Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Kern van het internationaal publiekrecht. Hoofdstuk 12

Hoofdstuk 12: Wat zijn de middelen voor geschillenbeslechting binnen de internationale rechtsorde? 

12.1 Wat is de ontwikkeling van geschillenbeslechting? 

De internationale rechtsorde kende eerst alleen procedures voor de beslechting van geschillen tussen staten. Staten waren immers de enige dragers van rechten en plichten in de internationale rechtsorde. In het moderne internationaal publiekrecht heeft geschillenbeslechting ook betrekking op conflicten tussen internationale organisaties, individuen en nationale rechtspersonen. 

12.2 Wat zijn eenzijdige maatregelen? 

Een staat kan eenzijdige maatregelen nemen om een andere staat zover te krijgen dat hij zijn verplichtingen nakomt. Binnen de internationale rechtsorde zijn eenzijdige maatregelen een van de belangrijkste methodes om een staat zijn verplichtingen na te laten komen. Er is vaak geen rechter ter beschikking die een schending van een staat kan beëindigen.

Bij een schending van een rechtsplicht door een andere staat kan een staat reageren door retorsies of represailles. Retorsies zijn niet door het internationaal recht verboden.  Retorsies zijn maatregelen zoals het verbreken van diplomatieke betrekkingen of het opschorten van ontwikkelingshulp. Deze maatregelen zijn onrechtmatig als ze in specifieke verdragsbepalingen verboden worden. 

Represailles zijn echter wel door het internationaal recht verboden. Represailles zijn alleen rechtmatig als ze erop gericht zijn om een onrechtmatige daad van een andere staat te beëindigen. Represailles worden in dat geval ook tegenmaatregelen (countermeasures) genoemd. Tegenmaatregelen mogen alleen genomen worden als er aan een aantal voorwaarden is voldaan. Alleen gelaedeerde staten (injured states) hebben het recht om tegenmaatregelen te nemen. Deze gelaedeerde staten moeten de aansprakelijke staat eerst verzoeken om de schending te beëindigen en rechtsherstel te bieden. De aansprakelijke staat moet eerst in de gelegenheid worden gesteld om te onderhandelen, pas daarna kunnen tegenmaatregelen genomen worden. Er mogen geen tegenmaatregelen genomen worden als het geschil is voorgelegd aan een internationaal tribunaal. Als tegenmaatregelen genomen worden moeten deze evenredig zijn aan de aard van de geleden schade. Gewapende tegenmaatregelen, tegenmaatregelen die de rechten van de mens schenden en tegenmaatregelen die in strijd zijn met het dwingend recht zijn onrechtmatig. 

12.3 Wat is diplomatieke geschillenbeslechting? 

Staten kunnen proberen om via onderhandelingen of de betrokkenheid van een derde staat, een oplossing te vinden voor een geschil. De oplossing ligt vaak niet in een uitspraak waar sancties aan gebonden zijn, maar in een politiek aanvaardbare oplossing. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van verschillende diplomatieke methoden: onderhandelingen, goede diensten, bemiddeling, feitenonderzoek en conciliatie. Deze methoden worden in het nationaal recht alternatieve geschillenbeslechting genoemd. Verdragen en het internationaal recht laten het aan staten over om een methode te kiezen. 

12.3.1 Hoe vinden onderhandelingen plaats? 

Onderhandelingen zijn de eerst aangewezen weg om een geschil op te lossen. In sommige verdragen staat ook vast dat staten eerst moeten proberen een geschil op te lossen met onderhandelingen. Wilt de andere staat niet onderhandelen, dan kan het geschil voorgelegd worden bij een internationaal tribunaal. De optie van onderhandelingen blijft echter altijd openstaan. Onderhandelingen moeten te goeder trouw verlopen en de staten moeten hun wederzijdse rechten in aanmerking nemen. 

12.3.2 Wat zijn goede diensten? 

Als staten een geschil zelf niet kunnen oplossen, kunnen zij gebruik maken van de goede diensten van een derde partij. De derde staat helpt met de communicatie tussen de betrokken staten. Deze methode van geschillenbeslechting is voornamelijk nuttig als de betrokken staten weigeren om contact met elkaar te onderhouden. Vaak treedt de secretaris-generaal van de VN in zulke gevallen op. Staten zijn niet verplicht om gebruik te maken van goede diensten, wel kan het beschouwd worden als een manifestatie van goede trouw. 

12.3.3 Hoe vindt bemiddeling plaats? 

Een derde partij speelt een actievere rol bij bemiddeling dan bij goede diensten. Bij bemiddeling doet de derde partij voorstellen om de partijen te helpen om tot een oplossing te komen. Deze voorstellen kunnen worden bijgesteld. Soms kan het aanbieden van goede diensten uitmonden in bemiddeling. Bemiddeling kan uitgevoerd worden door elk persoon. Beide partijen moeten deze persoon wel ervoor geschikt achten. Bemiddeling kan alleen plaatsvinden als beide partijen daartoe instemmen. Zonder de wil van de betrokken partijen kan de bemiddelaar niet effectief functioneren. 

12.3.4 Wat is een feitenonderzoek? 

Een derde partij kan ook gevraagd worden om de feiten die ten grondslag liggen aan een geschil te verhelderen. Na zo'n feitenonderzoek kunnen onderhandelingen plaatsvinden om het geschil op te lossen. In enkele verdragen worden permanente commissies ingeschakeld voor een feitenonderzoek. 

12.3.5 Wat is conciliatie? 

Een derde partij speelt ook een rol in de laatste vorm van geschillenbeslechting, conciliatie, of ook wel verzoening genoemd. Vaak wordt conciliatie uitgevoerd door een conciliatiecommissie. Deze commissie formuleert een voorstel voor de oplossing van een geschil. In verdragen kan deze methode verlicht worden als alle andere methoden niet tot een oplossing zijn gekomen. Voorstellen van conciliatiecommissies zijn niet bindend. De betrokken partijen staan alleen onder politieke druk om het voorstel te aanvaarden. 

12.4 Hoe is de geschillenbeslechting binnen internationale organisaties? 

Internationale organisaties kunnen ook actief betrokken zijn bij geschillenbeslechting. De Veiligheidsraad van de VN heeft de verantwoordelijkheid om internationale vrede en veiligheid te beschermen. Bij internationale geschillen met het gebruik van geweld treedt de Veiligheidsraad op. 

12.4.1 Hoe vinden toezichtsprocedures plaats? 

Instituties die toezicht uitoefenen op de naleving van de verdragsverplichtingen zijn door verschillende multilaterale verdragen opgericht. Deze toezichtprocedures zorgen voor een effectieve toepassing van verdragsbepalingen. Ook kunnen deze procedures geschillen voorkomen of wegnemen. Toezichtprocedures hebben alleen betrekking op geschillen over de niet-naleving van internationale verplichtingen, voornamelijk van multilaterale verdragen die gemeenschappelijke belangen van staten beschermen. Bij zulke verdragen is het van belang dat alle staten zich aan hun verplichtingen houden. Toezicht kan bij multilaterale verdragen kan gehouden worden door alle partijen of door een institutie. 

Toezichtprocedures eindigen vaak niet in beslissingen met bindende rechtsgevolgen. Elke staat behoud ruimte bij het toepassen en interpreteren van de verplichtingen. Bij sommige verdagen worden deskundigen aangenomen om toezicht uit te oefenen. Soms wordt toezicht uitgeoefend na het verzoek van een van de verdragspartijen, maar organisaties kunnen ook uit eigen beweging toezicht uitoefenen over de naleving van een verdrag. 

Toezichtprocedures bestaan uit drie fases. Eerst wordt er voldoende informatie verzameld over het handelen van de betrokken staten. Vaak zijn organisaties afhankelijk van de informatie dat gegeven wordt door de staat zelf. In een beperkt aantal gevallen kunnen internationale organisaties inspectie uitvoeren op het grondgebied van een staat. Na het verzamelen van informatie wordt de uitvoering van verplichtingen beoordeeld. Meestal gebeurt dit na een uitleg van de staat zelf. Een beoordeling kan vaststellen dat er sprake is van strijd met het verdrag. Toezichthouders missen de bevoegdheid om het bindend vast te stellen. Ze kunnen alleen maatregelen nemen on naleving van verplichtingen te verbeteren. Organisaties kunnen ook dit doel bereiken door niet-naleving te publiceren (naming and shaming). Hiermee kan een staat reputatieschade oplopen. Er kunnen ook aanbevelingen aangenomen worden waarin een staat opgeroepen wordt de naleving van een verdrag te verbeteren. Aanbevelingen zijn niet bindend maar kunnen wel politieke druk op een staat leggen. 

Toezichthoudende organen kunnen ook de bevoegdheid hebben om sancties op te leggen. Sancties zijn echter niet de beste maatregel om naleving te verbeteren. Niet-naleving kan soms ook het gevolg zijn van te weinig mogelijkheden om een verplichting na te leven. In dat geval zal een sanctie weinig helpen. Maatregelen die de mogelijkheid versterken zullen dan sneller genomen worden. Vaak worden er ook maatregelen genomen die bestaande of nieuwe regels kunnen verduidelijken. 

12.5 Hoe wordt er gebruik gemaakt van arbitrage binnen het internationaal recht? 

Arbitrage leidt tot een bindende uitkomst op basis van internationaal recht. Arbitrage onderscheidt zich hierdoor van de eerdergenoemde geschillenbeslechting. Het verschil tussen arbitrage en rechtspraak is dat een arbitragetribunaal niet permanent van aard is. Bij arbitrage kunnen de partijen ook een verdergaande mate van controle uitoefenen over de samenstelling en procedure. 

12.5.1 Wat houdt arbitrage in? 

Arbitrage is geen permanent tribunaal. Er wordt bij een geschil een tribunaal opgericht die een op internationaal recht gebaseerde bindende uitspraak doet. Hedendaags is dit een belangrijke methode van geschillenbeslechting. 

12.5.2 Hoe is arbitrage opgericht? 

Er bestaat alleen een Permanent Hof van Arbitrage sinds 1899. Dit is echter geen permanent arbitrage tribunaal. Het is een internationaal bureau dat administratieve ondersteuning biedt aan partijen die door middel van arbitrage een conflict willen oplossen. Staten kunnen na het ontstaan van een geschil bij een verdrag (compromis) een tribunaal oprichten die het geschil gaat beslechten. Staten kunnen ook bepalen in een verdrag dat alle geschillen in de toekomst worden beslecht door arbitrage. Deze bepalingen worden compromissoire clausules genoemd. 

12.5.3 Hoe is de samenstelling van arbitragetribunalen? 

Staten kunnen kiezen voor één arbiter, maar het is gebruikelijk dat de partijen kiezen voor een tribunaal dat bestaat uit een groter oneven aantal arbiters. Vaak mogen de partijen allebei één of twee arbiters uitkiezen en die kiezen dan een neutrale arbiter. Als dit niet gebeurd wordt de neutrale arbiter gekozen door de secretaris-generaal van het Permanente Hof van Arbitrage. 

12.5.4 Wat is de bevoegdheid van arbitragetribunalen? 

Vaak staat in de overeenkomst waarbij een kwestie aan een tribunaal wordt voorgelegd, over welke rechtsvraag een tribunaal zich mag uitspreken, welk recht van toepassing is en welke bevoegdheden het tribunaal heeft. Het conflict wordt in de meeste gevallen opgelost op grond van internationaal recht, maar staten kunnen ook kiezen voor beslechting op grond van nationaal of Europees recht. 

12.5.5 Wat is de procedure bij een arbitragetribunaal? 

Partijen mogen bij een arbitragetribunaal ook zelf de procedureregels vaststellen. De ILC en PCA hebben wel modelregels opgesteld voor de procedures. Partijen kunnen deze regels volgen. 

Uitspraken van een arbitragetribunaal zijn bindend. Partijen kunnen wel ruimte laten voor interpretatie, herziening of vernietiging van de uitspraak. Als de bevoegdheid van het tribunaal is overschreden kan een partij de geldigheid van de uitspraak aanvechten. Een geschil over nietigheid kan langs diplomatieke weg worden uitgevochten. Het IGH kan bij erkenning van zijn rechtsmacht door de partijen hier een oordeel over vellen. 

12.5.6 Is arbitrage tussen particulieren en staten ook mogelijk? 

Arbitrage tussen particulieren en staten is mogelijk, wel wordt er gebruik gemaakt van bijzondere regels. Vaak wordt er gebruik gemaakt van arbitragetribunalen bij investeringsgeschillen. Dit komt doordat betrokkenen een snelle en bindende beslechting van hun geschillen willen. In de meeste gevallen is de ICSID het forum dat investeringsgeschillen beslecht. Dit is een zelfstandige organisatie die behoort tot de Wereldbank Groep. Het is echter geen arbitragetribunaal, maar de organisatie verleent wel administratieve diensten voor tribunalen. Voor het beslechten van geschillen moet de gaststaat en de staat van de investeerder partij zijn bij het ICSID en moeten beide partijen met de arbitrage hebben ingestemd. Deze instemming kan gegeven worden door middel van een overeenkomst, of een bepaling in de nationale wetgeving, of bij een verdrag tussen de gaststaat en de staat van de investeerder. 

De bevoegdheid en procedure worden bepaald door het ICSID, als de partijen verder niks overeenkomen. Er wordt bij het beslechten van investeringsgeschillen in de meeste gevallen het internationaal recht als grondslag gebruikt. Dit is vaak gunstiger voor de investeerder. De uitspraak van een tribunaal vormt binnen het grondgebied van de partijen een executoriale titel. Dit betekent dat de uitspraak gelijk gesteld wordt met een nationale uitspraak. 

12.6 Hoe vindt rechtspraak plaats binnen het internationaal recht? 

12.6.1 Wat is internationale rechtspraak? 

De bevoegdheid en procedure van internationale rechtspraak is gebaseerd op het internationaal recht. De uitspraak is bindend voor beide partijen. Rechtspraak verschilt van arbitrage door een rechterlijk orgaan dat permanent in zitting is. Partijen hebben bij rechtspraak een relatief beperkte ruimte om invloed uit te oefenen op de samenstelling, bevoegdheden en procedures. Internationale tribunalen opereren onafhankelijk van elkaar en hebben geen hiërarchische verhouding. Tribunalen houden wel rekening met elkaars uitspraken. 

Internationale rechterlijke tribunalen ontlenen zijn bevoegdheden en procedures van verdragen. Tribunalen verschillen van elkaar doordat de doelstellingen van verdragen ook verschillen. 

12.6.2 Hoe werkt het Internationaal Gerechtshof binnen het internationaal recht? 

Het Internationaal Gerechtshof (IGH) is het gerechtelijke orgaan van de VN. Het IGH kan rechtspreken over elke vraag van internationaal recht en het Hof staat open voor alle staten van de wereld. Het IGH heeft in de zeventig jaar dat het bestaat nog maar 160 zaken behandeld. De uitspraken van het Hof zijn echter wel gezaghebbend en maatgevend voor de stand van het algemeen internationaal recht. De bevoegdheden en werkwijze van het Hof staan vast in het Statuut van het IGH dat een deel is ven het VN-Handvest. Leden van de VN zijn automatisch ook lid van het Statuut. Het IGH heeft als taak de beslechting van geschillen tussen staten en het brengen van adviezen op verzoek van de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad. 

Het Hof bestaat uit vijftien onafhankelijke rechters. Deze rechters worden gekozen door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad en benoemd voor een periode van negen jaar. Bij een geschil mogen beide partijen een rechter met hun nationaliteit in de zitting hebben. Het Hof kan ook op verzoek een Kamer instellen. 

Alleen staten hebben toegang tot het Hof. Het Hof kan alleen een oordeel vellen over een resolutie door een incidentele vraag in een geschil tussen staten. 

Staten moeten vooraf instemming gegeven aan het Hof. Dit kan op drie manieren. Staten kunnen een geschil voorleggen bij een bijzondere overeenkomst (compromis). De rechtsmacht van het Hof is dan beperkt tot alleen dit geschil. Staten kunnen bij een verdrag het Hof de bevoegdheid geven om geschillen in de toekomst te beslechten (compromissoire clausule). De gedaagde staat kan het Hof niet beletten zijn bevoegdheid uit te oefenen. Het Hof kan ook de bevoegdheid ontlenen aan facultatieve verklaringen van staten. Staten erkennen dat het Hof bevoegd is op voorwaarde dat de andere partij dezelfde verplichting aanvaardt. Staten kunnen elkaar voor het Hof dagen, zonder instemming van de andere partij. Wel kunnen er voorbehouden verbonden zijn aan facultatieve verklaringen. Deze voorbehouden kunnen van temporele aard zijn, maar kunnen ook bepaalde typen geschillen uitzonderen. Als een staat een voorbehouden heeft gemaakt kan de andere partij zich ook op dit voorbehouden beroepen. 

Een staat kan de rechtsmacht van het Hof ook aanvaarden door voor het Hof te verschijnen of door duidelijk te maken dat het de rechtsmacht van het Hof aanvaardt. Dit wordt forum prorogatum genoemd. 

Het Hof stelt termijnen vast voor de schriftelijke en mondelinge behandeling. De schriftelijke fase bestaat uit eerst het memorie en contramemorie, en daarna het repliek en dupliek. De gedaagde partij kan tijdens de schriftelijke procedure preliminaire bezwaren opwerpen. De staat kan ook de ontvankelijkheid van de vordering in twijfel trekken. Het Hof beslist dan eerst over de ontvankelijkheid en de rechtsmacht. Het Hof kan tijdens de procedure uit eigen beweging voorlopige maatregelen opleggen. Deze maatregelen zijn bindend. Als het rechtsbelang van een derde staat wordt getroffen door de beslissing van het Hof, kan deze staat het Hof verzoeken tussen deze staten te komen (interventie). Als het geschil gaat om de interpretatie van een verdrag, hebben alle lidstaten het recht om tussenbeide te komen. 

Het Hof beslist bij meerderheid, de stem van de president geeft de doorslag bij staking van stemmen. Rechters kunnen wel een aanvullende of afwijkende motivering van de conclusie geven (concurring opinions). Rechters die het niet eens waren met de meerderheid kunnen een afwijkend standpunt hebben (dissenting opinions). De uitspraak van het Hof is bindend en niet vatbaar voor beroep of vernietiging. Sommige staten geven geen gevolg aan uitspraken. De andere staat kan dan een beroep doen bij de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad kan aanbevelingen doen of maatregelen nemen om het vonnis te doen uitvoeren. 

Het Hof geeft ook adviezen aan organen van de VN. Deze organen moeten wel bevoegd zijn om adviezen te vragen. Deze adviezen zijn niet bindend maar wel gezaghebbend. 

12.6.3 Hoe gaat de Wereldhandelsorganisatie te werk? 

Het WTO wordt in veel gevallen gebruikt gemaakt bij geschillenbeslechting. Dit komt doordat het politieke gehalte van de geschillen beperkter is, er bestaat weinig risico dat de uitspraken juridische of politieke belangen raken en door de snelle beslechting van handelsgeschillen. De procedure van geschillenbeslechting staat onder controle van het DSB. Dit is een politiek orgaan dat het laatste woord heeft. 

Het DSB stelt panels in die bestaan uit drie regeringsfunctionarissen en/of vertegenwoordigers van staten. Doordat dit vaak geen juristen zijn kunnen de panels niet beschouwd worden als een vorm van internationale rechtspraak. Hoger beroep is mogelijk bij het beroepsorgaan. 

Alle staten en andere territoriale eenheden die zijn opgenomen in het WTO-systeem hebben toegang tot de WTO-procedure. Alle leden hebben bij de bekrachtiging van het WTO-Verdrag de bevoegdheid van het geschillenbeslechtingsorgaan aanvaard. Een staat moet eerst door middel van consultaties een geschil proberen op te lossen. Als dat niet lukt kan hij het DSB verzoeken om een panel te vormen dat gaat oordelen over het geschil. Het DSB neemt de rapporten van de panels aan. De verliezende partij kan in hoger beroep gaan bij de Beroepsinstantie. Deze instantie beperkt zich tot de juridische aspecten van het rapport. Zij hebben de bevoegdheid om het rapport te wijzigen, te bevestigen of te vernietigen. Het DSB kan tegenmaatregelen nemen als een staat geen uitvoering geeft aan het rapport. 

12.6.4 Hoe werkt het Hof van Justitie van de Europese Unie? 

Het Hof van Justitie van de Europese Unie ziet toe op de naleving en toepassing van de oprichtingsverdragen van de EU. Het Hof van Justitie van de Europese Unie onderscheid zich van alle andere internationale tribunalen. De Europese Commissie kan bij het Hof een procedure starten tegen een staat vanwege niet-nakoming. Het Hof is een onafhankelijke rechterlijke orgaan dat hierin een oordeel gaat geven. De lidstaten en de andere organen van de EU kunnen ook bij het Hof een nietigverklaring vragen van besluiten of regelingen die hun rechtstreeks en individueel raken. Belanghebbende personen kunnen hierdoor rechtsbescherming vinden tegen dergelijke besluiten. Het Hof kan ook uitleg geven over het Europees recht aan nationale rechters. Nationale rechters moeten het Europees recht op een zo veel mogelijke uniforme wijze kunnen uitleggen. Nationale rechters kunnen bij twijfel over de uitlegging of geldigheid van dat recht een prejudiciële vraag stellen aan het Hof. Het Hof kan bij niet-nakoming een dwangsom opleggen aan een staat. 

12.7 Hoe vindt rechtspraak inzake de rechten van de mens plaats? 

De rechtspraak van de rechten van de mens wijkt af van de bovengenoemde vormen van rechtspraak. 

12.7.1 Hoe werkt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens? 

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is ingesteld om de nakoming van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te verzekeren. Het Hof heeft 47 verdragspartijen en de rechtsstaat bij al deze verdragspartijen versterkt. Het Hof is echter niet in staat om alle klachten te verwerken. Het Veertiende Protocol biedt hiervoor een aantal oplossingen zoals een alleenzittende rechter en de mogelijkheid om een klacht niet-ontvankelijk te verklaren. 

Het Hof bestaat uit 47 rechters die gekozen worden door de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa. De rechters zijn onafhankelijk. Wel kan de betrokken staat een rechter kiezen die het nationaal recht kan voorlichten. Het Hof behandeld klachten van staten en particulieren.

Het EHRM heeft rechtsmacht over alle kwesties die over de toepassing en interpretatie gaan van het EVRM. Het Hof beoordeelt of hij bevoegd door middel van de ontvankelijkheidseis. De klager moet een slachtoffer zijn. Indirecte slachtoffers kunnen ook in naam van het slachtoffer een klacht indienen. De klacht moet zich richten tot een verdragspartij (ratione personae). De klacht moet ook betrekking hebben op een bepaling van het EVRM of een van de bijbehorende protocollen (ratione materiae). Het Hof is alleen bevoegd om kennis te nemen van klachten over feiten die hebben plaatsgevonden nadat het verdrag door de staat is bekrachtigd (ratione temporis). Het Hof is beperkt tot de gebieden die onder de rechtsmacht zijn van verdragspartijen (ratione loci). 

Een klacht moet eerst ontvankelijk verklaard worden voordat het Hof de klacht in behandeling neemt. Belangrijke ontvankelijkheidseisen zijn de uitputting van nationale rechtsmiddelen en de klacht moet binnen de termijn van zes maanden ingediend zijn. Wanneer nationale rechtsmiddelen niet effectief zijn, hoeft er niet voldaan worden aan de eerst eis. Het EHRM wilt zich niet buigen over feiten die zich te ver in het verleden afgespeeld hebben. Daarom is het termijn van zes maanden ingesteld. De klacht mag ook niet gelijk zijn aan een eerdere klacht waar al uitspraak over is gedaan. Als een verzoekschrift kennelijk ongegrond is, wordt deze ook niet-ontvankelijk verklaard. Dit kan gebeuren als de klacht niet onderbouwd is of als er geen schending is van het EVRM. 

Nadat het Hof een klacht ontvankelijk heeft verklaard gaat een Kamer de zaak minnelijk proberen te schikken. De staat verricht dan een bepaalde prestatie jegens de klager, en de klager onthoudt zich vervolgens van verdere juridische stappen. Als er geen minnelijke schikking wordt behaald, behandelt een Kamer de zaak en zal hier een uitspraak over vellen. Er vindt ook een zitting plaats. Tijdens de behandeling kunnen derde staten tussenbeide komen. Het Hof heeft de bevoegdheid om voorlopige maatregelen te nemen. 

Wanneer een Kamer een zaak te ingewikkeld vindt kan hij deze doorverwijzen naar de Grote Kamer. Dit kan echter niet als een van de betrokken partijen daar bezwaar tegen maakt. Gebeurt dit niet, dan doet de Kamer zelf uitspraak over het geschil. Dit moet gebeuren met een meerderheid van de rechters. 

Partijen kunnen binnen drie maanden na de uitspraak van de Kamer in hoger beroep bij de Grote Kamer. De Grote Kamer kan het verzoek aanvaarden als de zaak leidt naar een ernstige vraag betreffende de interpretatie of toepassing van het verdrag. Staten zijn verplicht om de einduitspraak (van de Kamer of de Grote Kamer) ten uitvoer te leggen. Het Hof kan aan slachtoffers schadevergoeding en genoegdoening toekennen. 

Het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft de taak om toezicht te houden op het uitvoeren van de uitspraak door staten. 

12.7.2 Wat zijn de overige regionale procedures? 

Bij een schending van het Europees Sociaal Handvest kunnen werkgevers- en werknemersorganisaties van de lidstaten een klacht indienen bij het Europees Comité voor Sociale Rechten. Dit is geen rechterlijk orgaan. Individuen wiens rechten in Amerikaanse staten zijn geschonden, kunnen een klacht indienen bij de Inter-Amerikaanse Mensenrechten Commissie. Zij kunnen een bindende uitspraak doen. In het Afrikaanse systeem bestaan ook een Commissie en een Hof waar individuen klachten kunnen indienen. 

12.7.3 Wat zijn de procedures bij schending van mensenrechten onder de VN-Verdragen? 

Bij VN-Verdragen zijn Verdragscomités opgericht die uitspraak doen over individuele klachten. De procedures van deze verdragen zijn grotendeels gelijk. De klachten worden beoordeeld door een verdragscomité, bijvoorbeeld het Mensenrechtencomité. Bij dit comité worden echter wel veel minder klachten ingediend dan bij het EHRM. Dit komt mede doordat de uitspraak van het Mensenrechtencomité niet bindend is. 

Het Mensenrechtencomité bestaat uit achttien onafhankelijke experts. Zij worden gekozen door de lidstaten van het IVBPR. Bij het IVBPR kunnen staten en individuen een klacht indienen. De ontvankelijkheidseisen bij het Mensenrechtencomité zijn grotendeels gelijk als de eisen bij het EHRM. Bij het Mensenrechtencomité zijn klachten die al eerder behandeld zijn door een internationale instantie echter wel ontvankelijk. 

De procedure van het Mensenrechtencomité verloopt schriftelijk. Er vindt geen zitting plaats. Wel heeft het Comité de bevoegdheid om voorlopige maatregelen te nemen om leed van het slachtoffer te voorkomen. Voorlopige maatregelen moeten nageleefd worden, gebeurt dit niet, dan is dit een schending van het Verdrag en het Facultatief Protocol. 

Het Comité geeft een einduitspraak (view) en geeft aan wat het beste rechtsherstel is. Staten zijn niet vrij om deze view naast zich neer te leggen, zij moeten zelf maatregelen gaan nemen. 

12.8 Hoe werkt strafrechtspraak in het internationaal recht? 

12.8.1 Wat is internationaal strafrechtspraak? 

Internationaal strafrechtspraak komt in grote lijnen overeen met het nationaal strafrecht. Het verschilt echter wel van de hiervoor behandelde soorten rechtspraak. 

12.8.2 Wat zijn Ad-hoc tribunalen? 

Ad-hoc tribunalen zijn speciaal opgericht voor de strafrechtelijke afwikkeling van een conflict. Het Neurenberg Tribunaal was opgericht voor de berechtiging van de hoofdverantwoordelijken voor de misdrijven die begaan zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit was het begin van internationaal strafrechtspraak. Het Neurenberg Tribunaal was een internationaal straftribunaal doordat het een internationale grondslag en samenstelling had. De oprichtende staten hadden aan het Neurenberg Tribunaal hun rechtsmacht ontleend. Het Tribunaal bestond uit vier rechters en de verdachten werden berecht voor misdrijven tegen de vrede, oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid. 

In 1993 en 1994 werden het Internationaal Tribunaal voor het voormalige Joegoslavië en het Internationaal Tribunaal voor Rwanda opgericht door de Veiligheidsraad van de VN. De grondslag van de rechtsmacht van deze tribunalen ligt in de bevoegdheid van de Veiligheidsraad. Tribunalen die opgericht zijn door de Veiligheidsraad kunnen orders richten tot alle staten op grond van artikel 25 VN-Handvest. Tribunalen die opgericht zijn bij verdrag, kunnen alleen de lidstaten verplichtingen opleggen. 

12.8.3 Wat is de taak van het internationaal Strafhof? 

Sinds 2002 bestaat het Internationaal Strafhof, dit is een permanent internationaal straftribunaal. Dit is het eerste permanente rechterlijke orgaan voor de berechting van verdachten die een gevaar vormen voor de vrede, de veiligheid en het welzijn van de wereld. Er zijn sinds de oprichting maar 26 zaken voor het Hof gebracht. 

Het Hof bestaat uit achttien rechters. Deze rechters worden uit de vergadering van verdragspartijen. De vergadering kiest ook de Aanklager. 

De bevoegdheden en werkwijze van het Hof staan vast in het Statuut. Het Hof kan alleen individuen berechten voor ernstige misdaden die de internationale gemeenschap als geheel raken, zoals genocide. Het Hof is alleen bevoegd om misdaden te berechten die gepleegd zijn na de inwerkingtreding van het Statuut. Lidstaten moeten wel instemmen met de bevoegdheid van het Hof. Dit kunnen staten doen door ad-hoc instemming te geven of door partij te worden van het Statuut. De staat waar het misdrijf is begaan of de staat van nationaliteit van de verdachte moet dus instemming geven. 

Partijen kunnen een situatie aangeven bij de Aanklager en hem vragen dit verder te onderzoeken. De Veiligheidsraad kan ook een zaak naar het Hof verwijzen. De staat van nationaliteit van de verdachte of de staat waar het misdrijf gepleegd is moet in dat geval wel partij zijn van het Statuut. De Aanklager kan echter ook uit eigen beweging een onderzoek starten. Deze bevoegdheid is wel met de nodige waarborgen omkleed. 

Het Hof is complementair aan nationale gerechten. Dit houdt in dat de berechting van verdachten in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de staten. Een zaak is pas ontvankelijk bij het Hof als de staat niet bereid is om de vervolging uit te voeren 

Het Hof werkt samen met staten bij het onderzoek en bij de vervolging. Het Hof heeft maar beperkte mogelijkheden om deze samenwerking af te dwingen. Als het Hof iemand schuldig verklaart kan het Hof diegene een gevangenisstraf opleggen van maximaal levenslang. Staten zullen deze gevangenisstraf ten uitvoer leggen onder toezicht van het Hof. De veroordeelde en de Aanklager kunnen in hoger beroep bij de Kamer van Beroep. 

Tentamentips: 

  • Er is een verschil tussen het EVRM en het EHRM. Het EVRM is een verdrag en het EHRM is het Hof dat oordeelt over schendingen van het EVRM. Haal dit niet door elkaar. Vergeet ook niet dat dit verdrag is opgesteld door de Raad van Europa, dit is niet de Europese Unie!
  • Je moet goed weten wat het verschil is tussen arbitrage en rechtspraak. 
  • Het is belangrijk om te weten bij welke organisaties uitspraken bindend zijn en bij welke organisaties niet. Het Mensenrechtencomité heeft bijvoorbeeld geen bindende uitspraken. 
  • De ontvankelijkheidseisen moet je kennen. Voornamelijk de eis dat alle nationale rechtsmiddelen uitgeput zijn. Ook moet je weten wat de ratione personae, ratione materiae en ratione temporis zijn. 
  • Ken de bijbehorende jurisprudentie en alle schuingedrukte woorden! 

 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: HannahFvz16
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2100