouder dus niet schadevergoeding vorderen van de bestuurder.
Hoe werkt de externe aansprakelijkheid van de bestuurders van een BV?
Art. 2:5 BW zegt dat een rechtspersoonlijkheid zijn eigen schulden draagt, dit impliceert dat de bestuurders en andere functionarissen in beginsel niet persoonlijk aansprakelijk zijn. Er kan sprake zijn van een doorbraak van aansprakelijkheid.
Als een BV in staat van faillissement verkeert en er een tekort in de boedel is, kan een bestuurder vanwege deze doorbraak toch persoonlijk aansprakelijk worden gehouden. Er zijn twee bijzondere regelingen.
Allereerst is voor deze hoofdelijke aansprakelijkheid vereist dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en dat het faillissement hierdoor in grote mate is veroorzaakt. Dat staat in art 2:248 BW. De collectieve verantwoordelijkheid geldt ook bij de externe aansprakelijkheid en kan, wanneer een bestuurder ernstig laakbaar handelt, het hele bestuur hoofdelijk aansprakelijk zijn. Ook hier kan een bestuurder zich van aansprakelijkheid bevrijden middels art. 2:248 lid 3 BW. De vraag wanneer sprake is van een onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur wordt in art. 2:248 lid 3 BW beantwoord. Hierbij wordt vermoed dat de onbehoorlijke taakvervulling het faillissement heeft veroorzaakt, tenzij de bestuurder tegenbewijs kan leveren. Dit kan alleen door de curator worden ingeroepen. Dit word als eerste bijzondere regeling gezien. Als tweede bijzondere regeling geldt dat de curator in het faillissement ingevolge art. 2:248 lid 7 BW ook degene kan aanspreken die het beleid van de BV/NV (mede) heeft bepaald alsof hij bestuurder was.
De aansprakelijkheid ziet slechts op het tekort in de boedel na faillissement. De rechter kan het matigen. De waardevermindering van de aandelen valt niet onder 2:248 BW. Naast het geval van faillissement van de BV/NV, is het regime van de externe aansprakelijkheid van belang bij de regeling van de onrechtmatige daad van art 6:162 BW van toepassing. Het gaat hier om een actie die een individuele crediteur tegen een bestuurder instelt.
Jurisprudentie wijst uit dat er twee situaties zijn waarin een bestuurder aansprakelijk is uit onrechtmatige daad: de punten zijn samengevat zijn in het arrest van de Hoge Raad Ontvanger/Roelofsen (HR 08-12-2006, NJ 2006/659)
1. Aansprakelijkheid van de bestuurder die namens de vennootschap heeft gehandeld.
De bestuurder die wist/behoorde te weten dat de BV/NV de transactie met de schuldeiser niet kon nakomen in verband met een tekort aan geld. De maatstaf voor ‘persoonlijk ernstig verwijtbaar handelen’ is te vinden in het Beklamel-arrest. Je mag dus niet altijd transacties aangaan als je als bestuurder wetenschap had of hoorde te weten dat de vennootschap de transactie niet kon nakomen of dat de wederpartij geen gelegenheid tot verhaal had.
2. De bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt.
Er is sprake van betalingsonwil. De bestuurder wil een schuldeiser niet betalen. De bestuurder frustreert hiermee het verhaal. In beide gevallen moet de schuldeiser bewijzen dat er sprake is van één van deze twee situaties. De rechter kan deze bewijslast verlichten.
Hoe werkt de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid bij andere rechtspersonen?
De regeling van de aansprakelijkheid bij een vereniging en een coöperatie ligt ook in titel 9 van Boek 2 BW. Deze regeling is niet alleen van toepassing op BV’s en NV’s, maar ook op de coöperaties en waarborgmaatschappijen. Dit staat in art. 2:360 lid 1 BW. Wanneer er sprake is van een commercieel karakter ex art. 2:360 lid 3 BW, dan geldt ook de publicatieverplichting en jaarrekeningverplichting. Voor gewone verenigingen is de regeling veel minder streng. Zo moet er wel een balans en een staat van baten en lasten worden opgemaakt (art. 2:48 lid 1 BW), en aan de ledenvergadering voorgelegd, maar er zijn geen wettelijke voorschriften met betrekking tot de inhoud. Ze hoeven ook niet gepubliceerd te worden.
De statuten kunnen bepalen dat de ledenvergadering de balans en de staat van baten en lasten vaststelt en ook de regels omtrent décharge. De regels omtrent faillissement zijn genuanceerder en gelden alleen voor verenigingen en coöperaties die onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting. Zie via art. 2:53a art. 2:50a en 300a BW. De interne aansprakelijkheid bij de vereniging en coöperatie volgt ook uit 2:9 BW.
Hoe is de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid geregeld bij de vof, cv en maatschap?
Titel 9 van boek 2 is niet van toepassing op personenvennootschappen. De vennoten van de personenvennootschap kunnen de inhoud van de verantwoordelijkheid zelf bepalen. Het verlies aan financiële controle wordt gecompenseerd door de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders. Er behoeft dan ook geen jaarrekening openbaar gemaakt te worden.
Stampvragen
Wat heeft de Hoge Raad in HR Van der Ven gezegd over de reikwijdte van decharge?
Wat houdt het enquêterecht in en wie kunnen hiertoe een vordering instellen?
Kan een aandeelhouder een bestuurder aanspreken als deze laatste de vennootschap heeft geschaad?
Op welke grondslag kan een derde de bestuurders van een vennootschap aanspreken?
Op grond van welk artikel kan de curator een bestuurder aanspreken ingeval van faillissement dat in belangrijke mate is veroorzaakt door de onbehoorlijke taakvervulling van de bestuurder?
Wat houdt de interne aansprakelijkheid van bestuurders in en welke vereisten/uitzonderingen gelden hierbij?
Wat is het verschil wat betreft de aansprakelijkheidsregelingen tussen een vereniging en een coöperatie enerzijds en de personenvennootschappen anderzijds? Op welke grondslag kunnen zij echter allemaal aansprakelijk worden gesteld?
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
697 |
Add new contribution