Internationaal Publiekrecht - UvA - B2 - Oefententamen 2012

Vragen

Vraag 1

Stelling I: het non-interventiebeginsel vereist dat het geweldverbod is geschonden. 

Stelling  II:  het  non-interventiebeginsel  brengt  mee  dat  staten  zich  niet  mogen mengen in de interne aangelegenheden van een andere staat.  

a.  beide stellingen zijn correct; 
b.  stelling I is correct maar stelling II niet; 
c.  stelling I is niet correct maar stelling II wel; 
d.  geen van beide stellingen is correct.  

Vraag 2

Begin dit jaar boog  de  Hoge Raad  zich over de  vraag of de Nederlandse rechter bevoegd  is  om  kennis  te  nemen  van  de  vorderingen  van  de  Stichting  Moeders  van Srebrenica  ten  aanzien  van  het  beweerdelijk  onrechtmatig  handelen  van  de Verenigde  Naties  in  1995  bij  de  bescherming  van  de enclave  Srebrenica  in  Bosnië Herzegovina. Welke stelling is niet correct?  

a.  De Hoge Raad oordeelde dat, op grond van de criteria die het Europees Hof voor de Rechten  van  de  Mens  heeft  ontwikkeld,  moet  worden  onderzocht  of  de  immuniteit van  de  VN  een  toelaatbare  beperking  op  het  recht  op  toegang  tot  de  rechter  (art.  6 EVRM) oplevert; 
b.  De Hoge Raad stelde voorop dat de VN niet kan worden gedaagd voor enig nationaal gerecht  van  de  landen  die  partij  zijn  bij  de  Convention  on  the  Privileges  and Immunities of the United Nations; 
c.  De  overwegingen  van  het  Internationaal  Gerechtshof in  de  zaak  “Jurisdictional Immunities  of  the  State  (Germany  vs.  Italy:  Greece intervening)”  werden  door  de Hoge Raad in zijn arrest werden uitvoerig en met instemming geciteerd; 
d.  Met immuniteit wordt beoogd het geheel onafhankelijk functioneren van de VN zeker te  stellen;  die  immuniteit  dient  dan  ook  zonder  meer  een  legitiem  doel,  besloot  de Hoge Raad. 

Vraag 3

Welke criteria voor de uitoefening van het recht op zelfverdediging onder artikel 51  van  het  VN  handvest  komen  in  het Legal  consequences  of  the  construction  of  a wall in the occupied Palestinian Territory advies  naar voren?  

a.  ten  eerste,  er  moet  sprake  zijn  van  een  gewapende  aanval;  ten  tweede,  die  aanval moet toerekenbaar zijn aan een andere staat; en ten derde, die aanval moet afkomstig zijn van buiten het grondgebied van de aangevallen staat; 
b.  er  moet  sprake  zijn  van  een  gewapende  aanval  of  een  ernstige  dreiging  van  zulke aanval;  ten  tweede,  die  aanval  moet  toerekenbaar  zijn  aan  een  andere  staat;  en  ten derde, die aanval moet afkomstig zijn van buiten het grondgebied van de aangevallen staat; 
c.  er  moet  sprake  zijn  van  een  gewapende  aanval;  ten  tweede,  die  aanval  moet toerekenbaar zijn aan een andere staat of aan een niet-statelijke actor die zich bevindt buiten het grondgebied van de aangevallen staat; 
d.  geen enkele van de bovenstaande antwoorden is juist.  

Vraag 4

Aan welke criteria moet een humanitaire interventie volgens Nederland voldoen?  

a.  er  moet  sprake  zijn  van  ernstige  en  massale  schendingen  van  fundamentele mensenrechten; 
b.  er moet betrouwbaar en objectief bewijs zijn van de schendingen of van  de dreiging daarvan; 
c.  de regering van de betrokken staat kan of wil geen doeltreffende maatregelen treffen of is zelf verantwoordelijk voor de schendingen; 
d.  alle bovenstaande criteria zijn correct.  

Vraag 5

In het Legal consequences of the construction of a wall in the occupied Palestinian Territory advies en het Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons advies werd bepaald:  

a.  dat  voor  de  vaststelling  van  de  vraag  voor  het  rechtmatig  gebruik  van  geweld  in interstatelijke  betrekkingen  in  de  eerste  plaats  gekeken  moet  worden  naar  het ius  in bello, en vervolgens naar het ius ad bellum; 
b. dat het gebruik van geweld altijd leidt tot de vaststelling van een gewapend conflict; 
c.  dat  voor  de  vaststelling  van  de  vraag  voor  het  rechtmatig  gebruik  van  geweld  in interstatelijke  betrekkingen  allereerst  naar  het ius  ad  bellum  moet  worden  gekeken, vervolgens naar het ius in bello; 
d. dat mensenrechten niet gelden ten tijde van oorlog.

Vraag 6

Met  betrekking  tot  de  individuele  strafrechtelijke  aansprakelijkheid  inzake oorlogsmisdrijven onder internationaal publiekrecht kan gesteld worden dat deze:  

a. reeds enkele eeuwen internationaal erkend is, aangezien Grotius hier over schreef; 
b. in 1945 voor het eerst is erkend op internationaal niveau; 
c. alleen door het Internationaal Gerechtshof kan worden gehandhaafd; 
d. niet onderworpen is aan het beginsel van ne bis in idem.   

Vraag 7

Het Internationaal Monetair Fonds heeft niet tot doel:  

a.  het realiseren van stabiele wisselkoersen; 
b.  het verzekeren van inwisselbaarheid van munten; 
c.  het oplossen van betalingsbalansproblemen; 
d.  het versterken van de economische positie van ontwikkelingslanden.  

Vraag 8

Het internationaal milieurecht:  

a.  vormt van oudsher een onderdeel van het internationaal recht; 
b.  wijkt altijd voor eventuele economische belangen; 
c.  houdt zich niet alleen bezig met het milieu binnen de nationale rechtsmacht van staten, maar ook met het milieu buiten de nationale rechtsmacht van staten;  
d.  vloeit uitsluitend voort uit internationaal verdragsrecht. 

Vraag 9

Welke stelling ten aanzien van de rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof is juist?  

a.  Het Internationaal Gerechtshof is bevoegd om geschillen tussen staten te beslechten; 
b.  Het  Internationaal  Gerechtshof  is  bevoegd  om  geschillen  tussen  staten  en  geschillen tussen staten en internationale organisaties te beslechten; 
c.  Het  Internationaal  Gerechtshof  is  bevoegd  om  geschillen  tussen  staten  en  geschillen tussen staten en individuen ten aanzien van hun mensenrechten te beslechten; 
d.  Het  Internationaal  Gerechtshof  is  bevoegd  om  geschillen  tussen  staten  te  beslechten en om individuen te berechten voor internationale misdrijven.  

Vraag 10

Aan welke voorwaarden  moet  zijn voldaan voor een  onrechtmatige daad onder internationaal publiekrecht?  

a.  Een schending van een internationale rechtsplicht; 
b.  Een  schending  van  een  internationale  rechtsplicht  die  kan  worden  toegerekend  aan een staat; 
c.  Een  schending  van  een  internationale  rechtsplicht  die  kan  worden  toegerekend  aan een staat met materiële schade tot gevolg; 
d.  Een  schending  van  een  internationale  rechtsplicht  die  kan  worden  toegerekend  aan een staat met materiële schade tot gevolg en een causaal verband tussen het handelen van de staat en de ontstane schade.

Antwoordindicatie

Vraag 1: c

Vraag 2 : a

Vraag 3 : a

Vraag 4 : d

Vraag 5 : c

Vraag 6 : b

Vraag 7 : d

Vraag 8 : c

Vraag 9 : a

Vraag 10 : b

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1598