TentamenTickets bij Statistical Methods for the Social Sciences van Agresti en Finlay - 5e druk

Wat zijn statistische methoden? – TentamenTickets 1

  • Het is voor iedereen mogelijk om statistiek te leren gebruiken, zelfs zonder veel wiskundige voorkennis en zelfs met angst voor statistiek. Het belangrijkst hierbij zijn logisch nadenken en doorzettingsvermogen.

  • Om het nut van statistiek in te zien, houd het doel van een steekproef voor ogen: data die informatie geeft over de gehele populatie.

  • Het is soms lastig om onderscheid te maken tussen beschrijvende statistiek en inferentiële statistiek. Bedenk hierbij wat je zelf uit een steekproef zou willen halen: wat voor informatie over het gedrag van mensen is waardevol om te achterhalen? Aan de hand van het doel van een steekproef is makkelijker te bepalen of het gaat om samenvattende statistiek of voorspellende statistiek.

Welke soorten steekproeven en variabelen zijn er? – TentamenTickets 2

  • Het is makkelijk om het overzicht te verliezen bij de vele verschillende soorten variabelen. Een trucje is om je een onderzoek in te beelden dat je zelf interessant vindt, bijvoorbeeld hoeveel make-up vrouwen dragen, en je af te vragen welke soort variabelen gebruikt kunnen worden. Je kunt uitgaan van categorische variabelen met een nominaal meetniveau (geen make-up versus wel make-up) of een ordinaal meetniveau (geen make-up, een beetje make-up, veel make-up, of heel veel make-up). Ook kun je uitgaan van kwantitatieve variabelen, bijvoorbeeld gemeten in aantal miligram gebruikte make-up per dag. Is er dan sprake van een interval meetniveau of een ratio meetniveau? Zijn de variabelen discreet of continu? Via welke soorten onderzoek kun je de hoeveelheid make-up meten? En met welke soorten bias moet je rekening houden? Stel jezelf deze vragen voor een paar mogelijke onderzoeksonderwerpen.

  • Als je parameter een lastig begrip vindt, probeer deze dan aan te wijzen in verschillende onderzoeken, zodat het begrip concreter wordt. Bedenk je dat de parameter hetgene is waar het om draait.

  • Een veelgebruikte term binnen de statistiek is margin of error, de foutmarge, meestal ongeveer 3%. Als dit significant groter of kleiner is dan 3%, geeft dit informatie over de kwaliteit van een onderzoek.

  • Naast simpele random steekproeven zijn ook systematische steekproeven, gestratificeerde steekproeven, clustersteekproeven en getrapte steekproeven mogelijk. In de praktijk worden echter simpele random steekproeven het meest gebruikt.

Hoe werkt beschrijvende statistiek? - TentamenTickets 3

  • Als je moet kiezen om data weer te geven met een gemiddelde, mediaan of modus, bestudeer dan eerst de data en beoordeel hoe je deze zelf zou interpreteren. Als de waarden bijvoorbeeld verrassend hoog uitvallen, of als het achterliggende doel van een onderzoek is om aan te geven dat veel respondenten juist in het midden zitten, kies dan de centrummaat die dat het duidelijkst weergeeft.

  • De beste manier om statistiek te leren bedrijven, blijft oefenen! Zorg dat je een paar keer de centrummaten hebt berekend (gemiddelde, mediaan en modus).

  • Laat je niet afschrikken door formules. Als je formules moeilijk vindt, bijvoorbeeld die van de standaarddeviatie, schrijf dan voor jezelf in letters op wat de onderdelen van de formule zijn. De som van kwadraten bijvoorbeeld, ∑ (yiȳ)2, is de som van alle uitkomsten van de steekproef, min het gemiddelde, in kwadraat.

  • Het belang van de standaarddeviatie kan moeilijk overschat worden, deze komt vaak terug in de statistiek. Zorg dat je weet hoe je de standaarddeviatie moet berekenen en snapt welke informatie de standaarddeviatie geeft.

Hoe gebruik je kansverdelingen voor statistische inferentie? - TentamenTickets 4

  • Bij statistische inferentie is het bij elk vraagstuk van belang of het gaat over de steekproef, de populatie, of het verband daartussen. Een manier om dit te visualiseren, is om je twee (normale) verdelingen in te beelden, met bijvoorbeeld de steekproef links en de populatie rechts. Een hoop aanduidingen zijn belangrijk (ȳ, s, µ, σ, z), zorg dat je weet welke bij de steekproef hoort en welke bij de populatie.

  • Bij sommige kenmerken is het makkelijk voor te stellen dat ze beschouwd worden als variabelen in een onderzoek. Bijvoorbeeld leeftijd, stemgedrag, gewicht, aantal kinderen etc. De kansverdelingen van deze variabelen kunnen vervolgens worden geanalyseerd met behulp van maten zoals het gemiddelde ȳ en de standaarddeviatie s van de steekproeven. Het gemiddelde en de standaarddeviatie kunnen ook worden beschouwd als variabelen en worden weergegeven in een verdeling, enzovoorts. Dit systeem werkt net als Russische poppen die in elkaar passen; er is telkens weer een diepere dimensie. Dit idee helpt misschien om deze tekst beter te begrijpen.

  • Het onderscheid tussen de steekproefverdeling en de verdeling van de data van de steekproef klinkt niet erg logisch in het Nederlands, maar zo wordt het nou eenmaal genoemd, dus zorg dat je dit verschil snapt.

  • Als je niet weet waar je moet beginnen bij het uitrekenen van een wiskundig vraagstuk, begin dan met inventariseren of je alle benodigde gegevens hebt. Als je bijvoorbeeld de z-score moet berekenen, zorg dan dat je eerst de waarde van de standaarddeviatie hebt gevonden.

Hoe maak je schattingen voor statistische inferentie? – TentamenTickets 5

  • Bootstrap methoden worden pas recent aan boeken over statistiek toegevoegd. Of docenten hier vragen over zullen stellen op tentamens, zal afhangen van de docenten en in hoeverre ze mee willen gaan in recente ontwikkelingen.

  • De proportie van de populatie wordt aangeduid met pi (π), hiermee wordt niet het getal pi bedoeld.

  • Als je tijd wilt winnen bij het berekenen van betrouwbaarheidsintervallen, leer dan uit je hoofd dat voor betrouwbaarheidsintervallen van 95% en 99% de z-score gelijk is aan 1.96 en 2.58.

Hoe gebruik je significantietoetsen? – TentamenTickets 6

  • Oefen een aantal keer met het uitvoeren van een significantietoets, ook zodat je de P-waarde kunt interpreteren.

  • Bekijk goed welke informatie je wel en niet nodig hebt, de binomiale distributie wordt bijvoorbeeld weinig gebruikt.

  • Er zijn veel manieren om de effectgrootte te berekenen, hier wordt slechts een manier genoemd. Als je nog veel verder wilt gaan in de statistiek, is het de moeite waard om bijvoorbeeld op internet meer te lezen over de effectgrootte en de verschillende berekeningen die Cohen heeft ontwikkeld.

Hoe vergelijk je twee groepen met elkaar in de statistiek? – TentamenTickets 7

  • Er zijn een hoop variaties en toepassingen mogelijk van significantietoetsen. Voor een beter begrip van de formules, helpt het om de algemene formule te kennen: de toetsingsgrootheid (bijvoorbeeld z-score) meet het aantal standaardfouten tussen de schatting en de waarde van de nulhypothese. Dit komt neer op: (schatting – nulhypothesewaarde) / standaardfout.

  • Steeds meer toetsen worden uitgevoerd met software. Zeker voor de complexere, minder reguliere of zelfs nonparametrische methoden om gemiddelden of proporties te vergelijken, volstaat het om te weten welke toets je in welke situatie gebruikt. Mocht dat specifieke geval zich voordoen, dan kun je er meer informatie over opzoeken of zelfs de formules die de software gebruikt om de toets te berekenen.

Hoe kun je het verband tussen categorische variabelen analyseren? – TentamenTickets 8

  • Een kruistabel lijkt simpel maar bij het rekenen ermee, sluipen foutjes makkelijk in de formules. Zorg dat je een paar keer hebt geoefend met de chi-kwadraattoets, de odds ratio, residuen en gamma. Bijvoorbeeld met oefeningen in statistiekboeken of op internet.

Hoe werken lineaire regressie en correlatie? – TentamenTickets 9

  • Zelfs in statistiekboeken wordt het advies gegeven: iedereen die serieuze dingen onderneemt met regressieanalyse, gebruikt software. Ook apps kunnen veel bewerkingen uitvoeren. Het belangrijkste bij lineaire verbanden is dus niet de formules uit je hoofd kennen of uitgebreid in de meest complexe situaties uit kunnen werken, maar begrijpen welke analysemiddelen mogelijk zijn, in welke gevallen je ze gebruikt, en hoe je de resultaten interpreteert.

  • Lineaire regressie is geen makkelijk onderwerp. Je kunt je er, zonder er iets van te begrijpen, doorheen werken door van alle parameters de eigenschappen, verbanden tot elkaar en interpretatiemogelijkheden uit je hoofd te leren. Maar als je begrijpt wat de vergelijkingen uitrekenen, al is het maar gedeeltelijk, dan kom je bij multipele regressie minder in de problemen.

  • Ook al wordt het populatieresidu niet vaak gebruikt in de statistiek, filosofisch gezien biedt het interessante mogelijkheden.

Welke vormen hebben multivariate verbanden? – TentamenTickets 10

  • De kunst is niet om de naam te weten van de verschillende soorten multivariate verbanden, maar om ze te kunnen toepassen op echte praktijksituaties. Oefeningen maken heeft in ieder geval een causaal verband met beter worden in statistiek.

  • De term 'controleren' wordt binnen de statistiek op een andere manier gebruikt dan buiten de statistiek. Bekijk bij vraagstukken over statistiek dus of de gebruikelijke betekenis van controleren wordt bedoeld (nagaan of iets klopt), of de puur statistische betekenis (het effect van een derde variabele doen verdwijnen).

  • Een begrip dat hier nog niet expliciet is behandeld, is een moderator, een algemeen begrip. Een moderator is een variabele die het verband verandert.

  • Je kunt je afvragen of multivariate verbanden los kunnen worden behandeld als onderwerp, of dat dit eigenlijk samen met multipele regressie een onderwerp vormt. In ieder geval is multipele regressie (meer dan) gecompliceerd genoeg, het is beter om het in stapjes te behandelen.

Hoe analyseer je multipele regressie? – TentamenTickets 11

  • Als je tijd of moeite wilt besparen in het doorgronden en onthouden van ingewikkelde methoden, bekijk dan van tevoren welke statistieken rechtstreeks uit SPSS of andere programma's gehaald kunnen worden.

  • SSE, TSS, correlatie, determinatiecoëfficiënt: bij multipele regressie zijn een hoop termen betrokken. Zoek even terug wat ze ook alweer voor informatie geven, zodat de berekeningen meer tot leven komen.

  • Als je niet snapt wat de multipele correlatie en de multipele determinatiecoëfficiënt inhouden, bestudeer dan goed wat de (gewone) correlatie en de (gewone) determinatiecoëfficiënt zijn. Voor multipele regressie zijn deze concepten soortgelijk, alleen dan voor meerdere variabelen.

  • De meeste boeken over statistiek behandelen eerst lineaire regressie en later pas multipele regressie. Echter is bivariate lineaire regressie eigenlijk een bijzonder geval van regressie. Een alternatieve benadering zou beginnen met multipele regressie, met een voetnoot dat bivariate lineaire regressie een bijzonder simpel geval is dat ook voor kan komen.

Hoe werkt ANOVA? – TentamenTickets 12

  • Als regel zal de keuze meestal uitgaan naar een betrouwbaarheidsinterval in plaats van een significantietoets. Dit geldt zelfs bij een complex vraagstuk zoals het vergelijken van de variantie binnen groepen. Dit omdat een betrouwbaarheidsinterval preciezere informatie geeft.

  • Als je al iets hebt gedaan in SPSS, dan is de kans groot dat je in het verleden ANOVA al hebt gebruikt zonder dat je het doorhad.

  • Als je je afvraagt wie bepaalde onderdelen van ANOVA heeft uitgevonden, dan is R.A. Fisher een goeie gok. Aan deze statisticus hebben we een hoop onderdelen van de statistiek te danken.

  • Om te oefenen met dummyvariabelen, bedenk een onderzoek wat je zelf interessant zou vinden, met twee verklarende categorische variabelen en een kwantitatieve responsvariabele, wat je met tweeweg-ANOVA kunt uitvoeren.

  • Als je begrijpt wat sfericiteit inhoudt, hoef je je weinig zorgen meer te maken over je capaciteiten om statistiek te doorgronden. Als je niks begrijpt van sfericiteit, ook geen zorgen, dit is een complex en weinig voorkomend onderwerp.

Hoe werkt multipele regressie met zowel kwantitatieve als categorische predictoren? – TentamenTickets 13

  • Grafieken interpreteren is belangrijk om meer inzicht te krijgen in wat een model inhoudt en welke invloed de variabelen hebben.

  • Deze tekst voegt inzichten samen over verschillende onderwerpen: significantietoetsen, minste-kwadratenlijnen, interactie, kruisproducten, determinatiecoëfficiënten enzovoorts. Als je dit makkelijk volgt, kun je er snel doorheen lopen. Als je niet direct snapt wat de termen ook alweer inhouden, is het een mooie aanleiding om de uitleg van de afzonderlijke onderwerpen er extra mee te bestuderen.

  • Als je begrijpt hoe regressie werkt met zowel categorische als kwantitatieve variabelen, dan snap je hoe het merendeel van het onderzoek in de sociale wetenschappen werkt!

  • Een ongestructureerde correlatie klinkt paradoxaal en het is moeilijk om hier voorbeelden van te noemen, maar het kan voorkomen.

Hoe construeer je een model voor multipele regressie van extreme of sterk gecorreleerde data? – TentamenTickets 14

  • Probeer heteroscedasticiteit eens snel tien keer achter elkaar te zeggen.

  • Robuuste variantie en recente ontwikkelingen in nonparametrische regressie zijn pas recent toegevoegd aan de mogelijkheden van de statistiek. Het zal per onderzoeker verschillen of deze ontwikkelingen worden toegejuicht of met scepticisme worden bekeken.

Hoe werkt logistische regressie? – TentamenTickets 15

  • Als je op de middelbare school goed was in logaritmen, werkt dit in je voordeel. Als dit echter niet je favoriete onderwerp was, ook geen zorgen, de primaire taken van onderzoekers zijn passende modellen vinden en de uitkomsten uitleggen. Het rekenwerk wordt bijna altijd door software gedaan.

  • Als je de hiërarchie van vijf maten van afhankelijkheid ingewikkeld vindt, pak dan voor de variabelen x, y en z drie kleuren en teken rondjes om te visualiseren op welke manieren ze kunnen overlappen.

Access: 
Public
This content is related to:
Statistical Methods for the Social Sciences van Agresti, 5e druk

Image

This content is also used in .....

Tips en Tentamentickets Psychologie: per vak

TentamenTickets bij Multivariate Data Analyse (MVDA) aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets bij Multivariate Data Analyse (MVDA) aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets: Tips & Tricks bij het voorbereiden op de tentamens

  • Bij de bespreking van de opdrachten in de werkgroepen komt naar voren of onderwerpen vaak op het tentamen komen of niet. Het is dus aan te raden om de werkgroepen te volgen en om aantekeningen van een ander te regelen als je door ziekte een keer een werkgroep hebt gemist.

  • Op het tentamen worden er doorgaans 5 vragen over week 1 t/m 7 en 4 of 5 vragen over techniekkeuzen gesteld. Leer met betrekking tot de techniekkeuzen de verschillende meetniveaus goed en welk effect die hebben op de keuze voor onderzoekstechniek. Zie bijvoorbeeld op joho.org: Welke analyse methode kan er voor aparte soorten problemen worden gebruikt?

  • Er zal waarschijnlijk naar de assumpties worden gevraagd, naar welke toets je moet doen (theorievragen) en er zullen mogelijk rekenvragen worden gesteld. Er zal ook output worden gegeven waar je mee moet werken en waar vragen over worden gesteld. Je mag een spiekbrief en een rekenmachine gebruiken.

Access: 
Public
TentamenTickets bij Psychologie als Wetenschap aan de Universiteit Utrecht

TentamenTickets bij Psychologie als Wetenschap aan de Universiteit Utrecht

TentamenTickets

De belangrijkste stromingen binnen de Psychologie als Wetenschap zijn:

  • Structuralisme
  • Evolutietheorie
  • Functionalisme
  • Gestalt Psychologie
  • Positivisme
  • Behaviorisme
  • Neobehaviorisme
  • Ontwikkelingspsychologie
  • Sociale Psychologie

Een aantal andere tips voor het voorbereiden op je tentamen zijn:

  • Het is goed om de pioniers per stroming in te kunnnen delen en de grootste verschillen en overeenkomsten met elkaar te kunnen beschrijven.
  • Zoek bij alle stromingen de tegenstellingen of de verbanden met andere stromingen, zodat je niet alleen inhoudelijk de stroming kan uitleggen maar vooral ook de stroming kan relateren aan de wetenschappelijke discussie en de maatschappelijke ontwikkelingen (hier wordt zeker naar gevraagd op het tentamen)
  • Bij het bestuderen van de stof leer je informatie synthetiseren en structureren; oefen je het begrijpen en toepassen van ethische aspecten van onderzoek; scherp je je in het kritisch bestuderen en analyseren van theorieën, beweringen en bevindingen en ontwikkel je je eigen standpunten
  • Door het reflecteren op het geleerde en het relateren aan wetenschappelijke discussies leer je informatie in een bredere wetenschappelijke context kunnen plaatsen en een uitwisseling van argumenten kunnen plaatsen in een wetenschapsfilosofische context
  • De colleges geven een helder overzicht van de belangrijkste zaken van het vak; vooral de slides zijn zeer verhelderend
  • Het vak gaat voornamelijk over belangrijke wetenschappelijke theoretische stromingen en om de belangrijke pioniers van de psychologie die daaraan hebben bijgedragen
  • Per stroming is het vooral belangrijk om de hoofdkenmerken te weten en niet per se alle details
  • Experimenten zijn goed om te kennen en aan de verschillende stromingen te kunnen koppelen. De experimenten worden vooral uitgebreid in het boek behandeld.
Voor het vak Psychologie als Wetenschap zul je opdrachten maken die meetellen voor je eindcijfer. Let hierbij op het volgende:
  • Neem voordat je je onderzoek opzet nog even de stof van MTS I en MTS II door, zodat je weet welk type variabelen je aan het onderzoeken bent en welke test dus het beste werkt.
  • Kijk bij het formuleren van een onderzoeksvraag eens naar vragen die je in andere papers al eens gelezen hebt. Je zal merken dat ze vaak heel specifiek zijn en vaak gaan over een heel klein gedeelte van de wereld; hoe 'kleiner' het onderwerp, hoe kleiner de kans op ruis in de meting en hoe makkelijker het is om onderzoek te doen en goed resultaat te halen.
Belangrijke pioniers van de psychologie zijn:
  • René Descartes
  • John Locke
  • Gottfried Wilhelm Leibniz
  • Immanuel Kant
  • Charles Darwin
  • Jean-Baptiste Lamarck
  • Wilhelm Wundt
  • Francis Galton
  • William James
  • Stanly Hall
  • Mary Whiton Calkins
  • E.B.
.....read more
Access: 
Public
TentamenTickets bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets

ECO is een verdiepend vak over statstiek voor psychologen. Dit vak is meer gericht op het snappen wat er precies wordt uitgerekend in plaats van het opdreunen van formules en stof. Het vak sluit aan op de vakken Inleiding Methoden en Technieken en Toetsende Statistiek en veronderstelt deze voorkennis en vaardigheden. Raadpleeg de samenvattingen en studiehulp als je parate kennis wat is weggezakt. Het tentamen bevat 40 meerkeuzevragen met vier antwoordalternatieven, waar zowel theoretische kennis naar voren komt als statistische berekeningen.

  • De vragen zullen voor een deel lijken op de werkboek opdrachten. Een deel zal inzichtvragen zijn, wat inhoudt dat er 'gespeeld' zal worden met formules. Er mist een gegeven en jij moet de bestaande formule ombouwen om deze missende gegeven te berekenen.
  • Wat betreft de theoretische vragen, deze zijn vrij lastig. Dit vergt dus wat zelfdiscipline in het doorwerken van de weblectures en de theorie die uitgelegd is in het werkboek.

Aanvullend op het tentamen zal er een SPSS-vaardigheidstoets worden gegeven, die zowel over het werken met SPSS als het interpreteren van de resultaten gaat.

Let op:

  • Als eerstejaars psychologie student ben je automatisch ingeschreven voor de cursus, maar je zal je wel zelf moeten inschrijven voor het tentamen - vergeet dit niet!
  • Je mag een zogenaamde 'spiekbrief' meenemen naar het tentamen. Dit is een a4 papier waar de voor- en achterkant helemaal volgeschreven mogen worden.

Tips voor tijdens het leren zijn:

  • Het is aan te raden de theoretische vragen uit het werkboek goed te studeren en deze te begrijpen.
  • Het is aan te raden om daags voor het tentamen de opdrachten uit het werkboek opnieuw te maken. Vaak valt dat het 'kwartje' pas. Probeer de formules te begrijpen en toe te passen.
  • Bij dit vak moet je vooral de hoorcolleges en je aantekeningen goed leren. Kijk de weblectures terug en gebruik aantekeningen. Probeer deze aantekeningen op je spiekbrief te schrijven. Je kan bijvoorbeeld proberen om alle theorie uit de collegesheets over te nemen en letterlijk in je spiekbrief schrijven.

Oefenvragen

Vraag 1

Stelling 1: bij herhaalde-metingen ontwerpen zijn de verschillende scores onafhankelijk van elkaar

Stelling 2: within subjects variantie bestaat uit variantie door behandelingen en errorvariantie

A. Alleen stelling 1 is juist

B. Alleen stelling 2 is juist

C. Beide stellingen zijn juist

D. Beide stellingen zijn onjuist

Vraag 2

Stelling 1: Een assumptie van ANOVA is dat de varianties homogeen zijn

Stelling 2: Als de grootste variantie niet meer dan vier keer zo groot is als de kleinste, is de ANOVA nog valide

A. Alleen stelling 1 is juist

B. Alleen stelling 2 is juist

C. Beide stellingen zijn juist

D. Beide stellingen zijn onjuist

.....read more
Access: 
Public
TentamenTickets bij Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets bij Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets

Tijdens het vak Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie leer je:

  • Je krijgt kennis over en inzicht in basisconcepten, theorieën, en onderzoek op het gebied van de ontwikkelings- en onderwijspsychologie, zoals de ontwikkeling van kinderen
  • Je leert wetenschappelijke artikelen te interpreteren, en te overtuigen en te argumenteren door het maken van opdrachten en tijdens discussies en presentaties

Leg tijdens het leren de focus op:

  • De sociale ontwikkeling van kinderen
  • De emotionele ontwikkeling van kinderen
  • De cognitieve ontwikkeling van kinderen
  • De taalontwikkeling van kinderen.
  • Theoretische uitgangspunten van de ontwikkelingspsychologie
  • Aanleg versus omgevingsinvloeden (nature vs. nurture)
  • De prenatale ontwikkeling
  • Intelligentie en schoolprestaties
  • Sociaal-emotionele en morele ontwikkeling
  • De relatie tussen ontwikkeling en leren, kennisverwerving en motivatie

Handige tips zijn:

  • Op het tentamen komen vooral feitjes en rijtjes voor; stamp begrippen dus goed!
  • Bereid je zo goed mogelijk voor op de werkgroepen, hier kun je punten verdienen die meetellen in je eindcijfer! Wanneer je dit doet, heb je ook al een groot deel van de tentamenvoorbereiding gedaan, want de artikelen tellen voor zo'n 40% mee in het tentamen.
  • Schrijf je op tijd in voor het tentamen; je kan je tot 10 kalenderdagen voordat het tentamen begint in uSis inschrijven voor het tentamen. Wie niet is ingeschreven kan niet meedoen.
  • Vooral de werkgroepen zijn van belang voor het eindtentamen maar ook de hoorcolleges bieden goede houvast voor de tentamenvoorbereiding.

Oefenvragen

Vraag 1

Wat is géén voorbeeld van een reflex van een pasgeboren baby?

A) Grijpen

B) Zuigen

C) Slikken

D) Spartelen

Vraag 2

Welke stelling is juist:

I. Gekristalliseerde intelligentie is de mogelijkheid om op een bepaald moment nieuwe problemen op te lossen.

II. Vloeiende intelligentie is de feitelijke kennis over de wereld.

A) Alleen stelling I is juist

B) Alleen stelling II is juist

C) Beide stellingen zijn juist

D) Beide stellingen zijn onjuist

Access: 
Public
TentamenTickets bij Sociale en cross-culturele psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen

TentamenTickets bij Sociale en cross-culturele psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen

TentamenTickets

Algemene tips voor je tentamen zijn:

  • In het tentamen komen zowel begrippen voor alsook namen van onderzoekers. Zorg er dus voor dat je de namen van de onderzoekers ook altijd weet bij de belangrijke begrippen
  • Train jezelf om ook de toepassingen in het dagelijks leven van deze sociaal psychologische processen te herkennen
  • Het boek en de colleges zijn thematisch opgebouwd - ieder college gaat over een bepaald onderwerp dat overeenkomt met het thema in het boek. Leer dus per college, dan houd je de belangrijkste begrippen en namen bij elkaar.
  • Het zwaartepunt op het tentamen ligt bij de verschillende begrippen in de sociale- en crossculturele psychologie. Maak dus je eigen begrippenlijst, of gebruik de JoHo BulletPoint samenvatting
  • Begrippen en theoriëen worden zowel in het Nederlands als in het Engels gegeven op het tentamen. Voor het tentamen maakt het dus niet uit in welke taal je de begrippen leert - maar voor je verdere studie zijn de Engelse termen wel handig om paraat te hebben
  • Het boek dat wordt voorgeschreven bij deze cursus is inhoudelijk sterk maar complex geschreven; vergeet niet om de JoHo samenvatting naast het boek te leggen
  • De colleges bieden een duidelijk overzichtelijk over de sociale en cross-culturele psychologie en bieden een goede voorbereiding op het tentamen
  • Het boek dat bij deze cursus wordt gebruikt is inhoudelijk sterk, maar lastig geschreven. Je wordt aangeraden om de colleges goed te volgen

Na het volgen van deze cursus heb je:

  • Inzicht in de verschillende manieren waarop gedachten, gevoelens en gedrag worden beïnvloed door anderen
  • Een overzicht van de belangrijkste theorieën, wetenschappers en onderzoeken binnen de voornaamste deelgebieden van de sociale psychologie

Belangrijke thema's bij dit vak zijn:

  • groepsprocessen
  • intieme relaties
  • conflict tussen groepen
  • sociale waarneming
  • sociale cognities
  • emoties en het zelfconcept

Oefenvragen

Vraag 1: Disclosure reciprocity (reciprocity=wederkerigheid) is....

A) het idee dat mensen minder openheid geven over zichzelf dan de ander om het gevoel van eigenwaarde te beschermen.

B) het idee dat mensen alleen informatie over zichzelf geven als de andere persoon openheid over zichzelf geeft

C) het idee dat wanneer mensen informatie over zichzelf geven, zij de mate van openheid van de ander kopiëren

Vraag 2: Epley en Whitchurch (2008) bewerkten foto's van proefpersonen en vonden dat zij hun gezicht iets gemakkelijker herkenden als de foto aantrekkelijk gemaakt was, en iets moeilijker herkenden als de foto onaantrekkelijker was gemaakt. Door welk proces wordt dit waarschijnlijk verklaard?

A) Self-enhancement

B) Self-monitoring

C) Self-verification

Antwoordindicaties

Vraag 1

C

Vraag 2

A

Access: 
Public
TentamenTickets Biopsychosociale perspectieven op psychopathologie (BPOP) - Universiteit Utrecht

TentamenTickets Biopsychosociale perspectieven op psychopathologie (BPOP) - Universiteit Utrecht

TentamenTickets - Tips & Tricks voor het voorbereiden op de tentamens

  • Tijdens een aantal hoorcolleges kwamen in het verleden patiënten met een vorm van psychopathologie vertellen over hun ervaringen met de stoornis. Deze colleges waren bedoeld om het inzicht te vergroten in de stoornissen en de impact die deze hebben op het dagelijks leven van de patiënten.

  • Er zijn ook hoorcolleges die gericht zijn op de psychopathologie in de klinische praktijk. Deze colleges dienen om het begrip te vergroten van de diagnostiek en behandeling van psychopathologie in de praktijk.

  • Het is belangrijk om de verschillende soorten ethiek die in het artikel van Rothfusz besproken worden te kunnen onderscheiden.

  • Het artikel van Schermer behandelt verschillende perspectieven op het classificeren van ziekten. Het is verstandig om de achterliggende gedachten en theorieën te kennen.

  • Dit vak bestaat uit twee toetsmomenten: een schriftelijke opdracht bij een praktijkcasus (20%) en een tentamen bestaande uit zo'n 70 meerkeuzevragen (80%).

  • Biologische, psychologische en sociale benaderingen met betrekking tot de psychopathologie worden vaak getoetst door het gebruik van meerkeuzevragen. Inzicht in historische ontwikkelingen en methoden (binnen de psychopathologie) is essentieel.

  • Ook is het belangrijk om een overzicht te kunnen geven van de mogelijke oorzaken en behandelingen van de verschillende soorten psychopathologie.

  • Het kunnen herkennen van een psychisch ziektebeeld wordt vaak getoetst op het tentamen. Dit wordt dan onder andere getoetst door een casus, waarbij dan een diagnose moet worden gesteld door te kiezen uit vier mogelijke stoornissen.

Access: 
Public
TentamenTickets bij Inleiding in de Psychologie aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets bij Inleiding in de Psychologie aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets bij Inleiding in de Psychologie

Belangrijke begrippen en experimenten bij dit vak zijn:

  • Ego / superego / id
  • Bobo doll,
  • Behaviorisme,
  • Psychoanalyse,
  • Retrograde amnesia,
  • Standford prison experiment, Milgramm experiment etc.

Belangrijke pioniers van de psychologie zijn:

  • Descartes, Locke, Leibniz, Kant, Darwin, Wundt, Erikson, Galton, James, Pavlov, Skinner, Watson, Freud
  • Let extra op bij Erikson, Freud, Watson en Pavlov, die zijn in het verleden regelmatig terug gekomen in het tentamen

Belangrijke tegenovergestelde theoretische posities in de psychologie zijn:

  • Cognitie/emotie als basis van menselijk gedrag,
  • Mind/body probleem,
  • Nature/nurture debat,
  • Monisme/dualisme,
  • Realisme/idealisme,
  • Empirisme/sceptisisme/rationalisme,
  • Verlichting/romantiek

Het tentamen bestaat uit meerkeuzevragen, zoals de oefenvragen hieronder. Je hoeft dus niets uit te leggen, maar je moet wel weten wat de gevolgen zijn als iemand bijvoorbeeld geen corpus callosum meer heeft.

Oefenvragen

Vraag 1

Volgens het materialisme kun je bewustzijn…

A) … bestuderen, omdat dat wordt veroorzaakt door neuronen.

B) … niet bestuderen, want de geest bestaat niet, alles is materie en energie.

C) … zien als iets wat niet bestaat.

Vraag 2

Eén mogelijke interpretatie van Pavlov’s experimenten met honden is, dat de honden leerden dat ze na de geconditioneerde stimulus (“conditioned stimulus”) voedsel konden verwachten, en dat deze verwachting (“expectation”) vervolgens tot het speekselen leidde. Deze interpretatie past het best in welke benadering van leren?

A) Watson’s traditionele S-R (stimulus-respons) benadering.

B) De ecologische benadering.

C) De cognitief-psychologische benadering.

D) De operante-conditionerings benadering.

Vraag 3

Welke van onderstaande beweringen is het minst in overeenstemming met de informatieverwerkingsbenadering (information processing perspective) van ontwikkeling?

A) De schema’s die kinderen hanteren ondergaan kwalitatieve veranderingen wanneer zij zich ontwikkelen.

B) Kinderen leren bij het oplossen van bepaalde typen problemen specifieke regels die steeds geavanceerder zijn.

C) Kinderen kunnen steeds ingewikkelder gedrag leren, omdat de capaciteit van hun werkgeheugen toeneemt.

Antwoordindicatie

Vraag 1

  • Het correcte antwoord is: A
  • Meer lezen? Check hoofdstuk 1: Wat is de achtergrond van de psychologie? van Psychology van Gray en Bjorklund

Vraag 2

  • Het correcte antwoord is: C
  • Meer lezen? Check hoofdstuk 8: Welke basisprocessen liggen ten grondslag aan leren? van Psychology van Gray en Bjorklund

Vraag 3

  • Het correcte antwoord is: A
  • Meer lezen? Check hoofdstuk 11: Hoe ontwikkelden denken en taal zich? van Psychology van Gray en Bjorklund
Access: 
Public
TentamenTickets bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht

TentamenTickets bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht

TentamenTickets: Tips & Tricks bij het voorbereiden op de tentamens

  • Methoden en statistiek vormen het fundament van goed onderzoek. Er wordt een keuze gemaakt voor een methode die bepaalt hoe een onderzoek wordt opgezet en uitgevoerd. Statistiek wordt gebruikt om de verzamelde gegevens te verwerken op een manier waardoor er uitspraken gedaan kunnen worden over het onderzoek. Methoden en statistiek zijn dan ook onlosmakelijk verbonden. Het onderzoek levert enkel bruikbare resultaten op, als het onderzoek goed is opgezet en de resultaten correct worden verwerkt.

  • Bij dit vak dienen de colleges om de grote lijnen aan te geven van de methodenleer en statistiek en deze grote lijnen toe te lichten aan de hand van voorbeelden.

  • De werkgroepbijeenkomsten dienen tot verdere verdieping en uitwerking van de methodenstof, met behulp van opdrachten.

  • Daarnaast zijn er facultatieve voorbereidingsbijeenkomsten, voor studenten die moeite hebben met statistiek. Tijdens deze bijeenkomsten maak je alleen of in samenwerking met medestudenten de statistiekopdrachten. Er is een docent aanwezig om je hiermee te helpen.

  • Tijdens de instructiecolleges statistiek wordt de stof samengevat en worden de statistiekopdrachten besproken. De nadruk tijdens deze colleges ligt op de betekenis van de uitkomsten.Ook zijn er twee SPSS-practica. Tijdens deze practica wordt er geoefend met SPSS, een statistisch computerprogramma. Het eerste practicum voer je in tweetallen uit in een computerzaal, het tweede practicum voer je zelfstandig op een door jouw gekozen moment uit.

  • Kennismaking Onderzoeksmethoden en Statistiek is 2019-2020 van opzet en van naam veranderd. Een groot deel van de behandelde onderwerpen komen weer terug tijdens dit vak en blijft dus nuttige studiehulp, maar houd er wel rekening mee dat bijvoorbeeld de volgorde veranderd kan zijn.

Access: 
Public
TentamenTickets bij Inleiding in de Methodologie en Statistiek aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets bij Inleiding in de Methodologie en Statistiek aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets bij Inleiding in de Methodologie en Statistiek

Het vak Inleiding in de Methodologie en Statistiek focust enerzijds op de theorie rondom statisiek en anderzijds op het wegwijs worden in SPSS. De colleges en werkgroepen van Inleiding in de Methodologie en Statistiek zijn essentieel om het vak te kunnen halen.

Focus je voor het theoretische gedeelte van dit vak op:

  • Het leren van begrippen zoals externe validiteit, interne validiteit en betrouwbaarheid uit je hoofd en wat je nodig hebt om elk van die kwaliteiten te vergroten in je onderzoek. Zo leer je bijvoorbeeld dat een betrouwbaar onderzoek niet valide hoeft te zijn (en daar komt ongetwijfeld een vraag op het tentamen over).
  • Op de slides wordt veel informatie gegeven en de docent legt deze informatie helder uit. Gebruik deze slides om te leren voor het tentamen.
  • Zorg ervoor dat je de aantekeningen die je hebt naast de informatie van de slides kunt leggen. Dit kan je doen door van te voren de slides af te drukken of te downloaden en daar aantekeningen bij te schrijven, of achteraf de informatie uit de slides in je aantekeningen te verwerken (noteer bij het aantekeningen maken dan altijd bij welke slide de aantekeningen horen).
  • Het is van belang dat je precies bent bij het maken van aantekeningen, omdat de vragen in het tentamen deels gaan over formele begrippen.
  • Vind je Statistiek lastig? Leer dan extra voor de theoretische kant van dit vak, zodat je in ieder geval daar je punten op je tentamen mee binnen haalt.

Focus je voor het wegwijs worden in SPSS op:

  • SPSS leren is oefenen, oefenen, oefenen. Pas als je het een paar keer hebt gedaan zul je zien hoe het werkt.
  • Wees bij SPSS niet bang, je sloopt niet snel je database als je een gemiddelde berekent of een T-test uitvoert.
  • Op zoek naar praktische tips bij het uitvoeren van SPSS? Check: SPSS hulp

De informatie uit dit vak zal in de vakken en jaren hierna ook nog goed van pas komen. Bewaar de slides dus goed, zodat je ze in je tweede en derde jaar ook kan gebruiken

Oefenvragen

Vraag 1

Stelling 1: Een assumptie van ANOVA is dat de varianties homogeen zijn

Stelling 2: Als de grootste variantie niet meer dan vier keer zo groot is als de kleinste, is de ANOVA nog valide

A) Alleen stelling 1 is juist

B) Alleen stelling 2 is juist

C) Beide stellingen zijn juist

D) Beide stellingen zijn onjuist

Vraag 2

Noem de twee methodes om veranderingen te meten in single-case designs.

Vraag 3

Een onderzoeker wil nagaan of er een verband is tussen extraversie en zelfvertrouwen. Hij laat 100

.....read more
Access: 
Public
TentamenTickets bij Statistical Methods for the Social Sciences van Agresti en Finlay - 5e druk

TentamenTickets bij Statistical Methods for the Social Sciences van Agresti en Finlay - 5e druk

Wat zijn statistische methoden? – TentamenTickets 1

  • Het is voor iedereen mogelijk om statistiek te leren gebruiken, zelfs zonder veel wiskundige voorkennis en zelfs met angst voor statistiek. Het belangrijkst hierbij zijn logisch nadenken en doorzettingsvermogen.

  • Om het nut van statistiek in te zien, houd het doel van een steekproef voor ogen: data die informatie geeft over de gehele populatie.

  • Het is soms lastig om onderscheid te maken tussen beschrijvende statistiek en inferentiële statistiek. Bedenk hierbij wat je zelf uit een steekproef zou willen halen: wat voor informatie over het gedrag van mensen is waardevol om te achterhalen? Aan de hand van het doel van een steekproef is makkelijker te bepalen of het gaat om samenvattende statistiek of voorspellende statistiek.

Welke soorten steekproeven en variabelen zijn er? – TentamenTickets 2

  • Het is makkelijk om het overzicht te verliezen bij de vele verschillende soorten variabelen. Een trucje is om je een onderzoek in te beelden dat je zelf interessant vindt, bijvoorbeeld hoeveel make-up vrouwen dragen, en je af te vragen welke soort variabelen gebruikt kunnen worden. Je kunt uitgaan van categorische variabelen met een nominaal meetniveau (geen make-up versus wel make-up) of een ordinaal meetniveau (geen make-up, een beetje make-up, veel make-up, of heel veel make-up). Ook kun je uitgaan van kwantitatieve variabelen, bijvoorbeeld gemeten in aantal miligram gebruikte make-up per dag. Is er dan sprake van een interval meetniveau of een ratio meetniveau? Zijn de variabelen discreet of continu? Via welke soorten onderzoek kun je de hoeveelheid make-up meten? En met welke soorten bias moet je rekening houden? Stel jezelf deze vragen voor een paar mogelijke onderzoeksonderwerpen.

  • Als je parameter een lastig begrip vindt, probeer deze dan aan te

.....read more
Access: 
Public
Psychologie: samenvattingen en studiehulp - Thema
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1978