Time pressure undermines performance more under avoidance than approach motivation - Roskes, Elliot, Nijstad & De Dreu (2013) - Artikel

Vier experimenten zijn uitgevoerde om de hypothese ‘prestatie wordt vooral ondermijnd door tijdsdruk als mensen vermijdingsmotivatie tonen’ te testen. De resultaten ondersteunen de hypothese en laten zien dat dit het geval is bij 3 soorten taken. Er is geen bewijs gevonden voor de aanname dat stressgerelateerde emoties verantwoordelijk waren voor het geobserveerde effect. Vermijdingsmotivatie (Avoidance motivation) is van belang bij het zelf reguleren van dagelijks gedrag. De resultaten suggereren dat vermijdingsmotivatie het best vermeden kan worden in situaties waar tijdsdruk deel van uitmaakt.

Streven naar het vermijden van fouten (vermijdingsmotivatie), het tegenovergestelde van het streven naar succes (benaderingsmotivatie), is geassocieerd met verscheidene consequenties:

• Op lange termijn zorgt het voor angst, minimalisatie van intrinsiek motivatie, vermindert subjectieve well-being en put zelfregulatie bronnen uit.
• Op korte termijn zorgt het voor een voorzichtige en gedetailleerde benadering, maar ook voor prestatievermindering als het gaat om een taak waar nieuwe inzichten en creativiteit voor nodig is.  

Vermijdingsmotivatie wordt geassocieerd met een gefocust, sterk gecontroleerde vorm van informatieverwerking die cognitieve bronnen en energie vereist. Als dit zo is, zouden wij moeten waarnemen dat endogene en exogene variabelen die cognitieve bronnen vereisen, de prestatie meer ondermijnen bij vermijdingsgemotiveerde individuen dan bij benaderingsgemotiveerde.

Tijdsdruk en cognitieve prestaties

Tijdsdruk schaadt prestaties. Redenen hiervoor zijn: (1) het ondervinden van tijdsdruk zorgt voor stress en arousal waardoor het individu wordt afgeleid, (2) tijdsdruk leidt tot verhoogde behoefte om de taakprogressie en de resterende tijd te controleren. Dit zorgt ervoor dat mentale bronnen worden verbruikt die nodig zijn voor effectieve taakprestaties. Taakprestaties leiden niet altijd tot slechtere prestaties. Het kan er ook voor zorgen dat mensen doelgerichter aan het werk gaan, het kan mensen actiever maken, zou plezier kunnen opwekken en uiteindelijk prestatie kunnen verbeteren.

Er wordt gesuggereerd dat er een optimaal level van tijdgerelateerde stress is en dat er een U-vormige relatie is tussen tijdsdruk en prestatie.

Omdat omgaan met tijdsdruk mentale bronnen vereist, en omdat deze bronnen gelimiteerd zijn, zouden de nadelige effecten vooral vermeld moeten worden voor mensen die informatie verwerken in een gecontroleerde, systematische manier die top-down cognitie controle gebruikt. Distractoren (zoals tijdsdruk) die mentale bronnen verbruiken, zouden prestatie meer schaden als mensen vermijdingsgemotiveerd zijn (meer dan benaderingsgemotiveerd). Deze bevindingen ondersteunen eerdere studies van zowel Roskes et al (= zij vonden dat creatieve prestaties bij benaderingsgemotiveerde individuen niet beïnvloed werd door functionaliteit, vermijdingsgemotiveerde functioneerden echter beter als de creatieve taak doel functioneel was) als Stahl (bij het werken aan een niet-creatieve taak vertrouwen mensen op hun cognitieve bronnen als zij gefocust zijn op het vermijden van fouten. Dit kan leiden tot prestatiedaling op lange termijn).

De volgende hypothese wordt getest: ‘Prestatie van vermijdingsgemotiveerde individuen wordt meer verzwakt door tijdsdruk dan prestatie van benaderingsgemotiveerde individuen.’

Experiment 1

Hier wordt getest of de prestatie vooral wordt geremd door tijdsdruk voor mensen met hoge vermijdingstemperament.  Participanten krijgen 3 woorden en zij worden gevraagd om een woord te kiezen waarmee alle drie de woorden samenhangen. Gekeken werd of stressgerelateerde emoties een verklaring waren voor de prestatieverschillen. Verwacht werd dat de participanten met hoge vermijdingstemperament neerslachtiger, gespander en minder blij zouden zijn tijdens het voltooien van de taak onder tijdsdruk.

De resultaten (1 RAT performance) laten een hoofdeffect zien voor moeilijkheidsgraad. Vermijdingstemperament toonde geen interactie met moeilijkheidsgraad van de items. Er is wel een hoofdeffect gevonden voor motiverende oriëntatie: sterkere vermijdingstemperament was gerelateerd met slechtere RAT prestaties. Er is ook een hoofdeffect voor tijdsdruk gevonden: participanten hadden minder RAT items goed als zij in de hoge tijdsdruk conditie zaten. Zoals verwacht voorspelde de interactie tussen motiverende oriëntatie en tijdsdruk RAT prestatie. Participanten die in de lage vermijdingstemperament conditie zaten was er geen effect van tijdsdruk op RAT prestatie. Mensen in de hoge vermijdingstemperament conditie is een negatief effect gevonden van tijdsdruk op RAT prestatie. Oftewel, de prestatie van mensen met een hoge vermijdingstemperament werd meer verzwakt door het werken met hoge tijdsdruk dan mensen met een lage vermijdingstemperament. 

De resultaten (2 stress-related emotions) laten ook een hoofdeffect zien voor tijdsdruk op rust/kalmte. Alle andere effecten en hun interactie-effecten (vermijdingstemperament, tijdsdruk, neerslachtigheid, onrust) zijn niet gevonden.

Experiment 2

Hier wordt motiverende oriëntatie gemanipuleerd binnen subjecten, waardoor het meten van mood moeilijk te meten valt. Mood meting werd hier dus buiten beschouwing gelaten. Participanten moesten items maken en bij sommige items kon je een extra punt krijgen bij het geven van een juist antwoord (benaderingsconditie), voor andere items kon je een punt verliezen bij een fout antwoord en een goed antwoord leverde niks op (vermijdingsconditie). Verwacht werd dat er niet slechter gescoord zou worden bij de vermijdingscondities dan bij de benaderingscondities. Maar er werd wel verwacht dat tijdsdruk een sterker negatief effect had op vermijdingsitems dan benaderingsitems.

Resultaten (1 manipulationcheck) laten zien dat de tijdsdruk manipulatie succesvol was en dat participanten in de tijdsdruk conditie inderdaad meer druk ervoeren dan participanten in de andere conditie.

Resultaten (2 RAT performance) laten een hoofdeffect zien voor moeilijkheidsgraad. Er zijn geen interacties gevonden met moeilijkheidsgraad, daarom zijn RAT items geanalyseerd. ER is een hoofdeffect gevonden voor tijdsdruk: Participanten hadden minder RAT items goed in de hoge tijdsdruk conditie dan mensen in de lage tijdsdruk conditie. Er is geen hoofdeffect gevonden voor motiverende oriëntatie. Zoals verwacht voorspelde de interactie tussen motiverende oriëntatie en tijdsdruk de RAT prestatie.

Experiment 3

Experiment 1 en 2 lieten zien dat prestatie van een creatieve taak verminderd werd door tijdsdruk bij individuen die eerder negatieve resultaten vermijden dan positieve resultaten benaderen. Hier wordt getoetst of dit effect doortrekt naar andere taken die geschikter zijn voor vermijdingsmotivatie. In experiment 3 wordt er een eenvoudige analytische taak gebruikt, in experiment 4 een taak waarbij zorgvuldige aandacht vereist wordt. Zoals bij experiment 2 wordt de tijdsdruk in condities gemanipuleerd. Participanten kregen 8 wiskundeopdrachten en zoals in experiment 2 werden de condities verdeeld in benaderingsconditie en vermijdingconditie.

Resultaten (1 manipulationcheck) laten zien dat de manipulatie succesvol was. Resultaten (2 Math performance) laten zien dat participanten slechter presteerden in de hoge tijdsdruk conditie. Er is geen hoofdeffect gevonden voor motiverende oriëntatie. De interactie van motiverende oriëntatie en tijdsdruk voorspelde de wiskundeprestatie.

Experiment 4

In experiment 4 moeten participanten een d2 test doen. Deze test vereist nauwkeurige concentratie. Dit is een ideale taak voor vermijdingsgemotiveerde (zie eerdere literatuur). Zoals motiverende oriëntatie als de tijdsdruk zijn gemanipuleerd. Participanten moesten een verhaal schrijven waarbij zij werden verdeeld in de vermijding en benadering condities. Daarna moesten zij de d2 test doen. Ook moesten allen dezelfde taken uitvoeren als in experiment 1,2 en 3.

Resultaten (1 Manipulation check) laten zien dat de manipulatie succesvol was voor tijdsdruk. Echter, tijdsdruk werd noch beïnvloed door de manipulatie van motiverende oriëntatie, noch door de interactie tussen tijdsdruk en motiverende oriëntatie.

Resultaten (2 D2 performance) laten zien dat participanten slechter presteerden bij meer tijdsdruk dan bij minder tijdsdruk. Er was geen hoofdeffect gevonden voor motiverende oriëntatie. De interactie van motiverende oriëntatie en tijdsdruk voorspelde het aantal d2-fouten.

Resultaten (3 stress-related emotions) laten zien dat er geen hoofdeffecten zijn gevonden voor het voorspellen van blijdschap, neerslachtigheid, onrust en spanning door tijdsdruk. Wel is er een hoofdeffect gevonden voor motiverende oriëntatie: participanten in de vermijdingsconditie voelden zich minder blij en minder rustig. Zoals in experiment 1 is er geen bewijs gevonden dat de vermindering in prestatie van vermijdingsgemotiveerde individuen in hoge tijdsdruk komt door verhoogde stressgerelateerde emoties.

Algemene discussie

Vier experimenten toonden aan dat prestatie vooral wordt verminderd door tijdsdruk als mensen vermijdingsgemotiveerd zijn. Dit was het geval als vermijdingsmotivatie een dispositionele basis kende en als het situationeel geïnduceerd werd. Dit effect is gevonden bij niet-vermijdingsgemotiveerde taken omdat er dan creativiteit en flexibiliteit vereist werd en bij vermijdingsgemotiveerde taken omdat deze basis analytische vaardigheden en nauwkeurig aandacht vereisten. Er is geen bewijs gevonden voor emotie gebaseerde verklaring.

De huidige studie richtte zich vooral op interactieve invloeden van tijdsdruk. Toekomstige studies zouden zich meer kunnen richten op de generaliseerbaarheid door de uitvoering niet in laboratorische settings te doen, maar in het echte leven.

De huidige studie richtte zich vooral op individuele verschillen die invloed uitoefenen op de manier waarop mensen reageren. Vervolgonderzoek zou zich meer kunnen richten op de manier waarop vermijdingsgemotiveerde mensen de slechte consequenties kunnen vermijden.

Benadrukt moet worden dat de huidige studie geen bewijs heeft gevonden voor de aanname dat tijdsdruk stressgerelateerde emoties verhoogd. Hoewel eerder vermeld wordt dat vermijdingsmotivatie ook positieve kanten kent, zijn in deze studie vooral de negatieve consequenties aangekaard. Vermijdingsmotivatie is zeker een must bij zelfregulatie in dagelijkse aangelegenheden, maar het is beter als deze wordt vermeden bij tijdsdruk gerelateerde situaties.