Samenvatting Psychology (Gray)

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014. Meer recente, complete versies en Engelstalige varianten vind je elders op dit platform

Hoofdstuk 1. De grondslagen van de psychologie als wetenschap

De psychologie wordt gedefinieerd als de wetenschap van het gedrag en de geest. Met gedrag wordt verwezen naar observeerbare acties van mensen en dieren. Met de geest (mind) wordt bedoeld ‘alle menselijke subjectieve ervaringen zoals het geheugen, de gevoelens en de dromen van de mens’, maar ook alle onbewuste kennis en gewoontes die invloed hebben op het bewuste gedrag van mensen. De wetenschap wordt in dit boek gedefinieerd als 'Pogingen om door middel van systematische verzameling van observeerbare data, en de logische analyse daarvan, antwoorden te vinden op vragen'

De mens is het enige wezen dat zijn acties, gevoelens, dromen en gedachten kan overdenken. Deze mogelijkheid tot reflecteren hebben geleid tot het ontstaan van de psychologie als wetenschap. De belangrijkste vraag die we onszelf binnen de psychologie stellen is: “waarom denken, voelen en gedragen mensen zich zoals ze doen?” De geest is niet direct observeerbaar en daarom is men in de psychologie vaak aangewezen op het interpreteren van observeerbare gedragingen.

 

De geschiedenis van de psychologie

Het jaar 1879 wordt vaak gezien als het jaar waarin de psychologie als wetenschap ontstond. In dat jaar opende Wilhelm Wundt het eerste universitaire, psychologische laboratorium. Ook onderwees Wundt in psychologie en was hij de auteur van het eerste boek over psychologie.. De ideeën die ten grondslag liggen aan de psychologie stammen echter al van vóór Wundt. De drie ideeën die als fundering van de psychologie bekend staan, zijn:

1: Gedrag en mentale processen hebben een fysieke oorzaak en zijn dus op die manier toegankelijk voor wetenschappelijke analyse

Ideeën over de fysieke basis van gedrag en mentale processen worden al beschreven in werken van de oude Grieken. Dualisme is een filosofie die voortkomt uit het geloof en stelt dat het lichaam en de geest (mind) twee aparte maar nauw verbonden systemen zijn. Het lichaam wordt gezien als iets materieels dat kan worden bestudeerd, en de geest als zijnde iets bovennatuurlijks dat niet kan worden bestudeerd. Lange tijd was de invloed van de kerk zo groot dat er niet werd getwijfeld aan het idee van het dualisme.

 

Decartes’ dualisme

Descartes (1596-1650) verschoof de nadruk van de geest naar het lichaam. Hij kwam hiertoe door het bestuderen van reflexen en door het ontleden van zowel het menselijk lichaam als dieren. Descartes ging er vanuit dat zelfs complexe gedragingen het resultaat zijn van lichamelijke mechanismen, zonder dat de geest daar invloed op heeft. Een reflex is dus een bepaalde stimulus uit de fysieke wereld die leidt tot een bepaalde reactie van het organisme. Als verschil tussen mens en dier noemt Descartes het vermogen tot denken. Het denkproces is alleen nuttig als het kan reageren op de sensorische input van het lichaam. Het probleem met Descartes dualisme is dat het niet verklaart hoe een niet-materieel systeem, zoals de geest, invloed kan uitoefenen op het materiële lichaam. Een andere beperking is dat de theorie strikt afbakent wat wel en wat niet kan worden bestudeerd door de wetenschap.
Hobbes’ materialisme

De Engelsman Hobbes (1588-1679) ontwikkelde ongeveer tegelijkertijd met Descartes een visie die afweek van die van de kerk. Zijn filosofie stelt dat de geest of de ziel niet bestaat en dat alles bestaat uit materie en energie, deze visie noemt men nu materialisme Volgens Hobbes kan al het menselijke gedrag begrepen worden als fysieke processen in het lichaam, in het bijzonder processen in de hersenen. Het denkproces komt volgens hem voort uit de mechanismen van de hersenen. Het mag duidelijk zijn dat deze filosofie geen beperkingen stelt aan wat wetenschappelijk bestudeerd kan worden binnen de psychologie.

 

Negentiende-eeuwse fysiologie

Het idee van het lichaam als machine heeft vele deuren geopend voor de fysiologie, de studie van het menselijk lichaam en haar werking. Vooral de ontdekkingen over het zenuwstelsel in de 19e eeuw zijn van groot belang geweest voor het begin van de wetenschappelijke psychologie.

Een ontwikkeling die vooral van belang was voor de latere opkomst van de psychologie, was een toegenomen inzicht in reflexen. De basisindeling van het zenuwstelsel was welbekend aan het begin van de negentiende eeuw. In 1822 demonstreerde Franҫois Magendie dat zenuwen die het ruggenmerg in gingen, twee verschillende paden bevatten: één om boodschappen vanuit de sensorische receptoren in de huid naar het centrale zenuwstelsel over te brengen, en één om boodschappen vanuit het centrale zenuwstelsel terug naar de spieren te sturen. Sommige fysiologen dachten dat al het menselijk gedrag plaatsvond via reflexen en dat zogenaamde vrijwillige handelingen eigenlijk complexe reflexen zijn. Deze visie wordt ook wel reflexologie genoemd, en één van de belangrijkste verdedigers van deze visie was M. Sechenov. Een andere belangrijke vooruitgang in de negentiende-eeuwse fysiologie was het concept van de lokalisatie van functies. Dat wil zeggen, het idee dat specifieke delen van de hersenen specifieke functies dienen in mentale ervaringen en gedrag. Personen die onderzoek deden op dit gebied waren Johannes Müller, Pierre Flourens en Paul Broca.

2: De manier waarop een persoon zich gedraagt, wat hij voelt en hoe hij denkt wordt tijdens de levensloop beïnvloed door zijn omgeving

 

Empirisme

Het materialisme leidde tot de stroming van het empirisme. Het empirisme stelt dat menselijke kennis en het gedachteproces voortkomen uit sensorische ervaringen. De input van de zintuigen is de basis van onze kennis van onze omgeving en deze kennis stelt ons in staat om ons aan onze omgeving aan te passen. Bekende aanhangers van het Brits empirisme zijn John Locke (1632-1704) en John Stuart Mill (1806-1873).

De Britse empiristen stellen geheel in lijn met het materialisme dat gedachten ervaringen reflecteren en dus niet voortkomen uit vrije wil. Volgens hen komen complexe gedachten en ideeën voort uit het onderling koppelen van elementaire ideeën, die gevormd zijn door sensorische ervaringen. Het belangrijkste principe is de law of association by contiguity. De wet stelt dat als je kort na elkaar twee sensaties ervaart, deze in je hersenen met elkaar worden geassocieerd. Als je daarna aan de ene sensatie denkt, komt de ander ook automatisch weer in je hoofd op. Bijvoorbeeld, wanneer een kind een hap neemt van een appel, ervaart het bepaalde sensaties zoals het zien van de rode kleur van de appel, de vorm, het proeven van zoete smaak en het horen van het woord ‘appel’ als een volwassene dit uitspreekt. Al deze sensaties worden als geheel ervaren en worden dus geassocieerd in het geheugen van het kind tot het complexe idee ‘appel’. Wanneer het kind daarna het woord ‘appel’ hoort, denk het aan de vorm, de kleur en de smaak, of wanneer het kind een appel ziet denkt het aan het woord ‘appel’. Door het onderling verbinden van allerlei ervaringen en concepten komen complexe associaties tot stand. De law of association by contiguity is nog steeds belangrijk voor het begrijpen van de processen van het leren en het geheugen. Het belangrijkste in het empirisme is dat het aandacht vraagt voor de invloed van ervaring, dat tevens terug te vinden is in alle facetten van de psychologie.

 

Nativisme

Nativisme is het tegenovergestelde van het empirisme. Het nativisme stelt dat bepaalde kennis en vaardigheden aangeboren zijn en dat ervaring daar niets mee te maken heeft. Alleen met deze basis zou het mogelijk zijn om te leren. De basis van het nativisme ligt in Duitsland en heeft in Immanuel Kant (1724-1804) een bekende aanhanger. Kant maakt onderscheid tussen twee soorten kennis: a priori is aangeboren en a posteriori wordt verworven door ervaring. Kant stelt dat a posteriori-kennis alleen mogelijk is door a priori-kennis.

3: Het menselijk lichaam dat gedrag en mentale processen produceert is het resultaat van evolutie door natuurlijke selectie.

Kant stelde weliswaar dat bepaalde dingen zijn aangeboren, maar hij had geen idee hoe dit zo gekomen is. Charles Darwin (1809-1882) kwam met ideeën hierover in zijn inmiddels wereldberoemde boek The Origin of Species. Darwin presenteerde in dit boek zijn beroemde proces van natuurlijke selectie. Kort gezegd komt het erop neer dat individuen die eigenschappen hebben waardoor ze zich goed kunnen aanpassen aan hun omgeving, een grotere kans hebben om te overleven en zich voort te planten. Zo worden de succesvolle eigenschappen van generatie op generatie doorgegeven en steeds verder verspreid door de populatie.

 

Niveaus van verklaringen

Het doel van psychologen is mentale processen en gedrag verklaren. Ze proberen voor alles de oorzaak te achterhalen. Deze oorzaken zijn vaak complex en kunnen op verschillende niveaus en verschillende manieren worden onderzocht. Binnen de psychologie zijn er twee categorieën qua niveau van analyse. In principe kan elk gedrag worden onderzocht op alle van de hieronder beschreven niveaus.

De eerste categorie is de biologische categorie. Deze bestaat uit drie niveaus:

1.                   Het neurale niveau is het niveau waarbij de oorzaak in de hersenen wordt gezocht. Omdat elk mentaal proces en elk gedrag een product is van het zenuwstelsel is het zoeken van een neurale verklaring vaak erg handig. Mensen die in dit veld werkzaam zijn, zijn gedragsneurowetenschappers. Soms onderzoeken ze kleine structuren en soms grote structuren. Een ander deel van hun werk is het bestuderen van de werking van hormonen en medicatie, en hun invloed op gedrag.

2.                   Op het genetische niveau wordt de oorzaak in de genen gelegd. Genen zijn eenheden met erfelijk materiaal. Genen zorgen voor de opbouw van het hele lichaam en dus ook voor de opbouw van de hersenen. Ook zorgen zij voor de verschillen tussen mensen. De mensen die werkzaam zijn in dit veld worden gedragsgenetici genoemd. Zij bestuderen zowel mensen als dieren, en onderzoeken bijv. DNA-codes (om uit te zoeken welke genen bijdragen aan een specifiek kenmerk).

3.                   Het evolutionaire niveau gaat er van uit dat de oorzaak in het proces van natuurlijke selectie ligt. Evolutionaire psychologen onderzoeken onder andere hoe een bepaald kenmerk een rol gespeeld heeft in het proces van de natuurlijke selectie. Meestal gaat het dan om het bestuderen van evolutionaire functies.

 

De tweede categorie is de ervaringscategorie. Deze bestaat uit vijf niveaus:

1: Op het niveau van leren wordt de oorzaak gezocht in de eerdere ervaringen van de persoon. Eerdere ervaringen hebben invloed op gedrag en mentale processen. Leerpsychologen verklaren gedrag dan ook alleen door middel van eerdere ervaringen. Zo bestuderen ze ook wat de meest efficiënte manier is om nieuwe vaardigheden te leren.

2: Op het cognitieve niveau ligt de oorzaak in de kennis en de overtuigingen van de persoon. Cognitie wordt gedefinieerd als de informatie die op de een of andere manier in de hersenen wordt opgeslagen en die weer geactiveerd kan worden door de werking van de hersenen. Het is het makkelijkst te begrijpen met behulp van de computeranalogie. De hersenen zijn als een computer. De hersenen werken volgens bepaalde regels van handelen (de software) en het is mogelijk data erin op te slaan en die op een later moment weer tevoorschijn te halen. Van deze opgeslagen informatie is een deel aangeboren, een deel aangeleerd, deels bewust, en deels onbewust. Cognitief psychologen onderzoeken de cognities die ten grondslag liggen aan gedrag. Ook houden ze zich bezig met het achterhalen van hoe informatie opgeslagen en geordend wordt, oftewel met het geheugen. Waar een leerpsycholoog er van uit gaat dat ervaring in de omgeving leidt tot een verandering in gedrag, gaat een cognitief psycholoog er van uit dat een dergelijke ervaring leidt tot een verandering in kennis of overtuiging en dat dit het geen is dat leidt tot een verandering in gedrag.

3: Op het sociale niveau worden de oorzaken gezocht in de invloed van anderen. Mensen zijn sociale wezens en daardoor heeft de wijze waarop we anderen zien behoorlijk veel invloed op ons gedrag. Sociaal psychologen hebben de taak te onderzoeken hoe anderen gedrag beïnvloeden. Een belangrijke term voor sociaal psychologen is de term: social pressure. Omdat het voornamelijk gaat om de opvattingen en gedachten over anderen spreekt men ook wel van sociaalcognitieve verklaringen.

4: Bij het culturele niveau wordt de oorzaak gezocht in de cultuur waarin iemand opgroeit. Elke cultuur heeft zijn eigen kenmerken en beïnvloedt zo de mensen die in die cultuur leven. S Culturele verklaringen worden onderzocht door cultureel psychologen. Culturele verklaringen hebben betrekking op veel grotere groepen en meer indirecte contacten dan sociale verklaringen.

5: Op het ontwikkelingsniveau zoekt men de oorzaak in leeftijdsgerelateerde veranderingen. Gedrag kan deels voorspeld worden door iemands leeftijd en ontwikkelingsfase. De typische mentale processen en gedragingen die bij een bepaalde leeftijd horen worden onderzocht door ontwikkelingspsychologen. Zij beschrijven gedrag en gedragsveranderingen over de levensloop. Ook zijn ze geïnteresseerd in de processen die aan deze gedragsveranderingen ten grondslag liggen. In ontwikkelingsverklaringen komen eigen verklaringen van alle andere niveaus samen omdat ze allemaal op de ontwikkeling kunnen worden toegepast.

 

Nog meer kanten van de psychologie

Binnen de psychologie bestaan natuurlijk nog veel meer specialisaties, maar daarbij gaat het meer om wat er bestudeerd wordt dan om het niveau van analyse. Denk bijvoorbeeld aan motivatiepsychologie, klinische psychologie en sensorische psychologie. Psychologie is geen op zichzelf staande wetenschap. Psychologie is verbonden met de verschillende natuur-, sociale- en humanitaire wetenschappen. Voorbeelden hiervan zijn respectievelijk biologie, sociologie en taalwetenschappen. Psycholoog is een beroep. Het is een beroep dat vele vormen aan kan nemen zoals onderzoeker, therapeut alsook docent.

Buitenstaanders zien psychologie vaak als een studie van abnormaal gedrag, terwijl psychologie voornamelijk de studie is van normaal gedrag. De geest is een betwistbaar concept en er wordt dan ook veel gediscussieerd over de betekenis van het woord ’geest’. Een manier om ‘geest’ te interpreteren is als bewuste ervaringen. Probleem hierbij is: wat is bewustzijn? Een andere manier om ’geest’ te zien is als alle kennis en regels die zijn opgeslagen in de hersenen en die aan de basis van gedrag liggen. Meer de computeranalogie dus. Ondanks dat we de geest niet direct zien is het wel een bruikbaar concept in de psychologie.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Samenvatting van Psychology van Gray - 7e druk

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2672
Search a summary, study help or student organization