Vragen
Vraag 1
Stelling I: het non-interventiebeginsel vereist dat het geweldverbod is geschonden.
Stelling II: het non-interventiebeginsel brengt mee dat staten zich niet mogen mengen in de interne aangelegenheden van een andere staat.
a. beide stellingen zijn correct;
b. stelling I is correct maar stelling II niet;
c. stelling I is niet correct maar stelling II wel;
d. geen van beide stellingen is correct.
Vraag 2
Begin dit jaar boog de Hoge Raad zich over de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van de Stichting Moeders van Srebrenica ten aanzien van het beweerdelijk onrechtmatig handelen van de Verenigde Naties in 1995 bij de bescherming van de enclave Srebrenica in Bosnië Herzegovina. Welke stelling is niet correct?
a. De Hoge Raad oordeelde dat, op grond van de criteria die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft ontwikkeld, moet worden onderzocht of de immuniteit van de VN een toelaatbare beperking op het recht op toegang tot de rechter (art. 6 EVRM) oplevert;
b. De Hoge Raad stelde voorop dat de VN niet kan worden gedaagd voor enig nationaal gerecht van de landen die partij zijn bij de Convention on the Privileges and Immunities of the United Nations;
c. De overwegingen van het Internationaal Gerechtshof in de zaak “Jurisdictional Immunities of the State (Germany vs. Italy: Greece intervening)” werden door de Hoge Raad in zijn arrest werden uitvoerig en met instemming geciteerd;
d. Met immuniteit wordt beoogd het geheel onafhankelijk functioneren van de VN zeker te stellen; die immuniteit dient dan ook zonder meer een legitiem doel, besloot de Hoge Raad.
Vraag 3
Welke criteria voor de uitoefening van het recht op zelfverdediging onder artikel 51 van het VN handvest komen in het Legal consequences of the construction of a wall in the occupied Palestinian Territory advies naar voren?
a. ten eerste, er moet sprake zijn van een gewapende aanval; ten tweede, die aanval moet toerekenbaar zijn aan een andere staat; en ten derde, die aanval moet afkomstig zijn van buiten het grondgebied van de aangevallen staat;
b. er moet sprake zijn van een gewapende aanval of een ernstige dreiging van zulke aanval; ten tweede, die aanval moet toerekenbaar zijn aan een andere staat; en ten derde, die aanval moet afkomstig zijn van buiten het grondgebied van de aangevallen staat;
c. er moet sprake zijn van een gewapende aanval; ten tweede, die aanval moet toerekenbaar zijn aan een andere staat of aan een niet-statelijke actor die zich bevindt buiten het grondgebied van de aangevallen staat;
d. geen enkele van de bovenstaande antwoorden is juist.
Vraag 4
Aan welke criteria moet een humanitaire interventie volgens Nederland voldoen?
a. er moet sprake zijn van ernstige en massale schendingen van fundamentele mensenrechten;
b. er moet betrouwbaar en objectief bewijs zijn van de schendingen of van de dreiging daarvan;
c. de regering van de betrokken staat kan of wil geen doeltreffende maatregelen treffen of is zelf verantwoordelijk voor de schendingen;
d. alle bovenstaande criteria zijn correct.
Vraag 5
In het Legal consequences of the construction of a wall in the occupied Palestinian Territory advies en het Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons advies werd bepaald:
a. dat voor de vaststelling van de vraag voor het rechtmatig gebruik van geweld in interstatelijke betrekkingen in de eerste plaats gekeken moet worden naar het ius in bello, en vervolgens naar het ius ad bellum;
b. dat het gebruik van geweld altijd leidt tot de vaststelling van een gewapend conflict;
c. dat voor de vaststelling van de vraag voor het rechtmatig gebruik van geweld in interstatelijke betrekkingen allereerst naar het ius ad bellum moet worden gekeken, vervolgens naar het ius in bello;
d. dat mensenrechten niet gelden ten tijde van oorlog.
Vraag 6
Met betrekking tot de individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid inzake oorlogsmisdrijven onder internationaal publiekrecht kan gesteld worden dat deze:
a. reeds enkele eeuwen internationaal erkend is, aangezien Grotius hier over schreef;
b. in 1945 voor het eerst is erkend op internationaal niveau;
c. alleen door het Internationaal Gerechtshof kan worden gehandhaafd;
d. niet onderworpen is aan het beginsel van ne bis in idem.
Vraag 7
Het Internationaal Monetair Fonds heeft niet tot doel:
a. het realiseren van stabiele wisselkoersen;
b. het verzekeren van inwisselbaarheid van munten;
c. het oplossen van betalingsbalansproblemen;
d. het versterken van de economische positie van ontwikkelingslanden.
Vraag 8
Het internationaal milieurecht:
a. vormt van oudsher een onderdeel van het internationaal recht;
b. wijkt altijd voor eventuele economische belangen;
c. houdt zich niet alleen bezig met het milieu binnen de nationale rechtsmacht van staten, maar ook met het milieu buiten de nationale rechtsmacht van staten;
d. vloeit uitsluitend voort uit internationaal verdragsrecht.
Vraag 9
Welke stelling ten aanzien van de rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof is juist?
a. Het Internationaal Gerechtshof is bevoegd om geschillen tussen staten te beslechten;
b. Het Internationaal Gerechtshof is bevoegd om geschillen tussen staten en geschillen tussen staten en internationale organisaties te beslechten;
c. Het Internationaal Gerechtshof is bevoegd om geschillen tussen staten en geschillen tussen staten en individuen ten aanzien van hun mensenrechten te beslechten;
d. Het Internationaal Gerechtshof is bevoegd om geschillen tussen staten te beslechten en om individuen te berechten voor internationale misdrijven.
Vraag 10
Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voor een onrechtmatige daad onder internationaal publiekrecht?
a. Een schending van een internationale rechtsplicht;
b. Een schending van een internationale rechtsplicht die kan worden toegerekend aan een staat;
c. Een schending van een internationale rechtsplicht die kan worden toegerekend aan een staat met materiële schade tot gevolg;
d. Een schending van een internationale rechtsplicht die kan worden toegerekend aan een staat met materiële schade tot gevolg en een causaal verband tussen het handelen van de staat en de ontstane schade.
Antwoordindicatie
Vraag 1: c
Vraag 2 : a
Vraag 3 : a
Vraag 4 : d
Vraag 5 : c
Vraag 6 : b
Vraag 7 : d
Vraag 8 : c
Vraag 9 : a
Vraag 10 : b
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefenmaterialen
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2016
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2016 (2)
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2014 (1)
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2014 (2)
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2013
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2012
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2012 (2)
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2011
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2009
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2008
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2006
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2005
- Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Extra oefenvragen
Contributions: posts
Spotlight: topics
Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefenmaterialen
Deze bundel bevat oefententamens bij het vak Internationaal Publiekrecht aan de Universiteit van Amsterdam.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1598 |
Add new contribution