Oefententamens Handelsrecht - RUG
- 3434 keer gelezen
Paddington Fashion BV produceert en verkoopt lieve berenkleding en berenbeeldjes. Het bestuur van Paddington Fashion BV bestaat uit vijf bestuurders. Volgens de bij het handelsregister gedeponeerde statuten zijn de afzonderlijke bestuurders niet bevoegd om overeenkomsten aan te gaan die het bedrag van €10.000 overschrijden. Een van de bestuurders koopt namens Paddington Fashion BV juwelen van Gold BV ten bedrage van €15.000. Dit is een reële prijs. Gold BV is op de hoogte van de in de statuten van Paddington Fashion BV opgenomen vertegenwoordigingsregeling.
Kan Paddington Fashion BV met succes door Gold BV worden aangesproken tot betaling van de koopprijs?
BV K heeft drie aandeelhouders (L, M en N). Iedere aandeelhouder heeft stemrecht. X en Y zijn de bestuurders van BV K. BV K heeft tevens een RvC, die bestaat uit drie personen. Tijdens de vakantie van X besluiten L, M en N, zonder dat een AV plaatsheeft en buiten medeweten van de bestuurders en commissarissen, met algemene stemmen om X als bestuurder te ontslaan. L, M en N laten BV K per e-mail weten dat zij hebben ingestemd met de wijze van besluitvorming, dat het besluit tot ontslag van bestuurder X is genomen en dat zij allen voor het voorstel tot het ontslag van bestuurder X hebben gestemd.
Is het besluit tot ontslag van X als bestuurder rechtsgeldig, nietig of vernietigbaar?
Hoe luidt het antwoord op vraag 3 indien gegeven is dat BV K een structuurvennootschap is en de gegevens voor het overige gelijk zijn?
De drie bestuurders van de coöperatie Coöperatieve Tompoucen Unie W.A. kopen gezamenlijk namens de coöperatie een Tompoucenverwerkingsinstallatie van € 375.000 van firma Q. Omdat de betaling op zich laat wachten, besluit Q het handelsregister te raadplegen. De Kamer van Koophandel laat hem weten dat de coöperatie nooit is ingeschreven in het handelsregister.
Wie kan/kunnen door firma Q met succes worden aangesproken tot betaling van de koopprijs? Voor welk bedrag?
R en S oefenen een bakkersbedrijf uit in de vorm van een VOF. Het bedrijf staat er in financieel opzicht niet erg florissant voor. Een bijkomend probleem is dat de oven vervangen moet worden. In een poging het bedrijf een nieuwe impuls te geven, besluiten R en S een NV op te richten, met een geplaatst kapitaal van €60.000 dat bestaat uit 600 aandelen op naam met elk een nominale waarde van € 100. R en S worden ieder 50%-aandeelhouder en zijn voornemens het bakkersbedrijf in te brengen ter volstorting van de aandelen. R en S vinden hun vriend T, een ervaren manager, bereid om enig bestuurder van de NV te worden.
Met de oprichting van de NV zijn nog enkele weken gemoeid. Om geen kostbare tijd te verliezen, schaft S namens de op te richten NV alvast een nieuwe oven aan (koopprijs: € 25.000). S spreekt met de leverancier van de oven af dat de koopprijs door de NV wordt betaald. Na de oprichting weigert T de koopovereenkomst te bekrachtigen omdat hij meent dat de koopprijs te hoog is.
Is het mogelijk om bij oprichting van de NV het bakkersbedrijf in te brengen ter volstorting van de aandelen? Zo ja, aan welke voorwaarde(n) moet zijn voldaan? Zo nee, waarom niet?
Kan de leverancier van de oven R, S, T en/of de NV met succes aanspreken tot betaling van de koopprijs? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
A, B en C zijn de maten van advocatenkantoor ‘ABC Advocaten’. A heeft schilder S opdracht gegeven het houten hek rond zijn landgoed te lakken. Nadat S het hek strak in de lak heeft gezet, wendt hij zich tot A voor betaling. A beschikt echter niet over de benodigde liquiditeiten om de rekening van € 5.000 te betalen. S, die al verschillende keren A heeft aangemaand tot betaling, besluit daarop het aandeel van A in de maatschap uit te winnen.
Kan S het aandeel van A in de maatschap uitwinnen?
B koopt ten behoeve van de maatschap faxpapier bij een kantoor-groothandel. B voldoet de rekening uit eigen middelen.
Kan B de kosten die zijn gemoeid met de aanschaf van het faxpapier, doorberekenen aan de maatschap?
X BV verkoopt een partij hondenvoer aan Taste of the wild dogs BV op 16 februari 2017 voor €10.000. Taste of the wild dogs BV heeft de partij opgeslagen in haar magazijn. De factuur van deze partij hondenvoer is nog niet voldaan als zij op 20 februari 2017 failleert. Tot curator wordt aangesteld Mr. Fikkers. Al snel krijgt Fikkers een telefoontje van de heer B, de bestuurder van X BV. B meldt dat X BV op grond van art. 7:39 e.v. BW een terugvorderingsrecht heeft en dat hij een afspraak wil maken met Fikkers voor het snel ophalen van de door X BV verkochte partij hondenvoer. Fikkers antwoordt dat hij diverse partijen hondenvoer heeft gezien in het magazijn van de failliet en dat B vooralsnog niet welkom is. Fikkers wil op zijn gemak uitzoeken of de partij hondenvoer, die door X BV is geleverd, zich daadwerkelijk in het magazijn van de failliet bevindt en, zo ja, in welke staat.
Welke weg staat voor de curator open om een en ander op zijn gemak uit te zoeken? Motiveer uw antwoord.
BV Kano wordt op 1 mei 2017 failliet verklaard. De curator ziet geen mogelijkheden voor een doorstart en besluit daarom om het personeel van BV Kano, met inachtneming van de daarvoor geldende opzegtermijn en met machtiging van de Rechter-Commissaris, te ontslaan. Eén van de ontslagen werknemers, Hielke Schipper, heeft een vordering van € 3.000 op BV Kano ter zake van loon verschuldigd door BV Kano over de maanden februari, maart en april 2017. Daarnaast heeft Hielke Schipper een vordering van € 2.000 ter zake van het over de opzegtermijn verschuldigde loon.
Leg uit aan Hielke Schipper wat zijn positie is als schuldeiser in het faillissement van BV Kano wat betreft beide vorderingen.
Van den Broek verkoopt en levert in april 2017 voor een vriendenprijsje een nieuwe inbouwkeuken ter waarde van € 25.000 voor € 10.000 aan zijn buurman Kok. Van den Broek gaat van dat geld meteen met vakantie naar Willemstad (Curaçao), waar hij een huis bezit. Het restant van de € 10.000 bewaart Van den Broek in een kluis, die is verstopt in een keukenkastje. Tijdens een inbraak in het huis wordt de kluis met inhoud gestolen. In juni 2017 gaat Van den Broek failliet. De curator wil de tussen Van den Broek en Kok gesloten overeenkomst met betrekking tot de inbouwkeuken ongedaan maken. De keuken is nog niet ingebouwd, maar staat in dozen in de garage van Kok.
Leg uit welk juridisch middel de curator kan inzetten om de transactie ongedaan te maken en welke gevolgen dit heeft voor de boedel en voor Kok.
Het Franse mode- en parfumhuis Dior is houder van het geldige Benelux-woordmerk ‘Poison’. Dit merk is onder andere ingeschreven voor parfum. Tromp heeft in Duitsland 1.000 met parfum gevulde flesjes ‘Poison’ gekocht. Deze flesjes zijn met toestemming van merkhouder Dior in Duitsland in het verkeer gebracht. Daarnaast heeft Tromp in Nederland 1.000 flesjes ‘Poison’ zonder inhoud op de kop weten te tikken. Deze lege flesjes vult Tromp voor de helft met water en de andere helft vult hij aan met ‘Poison’ parfum, afkomstig uit de flesjes die hij in Duitsland heeft gekocht. Vervolgens vult Tromp de 1.000 nog voor de helft met ‘Poison’ parfum gevulde flesjes die hij in Duitsland heeft gekocht, aan met water. De 2.000 aangelengde flesjes ‘Poison’ biedt Tromp te koop aan in zijn winkel in de Zwanestraat in Groningen.
Kan merkhouder Dior zich met succes tegen de handelwijze van Tromp verzetten?
Dit Formule 1 raceseizoen verloopt voor Max Verstappen zeer teleurstellend. In de zes in 2017 gehouden races is hij vier keer uitgevallen met motorpech. De ANWB heeft deze gebeurtenissen aangegrepen om een nieuwe reclamecampagne te starten. Sinds vorige week verschijnt in de landelijke dagbladen een advertentie met een gefotoshopte afbeelding waarop Max achter het stuur zit van een ANWB takelwagen met daarop zijn Formule 1 racewagen. Boven de advertentie staat: “Wij zijn er voor iedereen!”. Op deze gefotoshopte afbeelding is Max duidelijk te herkennen. Max is woedend. Hij heeft de ANWB geen toestemming gegeven voor het gebruik van de afbeelding.
Kan Max zich met succes tegen de advertentie verzetten?
Tijdens een zware storm in het voorjaar van 2017 ontstaat schade aan één van de gebouwen van de Rijksuniversiteit Groningen (hierna: RuG). De schade aan het gebouw, dat een herbouwwaarde (en werkelijke waarde) heeft van € 5 miljoen, beloopt € 100.000. Het pand is, zo blijkt, in de loop van de tijd door de RuG bij twee verschillende verzekeraars tegen stormschade verzekerd: bij verzekeraar A en bij verzekeraar B. De verzekering bij verzekeraar A is in 2010 afgesloten voor een periode van tien jaar, met een verzekerde som van € 3 miljoen. Bij verzekeraar B is in 2014 voor een periode van vijf jaar een verzekering afgesloten, met een verzekerde som van € 6 miljoen.
Welke verzekeraar kan met succes door de RuG worden aangesproken tot het betalen van schadevergoeding?
Stel dat zowel verzekeraar A als verzekeraar B met succes door de RuG kan worden aangesproken tot het betalen van schadevergoeding. Voor welk bedrag kan de RuG beide verzekeraars met succes aanspreken?
Ja, inbreng in natura is mogelijk. Oprichters R en S dienen een beschrijving op te maken van het in te brengen bedrijf; zie art. 2:94a lid 1 BW. Over deze beschrijving dient een accountant een verklaring af te leggen, die onder meer inhoudt dat de waarde van het bedrijf ten minste beloopt het bedrag van de stortingsplicht waaraan R en S moeten voldoen; zie art. 2:94a lid 2 BW.
De leverancier kan de koopprijs niet verhalen op de NV: zij is niet aan de overeenkomst gebonden omdat zij deze niet heeft bekrachtigd; zie art. 2:93 lid 1 BW. S kan wel worden aangesproken: S is hoofdelijk verbonden, omdat de NV de overeenkomst niet heeft bekrachtigd; zie art. 2:93 lid 2 BW. R kan niet worden aangesproken, omdat R de overeenkomst niet namens de NV i.o. heeft gesloten. Om dezelfde reden kan ook T niet worden aangesproken.
Het besluit is vernietigbaar op grond van art. 2:15 lid 1 sub a jo. art. 2:227 lid 4 BW omdat de bestuurders en commissarissen geen raadgevende stem hebben kunnen uitoefenen. Het besluit is eveneens vernietigbaar op grond van art. 2:15 lid 1 sub a jo. art. 2:238 lid 2 BW omdat de bestuurders en commissarissen niet in de gelegenheid zijn gesteld om advies uit te brengen. Het besluit is bovendien vernietigbaar op grond van art. 2:15 lid 1 sub b BW omdat bestuurder X het recht op hoor en wederhoor is onthouden, hetgeen in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
Het besluit is nietig op grond van art. 2:14 lid 1 BW jo. art. 2:272 BW: de RvC is het bevoegde orgaan/de AV is niet bevoegd.
Firma Q kan de koopprijs verhalen op de coöperatie en de bestuurders. De coöperatie kan voor het gehele bedrag worden aangesproken omdat zij is gebonden aan de overeenkomst (NB: zie art. 2:53a jo. art. 2:45 lid 1 BW). De bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk en kunnen derhalve ook elk voor het gehele bedrag worden aangesproken; zie art. 2:53a jo. art. 2:29 lid 2 BW. NB 1: firma Q kan geen beroep doen op art. 2:55 BW. NB 2: antwoord gebaseerd op HR Ontvanger/Roelofsen of HR Beklamel is niet goed: niet gegeven is dat bestuurders ten tijde van het sluiten van de overeenkomst wisten of behoorden te weten dat ...
Ingevolge art. 2:240 lid 2 BW is de bestuurder van Paddington Fashion BV vertegenwoordigingsbevoegd. Deze bevoegdheid wordt geacht onbeperkt en onvoorwaardelijk te zijn; zie art. 2:240 lid 3 BW. De reden hiervoor is dat de in de statuten vervatte beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid tot een bedrag tot €10.000 niet tot de wet te herleiden is. Paddington Fashion BV is gebonden aan de overeenkomt en kan met succes worden aangesproken tot betaling van de koopprijs. Dat Gold BV op de hoogte is van het feit dat de bestuurder de beperking heeft overschreden, doet hier niet aan af: de Bibolini-uitzondering doet zich niet voor, want de transactie is niet bijzonder nadelig voor de BV.
Nee, slechts zaakscrediteuren kunnen zich verhalen op het gemeenschapsvermogen; zie art. 3:192/3:191 lid 1 BW.
Ja. B heeft weliswaar op eigen naam gehandeld, maar de aanschaf faxpapier voor advocatenkantoor is te kwalificeren als een beheershandeling (een handeling die gelet op het doel van de maatschap behoort tot de normale werkzaamheden); zie art. 7A:1676 BW.
De curator kan als belanghebbende aan de r-c verzoeken de afkoelingsperiode te gelasten voor in principe twee maanden, met een eenmalige verlenging van twee maanden. Hierdoor kan BV X tijdelijk geen gebruikmaken van haar opeisingsrecht. Zie art. 63a lid 1 Fw.
De preferente vordering (art. 3:288 sub e BW) van Hielke Schipper ter zake van de voor faillietverklaring vervallen termijnen moet ter verificatie worden ingediend. De vordering ter zake van loon over de opzegtermijn (dus de loontermijnen die vervallen vanaf de dag van de faillietverklaring) is een preferente boedelschuld, die niet ter verificatie hoeft te worden ingediend; zie art. 40 lid 2 Fw. Hielke Schipper kan meteen betaling verlangen van de curator.
Curator zal een beroep doen op de actio pauliana (art. 42 Fw). Deze actie leidt ertoe dat de koopovereenkomst wordt vernietigd. Op beide partijen rust een ongedaanmakingsverplichting. Op Kok rust op grond van art. 51 lid 1 Fw de verplichting tot teruggave van de keuken. De curator kan de keuken zo nodig revindiceren. De keuken keert terug in de boedel. De curator moet in beginsel de koopprijs teruggeven aan Kok. Echter, omdat de boedel niet is gebaat, heeft Kok slechts een concurrente vordering in het faillissement van Van den Broek; zie art. 51 lid 3 Fw.
Hoewel alle producten/waren door de merkhouder zelf/met zijn toestemming in de EER/EU in het verkeer zijn gebracht is toch geen sprake van uitputting van het merkrecht. De toestand van de producten/waren is, nadat zij door de merkhouder in het verkeer zijn gebracht, gewijzigd of verslechterd; art. 2.23 lid 3 BVIE. Dior heeft dus een gegronde reden om zich te verzetten tegen de handelwijze van Tromp. Zie Geerts nr. 55.
Portret is niet in opdracht vervaardigd. Art. 21 Aw is derhalve van toepassing. Heeft Max een redelijk belang? Ja: hij heeft een commercieel belang en dus recht op een billijke vergoeding. Zo lang die niet is aangeboden/betaald kan hij zich met succes verzetten / gebruik van portret in een commerciële reclame-uiting is aantasting van persoonlijke levenssfeer waardoor hij zich met succes kan verzetten.
Er is sprake van een dubbele verzekering. Beide verzekeraars kunnen worden aangesproken (de RuG kan in zo’n geval kiezen welke verzekeraar zij aanspreekt); zie art. 7:961 BW. Zie Hoofdzaken Verzekeringsrecht, hoofdstuk 2.4.
B kan met voorbijgaan aan A voor het gehele bedrag worden aangesproken. A kan slechts worden aangesproken tot vergoeding van 60% (3/5 deel) van de schade (dus voor €60.000). Er is immers sprake van onderverzekering; zie art. 7:958 lid 5 BW. De RuG kan in dit geval het resterende deel van de schade (€ 40.000) claimen bij B. Zie Hoofdzaken Verzekeringsrecht, hoofdstuk 2.4.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oefententamens te gebruiken bij het vak Handelsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2020 |
Add new contribution