Samenvatting Nationale Politiek politicologie Universiteit Leiden Blok 1, jaar 1

Nationale politiek politicologie Leiden Blok 1, jaar 1

Dit is een bruikbare samenvatting voor iedereen die Nationale politiek in jaar 1 van politicologie bachelor in Leiden volgt. Het is een combinatie van aantekeningen, voorbeelden en definities die zeer belangrijk zijn in het vak. Bij de inleiding Nationale politiek gaat het vooral om je mening weer te kunnen geven in een essay en duidelijke definities kunnen reproduceren.Het boek dat hiervoor gebruikt wordt is Governance and Politics in the Netherlands - Andeweg & Irwin - 4e druk. Op WorldSupporter.org bevindt zich nog een goede samenvatting bruikbaar voor dit vak

Staat, Natie en de constitutie

Staat kent interne en externe soevereiniteit

Intern: Geweldsmonopolie

Extern: Erkenning over bezit eigen grenzen

 

Natie: culturele invulling van een gemeenschap door identiteit. 

Nederland kent verbindende elementen als: Wilhelmus, Canon, Strijd tegen water. 

 

Buitenlandse invloed Nederlandse historie

  • eenheidsstaat door Frankrijk

  • Monarchie door de Britten 

  • Tweekamerstelsel door invloed zuidelijke adel en dus België 

  • Grondwet door de revolutionairen in Europa

 

Ontwikkeling civil society 

  • ontzuiling 

  • geseculariseerd

  • postmaterialistische waarden 

  • minder in partijpolitiek verband

  • virtueel-digitaal

 

Nederland is een constitutionele monarchie met parlementaire vertegenwoordigende democratie. 

 

Zwaardmacht (Geweldsmonopolie)

  • Tegen anarchie en tirannie

  • Instrument van de staat en waarborg tegen de staat

  • geweldsmonopolie, maar wie bewaakt de bewaker?

 

Constitutie:

  •  Werkt als synthese als instrument van de staat en waarborg tegen de staat

Evenwicht van burger en handelen van de staat, wat mag en kan de staat en wat mag de burger. 

  • De basisinrichting van de politiek bestuurlijke macht vastgelegd in de grondwet.

 

Grondrechten 

  • Klassieke grondrechten: Recht om de burger te beschermen, mensenrechten

  • Politieke grondrechten: Waarborging deel te nemen aan staatsbestuur.

  • Sociale rechten: Taakstellende voor de overheid om te zorgen voor de bevolking

 

Grondwet spreekt over: 

  • Grondrechten

  • Instituties en instellingen

  • wetgeving

  • rechtspraak

  • herziening van grondwet zelf. 

Grondwet als verbinding door vastleggen centrale waarden.

Rechtsstaat gekenmerkt door:

  • Grondrechten

  • rule of law

  • scheiding der machten: territoriaal (Gemeentelijk, nationaal) en functioneel (Trias politica, wetgeving uitvoering en rechtspraak)

 

Nederlandse rechtstaat van liberaal naar democratisch. 

 

Democratie:

  • Het volk regeert

  • Schumpeter: democratisch elitisme, volk kiest politieke elite

  • Neo Democraten: participatiedemocratie. 

 

Pacificatiedemocratie, verzuiling en ontzuiling

 

Nederland als country of minorities (Land van minderheden)

  • Politieke instabiliteit

  • geen partij met meerderheid

  • samenleving met scheidslijnen

  • segmentering leidt tot verdeeldheid. 

 

Minderheden zijn cijfermatig en sociaal psychologisch vormgegeven door groepsidentiteit religie en sociale klasse verdeeld. 

 

Zuilen:

  • Katholiek (KVP)

  • Gereformeerd (ARP)

  • Nederlands Hervormd (CHU)

  • Arbeiders (PvdA)

  • Liberalen (VVD)

 

Losse sociale culturele eenheden vormen samen de zuilenstructuur

Een zuil; heeft een complex van organisaties, waaronder partij en onderscheidbare subcultuur op basis van religie en ideologie. 

 

Criteria om mate verzuiling te bepalen (Arend Lijphart)

  • Rol religie en ideologie

  • Omvang en dichtheid van organisatorisch netwerk

  • Samenhang en cohesie binnen organisatorisch netwerk

  • Mate van afwijkend sociaal gedrag (Apartheid?)

  • Verzuild gedrag bevorderd door elite

 

Stabiliteit wordt vaak geassocieerd met homogeniteit 

Democratie kent heterogeniteit 

 

Cross cutting cleavages: Maatschappelijke scheidingslijnen

Cross pressured: Het individu past bij meerdere zuilen

 

Voorspelling Dahl: Your country cannot exist - Nederland zal uit elkaar vallen. 

Vorming self denying prophecy. 

 

Nederlandse pacificatiedemocratie:

  • Sterke verdeeldheid op de basis

  • Politieke elite werkt wel samen 

 

Elite hield zich aan ‘regels’

  • zakelijkheid en verdraagzaamheid (pragmatisch)

  • Topoverleg en geheimhouding (achterkamertjespolitiek)

  • Evenredigheid en eerlijkheid (tegenover elite)

  • Depolitisering (Wetenschappers en commissie voert uit)

  • Regering regeert

 

Basisprincipes van pacificatiedemocratie

  • Deling van de macht door grote coalities

  • Autonomie van zuilen

  • Evenredigheid

  • minderheids veto

 

Kern: Geen ja/nee beslissingen. Altijd toezeggingen naar elkaar

Voorbeeld: pacificatie van 1917:  

  • Schoolstrijd (Confessionelen wilden gelijke financiering)

  • Algemeen kiesrecht (Socialisten)

  • Proportioneel kiesrecht (Liberalen, minderheid)

 

Ontzuiling 

  • Individualisering

  • secularisering (Verlaten van de kerk) en deconfessionalisering (Kerk geeft geen richting meer)

  • Formele banden tussen zuilen en organisaties breken. 

  • Opkomst niet zuilgebonden organisaties

 

Nieuwe verzuiling (2001)

  • etnische minderheden leven geïsoleerd, extreemrechts

Politieke stromingen en partijen

Partijen

  • Partijen zijn belangrijk voor de electorale democratie

  • Partijen vormen een brug tussen burger en bestuur

  • Zijn vitaal voor een parlementaire democratie

 

Een politieke partij is een politieke groeperingen geïdentificeerd bij een officieel label dat zich presenteert bij verkiezingen en capabel genoeg is kandidaten voor te schuiven voor het openbaar ambt. 

 

Functies politieke partij

  • Rekrutering en selectie voor vertegenwoordiger functies. 

  • Aggregatie via het partijprogramma

  • Articulatie door thema’s op de agenda te zetten 

  • Communicatie tussen burger en overheid

  • Mobilisering van achterban bij verkiezingen

  • Socialisatie van achterban met scholing en vorming (Verzuiling voornamelijk)

 

Neergang van politieke partijen door verlies van functies. 

 

Partijsystemen 

  • een-, twee- of meerpartijenstelsel 

  • Meerpartijenstelsel op te delen uit gematigd, extreem en versplinterd. 

 

Relevantie partijen, meedoen aan de regering of een regering kunnen blokkeren 

 

Partijfamilies: ideologisch verwantschap tussen partijen

  • Christendemocraten - CDA, CU, en SGP

  • Socialisten: - PvdA, GL, SP

  • Liberalen: - VVD

  • Kent ook nog groenen, populisten en single issue. 

 

Wet op de politieke partijen bepaalt wat een politieke partij is: 

  • Ledenorganisatie (uitzondering: PVV)

  • Georganiseerd en territoriaal (Nationaal of regionaal)

  • Kent een Partijbestuur met een partijvoorzitter

  • Partijfinanciering komt van aantal leden en donaties

Kiesstelsel, verkiezingen en kiesgedrag

In perceptie zijn er duidelijke verschillen tussen partijen door ordening en dimensionaliteit 

 

Rechts: kleine rol overheid

Links: grote rol overheid

 

Dimensie links en recht tweedimensionaal verzwakt. Zou een meer ruimtelijke benadering moeten zijn van de politiek. 

 

Verkiezingen 

  • Appointive principle (Weinig verkiezingen)

  • Elective principle (Veel verkiezingen)

 

Geschiedenis:

  • 1848: invoering verkiezingen

  • 1917-1919: Algemene verkiezingen

  • 1917-1970: Opkomstplicht, Nederland als een kiesdistrict, wel nog administratieve kieskringen. (Partij hoeft niet overal mee te doen en verschillen op kandidatenlijst)

 

Kiesgerechtigdheid

  • Vanaf: 1919 algemeen kiesrecht

  • Nederlanderschap

  • Leeftijd 18

  • Volmachtstemmen (Dit zijn er maximaal 2)

 

Stemmen is eenvoudig door oproep, stempas en stemlokaal

Voorkeurstem: stem die niet op de nr. 1 van de partij is. 

Voorkeurstem formeel kent ¼ kiesdeler: 17372 stemmen. 

Kiesdeler: aantal geldige stemmen delen door aantal zetels (70000)

Overigen stemmen gaan naar hoogste gemiddelde stemmen. 

 

Debat over kiessysteem

  • Kloof burger en politiek

  • Geringe invloed burger op regeringssamenstelling

 

Verkiezingscampagnes Nederland:

  • Defensief schuift naar offensief

  • Kort

  • Relatief kleinschalig en goedkoop

  • Relatief netjes en weinig negatief

  • Amateuristisch

Kiesgedrag en regering

Kiesgedrag:

  • Structureel naar open model vanuit een verzuilingsmodel

  • Verzuilingsmodel op basis van Religie, beleving religie en sociale klasse

  • Naar ruimtelijk model

 

Ruimtelijk model meerdimensionaal

  • Op links-rechts

  • Ideologie en Issue

  • Economisch

  • Rationeel stemmen (strategisch)

  • Motivatie om te stemmen lastiger en breder

 

Van lang naar korte termijn gevolgen binnen keuzeset

Retrospectief kiezen: In de coalitie zitten als kleinere partij is over het algemeen niet goed voor aantal stemmen.

 

Personalisering van de partij: 

  • Voorkeur naar de nr. 1 of de partij?

  • ¼ voor de persoon ¾ voor de partij

 

Regering (Core executive)

  • Geen keuze in samenstelling regering 

  • winnaars verkiezingen niet persé in coalitie 

  • Ook de grootste partij verkiezingen niet persé in de coalitie

 

Procesregels

  • Tweede kamer initieert formering door binnen een week de formateurs te kiezen

  • Informateurs maken verslagen

  • Tweede kamer kiest verdere stappen 

  • Koning doet alleen nog ontslag en benoeming van ministers en regeringen.

 

De vier vragen die informateurs stellen

  • Welke partijen 

  • Wat voor programma

  • De posten en portefeuilles en posities partijen 

  • Welke personen worden ministers

 

Problemen kabinetsformatie (2021)

Te lange duur 

  • Demissionair kabinet 

  • " Investering in stabiliteit"  (Niet waar! Hoe langer een formatie duurt hoe groter de kans op falen)

 

Oplossingen gebrek aan democratische legitimiteit

  • Britse aanpak door partij blokken

  • Amerikaanse aanpak door gekozen MP of formateur

 

Formatiewet

  • Limiet formeren anders andere partij aan zet of uiteindelijk nieuwe verkiezingen.

 

Coalitietheorie bij de aanname dat de partijen rationele actoren zijn:

  • Regeringsdeelname - office seeking (Zo weinig mogelijk partijen in kabinet)

  • Beleidsrealisatie - policy seeking (Ideologisch verwantschap in het kabinet)

  • Koalitionsfähig -  Mee kunnen gaan in een kabinet

 

Regering en parlement

Ministerraad: Ministers vormen samen ministerraad

collegiaal bestuur: kleine ministerraad

  • speciale positie minister-president

MP heeft minder macht dan in andere landen

technisch voorzitter (MP)

  • toename presidentialisering komt door

  • toename media aandacht

  • toename coördinatie binnen kabinet

  • toename europese integratie

 

Tweekamerstelsel

  • eenwording met België (1815)

  • Koning had behoefte aan eerste kamer, leden benoemt door koning

  • tweekamerstelsel bijzonder

 

Parlementair stelsel

  • Kiezer > parlement > regering > Beleid

  • Nederlandse stelsel: parlementaire steun tot het tegendeel bewezen is

 

Presidentieel Stelsel

  • Kiezer > President > Regering > Beleid

 

Nederland als parlementair stelsel:

  • Werkzaamheden van Kamers in commissies op beleidsterrein/vakgebied

  • georganiseerd in fracties/groepen

 

Bevoegdheden parlement:

  • wetgevende bevoegdheden

-  Recht van initiatief (TK)

- recht van amendement (TK) (novelle EK (bijvoegen van wet))

- recht wetsvoorstel te verwerpen (TK) (EK)

- Controlerende bevoegdheden 

- Budgetrecht

- mondelinge vraag

- schriftelijke vraag

- interpellatie (30 leden)

- enquête / ondervraging

- Motie van wantrouwen

- aard van motie wordt bepaalt door allen

 

Parlement manifesteert zich op verschillende wijzen

  • Als institutie 

  •  Dualisme Regering tegenover regering

  •  Sommigen zitten in beide organen. eigen controle (coalitie)

  •  institutioneel dualisme (regering parlement)

  •  Politiek dualisme (Coalitie en oppositie)

 

Parlement als Arena

  • Strijdende fracties en partijen

Parlement als marktplaats: 

  • voor verdediging en uitruil belangen

Parlement als volksvertegenwoordiging

  • descriptief: afspiegeling op specifieke kenmerken (geslacht leeftijd etc.)

  • Gender als probleem binnen afspiegeling

  • Inhoudelijk: naar inhoudelijke opvattingen in termen van ideologie en posities t.a.v. specifieke kenmerken

  • Verdeling Links Rechts ideologie tussen kiezers en kamerleden blijft stabiel en geeft redelijk de mening van de kiezers

 

Politiek en media

Mediacratie

  • De media regeert

  • Media en nieuws kan invloed hebben op stemming gedrag

  • stabiel percentage geïnteresseerd in nieuws

Vertrouwen in nieuws is laag op jongere leeftijd.

 

Media dient al intermediair tussen burgers en bestuur/politieke elite

  • informatiefunctie (topdown)

  • Platform- of expressiefunctie (Bottom up)

  • controlefunctie (waarheidsfunctie) 4de macht

  • Amusementsfunctie

 

Drie modellen (logics) van ideaaltypen voor inzicht in relatie mediapolitiek met eigen taakopvattingen journalisten en media

  1. Partisan logic - partijbelang dominant, partijen bepalen politieke en media-agenda, geen zelfstandige politieke rol media 1850-1965 

  2. Public logic - publieke belang dominant, afname volgzaamheid en toename autonomie media, kritisch volgen, wel politieke agenda 1965-1990

  3. Media logic - belang publiek dominant, fragmentatie en concurrentie media, media als markt, sterke onafhankelijkheid en mede bepalen politieke agenda, interpreterende journalistiek (framing) 1990-nu

 

Aandacht verlegd van symbolische agenda naar substantiële agenda. Meer richting personen dan het politieke spel. Wetgeving belangrijk maar minder relevant voor media

Media heeft dus soms aandacht voor wetgeving.

Invloed van media op het totstandkomen van wetten is heel beperkt. Er is wel aandacht voor de onderwerpen maar niet voor het process van wetsbehandeling

positief: geen mediacratie

negatief: waakhondfunctie is dus afwezig wat betreft wetgeving

 

Bureaucratie en rechterlijke macht:

  • Max weber 3 bronnen van legitiem gezag

Charismatisch

traditioneel

legaal-rationeel > bureaucratie als rationeel-efficient hierarchisch systeem van overheids posities met bijbehorende taken met specifieke rolopvatting ambtenaar. loyaal, trouw, objectief en deskundig. 

 

De Nederlandse bureaucratie bestaat niet als geheel. Er is namelijk sprake van Autonome ministeries. 

 

Nederlandse ministeries:

  • Nederlandse ambtelijke dienst is een positiesysteem (selectie naar expertise)

  • Ministeriële verantwoordelijkheid ten aanzien van: 

- Optreden staatshoofd

- besluiten ministerraad

- eigen optreden

- optreden ondergeschikte staatssecretaris

- functioneren ondergeschikt ambtelijk apparaat

Ruime positie: carrington-doctrine, minister altijd en voor alles verantwoordelijk, gevaar van inquisitiedemocratie

Enge positie: vraag naar persoonlijke verwijtbaarheid, gevaar van sorrydemocratie

 

Rechterlijke macht

  1. nationale regelgeving + jurisprudentie

  2. Internationale verdragen + jurisprudentie

  3. EU-regelgeving + jurisprudentie 

 

geen constitutionele toetsing (judicial review)

maar: initiatiefwetsvoorstel Halsema pas na 16 jaar gesneuveld

 

Oorzaken politieke rol rechter 

  1. toegenomen staatsinterventie (overheid doet meer)

  2. toegenomen kaderwetgeving met relatief vage termen en open normen en lagere regelgeving

  3. toegenomen belang algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals zorgvuldigheids, rechtszekerheids, vertrouwens of motiveringsbeginsel

  4. Non decisie politiek (stakingsrecht)

  5. toegenomen belang internationaal en EU recht

 

Dicastocratie: macht aan de rechter

 

De Politieke overheid

Huis van thorbecke

  • Nationaal > Land

  • Provinciaal > Provincie

  • Lokaal > Gemeente

 

Lokale politiek:

  • Lokale bestuurslaag

  • gemeenteraad

  • college van de burgemeester en wethouders en de burgemeester zelf

Provinciale politiek 

  • provinciale staten

  • commissaris van de koning 

Gemeenteraad

  • Kaderstelling

  • controle

  • vertegenwoordiging

  • verkiezingen 

  • veel taken maar weinig financiering

  • collegevorming, afspiegeling

  • Niet persé een programma

  • Bestuur op collegialiteitsbeginsel

  • Burgemeester wordt benoemt door de gemeenteraad

  • Kroonbenoeming gedeconstitutionaliseerd. (koning benoemt niet meer)

 

Afspiegelingen zonder programma > Meerderheid met programma > programma met programma

 

Beleid en beleidsvorming 

  • Democratisch en sociale rechtsstaat

  • verzorgingsstaat met sociale grondrechten en internationale verdragen 

 

Ontwikkeling verzorgingsstaat:

1900-1945 Voorgeschiedenis door Noodingrepen overheid 

1945-1965 Ontstaan noodwet Drees AOW en de loonpolitiek (matiging) voor wederopbouw

1965-1977 Uitbouw met verzekeringen en voorzieningen

1980-.........Intrekking door financiële druk 

 

Besluitvorming: corporatisme theorie

  • Belangengroepen werken mee aan beleidsvorming

  • Samenwerking door meepraten en besluiten

  • Verschil met lobbyen (Lobbyisten sluiten niet aan bij de tafel)

 

Poldermodel 

Oorsprong met ideologische basis:

  • Katholiek: Beginsel subsidiariteit, maatschappelijk

  • Protestant: Beginsel soevereiniteit eigen kring 

  • Socialisme: Decentralisatie dus lagere kringen

  • Economisch: Kwetsbaarheid voorkomen door verdeeldheid uit de weg te gaan

  • Cultuur: Pacificatie en consensuscultuur

 

Corporatisme ontwikkeling:

1945-1960 Innovatief corporatisme (Wederopbouw)

1960-1970 Responsief corporatisme (Oprichting organisaties)

1970-1985 Immobiel corporatisme (Instituties lopen vast door verharde verhoudingen)

1985-nu     Corporatist disengagement (Wassenaar akkoorden, meer samenwerkingen)

 

Nadelen corporatisme:

  • Organisaties die niet democratisch gekozen zijn besluiten mee

  • Stroperigheid besluitvorming 

  • afwenteling mechanisme, problemen richting overheid

 

Buitenlands Beleid en de EU

 

Economie en economisch beleid- 

Macro economisch beleid:

  • Loonmatiging en tegengaan inflatie 

  • minder uitgaven collectieve sector

  • Hervorming sociale zekerheidsstelsel

  • Meer marktwerking en minder overheid

  • Stabiel monetair klimaat

 

Dutch Disease: Gasopbrengsten naar sociale zekerheid

Dutch Miracle: Economisch herstel door loonmatiging en arbeidstijdverkorting 

 

Buitenlands beleid:

Constanten:

  • Peace: Maritiem commercialisme, Atlanticisme en de NAVO

  • Profits: Neutralist abstentionism. Koloniale belangen, nu EU

  • Principles: Internationaal idealisme. Legalisme, internationale rechtsorde en de VN

 

Koopman en de dominee: principles en profits gaan hand in hand. 

 

Vrede en veiligheid

  • NAVO - Trouw tot 1970, kritisch tot 1980

  • Pacifistisch

 

Binnenlandisering buitenlands beleid 

  • politisering

  • verschillende politieke kwesties

  • Oorzaken volatiliteit kiezers en globalisering 

 

Buitenlandisering binnenlands beleid

1952 EGKS

1957 EEG

1991 Europese Unie

2005 Europees grondwettelijk verdrag

2009 Verdrag van Lissabon 

 

Check more related content in this bundle:

Blok 1 Bachelor 1: Aantekeningen & samenvattingen bij Politicologie aan de UL Leiden

Samenvatting Nationale Politiek politicologie Universiteit Leiden Blok 1, jaar 1

Samenvatting Nationale Politiek politicologie Universiteit Leiden Blok 1, jaar 1

Nationale politiek politicologie Leiden Blok 1, jaar 1

Dit is een bruikbare samenvatting voor iedereen die Nationale politiek in jaar 1 van politicologie bachelor in Leiden volgt. Het is een combinatie van aantekeningen, voorbeelden en definities die zeer belangrijk zijn in het vak. Bij de inleiding Nationale politiek gaat het vooral om je mening weer te kunnen geven in een essay en duidelijke definities kunnen reproduceren.Het boek dat hiervoor gebruikt wordt is Governance and Politics in the Netherlands - Andeweg & Irwin - 4e druk. Op WorldSupporter.org bevindt zich nog een goede samenvatting bruikbaar voor dit vak

Staat, Natie en de constitutie

Staat kent interne en externe soevereiniteit

Intern: Geweldsmonopolie

Extern: Erkenning over bezit eigen grenzen

 

Natie: culturele invulling van een gemeenschap door identiteit. 

Nederland kent verbindende elementen als: Wilhelmus, Canon, Strijd tegen water. 

 

Buitenlandse invloed Nederlandse historie

  • eenheidsstaat door Frankrijk

  • Monarchie door de Britten 

  • Tweekamerstelsel door invloed zuidelijke adel en dus België 

  • Grondwet door de revolutionairen in Europa

 

Ontwikkeling civil society 

  • ontzuiling 

  • geseculariseerd

  • postmaterialistische waarden 

  • minder in partijpolitiek verband

  • virtueel-digitaal

 

Nederland is een constitutionele monarchie met parlementaire vertegenwoordigende democratie. 

 

Zwaardmacht (Geweldsmonopolie)

  • Tegen anarchie en tirannie

  • Instrument van de staat en waarborg tegen de staat

  • geweldsmonopolie, maar wie bewaakt de bewaker?

 

Constitutie:

  •  Werkt als synthese als instrument van de staat en waarborg tegen de staat

Evenwicht van burger en handelen van de staat, wat mag en kan de staat en wat mag de burger. 

  • De basisinrichting van de politiek bestuurlijke macht vastgelegd in de grondwet.

 

Grondrechten 

  • Klassieke grondrechten: Recht om de burger te beschermen, mensenrechten

  • Politieke grondrechten: Waarborging deel te nemen aan staatsbestuur.

  • Sociale rechten: Taakstellende voor de overheid om te zorgen voor de bevolking

 

Grondwet spreekt over: 

  • Grondrechten

  • Instituties en instellingen

  • wetgeving

  • rechtspraak

  • herziening van grondwet zelf. 

Grondwet als verbinding door vastleggen centrale waarden.

Rechtsstaat gekenmerkt door:

  • Grondrechten

  • rule of law

  • scheiding der machten: territoriaal (Gemeentelijk, nationaal) en functioneel (Trias politica, wetgeving uitvoering en rechtspraak)

 

Nederlandse rechtstaat van liberaal naar democratisch. 

 

Democratie:

  • Het volk regeert

  • Schumpeter: democratisch elitisme, volk kiest politieke elite

  • Neo Democraten: participatiedemocratie. 

 

Pacificatiedemocratie, verzuiling en ontzuiling

 

Nederland als country of minorities (Land van minderheden)

  • Politieke instabiliteit

  • geen partij met meerderheid

  • samenleving met scheidslijnen

  • segmentering leidt tot verdeeldheid. 

 

Minderheden zijn cijfermatig en sociaal psychologisch vormgegeven door groepsidentiteit religie en sociale klasse verdeeld. 

 

Zuilen:

  • Katholiek (KVP)

  • Gereformeerd (ARP)

  • Nederlands Hervormd (CHU)

  • Arbeiders (PvdA)

  • Liberalen

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting Internationale Politiek politicologie Universiteit Leiden Blok 1, jaar 1

Samenvatting Internationale Politiek politicologie Universiteit Leiden Blok 1, jaar 1

Internationale politiek, studie politicologie Leiden, Jaar 1, Blok 1

Historische context

  • Europees perspectief Rise of the West, door oa minder intern conflict, geografisch gunstig, kapitalisme en liberalisme.

  • Mondiaal perspectief: Imperialisme, Europese dominantie en belang niet westerse ideeën en technologie 

 

Vrede van Westfalen: 1648, einde dertigjarige oorlog, ook einde 80 jarige oorlog in de vrede van Münster. Wordt vaak gezien als het begin van het Europese moderne statensysteem en de diplomatie. Hier werden nieuwe opvattingen over soevereiniteit kenbaar gemaakt. Landen zouden zich niet meer bezig gaan houden met interne problemen van anderen. Ook erkende dit verdrag de gelijkheid onder staten. 

 

Soevereiniteit (Hoogste macht)

  • Intern: Soeverein heeft de macht over de onderdanen. (Geweldsmonopolie, belasting)

  • Extern: Soeverein (Staat) heeft de hoogste macht binnen zijn landsgrenzen.

  • Anarchie: Het ontbreken van een wereldregering

 

Montevideo conventie: 1933, conventie waar men boog over de vraag wat is een staat?

  • territorium

  • bevolking

  • effectief gezag

  • capaciteit betrekkingen aan te gaan

  • erkenning (subjectief per staat)

 

Staat als begrip in ideaaltype

  • stateness : het streven naar het ideaal

  • failed states: landen die het grondgebied niet onder controle hebben

  • Natie: een groep mensen met dezelfde identiteit van het land

  • Natiestaat: een politiek groepsverband die legitiem thuishoort op het grondgebied

 

Nationalisme: identiteit samenvallen met de landsgrenzen

  • ethisch Nationalisme: Allee als je altijd al in het land gewoond hebt

  • Civiel: Als je de waarden en instituties van het land accepteert

 

Macht: verschillende definities en dimensies

  • Morgenthau: De controle hebben over de gedachten en acties van anderen.

  • Heywood: De mogelijkheid hebben om invloed uit te oefenen op gebeurtenissen

 

Potential power: Het bezitten van hulpbronnen, wapens, netwerk, geld en voedsel

 

Relational power: De macht hebben anderen te weerstaan en jou wil op te dragen aan anderen. Invloed. 

 

Institutional power: Bepalen van de agenda bij organisaties (EU, VN etc)

 

(!) Structural power: sociale verhoudingen, de macht van de rijken 

Verschil Hard en Soft power

  • Hard Power: dwingend, sancties, interventie, ontwikkelingshulp

  • Soft Power: overtuigend, waarden en normen overbrengen

 

.....read more
Access: 
Public

Nationale Politiek 1: Samenvatting en collegeaantekeningen - Politicologie / Internationale Politiek - Universiteit Leiden

Samenvatting van Governance and Politics in the Netherlands van Andeweg & Irwin? Een vergelijking van De PoliticologieSupportal

Samenvatting van Governance and Politics in the Netherlands van Andeweg & Irwin? Een vergelijking van De PoliticologieSupportal

Dense, zo heb ik Governance and Politics in the Netherlands altijd in mijn hoofd omschreven. Ik begreep nooit zo goed waarom een boek over de Nederlandse politiek in het Engels werd geschreven, en waarom een inleidend boek zo een hoge informatiedichtheid bevatte. Toegegeven, later in mijn studie heb ik dankbaar gebruik kunnen maken van sommige feitelijkheden uit het boek, maar ik heb wel altijd het knagende gevoel gehad dat ik die feitjes ook elders had kunnen opzoeken.

Maar ja, als je iets over de Nederlandse politiek wil leren, dan is Governance and Politics in the Netherlands van Andeweg & Irwin het standaardwerk. Dit boek is dan ook goed te gebruiken bij internationaal vergelijkende politiek, om voorbeelden en achtergronden te geven bij statistisch onderzoek in een Nederlandse context en om je een beeld te vormen van belangrijke instanties en instituties in Nederland. Zeker de moeite waard en goed in te zetten in je gehele carrière.

Het boek is integraal te downloaden op libgen

Ook zijn er samenvattingen beschikbaar. Een selectie uit de mogelijkheden:

Op studeersnel

Op Stuvia

Op WorldSupporter.org

Beste keuze:

2. Begrippenlijst bij Governance and Politics in the Netherlands op WorldSupporter.org gecombineerd met Samenvatting van Governance and Politics in the Netherlands op WorldSupporter.org

3. Samenvatting van Governance and Politics in the Netherlands op Studeersnel

 

Veel succes,

De PoliticologieSupportal

Samenvatting Governance and Politics in the Netherlands

Samenvatting Governance and Politics in the Netherlands

Deze samenvatting bij Governance and Politics in the Netherlands van Andeweg & Irwin is geschreven in 2013-2014.


Hoofdstuk 1 De grondwet van Nederland

Het kikkerlandje

Nederland is een land in Europa dat een gebied bezit van 42.000 vierkante kilometers grenzend aan de Noordzee, Duitsland en België. Nederland staat voornamelijk bekend om haar worsteling met water en is daar succesvol in geworden. In veel andere landen wordt Nederland anders genoemd namelijk: ‘De Lage Landen’. Dit komt omdat het een samenstelling is van verschillende provinciën die onder of al dan net boven het zeeniveau liggen. Tegenwoordig zijn die provinciën anders en zijn het er twaalf: Friesland, Groningen, Drenthe, Noord Holland, Zuid Holland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zeeland, Noord Brabant, Flevoland en Limburg. Deze provinciën zijn net federaal ingedeeld maar hebben gedeeltelijke macht, echter de staat blijft boven de provinciën heersen.

 

De grenzen

Een leuk aspect aan Nederland is dat het niet één grens heeft maar juist vier namelijk een politieke, een geografische, een religieuze en een taalgrens. Dit is een opdeling vanuit de geschiedenis die niet geheel meer toepasbaar is op Nederland. Vroeger was het zo dat de grens vooral bestond rondom de Rijn/Maas delta. Dit was de scheiding tussen het zuiden en het noorden. Taalkundig gezien spraken ze in het zuiden een taal die meer gericht was op Frans en in het noorden meer het huidige Nederlands. De andere scheiding is een scheiding die je tegenwoordig nog wel tegenkomt namelijk de scheiding tussen het katholieke zuiden en het protestantse noorden. De laatste en belangrijkste grens is de politieke grens. De oorsprong hiervan ligt ver in de geschiedenis.

Rond de middeleeuwen was Nederland een federatie die voor het eerst werd samengevoegd door overheersers. De federatie werd gecontroleerd door Bourgondiërs en later door Habsburgers. Door een machtsoverdracht van Karel de Vijfde naar Philip de Tweede ontstond er negativiteit onder het volk. Men was niet meer zo loyaal naar de heerser, dit kwam mede omdat hij niet zoveel gaf om het Nederlandse volk vanwege zijn interesse in Spanje. Men wilde hierdoor meer onafhankelijkheid, wat uiteraard niet zomaar gebeurde. De Nederlandse bevolking had nog eens wens namelijk religieuze vrijheid en samen met de onafhankelijkheidsdrang ontstond er een strijd tussen Spanje en de opstandige regio’s in de Nederlanden wat werd aangewakkerd door het verschil in geloof. Spanje was Katholiek en Nederland protestants en calvinistisch. Verschillende invloedrijke gebeurtenissen vonden plaats onder andere de Beeldenstorm, waardoor Alva naar.....read more

Access: 
Public
Samenvatting Nationale Politiek politicologie Universiteit Leiden Blok 1, jaar 1

Samenvatting Nationale Politiek politicologie Universiteit Leiden Blok 1, jaar 1

Nationale politiek politicologie Leiden Blok 1, jaar 1

Dit is een bruikbare samenvatting voor iedereen die Nationale politiek in jaar 1 van politicologie bachelor in Leiden volgt. Het is een combinatie van aantekeningen, voorbeelden en definities die zeer belangrijk zijn in het vak. Bij de inleiding Nationale politiek gaat het vooral om je mening weer te kunnen geven in een essay en duidelijke definities kunnen reproduceren.Het boek dat hiervoor gebruikt wordt is Governance and Politics in the Netherlands - Andeweg & Irwin - 4e druk. Op WorldSupporter.org bevindt zich nog een goede samenvatting bruikbaar voor dit vak

Staat, Natie en de constitutie

Staat kent interne en externe soevereiniteit

Intern: Geweldsmonopolie

Extern: Erkenning over bezit eigen grenzen

 

Natie: culturele invulling van een gemeenschap door identiteit. 

Nederland kent verbindende elementen als: Wilhelmus, Canon, Strijd tegen water. 

 

Buitenlandse invloed Nederlandse historie

  • eenheidsstaat door Frankrijk

  • Monarchie door de Britten 

  • Tweekamerstelsel door invloed zuidelijke adel en dus België 

  • Grondwet door de revolutionairen in Europa

 

Ontwikkeling civil society 

  • ontzuiling 

  • geseculariseerd

  • postmaterialistische waarden 

  • minder in partijpolitiek verband

  • virtueel-digitaal

 

Nederland is een constitutionele monarchie met parlementaire vertegenwoordigende democratie. 

 

Zwaardmacht (Geweldsmonopolie)

  • Tegen anarchie en tirannie

  • Instrument van de staat en waarborg tegen de staat

  • geweldsmonopolie, maar wie bewaakt de bewaker?

 

Constitutie:

  •  Werkt als synthese als instrument van de staat en waarborg tegen de staat

Evenwicht van burger en handelen van de staat, wat mag en kan de staat en wat mag de burger. 

  • De basisinrichting van de politiek bestuurlijke macht vastgelegd in de grondwet.

 

Grondrechten 

  • Klassieke grondrechten: Recht om de burger te beschermen, mensenrechten

  • Politieke grondrechten: Waarborging deel te nemen aan staatsbestuur.

  • Sociale rechten: Taakstellende voor de overheid om te zorgen voor de bevolking

 

Grondwet spreekt over: 

  • Grondrechten

  • Instituties en instellingen

  • wetgeving

  • rechtspraak

  • herziening van grondwet zelf. 

Grondwet als verbinding door vastleggen centrale waarden.

Rechtsstaat gekenmerkt door:

  • Grondrechten

  • rule of law

  • scheiding der machten: territoriaal (Gemeentelijk, nationaal) en functioneel (Trias politica, wetgeving uitvoering en rechtspraak)

 

Nederlandse rechtstaat van liberaal naar democratisch. 

 

Democratie:

  • Het volk regeert

  • Schumpeter: democratisch elitisme, volk kiest politieke elite

  • Neo Democraten: participatiedemocratie. 

 

Pacificatiedemocratie, verzuiling en ontzuiling

 

Nederland als country of minorities (Land van minderheden)

  • Politieke instabiliteit

  • geen partij met meerderheid

  • samenleving met scheidslijnen

  • segmentering leidt tot verdeeldheid. 

 

Minderheden zijn cijfermatig en sociaal psychologisch vormgegeven door groepsidentiteit religie en sociale klasse verdeeld. 

 

Zuilen:

  • Katholiek (KVP)

  • Gereformeerd (ARP)

  • Nederlands Hervormd (CHU)

  • Arbeiders (PvdA)

  • Liberalen

.....read more
Access: 
Public
Samenvatting en collegeaantekeningen - Politicologie Bachelor 1 - Universiteit Leiden

Samenvatting en collegeaantekeningen - Politicologie Bachelor 1 - Universiteit Leiden

Samenvatting en collegeaantekeningen - Internationale Politiek Bachelor 1 - Universiteit Leiden

Samenvatting en collegeaantekeningen - Internationale Politiek Bachelor 1 - Universiteit Leiden

Samenvatting en collegeaantekeningen - Internationale Politiek Bachelor 1 - Universiteit Leiden

Access: 
Public
This content is related to:
Blok 1 Bachelor 1: Aantekeningen & samenvattingen bij Politicologie aan de UL Leiden
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering