Inleiding staats- en bestuursrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

 

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding staats- en bestuursrecht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid jaar 1, aan de Universiteit Utrecht

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht

Bundle items:
Collegeaantekeningen - Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - UU
TentamenTickets Inleiding Staats- en Bestuursrecht - Universiteit Utrecht
Image
Follow the author: Law Supporter
This content is used in bundle:

Oefententamens - Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU

Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen

Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen


Vragen

Vraag 1

Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen over ministers en staatssecretarissen.

I Als een minister ergens voor verantwoordelijk is, is diens staatssecretaris dat ook.
II Als een staatssecretaris ergens voor verantwoordelijk is, is diens minister dat ook.
  1. Beide stellingen zijn juist
  2. Alleen stelling I is juist.
  3. Alleen stelling II is juist.
  4. Beide stellingen zijn onjuist.

Vraag 2

Stel je het volgende voor: men komt erachter dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toestaat dat haar minderjarige dochter feestjes organiseert. Men komt er verder achter dat de echtgenoot van de minister daarvoor alcoholische versnaperingen aanschaft en dat de minister hiervan op de hoogte is. Onduidelijk is of de minister zelf ook op de feestjes aanwezig is.

In de Tweede Kamer ontstaat consternatie aangezien het nog niet zo lang geleden is dat de verkoop van alcohol aan minderjaren juist door deze minister aan banden is gelegd.

Wat is juist ten aanzien van de inlichtingenplicht (artikel 68 Grondwet) van de minister ten opzichte van de Tweede Kamer in de bovenstaande casus?

  1. De minister moet de Kamer desgewenst van inlichtingen voorzien, ongeacht of dit een privékwestie betreft.
  2. De minister moet de Kamer desgewenst van inlichtingen voorzien, omdat dit een privékwestie betreft.
  3. Omdat dit een privékwestie betreft, komt de minister een beroep op het verschoningsrecht uit artikel 68 Grondwet toe.

Vraag 3

Deze vraag betreft een vervolg op de casus uit de voorgaande vraag.

Welk van de volgende stellingen is niet juist?

  1. Als ook Kamerleden van coalitiepartijen de minister aan de tand zouden voelen, zou dat een aanwijzing zijn voor een dualistische relatie tussen Kamer en regering.
  2. Als enkel en alleen Kamerleden van oppositiepartijen de minister aan de tand zouden voelen, zou dat een aanwijzing zijn voor een monistische relatie tussen Kamer en regering.
  3. Als Kamerleden van zowel de coalitie- als de oppositiepartijen de minister aan de tand zouden voelen, zou dat een aanwijzing zijn voor een dualistische relatie tussen Kamer en regering.
  4. Als Kamerleden van zowel de coalitie- als de oppositiepartijen de minister aan de tand zouden voelen, zou dat een aanwijzing zijn voor een monistische relatie tussen Kamer en regering.

Vraag 4

In een land worden verkiezingen gehouden voor de volksvertegenwoordiging op nationaal niveau (de “Kamer”). Na afloop van de verkiezingen wordt door partijen in de Kamer naar een meerderheidscoalitie gezocht. Nadat de coalitie is gevonden, voeren diverse Kamerleden gedurende de navolgende zittingsduur van de Kamer namens de coalitie het dagelijks bestuur over het land, maar zij hebben geen zelfstandige bevoegdheden. De Kamer functioneert in dit stelsel onder afwisselend voorzitterschap van één jaarlijks door de Kamer gekozen Kamerlid, dat zich gedurende dat jaar ‘president’ mag noemen.

Van wat voor regeringsvorm is hier sprake? Er is sprake van een:

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2014/2015

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2014/2015


    Vragen

    Vraag 1

    Hoewel de vertrouwensregel niet is verankerd in de Grondwet, valt het wel onder de Nederlandse constitutie.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 2

    Het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging is vastgelegd in de Grondwet en valt derhalve onder de Nederlandse constitutie.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 3

    De trias politica (scheiding der machten) wordt in het huidige Nederlandse staatsrecht strikt toegepast.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 4

    De uitoefening van overheidsgezag is volgens Rousseau's leer van het 'contrat social' gegrond op het vrijwillig aanvaarden daarvan door de burger.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 5

    Uit de Grondwet vloeit voort dat enkel de formele wetgever bevoegd is om beperkingen aan de grondrechten te stellen. De formele wetgever kan echter niet een beperkingsbevoegdheid delegeren, omdat het begrip ''wet'' in elke grondwettelijke bepaling ''wet in formele zin'' betekent.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 6

    Beperkingen aan grondrechten kunnen volgens het EVRM tevens worden gesteld door lagere vormen van regelgeving, bijvoorbeeld ministeriële regelingen of gemeentelijke verordeningen. Het begrip ''law'' in een beperkingsclausule van het EVRM omvat meer dan ''wet in formele zin''.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 7

    Normaal gesproken betreft de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken, terwijl de termijn voor het indienen van een beroepschrift acht weken betreft.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 8

    De rechter zal een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren indien het na het verstrijken van de bezwaartermijn wordt ingediend, behalve als er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 9

    Ondanks dat er krachtens de Awb geen mogelijkheid bestaat om tegen een besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling beroep in te stellen, kan er wel bezwaar worden gemaakt tegen dit besluit.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 10

    Het connexiteitsvereiste van artikel 8:81 Awb is van belang als een voorlopige voorziening wordt aangevraagd.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 11

    Het koninklijk besluit ex. artikel 11:2 Awb wordt een klein KB genoemd.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 12

    Concretiserende besluiten en algemeen verbindende voorschriften hebben gemeen dat tegen beide geen beroep open staat bij de rechtbank.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 13

    Wat betreft de grenzen aan de verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad is het beschermen van de persoonlijke levenssfeer zowel bij de benedengrens als bij de bovengrens van belang, omdat de Grondwet en verschillende verdragen dit recht waarborgen.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 14

    Een groep burgers kan middels.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2013/2014

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2013/2014


    Vragen

    Vraag 1

    Na 25 jaar bij een ijszaak gewerkt te hebben, besluit Yvonne voor zichzelf te beginnen. Yvonne wil haar zaak vestigen in de gemeente Veenendaal. Yvonne raadpleegt de website van de gemeente Veenendaal voor de vereiste vergunningen. Krachtens de APV dient ze een exploitatievergunning te hebben. Yvonne besluit een vergunning aan te vragen. Na vijf weken ontvangt ze de exploitatievergunning maar aan deze vergunning is wel een voorwaarde verbonden: de ijszaak mag niet op zondag open zijn.

    1. Beoordeel of het verlenen van de exploitatievergunning een besluit in de zin van de Awb is.

    Hoewel Yvonne tevreden is met het verkrijgen van de vergunning, is ze niet blij met de voorwaarde die aan de vergunning is gesteld. Yvonne heeft ondervonden dat veel mensen op zondag een ijsje gaan halen. Yvonne vreest dat ze veel omzet misloopt als haar zaak op zondag niet open mag zijn. Yvonnes bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard.

    1. Is het voor Yvonne mogelijk om een procedure te beginnen bij de burgerlijke rechter tegen het besluit op bezwaar met deze vergunningsvoorwaarde?

    Vraag 2

    In Nederland is de trias politica niet volledig doorgevoerd. De rechter is namelijk evenzeer onafhankelijk als afhankelijk.

    1. Leg uit waarom de rechterlijke macht onafhankelijk is van de andere machten en illustreer dit met een bepaling uit de Grondwet.

    2. Leg uit waarom de rechter tevens afhankelijk is van de uitvoerende macht. Gebruik in je antwoord een bepaling uit de Grondwet.

    Vraag 3

    Andries Krekel is lid van een klein gezelschap dat een orthodoxe leer aanhangt. De leden van dit gezelschap menen dat andere religies niet de ware zijn. Krekel publiceert samen met twee andere leden een artikel waarin ze verschillende religies beledigen. Dit artikel is alleen op de website van het gezelschap gepubliceerd. Het Openbaar Ministerie vervolgt Krekel en de twee anderen nadat enkele geloofsgemeenschappen een klacht hebben ingediend. De rechter verplicht Krekel conform artikel 137c Sr tot het betalen van een boete van 175 euro. Krekel besluit om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen. Dit doet hij pas nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Volgens Krekel zijn artikelen 9 en 10 EVRM geschonden. Mocht artikel 10 EVRM worden beperkt? Bij het beantwoorden van deze vraag kan ervan uit worden gegaan dat de uitingen van Krekel onder de reikwijdte van artikel 10 EVRM vallen en dat artikel 10 EVRM door het opleggen van de boete is beperkt.

    Vraag 4

    In maart 2012 berichtten de media over de schadelijke gevolgen van energiedrankjes door de grote hoeveelheid suiker die deze producten bevatten. Als gevolg van de grote commotie besluit de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een wetsvoorstel op te stellen. Er bestaat immers nog geen wettelijke regeling.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2012/2013

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2012/2013


    Vragen

    Vraag 1

    Artikel 195d, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering klinkt als volgt:

    ‘De rechter-commissaris kan, ambtshalve of op vordering van de officier van justitie, in het belang van het onderzoek bevelen dat van de verdachte van een misdrijf als omschreven in artikel 67, lid 1, tegen wie ernstige bezwaren bestaan, celmateriaal zal worden afgenomen ten behoeve van een DNA-onderzoek.’

    Geef een verklaring waarom artikel 195d lid 1 Sv zowel gebaseerd is op de bevoegdheid van de formele wetgever tot regelgeving conform artikel 18 Gw als op artikel 11 Gw.

    Vraag 2

    In het verleden heeft de wetgever een uitgebreide bevoegdheid verleend aan gemeentelijke organen zodat er in gemeentelijke risicogebieden preventieve fouilleringen konden worden uitgevoerd. De wetgever is vooral door gemeentebesturen van grote steden verzocht om zo'n bevoegdheid, omdat de openbare orde in enkele wijken hiermee kon worden gehandhaafd. Krachtens de zogenoemde Wet preventief fouilleren is de gemeenteraad bevoegd gebieden aan te wijzen waar een preventieve fouillering mag plaatsvinden. Preventieve fouillering betreft het fouilleren van een persoon in een 'veiligheidsrisicogebied' zonder enige verdenking. De burgemeester zal verantwoordelijk zijn voor het nader uitvoeren van deze bevoegdheid. Er is veel kritiek op de betreffende bevoegdheid, omdat de bevoegdheid zorgt voor een grote inbreuk op de privacy en de bevoegdheden nog veel te ruim zijn. Hoewel in het parlement een grote minderheid tegen het voorstel was, vond een kleine meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer dat de veiligheid prevaleerde boven het recht op privacy.

    Janna K. wandelt in een daartoe op grondslag van een gemeentelijke verordening aangewezen gebied. Hoewel er geen enkele verdenking tegen Janna bestaat, wordt ze op grond van de Wet preventief fouilleren preventief gefouilleerd. Janna beleeft de fouillering als zeer onprettig en stapt dientengevolge naar de rechter. Volgens Janna tast de fouillering haar privacy in zeer ernstige mate aan. Verder blijkt uit onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat het preventief fouilleren weinig effect in het handhaven van de openbare veiligheid in de grote steden heeft gehad.

    Vraag 2a

    Janna's raadsman stelt dat de gemeentelijke verordening artikel 10 lid 1 Grondwet schendt. Bepaal of deze stelling juist/onjuist is. In je antwoord mag je ervan uitgaan dat het preventief fouilleren onder de reikwijdte van artikel 10 lid 1 Grondwet valt.

    Vraag 2b

    Daarnaast voert de raadsman aan dat artikel 8 EVRM wordt geschonden door de gemeentelijke verordening die preventief fouilleren mogelijk. Bepaal of deze stelling juist/onjuist is. In je antwoord mag je ervan uitgaan dat het preventief fouilleren onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM valt.

    Vraag 3a

    Hans V. is eigenaar van de Utrechtse coffeeshop Happy. De politie valt onverwachts zijn coffeeshop binnen en ontdekt een grote hoeveelheid softdrugs van ongeveer 51,3 kg. Hans V. overschrijdt hiermee ongeveer honderd keer de door de Aanwijzing Opiumwet vastgestelde maximum hoeveelheid. Als gevolg.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012


    Vragen

    Vraag 1

    Krachtens artikel 8:2 Awb bestaat niet de mogelijkheid om een bezwaarschrift in te dienen tegen het toepassen van een beleidsregel door een bestuursorgaan als een besluit wordt genomen.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 2

    De rechter zal een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren indien het na het verstrijken van de bezwaartermijn wordt ingediend, behalve als er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 3

    Niet alleen de Tweede Kamer maar ook de regering kan een wetsvoorstel dat door de regering is ingediend bij de Staten-Generaal wijzigen totdat de Tweede Kamer over het wetsvoorstel heeft gestemd.
    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 4

    De Grondwet gebruikt het begrip ''een ieder verbindende bepaling'' als een internationaalrechtelijke bepaling rechtstreekse werking heeft. De rechter bepaalt uiteindelijk of een bepaling van verdragsrecht ''een ieder verbindend'' is. De rechter kan een verdragsbepaling buiten toepassing laten indien hij concludeert dat er sprake is van een een ieder verbindende bepaling van internationaal recht en dat het toepassen van een nationaal wettelijk voorschrift daarmee onverenigbaar is.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 5

    In het regeerakkoord is vastgelegd dat er in de kabinetsperiode een bezuiniging van 18 miljard euro plaatsvindt. De regering wil onder meer de eigen bijdrage van burger in de kosten van de door de overheid gefinancierde rechtsbijstand verhogen. De minister van Veiligheid en Justitie presenteert in de Tweede Kamer het plan om op grond van artikel 35 lid 2 Wet op de rechtsbijstand een algemene maatregel van bestuur op te stellen. Dit heeft als gevolg dat de eigen bijdrage met 200% toeneemt. De Wet op de rechtsbijstand is niet opgenomen in je wettenbundel. Uit artikel 35 lid 2 Wet op de rechtsbijstand blijkt dat de hoogte van de eigen bijdrage bij algemene maatregel van bestuur wordt afgesproken. Het plan krijgt veel kritiek te verduren. Volgens een van de Tweede Kamerleden is een beperking van het recht op gefinancierde rechtshulp bij algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 18 Gw onrechtmatig, want een regeling omtrent het recht op rechtsbijstand kan alleen bij wet in formele zin worden vastgesteld.

    Is dit standpunt juist of onjuist?

    1. Dit is juist.
    2. Dit is onjuist

    Vraag 6

    Een democratisch systeem van 'checks and balances' heeft zich binnen het Nederlandse staatsbestel vanaf het ontstaan van het Koninkrijk ontwikkeld. Hoewel de tekst van de Grondwet niet werd aangepast, vonden er verschillende keren belangrijke constitutionele ontwikkelingen plaats.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 7

    De Koning was in de jaren voor 1848 niet onschendbaar, omdat het huidige artikel 42 lid 2 Gw uit 1848 stamt.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 8.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (1)

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (1)


    Vragen

    Vraag 1

    De regering is bevoegd om besluiten van gemeentelijke en provinciale organen te vernietigen.

    1. Noem twee gronden voor deze bevoegdheid.

    2. Geef aan in welke mate de onderhavige bevoegdheid in strijd is met het beginsel van machtsverdeling in de Nederlandse gedecentraliseerde eenheidsstaat en met democratiebeginsel.

    Vraag 2

    In het centrum van Maarssen staat een grote kerk waar elke ochtend een mis wordt gehouden. De pastoor roept zijn aanhangers op bij deze mis aanwezig te zijn. Dit doet hij door een kwartier lang de klokken te luiden. Dit vroege klokgelui heeft als gevolg dat veel omwonenden een klacht hebben ingediend. Op basis van deze klachten heeft het college van B&W een onderzoek ingesteld naar de ernst van de geluidsoverlast. Artikel 10 Wet openbare manifestaties (WOM) luidt als volgt:

    ‘Klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, zijn toegestaan. De gemeenteraad is bevoegd ter zake regels te stellen met betrekking tot duur en geluidniveau.’

    Bij besluit van 11 mei 2007 heeft de gemeenteraad regels gesteld omtrent het geluidniveau: het te produceren geluidniveau mag niet hoger zijn dan 9 dB(a.. Het college van B&W heeft het vermoeden dat het klokgelui een hoger geluidniveau produceert dan 9 dB(a.. Het college wil derhalve een last onder dwangsom opleggen aan de geloofsgemeenschap. Adviesbureau Precisie krijgt van het college de opdracht om in de buurt van de kerk het geluid te meten. Uit het onderzoek van Precisie blijkt dat de kerkklokken 10 dB voortbrengen.

    1. Op basis van welk in de Awb neergelegd beginsel van behoorlijk bestuur dient het college van B&W een (voor)onderzoek te verrichten naar het geluidsniveau van het klokgelui?

    2. Kan het college van B&W zijn besluit zonder meer baseren op het rapport van Precisie?

      Het college van B&W weet niet zeker of het bevoegd is om een last onder dwangsom op te leggen aan de geloofsgemeenschap wegens het overschrijven van het geluidsniveau.

    3. Verklaar waarom het college van B&W de bevoegdheid heeft om een last onder dwangsom op te leggen. Gebruik bij het beantwoorden van deze vraag de relevante wetsartikelen.

    Ondanks meerdere waarschuwingen van het college houdt het klokgelui in de ochtend stand. Het college van B&W besluit bij brief van 17 december 2007 een last onder dwangsom op te leggen. De geloofsgemeenschap verbeurt een dwangsom van 50 euro voor elke dag ná 1 januari 2008 waarop wordt waargenomen dat de klokken van 08.30 tot 08.45 uur een geluidsniveau produceren dat hoger ligt dan 9 dB(a.. De kerk kan maximaal 600 euro aan dwangsommen verbeuren.

    1. Bepaal of de brief van 17 december 2007 van het college van B&W een besluit is in de zin van de Awb.

    2. .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (2)

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (2)


    Vragen

    Vraag 1

    Een roddelblad publiceert een verhaal over de jonge kroonprins M. M is lid van het Nederlands koninklijk huis. De escapades van de kroonprins leiden tot grote commotie, waardoor het kabinet van minister-president X veel kritiek krijgt te verduren. X wil geen verantwoording voor de kwestie afleggen. X stelt dat er in Nederland geen ministeriële verantwoordelijkheid bestaat voor privégedragingen van leden van het koninklijk huis. Sterker nog: het gaat om een kroonprins en niet de onschendbare koning. Beoordeel het standpunt van X.

    Vraag 1b

    Als gevolg van het zwakke optreden van het kabinet zegt een meerderheid in de Tweede Kamer het vertrouwen op in premier X en zijn ministers. Daarop bieden X en zijn ministers hun ontslag aan aan de koning. Kan de koning onmiddellijk met het ontslag akkoord gaan?

    Vraag 1c

    De regering laat de Tweede Kamer ontbinden en besluit verkiezingen uit te schrijven. De partij van premier X plaatst Tweede Kamerlid Y op een onverkiesbare plek op de lijst. Op welke manier kan Y desondanks voor zijn partij in de Tweede Kamer worden gekozen?

    Vraag 2

    In Nederland is het enigszins ongebruikelijk dat een kabinet valt als gevolg van een motie van wantrouwen door de Tweede Kamer. Geef hiervoor een verklaring.

    Vraag 3

    Volgens het boek Beginselen van de democratische rechtsstaat vormt het beschermen van minderheden een onderdeel van de democratie. Verklaar waarom het beginsel van bescherming van minderheden voortkomt uit de rechtsstaatgedachte en niet dermate uit de democratiegedachte.

    Vraag 4

    Beoordeel of de volgende stellingen omtrent het legaliteitsbeginsel juist of onjuist zijn.

    • Het legaliteitsbeginsel biedt voldoende bescherming tegen willekeurig optreden van de overheid.

    • De gelegenheid om regelgevende bevoegdheden te delegeren aan een lager orgaan strookt niet met het legaliteitsbeginsel.

    Vraag 5

    Bepaal welke grondwettelijke bepaling het duidelijkst de democratiegedachte uitdrukt: artikel 89 lid 1 Gw, artikel 127 Gw of artikel 81 Gw.

    Vraag 6

    Bepaal per onderstaand artikel of er gedelegeerd mag worden en leg uit waarom wel/niet.

    1. Artikel 81 Gw

    2. Artikel 3.7 lid 8 Wet ruimtelijke ordening

    3. Artikel 2 lid 2 Gw

    4. Artikel 91 lid 2 Gw

    Antwoordindicatie

    Vraag 1a

    X's standpunt is onjuist. Op basis van de doctrine van de afgeleide ministeriële verantwoordelijkheid geldt er tevens voor leden van het koninklijk huis de ministeriële verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid bestaat als het gedrag het aanzien van de monarchie schaadt en dient het openbaar belang.

    (Beginselen van de democratische rechtsstaat – Hoofdstuk 10. Het Nederlandse parlementaire stelsel, paragraaf 10.6)

    Vraag 1b

    De koning kan niet meteen ontslag verlenen als alle ministers hun portefeuille ter beschikking stellen. Een consequentie van de ministeriële verantwoordelijkheid is dat er telkens minstens één minister dient te.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (3)

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (3)


    Vragen

    Vraag 1

    Het college van B&W van de gemeente Rotterdam wil een verbod omtrent het dragen van gezichtsbedekkende kledij en voorwerpen invoeren. De belangrijkste bepaling bevat het volgende:

    “In de gemeente Rotterdam is het aan personen boven de leeftijd van 13 jaar verboden zich te vermommen of onherkenbaar te maken”.

    1. Welk bestuursorgaan beschikt over de bevoegdheid om gemeentelijke verordeningen te maken?

    2. Mag de gemeenteraad het gemeentelijk verbod van vraag a vaststellen?

    Vraag 2

    Ga ervan uit dat twee nieuwe politieke partijen aan de aankomende Tweede Kamerverkiezingen deelnemen, namelijk de 40Plus Partij en De Stem van Nederland. De laatste partij kenmerkt zich door haar populistische uitspraken. De 40Plus Partij krijgt 39 zetels en De Stem van Nederland krijgt 38 zetels in de Tweede Kamer. Zij beschikken zowel in de Tweede als de Eerste Kamer over een meerderheid. De 40Plus Partij en de Stem van Nederland vormen een nieuwe regeringscoalitie. De media zijn niet gecharmeerd van de partijen en uitten veel kritiek op de partijen. De kritiek van de media heeft als consequentie dat de regering voorstelt een wijziging aan te brengen in de Grondwet. Het voorstel betreft het afschaffen van artikelen 6 t/m 9 Gw. De wetsvoorstellen worden in de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. Dankzij de meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer wordt tevens in de tweede lezing – blijkens artikel 138 Gw noodzakelijk voor een herziening van de Grondwet – de tweederde meerderheid behaald. Daarna worden de wetsvoorstellen tot het afschaffen van de betreffende grondwetsartikelen door de Koning ondertekend en aansluitend volgt de contraseign van de ministers. Ten slotte vindt bekendmaking in het Staatsblad plaats en treden de bepalingen in werking.

    1. Beoordeel op basis van de bovenstaande feiten of Nederland kan worden aangemerkt als een volwaardige democratische rechtsstaat.

    2. Is het schrappen van de artikel 6 t/m 9 Gw genoeg om te kunnen stellen dat de godsdienstvrijheid, de vrijheid van meningsuiting, de verenigingsvrijheid en de vergader- en betogingsvrijheid zijn afgeschaft?

    Vraag 3

    Op basis van een nieuwe wet is de overheid expliciet bevoegdheid om privéberichten van gebruikers van sociale media in te zien. Deze wet wordt de ''Facebookwet'' genoemd. Uit de memorie van toelichting blijkt dat de wetgever met behulp van deze wet probeert terroristische aanslagen te voorkomen. Een wetenschappelijk onderzoek toont namelijk aan dat bijna alle aanslagen worden geannonceerd op een sociaal medium zoals Facebook. De wetgever tracht de burger te beschermen door sociale mediasites consequent en doelbewust door te lichten op bepaalde woorden die duiden op het plannen van terroristische aanslag.

    1. Welk grondwettelijk grondrecht en welk in het EVRM beschermde mensenrecht komt door deze wet in gevaar?

    2. Is toetsing van de Facebookwet aan dit grondrecht en/of aan dit mensenrecht toegestaan?

    3. .....read more
    Access: 
    Public

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 1

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 1


    Vragen

    Vraag 1

    "België verbiedt anonieme simkaart

    Het Belgische parlement heeft gestemd voor wetgeving die de anonieme verkoop van simkaarten verbiedt, om het criminelen en terroristen zo lastiger te maken. Door de maatregel zijn prepaid-simkaarten in België binnenkort alleen nog verkrijgbaar bij vertoning van een geldig legitimatiebewijs, meldt De Morgen. De nieuwe regels kunnen nog dit jaar worden ingevoerd. Ook de eigenaars van de ruim 1 miljoen bestaande anonieme simkaarten in België moeten zich registreren. Dat kan straks zowel in de winkel als online, via de Belgische DigiD-variant eID. Mensen die nu een anonieme simkaart hebben hebben zes maanden de tijd om die te registreren.

    Een meerderheid van het Belgische parlement stemde voor het plan, dat eerder door de parlementaire commissie terreur al werd goedgekeurd. Volgens de Belgische regering zijn anonieme simkaarten populair bij criminelen en terroristen. De maatregel geldt echter ook voor bijvoorbeeld journalisten, die anonieme simkaarten gebruiken om met anonieme bronnen te communiceren. De plannen zijn al opgesteld voor de aanslagen in Brussel in maart van dit jaar. (...)" (bron: nu.nl, 21-07-2016)

    Vraag 1a

    Welke beginselen van de democratische rechtsstaat spelen een rol in deze casus?

    Vraag 1b

    Stel jij bent toekomstig minister van (Veiligheid en) Justitie van Nederland. Waaraan zou jij meer gewicht toekennen: privacy of veiligheid?

    Vraag 2

    "Wilders schuldig aan groepsbelediging, maar geen straf

    PVV-leider Geert Wilders is deels schuldig bevonden in het 'minder Marokkanen'-proces. Volgens de rechtbank heeft Wilders zich schuldig gemaakt aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie bij zijn uitspraken op de verkiezingsavond in 2014. Van enkele andere aanklachten, waaronder het aanzetten tot haat, werd hij vrijgesproken. Aan Wilders wordt geen straf opgelegd, omdat hij volgens de rechtbank met deze veroordeling voldoende gestraft is. Er is vastgesteld dat hij als politicus uitlatingen deed die hij niet had mogen doen, zegt de rechtbank. Het Openbaar Ministerie had een boete van 5000 euro geëist. Volgens de rechters vormt de vrijheid van meningsuiting het fundament van onze samenleving, maar zijn er grenzen.

    (...)

    De zaak draaide om uitspraken die Wilders deed rond de gemeenteraadsverkiezingen in 2014. Hij vroeg op 19 maart onder meer aan PVV-aanhangers in Den Haag of zij meer of minder Marokkanen wilden hebben in de stad en in Nederland. Het publiek antwoordde "minder, minder", waarna Wilders zei dat hij dat zou regelen. Een week daarvoor, op 12 maart, had Wilders tijdens een interview op een markt ook gesproken over minder Marokkanen "als het even kan". (...)" (bron: nos.nl, 9 december 2016)

    Welk(e) beginsel(en) van de democratische rechtsstaat is/zijn in deze casus te herkennen?

    Vraag 3

    "Italië stuurt marine naar de Libische kust

    Italië is van plan om volgende maand oorlogsschepen naar de Libische kust te sturen om de mensensmokkel en migratiestroom tegen te gaan. Een anonieme Italiaanse regeringsfunctionaris lekte dit nieuws gisteren naar persbureau Reuters.

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 2

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 2


    Vragen

    Vraag 1

    Vraag 1a

    Lees de volgende passage uit een interview in het Algemeen Dagblad van 26 mei 2015 met toenmalig VVD-partijvoorzitter Henry Keizer en beantwoord daarna de vragen hieronder:

    De tekst is een beetje verouderd, maar na de verkiezingen van 15 maart 2017 was de situatie niet wezenlijk anders. Onze – relatief kleine – Tweede Kamer bestaat uit 13 fracties en de grootste fractie (nog steeds de VVD) heeft ‘maar’ 33 van de 150 zetels (en kreeg 21,3 % van de stemmen). Keizer haalt in bovenstaande passage aan dat hij met trots in het buitenland verkondigt dat zijn VVD de “kleinste grootste regeringspartij ter wereld” is.

    Zoek in de Grondwet en in de Kieswet (Hoofdstuk P) de relevante bepalingen op. Verklaar aan de hand van deze bepalingen hoe het mogelijk kan zijn dat een partij die 21,3% van de stemmen behaalde, de grootste partij in de Tweede Kamer vormt.

    Vraag 1b

    Keizer suggereert dat de Nederlandse democratie bij het huidige kiesstelsel niet goed functioneert. Deel je deze mening? Betrek in je antwoord de voor- en nadelen van het Nederlandse kiesstelsel.

    Vraag 1c

    Om het aantal fracties in de Tweede Kamer in te dammen, stelt Keizer voor om te onderzoeken of een kiesdrempel kan worden ingesteld. Leg uit wat een kiesdrempel is en geef aan of het constitutionele recht de instelling hiervan op dit moment toelaat.

    Vraag 1d

    Als het gaat om de stof die we hierboven behandelen kom je in de praktijk verschillende benamingen voor entiteiten die in de gedachten van veel mensen ongeveer hetzelfde betekenen. Het gaat om de begrippen ‘politieke partijen’, ‘lijsten’ en ‘fracties’. Wat zijn de verschillen tussen deze termen?

    Vraag 2

    Tijdens de campagnes voorafgaand aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 2010 en 2012 was er op RTL4 het zogenaamde ‘premiersdebat’ te zien, waarin de lijstrekkers van de vier grootste politieke partijen de kans kregen zich te profileren. In 2017 was RTL4 eveneens van plan een dergelijk debat te organiseren, maar dat ging niet door omdat Mark Rutte en Geert Wilders niet wilden meedoen. Met de naam ‘premiersdebat’ wordt gesuggereerd dat kiezers rechtstreeks invloed kunnen uitoefenen op de keuze van de premier. Geef aan in hoeverre deze suggestie juist is.

    Vraag 3

    Vraag 3a

    Op 5 november 2012, na een formatie van ongeveer twee maanden, kwam het kabinet Rutte II tot stand, bestaande uit de politieke partijen VVD en PvdA. Voor deze formatie werd een andere procedure gevolgd dan voorheen gebruikelijk was. Geef aan hoe deze procedure verloopt en in welk opzicht zij anders is dan de procedure die daarvoor werd gevolgd? Geef ook aan wat de juridische grondslag van de nieuwe procedure is. (NB: toen we deze opdrachten maakten, was het huidige proces van kabinetsformatie (2017) gaande en was het niet de verwachting dat deze.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 3

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 3


    Vragen

    Vraag 1

    "Minister Schippers op het matje om ontbreken draaiboeken Den Haag -

    De Tweede Kamer wil opheldering van minister Schippers (Volksgezondheid) na alarmerende berichten over haperende hulp aan gevaarlijke verwarde mensen. Gemeenten zouden uiterlijk deze zomer met een plan van aanpak komen over hulp aan loslopende psychisch gestoorden die mogelijk een gevaar vormen voor de samenleving. Gisteren werd echter bekend dat nog geen één gemeente zo’n draaiboek klaar heeft. VVD en D66 noemen het uitblijven van de broodnodige gemeenteplannen ’onacceptabel’. PvdA en CDA vinden het ’zorgelijk’, de PVV ’zeer pijnlijk’. Van minister Schippers willen ze weten hoe het mogelijk is dat gemeenten massaal de deadline overschrijden en wat daarvan de gevolgen zijn.

    De VVD-bewindsvrouw laat weten nog niet op de zaak te willen ingaan. De Tweede Kamer had ze eerder al beloofd om na het zomerreces met een brief te komen over de kwestie. Tot die tijd doet ze er geen uitspraken over. De meeste politieke partijen erkennen dat de materie niet eenvoudig is. Zo blijkt het in de praktijk nog steeds moeilijk te zijn om verwarde mensen van de straat te halen zolang ze dat zelf niet willen. Ook is het moeilijk om de vele langs elkaar heen werkende instanties te stroomlijnen. Minister Schippers heeft vlak voor de zomer een plan naar de Kamer gestuurd waardoor het mogelijk wordt om potentieel gevaarlijke mensen eerder, voor een korte periode te observeren en screenen. Familieleden van ernstig verwarde mensen kijken hier reikhalzend naar uit. De Tweede Kamer is positief over het plan en kondigt aan vaart te zullen maken met het bespreken ervan."  (Bron: www.telegraaf.nl)

    Hierboven wordt gesproken over het ‘op het matje roepen’ van een minister. Dat is een niet erg juridische manier om aan te geven dat de Kamer (of leden daarvan) van opvatting zijn dat de minister zich moet verantwoorden. In het hoorcollege is ingegaan op het leerstuk van ministeriële verantwoordelijkheid. De vraag of de minister hiervoor verantwoordelijk is, hoeft hieronder niet te worden besproken. Wel word je gevraagd om de verschillende manieren (ten minste 4, maar er zijn er wellicht zelfs nog meer) in kaart te brengen waarop een minister door de Tweede Kamer (of haar leden) kan worden gevraagd om inlichtingen. Geef daarbij ook aan wat de verschillen zijn tussen deze manieren.

    Vraag 2

    Stel nu dat het in deze bijeenkomst centraal staande conflict niet zou hebben gespeeld tussen de minister en de Tweede Kamer, maar tussen de minister en de Eerste Kamer. Zou uw antwoord bij opdracht 2 dan anders luiden?

    Vraag 3

    Stel dat de minister ook nadat zij verantwoording heeft afgelegd aan de Tweede Kamer zwaar onder vuur blijft liggen. In meerderheid in de Tweede Kamer is zelfs van opvatting dat de minister zou moeten opstappen en legt deze opvatting vast in een

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 4

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 4


    Vragen

    Vraag 1

    Er zijn in Nederland vele honderden bestuursorganen die gezamenlijk dagelijks vele duizenden besluiten nemen. Het zou ondoenlijk zijn als elke Nederlandse burger tegen elk van deze besluiten zou kunnen opkomen in juridische procedures (hoe dat gaat, behandelen we in thema 6). In de Awb is ervoor gekozen dat recht alleen toe te kennen aan belanghebbenden. Het is dus van groot belang om te weten wanneer iemand belanghebbende is bij een besluit. Reden temeer om daar eens mee te oefenen. Geef voor elke van onderstaande casus aan of de daarin opgevoerde (rechts)personen belanghebbende zijn bij de besluiten die in de casus zijn omschreven:

    Vraag 1a

    Deniz en Joyce willen een festival organiseren in de gemeente Utrecht. Op grond van de evenementenverordening van de gemeente Utrecht geeft de burgemeester hen hiervoor geen vergunning (dit is een besluit in de zin van de Awb). Zijn Deniz en Joyce belanghebbende bij dit besluit?

    Vraag 1b

    Een goede vriend van mevrouw Visser is eigenaar van een mooi pand in Rotterdam. In dat pand wordt een grote hoeveelheid harddrugs aangetroffen. De burgemeester van de gemeente Rotterdam past bestuursdwang toe op grond van artikel 13b Opiumwet, wat erop neerkomt dat het pand voor de duur van drie maanden gesloten wordt en niemand nog toegang tot het pand krijgt (ook de eigenaar niet). Dit is een besluit in de zin van de Awb. Is mevrouw Visser belanghebbende bij dit besluit?

    Vraag 1c

    De Lange Moersdyk is een weg tussen de Friese dorpjes Anjum en Morra. Deze weg wordt door de gemeenteraad van de gemeente Dongeradeel aan het openbaar verkeer onttrokken (de weg wordt definitief afgesloten). Dit is een besluit in de zin van de Awb. De reden voor dit besluit is dat langs deze weg een militair oefenterrein (voor schietoefeningen) wordt geopend.

    Allard Schoonderbeek is eigenaar van een middelgrote supermarkt die eigenlijk alleen goed te bereiken is via deze weg. Zonder deze weg zouden zijn klanten minstens 10 kilometer moeten omrijden. Allard vreest dat dit ten koste gaat van zijn omzet. Er zijn in buurt namelijk genoeg andere supermarkten die in dat geval beter bereikbaar zijn. Is Allard belanghebbende?

    Joost Schuurman is holistisch genezer uit Amsterdam. Hij gaat ervan uit dat de onttrekking van deze weg aan het openbaar verkeer een zodanige verstoring oplevert voor het vrijelijk vloeien van de aardstralen dat dit gaat leiden tot massale hoofdpijnklachten in Zuid-Limburg. Is Joost belanghebbende?

    Anja Suikerveld is gepensioneerd en woonachtig in Dokkum (ongeveer 12 kilometer verderop) en gaat elke week fietsen in de Friese weilanden. De Lange Moersdyk is onderdeel van haar vaste route en ze vindt het zonde dat deze afgesloten wordt. Is Anja belanghebbende bij dit besluit?

    Bas van Gent is de zoon van Lodewijck van Gent. Hij is 18 jaar en speelt met het idee om

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 5

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 5


    Vragen

    Vraag 1

    De bevoegdheid om besluiten (niet zijnde algemeen verbindende voorschriften) te nemen, de zogenaamde bestuursbevoegdheid, kan soms worden overgedragen (gedelegeerd). Voor debeantwoording van de vraag of dit in een specifiek geval is toegestaan, geldt niet dezelfde delegatieterminologie als waarmee hierboven geoefend is.

    Vraag 1a

    Wanneer is delegatie van bestuursbevoegdheden volgens de Awb toegestaan?

    Vraag 1b

    Verschilt dit van de mogelijkheid dergelijke bestuursbevoegdheden te mandateren en zo ja, waarom?

    Vraag 1c

    De burgemeester van de gemeente X wil de bevoegdheid tot het opleggen van een gebiedsverbod aan een voetbalhooligan – dit is een besluit in de zin van de Awb – op grond van artikel 172a Gemeentewet delegeren aan een door hem ingestelde commissie of aan een politieambtenaar. Is dit toegestaan?

    Vraag 2

    Het legaliteitsbeginsel geldt ook voor de bevoegdheid om regels (algemeen verbindende voorschriften) te maken. In de volgende bepalingen wordt steeds een zogenaamde regelgevende bevoegdheid toegekend. Geef aan of het orgaan dat de bevoegdheid krijgt, deze mag overdragen aan een ander orgaan. Let op: niet alle wettelijke voorschriften die hieronder zijn gegeven, zijn opgenomen in de wettenbundels. Je moet deze in dat geval opzoeken via www.wetten.nl.

    Vraag 2a

    Artikel 2 lid 1 Gw.

    Vraag 2b

    Artikel 8 Gw.

    Vraag 2c

    Artikel 10 lid 1 Gw.

    Vraag 2d

    Artikel 65 lid 1 Spoorwegwet.

    Vraag 2e

    Artikel 6.13 lid 2 Mediawet 2008.

    Vraag 3

    Algemene vragen:

    Vraag 3a

    Wat betekenen de begrippen attributie en delegatie?

    Vraag 3b

    Waarin verschilt het begrip mandaat van bovenstaande begrippen?

    Vraag 3c

    Hoe houden deze begrippen verband met het legaliteitsbeginsel?

    Vraag 4

    Café De Tap krijgt al sinds 2005 elk jaar voor de zomerperiode een terrasvergunning. Dit is een besluit in de zin van de Awb. Meestal wordt de vergunning in april, net voordat het zomerseizoen begint, verleend. Ook voor het komende seizoen is een vergunning aangevraagd. Stel: op 15 april 2017 krijgt de eigenaar van De Tap een brief van het college van burgemeester en wethouders waarin staat dat er geen vergunning wordt verleend in verband met de verkeersveiligheid. Het college van burgemeester en wethouders wijst er daarbij op dat er het vorige seizoen minstens zes ongelukken hebben plaatsgevonden doordat voetgangers het trottoir niet konden gebruiken en op de rijweg zijn aangereden. De eigenaar heeft echter al nieuwe stoelen voor het terras gekocht in de veronderstelling dat de vergunning zoals de voorgaande tien jaren zou worden verleend. Zijn buurman, Café De Cameleon, heeft daarenboven wel weer een terrasvergunning voor 2016 gekregen.

    Je bent advocaat en hebt de eigenaar van café De Tap als cliënt. Je legt hem uit dat naar jouw oordeel door het college van burgemeester en wethouders diverse formele en materiële normen voor bevoegdheidsuitoefening (abbb) zijn geschonden. Welke normen zijn dit en waarom?

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 6

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 6


    Vragen

    Vraag 1

    De Evangelische Vereniging Doetinchem (EVD) heeft een busje met een aanhangwagen langs de openbare weg staan. Op de aanhangwagen staat een groot bord met het opschrift: “Jezus Leeft”. Het geheel is op een opzichtige wijze geparkeerd, midden op een rotonde, zodat de boodschap door iedereen die daar passeert, gezien wordt. Met gebruikmaking van artikel 170 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) wordt het busje namens het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) van Doetinchem weggesleept, omdat gevreesd wordt dat het de veiligheid op de openbare weg in het gevaar brengt. De EVD is woest en haar advocaat voert, na tevergeefs bezwaar te hebben gemaakt bij het college, in de procedure voor de bestuursrechter aan dat artikel 170 WVW in strijd is met haar recht op godsdienstvrijheid zoals neergelegd in artikel 6 van de Grondwet. Artikel 170 WVW houdt volgens de advocaat ten onrechte geen rekening met groepen die hun religieuze overtuiging op deze manier te berde willen brengen. De advocaat dringt er derhalve bij de bestuursrechter op aan om artikel 170 WVW om deze reden buiten toepassing te verklaren.

    Hoe groot acht je de kans dat de bestuursrechter daartoe overgaat?

    Vraag 2

    Om de grondrechten die zijn vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) te incorporeren in het nationale recht heeft het parlement van het Verenigd Koninkrijk in 1998 de Human Rights Act (HRA) aangenomen. Dit is een wet die is te vergelijken met een wet in formele zin. De grondrechtenbepalingen in deze wet zijn vrijwel letterlijke kopieën van de bepalingen in het EVRM. Daarnaast bevat de HRA bepalingen over hoe de wet dient te worden geïnterpreteerd en toegepast.

    Het Nederlandse parlement heeft geen wet aangenomen om het EVRM onderdeel uit te laten maken van de Nederlandse rechtsorde. Leg uit waarom een vergelijkbare wet in Nederland niet nodig is voor de doorwerking van het EVRM.

    Vraag 3

    In de Marktverordening Utrecht 2014 zijn de volgende bepalingen opgenomen:

    Artikel 6 Standplaatsvergunning

    1. Het is verboden om een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
    2. Het is verboden op het marktterrein te handelen zonder vergunning.

    Artikel 7 Vereisten voor het toekennen van een standplaats

    Voor toewijzing van een standplaats komt alleen een handelingsbekwaam natuurlijk persoon in aanmerking die:

    1. de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt,
    2. een aanvraag voor een vergunning bij het college heeft ingediend,
    3. een aansprakelijkheidsverzekering voor zijn marktbedrijf heeft en
    4. in Nederland werk mag verrichten.

    Dirk Pieters is opgegroeid op een boerderij. Hij is 19 jaar en studeert in Utrecht. Om wat bij te verdienen wil hij graag op zaterdag een standplaats op de markt innemen, waar hij dan producten van de boerderij van zijn ouders wil verkopen: kaas, eieren en andere ambachtelijke producten. Hij dient

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 7

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 7


    Vragen

    Vraag 1a

    Al langere tijd wordt het gemeentebestuur van Gorinchem overspoeld met klachten over geluidsoverlast ten gevolge van het luiden van de klokken van de Grote Kerk. De grote klok van de kerk slaat, dag en nacht, elk kwartier om de tijd aan te geven. Iedere ochtend worden bovendien om zeven uur, gedurende twintig minuten, vier klokken geluid om de gelovigen op te roepen tot het bijwonen van de ochtendmis. Omwonenden klagen al jaren over de geluidsoverlast die dit oplevert. Het gemeentebestuur heeft het kerkbestuur ook al meerdere malen laten weten dat het zo niet langer kan. Overleg met de pastoor van de kerk heeft helaas niets opgeleverd. De gemeenteraad is nu van mening dat het afgelopen moet zijn met het luiden van klokken. Een ambtenaar heeft uitgezocht dat op basis van artikel 10 van de Wet openbare manifestaties (Wom) de gemeenteraad bevoegd is om regels te stellen met betrekking tot duur en geluidsniveau van klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden, waaronder ook het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging. De gemeenteraad neemt vervolgens, op basis van artikel 10 Wom, inderdaad een verordening aan waarin het luiden van klokken op alle dagen
    van de week wordt verboden. De pastoor is het natuurlijk niet eens met dit verbod. Volgens hem is de verordening in strijd met de godsdienstvrijheid.

    Is de godsdienstvrijheid van de pastoor hier inderdaad in het geding is? Ga voor de beantwoording van deze vraag eerst het volgende na:

    • In welke bepalingen is de godsdienstvrijheid vastgelegd in de Grondwet en in het EVRM?
    • Valt het luiden van de kerkklokken onder de reikwijdte van deze bepalingen?

    Vraag 1b

    Is de beperking rechtmatig in het licht van de beperkingen die de Grondwet toestaat op de godsdienstvrijheid? Vergeet niet om hierbij ook te kijken naar artikel 10 Wom.

    Vraag 1c

    Is de beperking rechtmatig in het licht van de beperkingen die het EVRM toestaat op de godsdienstvrijheid?

    Vraag 1d

    Geef het meest in het oog springende verschil aan tussen de beperkingssystematiek van de Grondwet en die van het EVRM.

    Vraag 2

    Egmond aan Zee BV heeft een grote hoeveelheid mensen in dienst voor het laden en lossen van grote zeeschepen. De werknemers van dit bedrijf zijn buitengewoon ontevreden over hun arbeidsomstandigheden. Het is zwaar werk en er moeten te lange uren worden gedraaid, zonder noemenswaardige pauzes. Na dit meerdere keren te hebben aangegeven bij hun werkgever (en nul op het rekest te hebben gekregen) geven ze aan te zullen gaan staken. De directie van Egmond aan Zee BV is ‘not amused’ en geven aan deze staking niet te zullen accepteren. De werknemers stellen echter dat zij recht hebben om te staken op grond van artikel 6 lid 4 van het Europees Sociaal Handvest. De directie stelt zich

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 8

    Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 8


    Vragen

    Vraag 1

    Beargumenteer of je het eens of oneens bent met de volgende stelling: ‘De burgemeester is het belangrijkste orgaan van de gemeente’.

    Vraag 2a

    In het coalitieakkoord van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht, ‘Utrecht maken we samen’, staat onder meer: ‘De ambitie om meer studenten- en starterswoningen te realiseren blijft onverminderd van kracht.’ Wethouder Paulus Jansen (SP) heeft de portefeuille ‘Wonen’ onder zich. Vanwege het structureel uitblijven van voldoende studentenwoningen wordt hem sinds 2014 op momenten het vuur na aan de schenen gelegd door gemeenteraadslid Steven Menke (Student en Starter). In augustus 2015 is het weer raak. Menke beklaagt zich in de gemeenteraad uitgebreid en op stevige toon over het ontbreken van adequate huisvesting voor eerstejaarsstudenten. De SP, nu met zes zetels in de raad, breekt met het voeren van het huidige beleid een verkiezingsbelofte, aldus Menke. Jansen schiet, niet voor het eerst, in de verdediging tegen dit verbale geweld. ”Als het aan mij en mijn partij lag dan waren die studentenwoningen er allang al geweest, maar zoals u weet gaat ik niet over de financiën van deze stad. Dat is niet mijn portefeuille. Voor dit soort klaagzang moet u eigenlijk bij mijn collega Jeroen Kreijkamp (D66) zijn. Dat is de wethouder van Financiën en hij gaat over de centen.”

    Is de verwijzing van Jansen naar zijn collega Kreijkamp staatsrechtelijk gezien terecht?

    Vraag 2b

    Student en Starter, een kleine partij met twee zetels in de raad, is ‘not amused’ over de reactie van Jansen. De partij dient een motie van wantrouwen in. Deze wordt gesteund door de gehele oppositie. Dit betekent dat vijftien van de 45 raadsleden de motie steunen. Wat betekent dat staatsrechtelijk en politiek gezien voor de positie van Jansen?

    Vraag 3a

    Na het bankroet in 2008 van de IJslandse bank Landsbanki en dochter Icesave kon de provincie Noord-Holland in één klap niet langer beschikken over 78 miljoen euro aan bij die bank uitstaande tegoeden. Het besluit van gedeputeerde staten eind 2008 om een juridische procedure te starten teneinde een gedeelte van de tegoeden terug te krijgen, werd op voordracht van toenmalig minister van Financiën Wouter Bos door de Kroon bij Koninklijk Besluit vernietigd. Naar aanleiding van deze affaire stapten in juli 2009 alle gedeputeerden van de provincie Noord-Holland op. Toenmalig commissaris van de Koningin Borghouts toonde zich in 2009 niet solidair met zijn gedeputeerden en bleef aan. Achteraf betoonde hij hierover spijt. “Het was goed geweest als ik was afgetreden. Ik heb er spijt van dat ik toen niet meteen dat democratische gebaar heb gemaakt.”[1] Zoek op internet achtergrondinformatie op over het Icesave-schandaal en beantwoord daarna de volgende vragen.

    Leg uit wat een ‘(spontane) vernietiging’ is en waarom dit een bewijs is van het feit dat Nederland een eenheidsstaat is, waarin provinciebesturen binnen

    .....read more
    Access: 
    Public

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 1

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 1


    Vragen

    Casus I

    Art. 2 Gw (toelating en uitzetting vreemdelingen), art. 16 Gw (legaliteitsbeginsel)

    Hongarije maakt hulp aan asielzoekers strafbaar (bron: Trouw.nl, 20-06-2018)
    Een nieuwe wet maakt hulp aan asielzoekers in Hongarije moeilijk. Niet organisaties, maar de hulpverleners zelf worden erdoor getroffen. Vluchtelingen helpen kan je in de toekomst in het gevang brengen in Hongarije. Vandaag stemt het parlement over een pakket maatregelen die 'georganiseerde activiteit die illegale migratie ondersteunt', strafbaar stelt. De kans dat het pakket wordt goedgekeurd is heel groot. Het ministerie van binnenlandse zaken noemt het de 'Etop Eoros-wet'. Maar de Amerikaanse filantroop George Eoros heeft er weinig mee van doen. Kern is dat organisaties die opkomen voor asielrecht het werken onmogelijk wordt gemaakt door hun medewerkers te bestraffen. Die kunnen behalve geldboetes en gevangenisstraf ook een verbod opgelegd krijgen om zich binnen acht kilometer van de Hongaarse grens te bevinden. Volgens de toelichting van het ministerie komt de wet tegemoet aan de wil van het Hongaarse volk en zijn de wetswijzigingen nodig omdat migratie een serieus gevaar is voor de nationale veiligheid. Hongarije laat momenteel dagelijks twee vluchtelingen toe. Vorig jaar kreeg 40 procent van de aanvragers daadwerkelijk een vluchtelingenstatus.
    (...)

    Vraag 1a

    Welke beginselen van de democratische rechtsstaat zijn in deze casus te herkennen?

    Vraag 1b

    De Europese Unie keurt de nieuwe wetgeving af. Volgens de Europese Commissie overtreedt Hongarije met het nieuwe pakket van maatregelen de wetgeving van de Europese Unie. Vind je dat de EU maatregelen mag treffen tegen Hongarije om de regering op andere gedachten te brengen?

    Casus II

    Kabinet broedt op nieuwe missie in Afghanistan: special forces opleiden om Taliban uit te schakelen (bron: Volkskrant.nl, 12 april 2018)

    Na 17 jaar oorlog zijn de Taliban allesbehalve verslagen.

    Het kabinet overweegt een nieuwe militaire missie naar Afghanistan op te tuigen. Maximaal twintig tot dertig commando's en mariniers moeten in Mazar-i-Eharif Afghaanse special forces opleiden die de Taliban gaan uitschakelen. Het voornemen wordt naar verwachting half mei aan de Tweede Kamer voorgelegd. Op dit moment heeft Nederland al circa honderd militairen, onder wie tien politietrainers, gestationeerd in Mazar-i-Eharif, in Noord-Afghanistan. Dat is een vrijwel risicoloze missie die vooral achter beveiligde muren plaatsvindt. De taak van de nieuwe gevechtstrainers zal vermoedelijk gevaarlijker zijn, omdat het opleiden van special forces doorgaans deels buiten het trainingskamp plaatsvindt. Beide missies zullen tegelijkertijd draaien.

    Vraag 2a

    Welke beginselen van de democratische rechtsstaat spelen een rol in deze casus?

    Vraag 2b

    Is voor de inzet door de Nederlandse regering van Nederlandse militairen voor een dergelijke missie toestemming van het Nederlandse parlement vereist?

    Casus III

    Art. 10 Gw, art.15 Gw,

    België verbiedt anonieme simkaart (bron: nu.nl, 21-07-2016)
    Het Belgische parlement heeft gestemd voor wetgeving die de anonieme verkoop van simkaarten verbiedt, om het criminelen en terroristen zo lastiger te maken. Door de maatregel zijn prepaid-simkaarten in België binnenkort alleen nog verkrijgbaar bij vertoning van een geldig legitimatiebewijs, meldt De Morgen. De nieuwe regels kunnen nog dit jaar worden ingevoerd. Ook de eigenaars van

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 2

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 2


    Vragen

    Vraag 1a

    Op 5 november 2012, na een formatie van ongeveer twee maanden, kwam het kabinet Rutte II tot stand, bestaande uit de politieke partijen VVD en PvdA. Voor deze formatie werd een andere procedure gevolgd dan voorheen gebruikelijk was.

    Geef aan hoe deze procedure verloopt en in welk opzicht zij anders is dan de procedure die daarvoor werd gevolgd? Geef ook aan wat de juridische grondslag van de nieuwe procedure is.

    Vraag 1b

    Waarom wordt er gesproken over een kabinetsformatie en niet over een regeringsformatie?

    Vraag 2

    Tijdens de campagnes voorafgaand aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 2010 en 2012 was er op RTL4 het zogenaamde ‘premiersdebat’ te zien, waarin de lijsttrekkers van de vier grootste politieke partijen de kans kregen zich te profileren. In 2017 was RTL4 eveneens van plan een dergelijk debat te organiseren, maar dat ging niet door omdat Mark Rutte en Geert Wilders niet wilden meedoen. Met de naam ‘premiersdebat’ wordt gesuggereerd dat kiezers rechtstreeks invloed kunnen uitoefenen op de keuze van de premier. Geef aan in hoeverre deze suggestie juist is.

    Casus I

    Op 20 augustus 2016 verscheen het volgende bericht op de website van de Telegraaf. Minister Schippers op het matje om ontbreken draaiboeken

    Den Haag - De Tweede Kamer wil opheldering van minister Schippers (Volksgezondheid) na alarmerende berichten over haperende hulp aan gevaarlijke verwarde mensen. Gemeenten zouden uiterlijk deze zomer met een plan van aanpak komen over hulp aan loslopende psychisch gestoorden die mogelijk een gevaar vormen voor de samenleving. Gisteren werd echter bekend dat nog geen één gemeente zo’n draaiboek klaar heeft. VVD en D66 noemen het uitblijven van de broodnodige gemeenteplannen ’onacceptabel’. PvdA en CDA vinden het ’zorgelijk’, de PVV ’zeer pijnlijk’. Van minister Schippers willen ze weten hoe het mogelijk is dat gemeenten massaal de deadline overschrijden en wat daarvan de gevolgen zijn. De VVD-bewindsvrouw laat weten nog niet op de zaak te willen ingaan. De Tweede Kamer had ze eerder al beloofd om na het zomerreces met een brief te komen over de kwestie. Tot die tijd doet ze er geen uitspraken over. De meeste politieke partijen erkennen dat de materie niet eenvoudig is. Zo blijkt het in de praktijk nog steeds moeilijk te zijn om verwarde mensen van de straat te halen zolang ze dat zelf niet willen. Ook is het moeilijk om de vele langs elkaar heen werkende instanties te stroomlijnen. Minister Schippers heeft vlak voor de zomer een plan naar de Kamer gestuurd waardoor het mogelijk wordt om potentieel gevaarlijke mensen eerder, voor een korte periode te observeren en screenen. Familieleden van ernstig verwarde mensen kijken hier reikhalzend naar uit. De Tweede Kamer is positief over het plan en kondigt aan vaart te zullen maken met het bespreken ervan.

    Bron: www.telegraaf.nl

    Vraag 3

    Hierboven wordt gesproken over het ‘op het matje roepen’ van een

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 3

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 3


    Vragen

    Casus I

    Op 20 augustus 2016 verscheen het volgende bericht op de website van de Telegraaf.
    Minister Schippers op het matje om ontbreken draaiboeken Den Haag - De Tweede Kamer wil opheldering van minister Schippers (Volksgezondheid) na alarmerende berichten over haperende hulp aan gevaarlijke verwarde mensen.
    Gemeenten zouden uiterlijk deze zomer met een plan van aanpak komen over hulp aan loslopende psychisch gestoorden die mogelijk een gevaar vormen voor de samenleving. Gisteren werd echter bekend dat nog geen één gemeente zo’n draaiboek klaar heeft. VVD en D66 noemen het uitblijven van de broodnodige gemeenteplannen ’onacceptabel’. PvdA en CDA vinden het ’zorgelijk’, de PVV ’zeer pijnlijk’. Van minister Schippers willen ze weten hoe het mogelijk is dat gemeenten massaal de deadline overschrijden en wat daarvan de gevolgen zijn. De VVD-bewindsvrouw laat weten nog niet op de zaak te willen ingaan. De Tweede Kamer had ze eerder al beloofd om na het zomerreces met een brief te komen over de kwestie. Tot die tijd doet ze er geen uitspraken over. De meeste politieke partijen erkennen dat de materie niet eenvoudig is. Zo blijkt het in de praktijk nog steeds moeilijk te zijn om verwarde mensen van de straat te halen zolang ze dat zelf niet willen. Ook is het moeilijk om de vele langs elkaar heen werkende instanties te stroomlijnen. Minister Schippers heeft vlak voor de zomer een plan naar de Kamer gestuurd waardoor het mogelijk wordt om potentieel gevaarlijke mensen eerder, voor een korte periode te observeren en screenen. Familieleden van ernstig verwarde mensen kijken hier reikhalzend naar uit. De Tweede Kamer is positief over het plan en kondigt aan vaart te zullen maken met het bespreken ervan.

    Bron: www.telegraaf.nl

    Vraag 1

    Hierboven wordt gesproken over het ‘op het matje roepen’ van een minister. Dat is een niet erg juridische manier om aan te geven dat de Kamer (of leden daarvan) van opvatting zijn dat de minister zich moet verantwoorden. In het hoorcollege is ingegaan op het leerstuk van ministeriële verantwoordelijkheid. De vraag of de minister hiervoor verantwoordelijk is, hoeft hieronder niet te worden besproken. Wel word je gevraagd om de verschillende manieren (ten minste 4, maar er zijn er wellicht zelfs nog meer) in kaart te brengen waarop een minister door de Tweede Kamer (of haar leden) kan worden gevraagd om inlichtingen. Geef daarbij ook aan wat de verschillen zijn tussen deze manieren.

    Vraag 2

    Stel dat de minister ook nadat zij verantwoording heeft afgelegd aan de Tweede Kamer zwaar onder vuur blijft liggen. In meerderheid in de Tweede Kamer is zelfs van opvatting dat de minister zou moeten opstappen en legt deze opvatting vast in een motie. De minister ziet dat echter niet zitten. Zij wil graag aanblijven en vindt eigenlijk dat de Kamer maar zelf zou moeten opstappen. Kan dat?

    Vraag 3

    Stel nu dat het in

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 4

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 4


    Vragen

    Vraag 1a

    Geef aan wat het positieve en het negatieve aspect van het legaliteitsbeginsel inhouden.

    Vraag 1b

    Waarom is van belang om te weten of een organisatie een bestuursorgaan is?

    Vraag 1c

    Welke soorten bestuursorganen kennen we?

    Vraag 1d

    Waarom is dit onderscheid juridisch relevant?

    Vraag 1e

    Waar kan de definitie van een besluit worden gevonden in de Awb?

    Vraag 1f

    Leg uit waarom het juridisch relevant is of een beslissing van een overheidsinstantie wel of geen besluit in de zin van de Awb is.

    Casus I

    Er zijn in Nederland vele honderden bestuursorganen die gezamenlijk dagelijks vele duizenden besluiten nemen. Het zou ondoenlijk zijn als elke Nederlandse burger tegen elk van deze besluiten zou kunnen opkomen in juridische procedures (hoe dat gaat, behandelen we in thema 6). In de Awb is ervoor gekozen dat recht alleen toe te kennen aan belanghebbenden. Het is dus van groot belang om te weten wanneer iemand belanghebbende is bij een besluit. Reden temeer om daar eens mee te oefenen. Geef voor elke van onderstaande casus aan of de daarin opgevoerde (rechts)personen belanghebbende zijn bij de besluiten die in de casus zijn omschreven:

    Vraag 2a

    Fatima en Lisanne willen een festival organiseren in de gemeente Utrecht. Op grond van de evenementenverordening van de gemeente Utrecht geeft de burgemeester hen hiervoor geen vergunning (dit is een besluit in de zin van de Awb). Zijn Fatima en Lisanne belanghebbende bij dit besluit?

    Vraag 2b

    Een goede vriend van mevrouw De Vries is eigenaar van een mooi pand in Rotterdam. In dat pand wordt een grote hoeveelheid harddrugs aangetroffen. De burgemeester van de gemeente Rotterdam past bestuursdwang toe op grond van artikel 13b Opiumwet, wat erop neerkomt dat het pand voor de duur van drie maanden gesloten wordt en niemand nog toegang tot het pand krijgt (ook de eigenaar niet). Dit is een besluit in de zin van de Awb. Is mevrouw De Vries belanghebbende bij dit besluit?

    Vraag 2c

    De Lange Moersdyk is een weg tussen de Friese dorpjes Anjum en Morra. Deze weg wordt door de gemeenteraad van de gemeente Dongeradeel aan het openbaar verkeer onttrokken (de weg wordt definitief afgesloten). Dit is een besluit in de zin van de Awb. De reden voor dit besluit is dat langs deze weg een militair oefenterrein (voor schietoefeningen) wordt geopend.

    • Jan Bosloper is eigenaar van een middelgrote supermarkt die eigenlijk alleen goed te bereiken is via deze weg. Zonder deze weg zouden zijn klanten minstens 10 kilometer moeten omrijden. Jan vreest dat dit ten koste gaat van zijn omzet. Er zijn in buurt namelijk genoeg andere supermarkten die in dat geval beter bereikbaar zijn. Is Jan belanghebbende?

    • Frits Roest is holistisch genezer uit Amsterdam. Hij gaat ervan uit dat de onttrekking van deze weg aan het openbaar verkeer een zodanige verstoring oplevert voor het vrijelijk vloeien van de aardstralen dat dit gaat leiden tot massale hoofdpijnklachten in Zuid-Limburg.

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 5

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 5


    Vragen

    Vraag 1a

    Wat betekenen de begrippen attributie en delegatie?

    Vraag 1b

    Waarin verschilt het begrip mandaat van bovenstaande begrippen?

    Vraag 1c

    Hoe houden deze begrippen verband met het legaliteitsbeginsel?

    Vraag 2

    Het legaliteitsbeginsel geldt ook voor de bevoegdheid om regels (algemeen verbindende voorschriften) te maken. In de volgende bepalingen wordt steeds een zogenaamde regelgevende bevoegdheid toegekend. Geef aan of het orgaan dat de bevoegdheid krijgt, deze mag overdragen aan een ander orgaan. Let op: niet alle wettelijke voorschriften die hieronder zijn gegeven, zijn opgenomen in de wettenbundels. Je moet deze in dat geval opzoeken via www.wetten.nl.

    Vraag 2a

    Artikel 2 lid 1 Gw (de Wet regelt wie Nederlander is) (Rijkswet op het Nederlanderschap)

    Vraag 2b

    Artikel 8 Gw (Recht van vereniging)

    Vraag 2c

    Artikel 10 lid 1 Gw (eerbiediging en bescherming persoonlijke levenssfeer)

    Vraag 2d

    Artikel 65 lid 1 Spoorwegwet

    Vraag 2e

    Artikel 6.13 lid 2 Mediawet 2008

    Vraag 3

    Ook de bevoegdheid om besluiten (niet zijnde algemeen verbindende voorschriften) te nemen, de zogenaamde bestuursbevoegdheid, kan soms worden overgedragen (gedelegeerd). Voor de beantwoording van de vraag of dit in een specifiek geval is toegestaan, geldt niet dezelfde delegatieterminologie als waarmee hierboven geoefend is.

    Vraag 3a

    Wanneer is delegatie van bestuursbevoegdheden volgens de Awb toegestaan?

    Vraag 3b

    Verschilt dit van de mogelijkheid dergelijke bestuursbevoegdheden te mandateren en zo ja, waarom?

    Vraag 3c

    De burgemeester van de gemeente X wil de bevoegdheid tot het opleggen van een gebiedsverbod aan een voetbalhooligan – dit is een besluit in de zin van de Awb – op grond van artikel 172a Gemeentewet delegeren aan een door hem ingestelde commissie of aan een politieambtenaar. Is dit toegestaan?

    Casus I

    Café Het Trefpunt krijgt al sinds 2005 elk jaar voor de zomerperiode een terrasvergunning. Dit is een besluit in de zin van de Awb. Meestal wordt de vergunning in april, net voordat het zomerseizoen begint, verleend. Ook voor het komende seizoen is een vergunning aangevraagd. Stel: op 15 april 2017 krijgt de eigenaar van Het Trefpunt een brief van het college van burgemeester en wethouders waarin staat dat er geen vergunning wordt verleend in verband met de verkeersveiligheid. Het college van burgemeester en wethouders wijst er daarbij op dat er het vorige seizoen minstens zes ongelukken hebben plaatsgevonden doordat voetgangers het trottoir niet konden gebruiken en op de rijweg zijn aangereden. De eigenaar heeft echter al nieuwe stoelen voor het terras gekocht in de veronderstelling dat de vergunning zoals de voorgaande tien jaren zou worden verleend. Zijn buurman, Café Lotgenoten, heeft daarenboven wel weer een terrasvergunning voor 2016 gekregen.

    Vraag 4

    Je bent advocaat en hebt de eigenaar van café Het Trefpunt als cliënt. Je legt hem uit dat naar jouw oordeel door het college van burgemeester en wethouders diverse formele en materiële normen voor bevoegdheidsuitoefening (abbb) zijn geschonden. Welke normen zijn dit en waarom?

    Antwoordindicatie

    Vraag 1a

    Attributie (art. 10:22 Awb) is het toekennen van bevoegdheden aan een

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 6

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 6


    Vragen

    Casus I

    In de Marktverordening Utrecht 2014 zijn de volgende bepalingen opgenomen:

    Artikel 6 Standplaatsvergunning
    Het is verboden om een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
    Het is verboden op het marktterrein te handelen zonder vergunning.

    Artikel 7 Vereisten voor het toekennen van een standplaats
    Voor toewijzing van een standplaats komt alleen een handelingsbekwaam natuurlijk persoon in aanmerking die:

    • de leeftijd van 1. jaar heeft bereikt,

    • een aanvraag voor een vergunning bij het college heeft ingediend,

    • een aansprakelijkheidsverzekering voor zijn marktbedrijf heeft en

    • in Nederland werk mag verrichten.

    Dirk Pieters is opgegroeid op een boerderij. Hij is 19 jaar en studeert in Utrecht. Om vat bij te verdienen vil hij graag op zaterdag een standplaats op de markt innemen, vaar hij dan producten van de boerderij van zijn ouders vil verkopen: kaas, eieren en andere ambachtelijke producten. Hij dient bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag in voor een standplaatsvergunning, maar krijgt na 6 weken een brief waarin zijn aanvraag wordt afgevezen omdat er geen ruimte meer is op de markt voor een extra kraam. Dit is een besluit in de zin van de Awb.

    Vraag 1a

    Welke stap dient Dirk Peters eerst te ondernemen voordat hij naar de bestuursrechter kan?

    Vraag 1b

    Geef tot in hoogste bestuursrechtelijke instantie aan hoe Dirk Peters vervolgens kan procederen.

    Na enige tijd krijgt Dirk Peters te horen dat er ruimte is vrijgekomen op de markt en dat hij een nieuwe aanvraag kan indienen. Dan ziet hij tot zijn schrik dat drie weken daarvoor de Marktverordening is gewijzigd. In de nieuwe verordening staat dat de minimumleeftijd voor een standplaatsvergunning 21 jaar is. Dit is een besluit in de zin van de Awb en vel een algemeen verbindend voorschrift. Nu komt hij dus nog steeds niet in aanmerking voor een vergunning. Dirk vindt de aanpassing van de verordening belachelijk. Volgens hem is het leeftijdsdiscriminatie en is er geen enkele reden om een hogere leeftijdsgrens te hanteren. Hij wil de verordening bij de rechter aanvechten.

    Vraag 1c

    Bij welke rechter kan Dirk Pieters in beroep tegen de wijziging in de Marktverordening?

    Casus II

    De Evangelische Vereniging Doetinchem (EVD) heeft een busje met een aanhangwagen langs de openbare weg staan. Op de aanhangwagen staat een groot bord met het opschrift: “Jezus Leeft”. Het geheel is op een opzichtige wijze geparkeerd, midden op een rotonde, zodat de boodschap door iedereen die daar passeert, gezien wordt. Met gebruikmaking van artikel 170 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) wordt het busje namens het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) van Doetinchem weggesleept, omdat gevreesd wordt dat het de veiligheid op de openbare weg in het gevaar brengt. De EVD is woest en haar advocaat voert, na tevergeefs bezwaar te hebben gemaakt bij het college, in de procedure voor

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 7

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 7


    Vragen

    Vraag 1a

    De bescherming van grondrechten is een essentieel onderdeel van een democratische rechtsstaat. Geef in een paar zinnen aan waarom grondrechten zo belangrijk zijn in een democratische rechtsstaat.

    Vraag 1b

    Aan wie komen grondrechten toe?

    Vraag 1c

    Kan de overheid zich ten opzichte van een burger met succes beroepen op grondrechten, bijvoorbeeld op het recht op een eerlijk proces? Leg uit waarom wel of niet.

    Vraag 1d

    Hebben grondrechten ook gelding in relaties tussen burgers onderling?

    Vraag 1e

    De grondrechten die door de Nederlandse overheid moeten worden gerespecteerd zijn vastgelegd in verschillende wetten en internationale verdragen. Noem drie van deze wetten of verdragen uit je wettenbundel en noem telkens één grondrecht dat in de respectievelijke wet of verdrag te vinden is.

    Vraag 2a

    Wat is het belangrijkste verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?

    Vraag 2b

    Zoek artikel 9 lid 1 Grondwet op in je wetbundel. Is dit een klassiek of een sociaal grondrecht?

    Vraag 2c

    Zoek artikel 22 lid 2 Grondwet op in je wetbundel. Is dit een klassiek of een sociaal grondrecht?’

    Casus I

    De laatste tijd wordt het gemeentebestuur van Amersfoort overspoeld met klachten over geluidsoverlast ten gevolge van het luiden van de klokken van de Heilige Margaritakerk. De grote klok van de kerk slaat, dag en nacht, elk half uur om de tijd aan te geven. Iedere ochtend worden bovendien om zeven uur, gedurende twintig minuten, vier klokken geluid om de gelovigen op te roepen tot het bijwonen van de ochtendmis.

    Omwonenden klagen al jaren over de geluidsoverlast die dit oplevert. Het gemeentebestuur heeft het kerkbestuur ook al meerdere malen laten weten dat het zo niet langer kan. Overleg met de pastoor van de kerk heeft helaas niets opgeleverd. De gemeenteraad is nu van mening dat het afgelopen moet zijn met het luiden van klokken. Een ambtenaar heeft uitgezocht dat op basis van artikel 10 van de Wet openbare manifestaties (Wom) de gemeenteraad bevoegd is om regels te stellen met betrekking tot duur en geluidsniveau van klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden, waaronder ook het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging. De gemeenteraad neemt vervolgens, op basis van artikel 10 Wom, inderdaad een verordening aan waarin het luiden van klokken op alle dagen van de week wordt verboden. De pastoor is het natuurlijk niet eens met dit verbod. Volgens hem is de verordening in strijd met de godsdienstvrijheid.

    Vraag 3a

    Is de godsdienstvrijheid van de pastoor hier inderdaad in het geding is? Ga voor de beantwoording van deze vraag eerst het volgende na:

    In welke bepalingen is de godsdienstvrijheid vastgelegd in de Grondwet en in het EVRM?

    Valt het luiden van de kerkklokken onder de reikwijdte van deze bepalingen?

    Vraag 3b

    Is de beperking rechtmatig in het licht van de beperkingen die de Grondwet toestaat op de godsdienstvrijheid? Vergeet niet om hierbij ook te kijken naar artikel 10 Wom.

    .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 8

    Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 8


    Vragen

    Vraag 1

    Beargumenteer of je het eens of oneens bent met de volgende stelling: ‘De burgemeester is het belangrijkste orgaan van de gemeente’.

    Casus I

    In het coalitieakkoord van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht, ‘Utrecht maken we samen’, staat onder meer: ‘De ambitie om meer studenten- en starterswoningen te realiseren blijft onverminderd van kracht.’ Wethouder Paulus Jansen (SP) heeft de portefeuille ‘Wonen’ onder zich. Vanwege het structureel uitblijven van voldoende studentenwoningen wordt hem sinds 2014 op momenten het vuur na aan de schenen gelegd door gemeenteraadslid Steven Menke (Student en Starter). In augustus 2015 is het weer raak. Menke beklaagt zich in de gemeenteraad uitgebreid en op stevige toon over het ontbreken van adequate huisvesting voor eerstejaarsstudenten. De SP, nu met zes zetels in de raad, breekt met het voeren van het huidige beleid een verkiezingsbelofte, aldus Menke. Jansen schiet, niet voor het eerst, in de verdediging tegen dit verbale geweld. ”Als het aan mij en mijn partij lag dan waren die studentenwoningen er allang al geweest, maar zoals u weet gaat ik niet over de financiën van deze stad. Dat is niet mijn portefeuille. Voor dit soort klaagzang moet u eigenlijk bij mijn collega Jeroen Kreijkamp (D66) zijn. Dat is de wethouder van Financiën en hij gaat over de centen.”

    Vraag 2a

    Is de verwijzing van Jansen naar zijn collega Kreijkamp staatsrechtelijk gezien terecht?

    Vraag 2b

    Student en Starter, een kleine partij met twee zetels in de raad, is ‘not amused’ over de reactie van Jansen. De partij dient een motie van wantrouwen in. Deze wordt gesteund door de gehele oppositie. Dit betekent dat vijftien van de 45 raadsleden de motie steunen. Wat betekent dat staatsrechtelijk en politiek gezien voor de positie van Jansen?

    Vraag 2c

    Luid je antwoord anders, indien niet Studenten Starter, maar de SP deze motie indient?’

    Casus II

    Na het bankroet in 2008 van de IJslandse bank Landsbanki en dochter Icesave kon de provincie Noord-Holland in één klap niet langer beschikken over 78 miljoen euro aan bij die bank uitstaande tegoeden. Het besluit van gedeputeerde staten eind 2008 om een juridische procedure te starten teneinde een gedeelte van de tegoeden terug te krijgen, werd op voordracht van toenmalig minister van Financiën Wouter Bos door de Kroon bij Koninklijk Besluit vernietigd. Naar aanleiding van deze affaire stapten in juli 2009 alle gedeputeerden van de provincie Noord-Holland op. Toenmalig commissaris van de Koningin Borghouts toonde zich in 2009 niet solidair met zijn gedeputeerden en bleef aan. Achteraf betoonde hij hierover spijt. “Het was goed geweest als ik was afgetreden. Ik heb er spijt van dat ik toen niet meteen dat democratische gebaar heb gemaakt.” (http://www.nu.nl/economie/3678580/borghouts-heeft-spijt-van-aanblijven-icesave- a aire.html)

    Zoek op internet achtergrondinformatie op over het Icesave-schandaal en beantwoord daarna de volgende vragen.

    Vraag 3a

    Leg uit wat een ‘(spontane) vernietiging’ is en waarom dit een bewijs is van het feit dat Nederland een eenheidsstaat is, waarin provinciebesturen binnen

    .....read more
    Access: 
    Public

    Oefententamens - Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2014/2015

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2014/2015


    Vragen

    Vraag 1

    Hoewel de vertrouwensregel niet is verankerd in de Grondwet, valt het wel onder de Nederlandse constitutie.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 2

    Het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging is vastgelegd in de Grondwet en valt derhalve onder de Nederlandse constitutie.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 3

    De trias politica (scheiding der machten) wordt in het huidige Nederlandse staatsrecht strikt toegepast.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 4

    De uitoefening van overheidsgezag is volgens Rousseau's leer van het 'contrat social' gegrond op het vrijwillig aanvaarden daarvan door de burger.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 5

    Uit de Grondwet vloeit voort dat enkel de formele wetgever bevoegd is om beperkingen aan de grondrechten te stellen. De formele wetgever kan echter niet een beperkingsbevoegdheid delegeren, omdat het begrip ''wet'' in elke grondwettelijke bepaling ''wet in formele zin'' betekent.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 6

    Beperkingen aan grondrechten kunnen volgens het EVRM tevens worden gesteld door lagere vormen van regelgeving, bijvoorbeeld ministeriële regelingen of gemeentelijke verordeningen. Het begrip ''law'' in een beperkingsclausule van het EVRM omvat meer dan ''wet in formele zin''.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 7

    Normaal gesproken betreft de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken, terwijl de termijn voor het indienen van een beroepschrift acht weken betreft.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 8

    De rechter zal een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren indien het na het verstrijken van de bezwaartermijn wordt ingediend, behalve als er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 9

    Ondanks dat er krachtens de Awb geen mogelijkheid bestaat om tegen een besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling beroep in te stellen, kan er wel bezwaar worden gemaakt tegen dit besluit.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 10

    Het connexiteitsvereiste van artikel 8:81 Awb is van belang als een voorlopige voorziening wordt aangevraagd.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 11

    Het koninklijk besluit ex. artikel 11:2 Awb wordt een klein KB genoemd.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 12

    Concretiserende besluiten en algemeen verbindende voorschriften hebben gemeen dat tegen beide geen beroep open staat bij de rechtbank.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 13

    Wat betreft de grenzen aan de verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad is het beschermen van de persoonlijke levenssfeer zowel bij de benedengrens als bij de bovengrens van belang, omdat de Grondwet en verschillende verdragen dit recht waarborgen.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 14

    Een groep burgers kan middels.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2013/2014

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2013/2014


    Vragen

    Vraag 1

    Na 25 jaar bij een ijszaak gewerkt te hebben, besluit Yvonne voor zichzelf te beginnen. Yvonne wil haar zaak vestigen in de gemeente Veenendaal. Yvonne raadpleegt de website van de gemeente Veenendaal voor de vereiste vergunningen. Krachtens de APV dient ze een exploitatievergunning te hebben. Yvonne besluit een vergunning aan te vragen. Na vijf weken ontvangt ze de exploitatievergunning maar aan deze vergunning is wel een voorwaarde verbonden: de ijszaak mag niet op zondag open zijn.

    1. Beoordeel of het verlenen van de exploitatievergunning een besluit in de zin van de Awb is.

    Hoewel Yvonne tevreden is met het verkrijgen van de vergunning, is ze niet blij met de voorwaarde die aan de vergunning is gesteld. Yvonne heeft ondervonden dat veel mensen op zondag een ijsje gaan halen. Yvonne vreest dat ze veel omzet misloopt als haar zaak op zondag niet open mag zijn. Yvonnes bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard.

    1. Is het voor Yvonne mogelijk om een procedure te beginnen bij de burgerlijke rechter tegen het besluit op bezwaar met deze vergunningsvoorwaarde?

    Vraag 2

    In Nederland is de trias politica niet volledig doorgevoerd. De rechter is namelijk evenzeer onafhankelijk als afhankelijk.

    1. Leg uit waarom de rechterlijke macht onafhankelijk is van de andere machten en illustreer dit met een bepaling uit de Grondwet.

    2. Leg uit waarom de rechter tevens afhankelijk is van de uitvoerende macht. Gebruik in je antwoord een bepaling uit de Grondwet.

    Vraag 3

    Andries Krekel is lid van een klein gezelschap dat een orthodoxe leer aanhangt. De leden van dit gezelschap menen dat andere religies niet de ware zijn. Krekel publiceert samen met twee andere leden een artikel waarin ze verschillende religies beledigen. Dit artikel is alleen op de website van het gezelschap gepubliceerd. Het Openbaar Ministerie vervolgt Krekel en de twee anderen nadat enkele geloofsgemeenschappen een klacht hebben ingediend. De rechter verplicht Krekel conform artikel 137c Sr tot het betalen van een boete van 175 euro. Krekel besluit om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen. Dit doet hij pas nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Volgens Krekel zijn artikelen 9 en 10 EVRM geschonden. Mocht artikel 10 EVRM worden beperkt? Bij het beantwoorden van deze vraag kan ervan uit worden gegaan dat de uitingen van Krekel onder de reikwijdte van artikel 10 EVRM vallen en dat artikel 10 EVRM door het opleggen van de boete is beperkt.

    Vraag 4

    In maart 2012 berichtten de media over de schadelijke gevolgen van energiedrankjes door de grote hoeveelheid suiker die deze producten bevatten. Als gevolg van de grote commotie besluit de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een wetsvoorstel op te stellen. Er bestaat immers nog geen wettelijke regeling.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2012/2013

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2012/2013


    Vragen

    Vraag 1

    Artikel 195d, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering klinkt als volgt:

    ‘De rechter-commissaris kan, ambtshalve of op vordering van de officier van justitie, in het belang van het onderzoek bevelen dat van de verdachte van een misdrijf als omschreven in artikel 67, lid 1, tegen wie ernstige bezwaren bestaan, celmateriaal zal worden afgenomen ten behoeve van een DNA-onderzoek.’

    Geef een verklaring waarom artikel 195d lid 1 Sv zowel gebaseerd is op de bevoegdheid van de formele wetgever tot regelgeving conform artikel 18 Gw als op artikel 11 Gw.

    Vraag 2

    In het verleden heeft de wetgever een uitgebreide bevoegdheid verleend aan gemeentelijke organen zodat er in gemeentelijke risicogebieden preventieve fouilleringen konden worden uitgevoerd. De wetgever is vooral door gemeentebesturen van grote steden verzocht om zo'n bevoegdheid, omdat de openbare orde in enkele wijken hiermee kon worden gehandhaafd. Krachtens de zogenoemde Wet preventief fouilleren is de gemeenteraad bevoegd gebieden aan te wijzen waar een preventieve fouillering mag plaatsvinden. Preventieve fouillering betreft het fouilleren van een persoon in een 'veiligheidsrisicogebied' zonder enige verdenking. De burgemeester zal verantwoordelijk zijn voor het nader uitvoeren van deze bevoegdheid. Er is veel kritiek op de betreffende bevoegdheid, omdat de bevoegdheid zorgt voor een grote inbreuk op de privacy en de bevoegdheden nog veel te ruim zijn. Hoewel in het parlement een grote minderheid tegen het voorstel was, vond een kleine meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer dat de veiligheid prevaleerde boven het recht op privacy.

    Janna K. wandelt in een daartoe op grondslag van een gemeentelijke verordening aangewezen gebied. Hoewel er geen enkele verdenking tegen Janna bestaat, wordt ze op grond van de Wet preventief fouilleren preventief gefouilleerd. Janna beleeft de fouillering als zeer onprettig en stapt dientengevolge naar de rechter. Volgens Janna tast de fouillering haar privacy in zeer ernstige mate aan. Verder blijkt uit onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat het preventief fouilleren weinig effect in het handhaven van de openbare veiligheid in de grote steden heeft gehad.

    Vraag 2a

    Janna's raadsman stelt dat de gemeentelijke verordening artikel 10 lid 1 Grondwet schendt. Bepaal of deze stelling juist/onjuist is. In je antwoord mag je ervan uitgaan dat het preventief fouilleren onder de reikwijdte van artikel 10 lid 1 Grondwet valt.

    Vraag 2b

    Daarnaast voert de raadsman aan dat artikel 8 EVRM wordt geschonden door de gemeentelijke verordening die preventief fouilleren mogelijk. Bepaal of deze stelling juist/onjuist is. In je antwoord mag je ervan uitgaan dat het preventief fouilleren onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM valt.

    Vraag 3a

    Hans V. is eigenaar van de Utrechtse coffeeshop Happy. De politie valt onverwachts zijn coffeeshop binnen en ontdekt een grote hoeveelheid softdrugs van ongeveer 51,3 kg. Hans V. overschrijdt hiermee ongeveer honderd keer de door de Aanwijzing Opiumwet vastgestelde maximum hoeveelheid. Als gevolg.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2011/2012


    Vragen

    Vraag 1

    Krachtens artikel 8:2 Awb bestaat niet de mogelijkheid om een bezwaarschrift in te dienen tegen het toepassen van een beleidsregel door een bestuursorgaan als een besluit wordt genomen.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 2

    De rechter zal een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren indien het na het verstrijken van de bezwaartermijn wordt ingediend, behalve als er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 3

    Niet alleen de Tweede Kamer maar ook de regering kan een wetsvoorstel dat door de regering is ingediend bij de Staten-Generaal wijzigen totdat de Tweede Kamer over het wetsvoorstel heeft gestemd.
    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 4

    De Grondwet gebruikt het begrip ''een ieder verbindende bepaling'' als een internationaalrechtelijke bepaling rechtstreekse werking heeft. De rechter bepaalt uiteindelijk of een bepaling van verdragsrecht ''een ieder verbindend'' is. De rechter kan een verdragsbepaling buiten toepassing laten indien hij concludeert dat er sprake is van een een ieder verbindende bepaling van internationaal recht en dat het toepassen van een nationaal wettelijk voorschrift daarmee onverenigbaar is.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 5

    In het regeerakkoord is vastgelegd dat er in de kabinetsperiode een bezuiniging van 18 miljard euro plaatsvindt. De regering wil onder meer de eigen bijdrage van burger in de kosten van de door de overheid gefinancierde rechtsbijstand verhogen. De minister van Veiligheid en Justitie presenteert in de Tweede Kamer het plan om op grond van artikel 35 lid 2 Wet op de rechtsbijstand een algemene maatregel van bestuur op te stellen. Dit heeft als gevolg dat de eigen bijdrage met 200% toeneemt. De Wet op de rechtsbijstand is niet opgenomen in je wettenbundel. Uit artikel 35 lid 2 Wet op de rechtsbijstand blijkt dat de hoogte van de eigen bijdrage bij algemene maatregel van bestuur wordt afgesproken. Het plan krijgt veel kritiek te verduren. Volgens een van de Tweede Kamerleden is een beperking van het recht op gefinancierde rechtshulp bij algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 18 Gw onrechtmatig, want een regeling omtrent het recht op rechtsbijstand kan alleen bij wet in formele zin worden vastgesteld.

    Is dit standpunt juist of onjuist?

    1. Dit is juist.
    2. Dit is onjuist

    Vraag 6

    Een democratisch systeem van 'checks and balances' heeft zich binnen het Nederlandse staatsbestel vanaf het ontstaan van het Koninkrijk ontwikkeld. Hoewel de tekst van de Grondwet niet werd aangepast, vonden er verschillende keren belangrijke constitutionele ontwikkelingen plaats.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 7

    De Koning was in de jaren voor 1848 niet onschendbaar, omdat het huidige artikel 42 lid 2 Gw uit 1848 stamt.

    1. Juist.
    2. Onjuist

    Vraag 8.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (1)

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (1)


    Vragen

    Vraag 1

    De regering is bevoegd om besluiten van gemeentelijke en provinciale organen te vernietigen.

    1. Noem twee gronden voor deze bevoegdheid.

    2. Geef aan in welke mate de onderhavige bevoegdheid in strijd is met het beginsel van machtsverdeling in de Nederlandse gedecentraliseerde eenheidsstaat en met democratiebeginsel.

    Vraag 2

    In het centrum van Maarssen staat een grote kerk waar elke ochtend een mis wordt gehouden. De pastoor roept zijn aanhangers op bij deze mis aanwezig te zijn. Dit doet hij door een kwartier lang de klokken te luiden. Dit vroege klokgelui heeft als gevolg dat veel omwonenden een klacht hebben ingediend. Op basis van deze klachten heeft het college van B&W een onderzoek ingesteld naar de ernst van de geluidsoverlast. Artikel 10 Wet openbare manifestaties (WOM) luidt als volgt:

    ‘Klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, zijn toegestaan. De gemeenteraad is bevoegd ter zake regels te stellen met betrekking tot duur en geluidniveau.’

    Bij besluit van 11 mei 2007 heeft de gemeenteraad regels gesteld omtrent het geluidniveau: het te produceren geluidniveau mag niet hoger zijn dan 9 dB(a.. Het college van B&W heeft het vermoeden dat het klokgelui een hoger geluidniveau produceert dan 9 dB(a.. Het college wil derhalve een last onder dwangsom opleggen aan de geloofsgemeenschap. Adviesbureau Precisie krijgt van het college de opdracht om in de buurt van de kerk het geluid te meten. Uit het onderzoek van Precisie blijkt dat de kerkklokken 10 dB voortbrengen.

    1. Op basis van welk in de Awb neergelegd beginsel van behoorlijk bestuur dient het college van B&W een (voor)onderzoek te verrichten naar het geluidsniveau van het klokgelui?

    2. Kan het college van B&W zijn besluit zonder meer baseren op het rapport van Precisie?

      Het college van B&W weet niet zeker of het bevoegd is om een last onder dwangsom op te leggen aan de geloofsgemeenschap wegens het overschrijven van het geluidsniveau.

    3. Verklaar waarom het college van B&W de bevoegdheid heeft om een last onder dwangsom op te leggen. Gebruik bij het beantwoorden van deze vraag de relevante wetsartikelen.

    Ondanks meerdere waarschuwingen van het college houdt het klokgelui in de ochtend stand. Het college van B&W besluit bij brief van 17 december 2007 een last onder dwangsom op te leggen. De geloofsgemeenschap verbeurt een dwangsom van 50 euro voor elke dag ná 1 januari 2008 waarop wordt waargenomen dat de klokken van 08.30 tot 08.45 uur een geluidsniveau produceren dat hoger ligt dan 9 dB(a.. De kerk kan maximaal 600 euro aan dwangsommen verbeuren.

    1. Bepaal of de brief van 17 december 2007 van het college van B&W een besluit is in de zin van de Awb.

    2. .....read more
    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (2)

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (2)


    Vragen

    Vraag 1

    Een roddelblad publiceert een verhaal over de jonge kroonprins M. M is lid van het Nederlands koninklijk huis. De escapades van de kroonprins leiden tot grote commotie, waardoor het kabinet van minister-president X veel kritiek krijgt te verduren. X wil geen verantwoording voor de kwestie afleggen. X stelt dat er in Nederland geen ministeriële verantwoordelijkheid bestaat voor privégedragingen van leden van het koninklijk huis. Sterker nog: het gaat om een kroonprins en niet de onschendbare koning. Beoordeel het standpunt van X.

    Vraag 1b

    Als gevolg van het zwakke optreden van het kabinet zegt een meerderheid in de Tweede Kamer het vertrouwen op in premier X en zijn ministers. Daarop bieden X en zijn ministers hun ontslag aan aan de koning. Kan de koning onmiddellijk met het ontslag akkoord gaan?

    Vraag 1c

    De regering laat de Tweede Kamer ontbinden en besluit verkiezingen uit te schrijven. De partij van premier X plaatst Tweede Kamerlid Y op een onverkiesbare plek op de lijst. Op welke manier kan Y desondanks voor zijn partij in de Tweede Kamer worden gekozen?

    Vraag 2

    In Nederland is het enigszins ongebruikelijk dat een kabinet valt als gevolg van een motie van wantrouwen door de Tweede Kamer. Geef hiervoor een verklaring.

    Vraag 3

    Volgens het boek Beginselen van de democratische rechtsstaat vormt het beschermen van minderheden een onderdeel van de democratie. Verklaar waarom het beginsel van bescherming van minderheden voortkomt uit de rechtsstaatgedachte en niet dermate uit de democratiegedachte.

    Vraag 4

    Beoordeel of de volgende stellingen omtrent het legaliteitsbeginsel juist of onjuist zijn.

    • Het legaliteitsbeginsel biedt voldoende bescherming tegen willekeurig optreden van de overheid.

    • De gelegenheid om regelgevende bevoegdheden te delegeren aan een lager orgaan strookt niet met het legaliteitsbeginsel.

    Vraag 5

    Bepaal welke grondwettelijke bepaling het duidelijkst de democratiegedachte uitdrukt: artikel 89 lid 1 Gw, artikel 127 Gw of artikel 81 Gw.

    Vraag 6

    Bepaal per onderstaand artikel of er gedelegeerd mag worden en leg uit waarom wel/niet.

    1. Artikel 81 Gw

    2. Artikel 3.7 lid 8 Wet ruimtelijke ordening

    3. Artikel 2 lid 2 Gw

    4. Artikel 91 lid 2 Gw

    Antwoordindicatie

    Vraag 1a

    X's standpunt is onjuist. Op basis van de doctrine van de afgeleide ministeriële verantwoordelijkheid geldt er tevens voor leden van het koninklijk huis de ministeriële verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid bestaat als het gedrag het aanzien van de monarchie schaadt en dient het openbaar belang.

    (Beginselen van de democratische rechtsstaat – Hoofdstuk 10. Het Nederlandse parlementaire stelsel, paragraaf 10.6)

    Vraag 1b

    De koning kan niet meteen ontslag verlenen als alle ministers hun portefeuille ter beschikking stellen. Een consequentie van de ministeriële verantwoordelijkheid is dat er telkens minstens één minister dient te.....read more

    Access: 
    Public
    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (3)

    Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Extra oefenvragen (3)


    Vragen

    Vraag 1

    Het college van B&W van de gemeente Rotterdam wil een verbod omtrent het dragen van gezichtsbedekkende kledij en voorwerpen invoeren. De belangrijkste bepaling bevat het volgende:

    “In de gemeente Rotterdam is het aan personen boven de leeftijd van 13 jaar verboden zich te vermommen of onherkenbaar te maken”.

    1. Welk bestuursorgaan beschikt over de bevoegdheid om gemeentelijke verordeningen te maken?

    2. Mag de gemeenteraad het gemeentelijk verbod van vraag a vaststellen?

    Vraag 2

    Ga ervan uit dat twee nieuwe politieke partijen aan de aankomende Tweede Kamerverkiezingen deelnemen, namelijk de 40Plus Partij en De Stem van Nederland. De laatste partij kenmerkt zich door haar populistische uitspraken. De 40Plus Partij krijgt 39 zetels en De Stem van Nederland krijgt 38 zetels in de Tweede Kamer. Zij beschikken zowel in de Tweede als de Eerste Kamer over een meerderheid. De 40Plus Partij en de Stem van Nederland vormen een nieuwe regeringscoalitie. De media zijn niet gecharmeerd van de partijen en uitten veel kritiek op de partijen. De kritiek van de media heeft als consequentie dat de regering voorstelt een wijziging aan te brengen in de Grondwet. Het voorstel betreft het afschaffen van artikelen 6 t/m 9 Gw. De wetsvoorstellen worden in de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. Dankzij de meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer wordt tevens in de tweede lezing – blijkens artikel 138 Gw noodzakelijk voor een herziening van de Grondwet – de tweederde meerderheid behaald. Daarna worden de wetsvoorstellen tot het afschaffen van de betreffende grondwetsartikelen door de Koning ondertekend en aansluitend volgt de contraseign van de ministers. Ten slotte vindt bekendmaking in het Staatsblad plaats en treden de bepalingen in werking.

    1. Beoordeel op basis van de bovenstaande feiten of Nederland kan worden aangemerkt als een volwaardige democratische rechtsstaat.

    2. Is het schrappen van de artikel 6 t/m 9 Gw genoeg om te kunnen stellen dat de godsdienstvrijheid, de vrijheid van meningsuiting, de verenigingsvrijheid en de vergader- en betogingsvrijheid zijn afgeschaft?

    Vraag 3

    Op basis van een nieuwe wet is de overheid expliciet bevoegdheid om privéberichten van gebruikers van sociale media in te zien. Deze wet wordt de ''Facebookwet'' genoemd. Uit de memorie van toelichting blijkt dat de wetgever met behulp van deze wet probeert terroristische aanslagen te voorkomen. Een wetenschappelijk onderzoek toont namelijk aan dat bijna alle aanslagen worden geannonceerd op een sociaal medium zoals Facebook. De wetgever tracht de burger te beschermen door sociale mediasites consequent en doelbewust door te lichten op bepaalde woorden die duiden op het plannen van terroristische aanslag.

    1. Welk grondwettelijk grondrecht en welk in het EVRM beschermde mensenrecht komt door deze wet in gevaar?

    2. Is toetsing van de Facebookwet aan dit grondrecht en/of aan dit mensenrecht toegestaan?

    3. .....read more
    Access: 
    Public

    Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit Utrecht

    Grondslagen van het recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
    Inleiding Privaatrecht I - Verbintenissenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

    Inleiding Privaatrecht I - Verbintenissenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Inleiding Privaatrecht: Verbintenissenrecht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Universiteit Utrecht.

    Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Inleiding Privaatrecht: Verbintenissenrecht ga je naar Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht

    Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

    Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Strafrecht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Universiteit Utrecht.

    Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Inleiding Strafrecht ga je naar Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht

    Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

    Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht aan de Universiteit Utrecht.

    Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop UU Rechten B1 op JoHo.org.

    Public International Law: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

    Public International Law: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

    • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Public International Law voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Universiteit Utrecht.
    • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Inleiding Strafrecht ga je naar Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht
    Inleiding Europees Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
    Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht

    Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht

    Op deze pagina worden studiematerialen voor de studie Rechten, Universiteit Utrecht (UU), gedeeld. Alle JoHo samenvattingen van studieboeken, artikelen, arresten en tentamens staat op JoHo WorldSupporter gedeeld. 

    Voor een volledig overzicht van beschikbare AANvullende studiematerialen voor deze studie richting ga je naar de startpagina voor JoHo Samenvattingen Shop: rechten op JoHo.org.

    Contributions, Comments & Kudos

    Add new contribution

    CAPTCHA
    This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
    Image CAPTCHA
    Enter the characters shown in the image.
    Access level of this page
    • Public
    • WorldSupporters only
    • JoHo members
    • Private
    Statistics
    2265
    Last updated
    01-12-2023