Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2016/2017
- 1867 keer gelezen
Tijdens een receptie op de Nederlandse ambassade in de Verenigde Staten houdt de Koning een speech. In deze speech wordt stevige kritiek geuit op het mensenrechtenbeleid van het gastland (de VS), waarbij met name de gevangenneming van terreurverdachten op Guantanamo Bay het moet ontgelden. Als hij het spreekgestoelte verlaat, ziet de Koning er zichtbaar aangedaan uit. Hij had de speech niet zelf geschreven en was van tevoren niet in de gelegenheid te zijn geweest deze door te lezen. Bij navraag blijkt de speech te zijn geschreven door een Nederlandse medewerker van het ministerie van Buitenlandse Zaken, die hierin op eigen houtje zijn persoonlijke opvattingen verwerkte.
De verontwaardiging aan de Amerikaanse zijde is groot. Als de minister van Buitenlandse Zaken door Amerikaanse journalisten om zijn mening wordt gevraagd, geeft hij aan dat hij de woorden van de Koning in beginsel onderschrijft, maar dat hij het zelf wat tactvoller zou hebben geformuleerd. Het hele gebeuren leidt tot onmiddellijke ophef in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer wil de minister van Buitenlandse Zaken aan de tand voelen over het hele gebeuren.
In de vorige opdracht is gesproken over het ter verantwoording roepen van een minister. De vervolgvraag is uiteraard: hoe gaat zoiets? Breng de verschillende manieren in kaart waarop een minister ter verantwoording kan worden geroepen en breng de daarbij geldende verschillen in kaart.
Stel dat de minister van Buitenlandse Zaken uit opdracht 1 ook nadat hij verantwoording heeft afgelegd aan de Tweede Kamer zwaar onder vuur blijft liggen. Een aantal fracties in de Tweede Kamer is zelfs van opvatting dat de minister zou moeten opstappen. Is het mogelijk dat de Tweede Kamer de minister tot aftreden dwingt? Zo ja, waar is dat geregeld en hoe gaat dit in zijn werk?
Stel dat de Tweede Kamer inderdaad in meerderheid van opvatting is dat de minister van Buitenlandse Zaken zijn ontslag zou moeten indienen en deze opvatting vastlegt in een motie. De minister ziet dat echter niet zitten. Hij wil graag aanblijven en vindt eigenlijk dat de Kamer maar zelf zou moeten opstappen. Kan dat?
Stel nu dat het in deze bijeenkomst centraal staande conflict niet zou hebben gespeeld tussen de minister en de Tweede Kamer, maar tussen de minister en de Eerste Kamer. Zou uw antwoord bij opdracht 3 en opdracht 4 dan anders luiden?
Ja, want in art. 42 lid 2 -> koning is onschendbaar en ministeriële verantwoordelijkheid. Art. 44 lid 1 -> minister staat aan het hoofd maar ambtenaren die dingen zeggen; departement -> ministeriele verantwoordelijkheid.
Nee, want in Art. 42 lid 2 GW staat dat de koning onschendbaar is en er ministeriële verantwoordelijkheid is. De minister is dus verantwoordelijk en niet de koning.
Ja, minister president en alle ministers zijn verantwoordelijk.
Ja, ministeriële verantwoordelijkheid. Ambt: vertrouwensregel dus ook privé.
Er bestaan 3 soorten verantwoordelijkheid die een minister volgens mij ambt heeft.
Civielrechtelijke verantwoordelijkheid
Strafrechtelijke verantwoordelijkheid
Politieke verantwoordelijkheid
Art. 68 GW: inlichtingen vragen en die moeten gegeven worden (positie staatshoofd moet beschermt worden en niet in strijd met belangen van de staat)
Reglement van orde -> (bv. formateur en informateur vragen) en ook inlichtingen vragen aan minister. Art. 70 -> Recht van enquête/ander onderzoek + Art. 140
Ja, een minister kan tot aftreden gedwongen worden (als hij het vertrouwen van de Tweede Kamer niet meer heeft en wanneer het Parlement het onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde beleid afkeurt. Door meerderheid stemmen -> motie van wantrouwen.
Ja, kamer wordt ontbonden, nieuwe verkiezingen, ontslagaanvraag kabinet, kabinet blijft zitten als kabinet tot voldoende vertrouwen leidt.
Regering kan de kamers ontbinden (2e kamer en 1e kamer zou kunnen -> indirect gekozen, dus niet heel nuttig) -> Zal nooit gebeuren.
Ja, de eerste kamer kan de minister niet tot aftreden dwingen. Er is een vertrouwensrelatie maar geen vertrouwensregel. 1e Kamer heeft geen democratische legitimatie -> indirect gekozen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1482 |
Add new contribution