Inleiding Europees Recht - Recht - UL - B1 - Oefenbundel
- 3080 reads
Als een richtlijn rechtstreekse werking heeft…
Als gevolg van het arrest Marleasing (C- 106/89 Marleasing SA tegen La Comercial Internacional de Alimentacion SA)
Als gevolg van het arrest Plaumann (Case 25/62 Plaumann & Co. tegen Commissie van de Europese Economische Gemeenschap) …
Op grond van artikel 267 VWEU…
Wanneer het EHRM oordeelt over de ontvankelijkheid van een klacht, gebeurt doormiddel van…
Op wie is het EVRM van toepassing?
Sinds het Verdrag van Lissabon heeft het Handvest de status van primair Unierecht gekregen.
Wat is het hoofddoel van het Europees Stelsel van Centrale Banken?
Het Bierarrest (C-178/84 Commissie v Duitsland) geeft een goed voorbeeld van hoe het HvJ EU gebruikt maakt van positieve integratie ten behoeve van de interne markt.
In het arrest C-345/95 Frankrijk t, Europees Parlement erkende het HvJ EU dat lidstaten de bevoegdheid hebben om de zetel van de instellingen, ook die van het Europees Parlement, vast te stellen.
Stelling I: Een individuele Eurocommissaris (lid van de Europese Commissie) kan door het Europees Parlement gedwongen worden om op te stappen.
Stelling II: Per 1 januari 2016 zal Nederland voorzitter zijn van de Raad van de EU voor 6 maanden. Nederland zal tijdens het voorzitterschap de strategische agenda van de Europese Raad uitvoeren.
Casus voor vraag 12 en 13: in juni 2014 is het burgerinitiatief “Act 4 Growth” bij de Europese
Commissie ingediend. Daarbij werd de Commissie gevraagd om een wetgevingsvoorstel uit te werken met als onderwerp het stimuleren van vrouwelijk leiderschap. De Commissie besluit hierop in te gaan en stelt Richtlijn 2015/03 voor. Daarbij wordt lidstaten minimumquota voor vrouwelijke bestuursleden opgelegd. De lidstaten moeten maatregelen treffen om zowel in private als in publieke ondernemingen een minimumquota van 40% vrouwen te hanteren.
Welke stelling is de juiste?
Wat kan het Europese Parlement doen als zij niet akkoord gaat met het voorstel van de Commissie, omdat zij vindt dat de Commissie niet bevoegd is in deze materie?
Welke stelling is de juiste?
Als een richtlijn onder de speciale wetgevingsprocedure wordt aangenomen hoeft deze niet te worden geïmplementeerd in de nationale wet.
Artikel 288 VWEU vormt de rechtsbasis van alle richtlijnen, verordeningen en besluiten.
In Van Gend & Loos (C-26/62 Van Gend & Loos tegen Nederlandse Administratie der Belastingen) oordeelde het Hof dat…
Wat volgt uit het arrest Faccini Dori (C-91/92 Faccini Dori tegen Recreb Srl)?
In Francovich (gevoegde zaken C-6/90 en C-9/90 Francovich en Bonifaci tegen Italië) bepaalde het Hof dat…
Sander Been is een Harlingse turfsteker. Doordeweeks verdient hij zijn brood met het steken van turf. In het weekend verdient Sander een centje bij als palingvisser. De Commissie besluit een paling-richtlijn uit te vaardigen om het palingbestand op peil de houden. De richtlijn voorziet in een weekendverbod op het vangen van paling om zo de vangst enigszins te kunnen beperken. Sander is razend en komt in actie. Welke stelling is juist?
Wie zijn de semi-geprivilegieerde actoren bij een beroep tot nietigverklaring?
Op 1 januari 2015 heeft elektronicabedrijf PineApple een boetebeschikking ontvangen van de Commissie omdat zij de mededingingsregels heeft overtreden. Wat is juist?
Casus voor vraag 23 en 24: begin 2012 was er in Xinistan, dat partij is bij het EVRM, hevige discussie naar aanleiding van een wetsvoorstel rond de legalisatie van cannabis om medische redenen. Niels over de Rooie, destijds minister van volksgezondheid, had zich openlijk zeer sterk tegen het voorstel verzet. In juni 2012 publiceert de organisatie ‘Free the Herb’ een pamflet. Daarop staat een foto van over de Rooie waarop hij een joint rookt. De foto is genomen op een privéfeest. Over de Rooie vraagt de nationale rechter om een onmiddellijk publicatieverbod. Dit wordt hem toegekend en wordt ook bevestigd tot het hoogste beroep in november 2014. ‘Free the Herb’ vindt echter dat de publicatie van deze foto in deze context onder vrijheid van meningsuiting valt. Zij dient een klacht in bij het EHRM op basis van schending van artikel 10 EVRM.
Het EHRM moet eerst beoordelen of de klacht wel ontvankelijk is. Welke over de ontvankelijkheidsvoorwaarden is onjuist?
Als de klacht volgens het EHRM ontvankelijk is, volgt een inhoudelijke beoordeling. Welke uitspraak is de juiste?
De Groningse evangelische kerkgemeenschap wil meer doen om te zorgen dat studenten naar de kerk gaan. Omdat studenten volgens haar te lang uitslapen, wordt besloten om de studenten te wekken door elke zondagochtend om 6 uur ’s ochtends de kerkklokken te laten luiden. De gemeente is hier niet blij mee. Zij legt de kerkgemeenschap een boete op wegens het schenden van een APV, waarin staat dat kerken pas de klokken mogen luiden vanaf 8 uur ’s ochtends. De kerkgemeenschap meent te worden geschaad in haar vrijheid van religie, art. 9 EVRM. Zij procedeert eerst voor de nationale rechter en vervolgens voor het EHRM.
Welk van onderstaande mogelijke verweren van de Nederlandse regering heeft de meeste kans van slagen voor het EHRM?
Nicolaas is een Russisch schrijver van romans en toneelstukken. Sinds 2002 heeft hij een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in Nederland. Hij wil zijn echtgenote Marie, met wie hij in 2011 getrouwd is, naar Nederland halen op grond van de gezinsherenigingsrichtlijn 2003/86/EG.
Zij denken aan alle voorwaarden van de richtlijn te hebben voldaan. Echter, de IND weigert de aanvraag op grond van openbare orde. Dit vanwege de bekoelde diplomatieke relaties met Rusland. Nicolaas wendt zich met een gebroken hart tot de Nederlandse rechter. Hij wil zich beroepen op zijn recht op eerbiediging van het gezinsleven.
Welke stelling over de toepassing van het Handvest is juist?
Het Handvest van Grondrechten van de Europese Unie…
Hoeveel EU lidstaten vormen deel van de Eurozone?
Welke van de onderstaande stellingen staat niet in de Schuman-verklaring van 1950?
Welke van de onderstaande functies en bevoegdheden is geen taak van de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en veiligheidsbeleid?
Welk van de volgende taken is geen bevoegdheid van de Europese Commissie?
Wat is mogelijk tijdens de gewone wetgevingsprocedure?
Wie is de nieuwe voorzitter van de Europese Raad sinds 1 december 2014?
Welke van de onderstaande instellingen heeft geen bevoegdheid tot wetgeving?
Wat heeft het HvJ EU beslist in het Tabaksreclame-arrest (C-376/98 Bondsrepubliek Duitsland tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie)?
Welke stelling over wetgevingsprocedures is juist?
Gedurende de gewone wetgevingsprocedure geldt dat…
Het Europees Parlement en de Raad willen een verordening aannemen inhoudende dat het EHRM kan oordelen of de EU zich houdt aan de mensenrechten uit het EVRM. Echter, volgens het HvJ EU verzetten het Handvest, het VEU en het VWEU zich hiertegen. Welke stelling is de juiste?
De voorrang van het recht van de EU…
Het constitutioneel hof van Syldavië, een EU-lidstaat, stelt in een rechtszaak dat een bepaling uit de Syldavische grondwet rechtstreeks indruist tegen het EU-recht. In de grondwet is namelijk vastgelegd dat vrouwen altijd twee keer zoveel salaris behoren te ontvangen als mannen voor hetzelfde werk.
Welke stelling is de juiste?
Kasper Kopje is in 1981 in dienst getreden bij de Zuidhollandse Locomotieflijn (ZHL) als treinbestuurder op de Groenehartlijn. Als gevolg van de liberalisering van het spoorvervoer werd in 2009 het personenvervoer op de Groenehartlijn niet langer door de ZHL uitgevoerd, maar door de private onderneming Interconnection. Kasper stapte over naar Interconnection en trad daar in dienst op 1 september 2010, omdat Interconnection treinbestuurders betere werk- en rusttijden en een aantrekkelijker basissalaris bood dan de ZHL. Na enkele maanden stelt Kasper vast dat werkervaring die hij bij ZHL opgebouwd heeft, niet in rekening gebracht worden bij de bepaling van zijn salaris door Interconnection. Een vriend vertelt hem echter dat er een Europees instrument is – ‘Richtlijn 2007/XXL/EU ter bevordering van de arbeidsmobiliteit voor werknemers en ter voltooiing van de interne markt voor personen’ – op basis waarvan elke werknemer die overstapt naar een andere onderneming om aldaar een gelijke of soortgelijke functie uit te oefenen, recht heeft op de verrekening van zijn beroepsanciënniteit in die functie door de nieuwe werkgever. Het probleem is echter dat de Richtlijn door Nederland vrolijk genegeerd werd. Deze moest op 1 december 2009 omgezet worden in nationaal recht, wat niet is gebeurd. De richtlijn werd niet omgezet en in de Nederlandse wetgeving wordt met geen woord over de verrekening van beroepsanciënniteit in geval van verandering van onderneming gerept.
Kasper daagt Interconnection voor de rechter om toch een verhoging van zijn salaris te krijgen omdat hij dit alles niet vindt kunnen. In eerste aanleg en in beroep is wordt zijn vordering echter steeds afgewezen. Voor de Hoge Raad voert hij aan dat het HvJ EU zich uit dient te spreken over de toepasselijkheid de van Richtlijn. De Hoge Raad vindt deze zaak duidelijk en lijkt weinig zin te hebben om het HvJ EU in deze kleine zaak te betrekken. Alvorens een beslissing te nemen, wordt u, nieuw benoemd Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, door de Hoge Raad verzocht om een advies over deze zaak. Behandel in je advies alle stappen en mogelijkheden en verwijs, indien mogelijk, naar de rechtspraak van het HvJ EU. Behandel en onderscheid daarbij de drie volgende juridische problemen:
a. Kan of moet het HvJ EU in deze zaak worden betrokken en wat zijn de gevolgen van dergelijke betrokkenheid?
b. Kan het weigeren van het betrekken van het HvJ EU in deze zaak gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden en/of de Hoge Raad? Zo ja, waar kan Kasper een claim indienen en onder welke voorwaarden?
c. Kan Kasper Richtlijn 2007/XXL/EU inroepen tegen Interconnection? Wat zijn de voorwaarden? Welke rol moet de nationale rechter hierin spelen? Verwijs naar relevante jurisprudentie van het HvJ EU in je antwoord.
A
A
B
A
A
B
A
B
B
A
B
B
B
B
B
B
C
A
C
D
B
C
B
C
D
A
B
B
A
A
D
geen antwoordindicatie beschikbaar
D
C
C
B
D
D
B
A
a. Kan of moet het HvJ EU in deze zaak worden betrokken en wat zijn de gevolgen van dergelijke betrokkenheid? (2 punten)
Op grond van artikel 267 VWEU mag elke nationale rechter een prejudiciële vraag stellen ter uitlegging van secundair Unierecht. Hier mag de Hoge Raad dus in principe om uitleg vragen (of zelfs de geldigheid laten vaststellen. Je moet één van de twee soorten vragen aanhalen in je antwoord) (0,5).
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier.
Het tweede lid van die bepaling omvat de verplichting hiertoe wanneer in dat verband geen hoger beroep mogelijk is. Bij een zaak voor de Hoge Raad mag je uit de gegevens uit de casus afleiden dat er geen hoger beroep meer mogelijk is (0Vindplaats: indirecte acties van de particulier.
Uitzonderingen op deze verplichting bestaan evenwel. Een acte clair is een voldoende heldere bepaling, maar wordt vrij strikt geïnterpreteerd. Dit kan evenwel een rechtvaardiging voor de Hoge Raad zijn; een acte éclairé: Het HvJ EU sprak zich al eerder uit over de zaak; dit kan een reden tot het niet stellen van een prejudiciële vraag zijn. (je moet de termen vermelden, want ze zijn op die manier in het college aan bod gekomen!!)
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier
b. Kan het weigeren van het betrekken van het HvJ EU in deze zaak gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden en/of de Hoge Raad? Zo ja, waar kan Kasper een claim indienen en onder welke voorwaarden?
Het niet stellen van een prejudiciële vraag door de rechter in laatste aanleg kan aansprakelijkheid van de lidstaat met zich meebrengen ; de nationale rechter dient zich er dus van te overtuigen dat het stellen van die vraag echt niet nodig is; dit is bevestigd door HvJ EU in het Köbler arrest.
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier.
De verzoeker moet een eventuele aansprakelijkheidsvordering dan opnieuw voor de nationale rechter in eerste aanleg instellen (0,5), dus niet voor Hoge Raad zelf of voor het HvJ EU. De staat kan aansprakelijk gesteld worden als aan deze drie voorwaarden werd voldaan (je moet het arrest Brasserie en/of Francovich noemen) (0,5):
Een voldoende gekwalificeerde schending van een norm van EU recht (0,5): het niet stellen van een prejudiciële vraag zou hieronder kunnen vallen indien dit wel nodig zou zijn geweest. Het niet omzetten van een Richtlijn valt automatisch onder de categorie van voldoende gekwalificeerdheid (0,5; leg de link met de richtlijn om dit halve punt te krijgen, tenzij je aantoont dat je ‘voldoende gekwalificeerd’ begrijpt – dit hangt ook samen met vraag c) dus indien een verwijzing naar de niet-omzetting richtlijn als voldoende gekwalificeerde schending in vraag c genoemd wordt, wordt het punt ook toegekend).
Schade
Causaal verband
Vindplaatsen: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier, Hoofdstuk 8 - Staatsaansprakelijkheid.
c. Kan Kasper Richtlijn 2007/XXL/EU inroepen tegen Interconnection? Wat zijn de voorwaarden? Welke rol moet de nationale rechter hierin spelen? Verwijs naar relevante jurisprudentie van het HvJ EU in je antwoord.
De inroepbaarheid richtlijnen:
Kan na het verstrijken van de omzettingstermijn en bij niet-omzetting of foutieve omzetting. In dit geval is sprake van niet-omzetting, dus aan die voorwaarde is voldaan
Verticale rechtstreekse werking betekent dat sprake is van inroepbaarheid tegen overheid; dit wordt ruim geïnterpreteerd in het licht van het arrest Marshall. ZHL zou een staatsonderneming zijn; Interconnection is dat echter niet, dus kan geen gebruik worden gemaakt van het leerstuk van verticale rechtstreekse werking
Richtlijnen hebben geen horizontale rechtstreekse werking, zoals bepaald door HvJ EU in Faccini Dori; zoniet dan zouden richtlijnen dezelfde werking als verordeningen hebben alhoewel art. 288 VWEU een duidelijk onderscheid maakt
In dit geval kan de Richtlijn niet worden ingeroepen tegen Interconnection, maar niettemin heeft de nationale rechter de plicht om het nationale recht zo ver als mogelijk richtlijnconform te interpreteren (zie het arrest Marleasing) De nationale rechter mag leemtes opvullen aan de hand van voordelen toegekend in de richtlijn, zonder daarbij uitdrukkelijk tegen de nationale wet in te gaan. Hij mag niet contra legem interpreteren.
Indien er geen rechtstreekse werking is en geen richtlijnconforme interpretatie rest de mogelijkheid van staatsaansprakelijkheid
Vindplaatsen: Hoofdstuk 8 - Rechtsverhoudingen bij rechtstreekse werking - Conforme interpretatie - Staatsaansprakelijkheid.
Wat voegde Simmenthal toe inzake de voorrang van EU recht ten opzichte van Costa v. E.N.E.L.?
De gemeente Weesp heeft de aanvraag van Antonio en Anneke voor vergoeding van kinderopvang afgewezen. Antonio stelt beroep in tegen dit besluit bij de rechtbank Leeuwarden. Hij voert aan dat hij op basis van artikel 14 VWEU recht heeft op toegang tot een “dienst van algemeen economisch belang.” De rechtbank weet niet zeker of kinderopvang een dienst van algemeen economisch belang is en wijst de vordering van Antonio af. In hoger beroep bij de Raad van State voert Antonio aan dat het Spaanse Hooggerechtshof heeft bepaald dat kinderopvang een dienst van algemeen economisch belang is. De gemeente Weesp voert echter aan dat zowel de Franse Court de Cassation als de Belgische Raad van State bepaald hebben dat kinderopvang geen dienst van algemeen economisch belang is en dat Artikel 14 überhaupt geen rechtstreekste werking heeft. Is de Nederlandse Raad van State verplicht een prejudiciële vraag te stellen over de uitleg van Artikel 14 VWEU?
Welke van de onderstaande stellingen over Brexit is juist?
Welk van de volgende taken behoort niet tot de bevoegdheden van de Commissie?
Wat voor soort bevoegdheid heeft de Unie op het gebied van de interne markt?
Welke stelling met betrekking tot het beroep tot nietigverklaring onder artikel 263 VWEU klopt niet?
Het EHRM verklaarde het verzoekschrift in de zaak Franklin-Beentjes (nr 28167/07) niet-onvankelijk op de volgende grond:
De EU heeft een richtlijn aangenomen die, ten doelen de consument te beschermen, voorschrijft dat lidstaten verplicht zijn om een speciale verpakking te introduceren voor voedingsmiddelen die op biologische wijze geproduceerd zijn. De vereisten voor biologische productie zoals opgelegd in de richtlijn zijn streng.
België gelooft dat nationale voedselautoriteiten dergelijke aspecten van consumentenbescherming beter kunnen regelen. Ook vindt het land een speciale verpakking onnodig duur en milieuvervuilend – een sticker zou hetzelfde werk kunnen doen.
Welk argument kan België aanvoeren bij een verzoek tot nietigverklaring van de richtlijn?
In februari 2015 voerde Portugal ter uitvoering van een EU-richtlijn nieuwe asielwetgeving in. De richtlijn bepaalt dat asielaanvragen binnen een redelijke termijn dienen te worden afgehandeld. Portugal denkt het efficiënt aan te pakken en op de grond van de nieuwe wet kunnen asielaanvragen
.....read moreWaartoe leidt een succesvol beroep tot nietigverklaring onder artikel 263 VWEU?
Geef aan welke stelling juist is.
Wat is waar met betrekking tot verordeningen?
Het EVRM biedt een Europees minimumniveau van mensenrechtenbescherming. Partijen hebben de vrijheid om een hoger beschermingsniveau te bieden.
Ook als er vandaag nog geen belemmeringen merkbaar zijn kan artikel 114 VWEU een rechtsbasis vormen voor maatregelen die toekomstige belemmeringen van het vrij verkeer binnen de interne markt voorkomen,.
Als een EU-lidstaat een van de rechten in het Handvest van Grondrechten van de Europese Unie overtreedt dan kan een beroep gedaan worden op:
Op grond van het EVRM bestaat een mogelijkheid voor derden om tussenbeide te komen bij een zaak. Welke stelling met betrekking tot deze derden is juist?
Wanneer mag een nationale rechter een prejudiciële vraag stellen aan het Hof van Justitie?
Wat oordeelde het HvJ EU in het Tabaksreclame-arrest (C-376/98)?
Wat moet er gebeuren met beroepen op staatsaansprakelijkheid voor schending van het EU-recht door een lidstaat?
Het Hof erkende in het arrest Defrenne (C-43/75) dat richtlijnen horizontale rechtstreekse werking kunnen hebben.
De Commissie wil dat quota’s op het gebied van biologische
.....read moreAls een richtlijn rechtstreekse werking heeft…
Als gevolg van het arrest Marleasing (C- 106/89 Marleasing SA tegen La Comercial Internacional de Alimentacion SA)
Als gevolg van het arrest Plaumann (Case 25/62 Plaumann & Co. tegen Commissie van de Europese Economische Gemeenschap) …
Op grond van artikel 267 VWEU…
Wanneer het EHRM oordeelt over de ontvankelijkheid van een klacht, gebeurt doormiddel van…
Op wie is het EVRM van toepassing?
Sinds het Verdrag van Lissabon heeft het Handvest de status van primair Unierecht gekregen.
Wat is het hoofddoel van het Europees Stelsel van Centrale Banken?
Het Bierarrest (C-178/84 Commissie v Duitsland) geeft een goed voorbeeld van hoe het HvJ EU gebruikt maakt van positieve integratie ten behoeve van de interne markt.
In het arrest C-345/95 Frankrijk t, Europees Parlement erkende het HvJ EU dat lidstaten de bevoegdheid hebben om de zetel van de instellingen, ook die van het Europees Parlement, vast te stellen.
Stelling I: Een individuele Eurocommissaris (lid van de Europese Commissie) kan door het Europees Parlement gedwongen worden om op te stappen.
Stelling II: Per 1 januari 2016 zal Nederland voorzitter zijn van de Raad van de EU voor 6 maanden. Nederland zal tijdens het voorzitterschap de
.....read moreDe doelstellingen van de Verdragen kunnen op grond van artikel 352 lid 1 VWEU worden aangevuld.
Het HvJ EU heeft in de zaak Grzelczyk (C-184/99) bepaald dat lidstaten EU-burgers in beginsel gelijk moeten behandelen aan hun eigen onderdanen.
De voorzitter van de Raad wordt voor een termijn van zes maanden verkozen.
Welke stelling over het attributiebeginsel is juist?
Welke stelling is de juiste?
Studenten in heel Europa hebben het moeilijk. Ze hebben te lijden onder maatregelen zoals het leenstelsel, het bindend studieadvies en de langstudeerboete. Een aantal studenten afkomstig uit verschillende EU landen organiseert een burgerinitiatief. Het initiatief is succesvol: meer dan twee miljoen studenten uit zes verschillende EU lidstaten ondertekenen het initiatief waarin de Commissie verzocht wordt een wetsvoorstel in te dienen waarbij de lidstaten gedwongen worden om het hoger onderwijs toegankelijker te maken voor alle studenten, met name voor de minder bedeelden. Uiteindelijk nemen de Raad en het Europees Parlement een verordening aan, waarvan artikel 10a stelt: ‘De lidstaten vergemakkelijken de toegang tot het hoger onderwijs.’
Piet Jansen, een student Rechtsgeleerdheid, kan maar net leven van zijn basisbeurs en daagt de Nederlandse Staat voor de rechter. Hij wil een hogere vergoeding. Heeft zijn actie kans van slagen?
Engeland eist van aanvragers tot gezinshereniging dat een inburgeringsexamen met succes wordt afgelegd. De Europese Commissie is van mening dat deze inburgeringseis strijdig is met artikel 3 lid 6 van Richtlijn 2006/78/EG inzake het recht op gezinshereniging. Welke stelling is onjuist?
Welke stelling over staatsaansprakelijkheid is de juiste?
In de zaak Grzelczyk (zaak C-184/99) bepaalde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat lidstaten onderdanen uit andere lidstaten die in hun land verblijven het EU-burgerschap moeten verstrekken.
Het Economisch en Sociaal Comité is onderdeel van het Europees Parlement en heeft een wetgevende taak.
Waarvan is het Bierarrest (zaak 178/84) een goed voorbeeld?
Lees de volgende woorden van Robert Schuman: “De vereniging van Europa kan niet zomaar worden verwezenlijkt en ook niet door een allesomvattende schepping tot stand worden gebracht: het verenigd Europa moet worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen, waarbij feitelijke solidariteit als uitgangspunt moet worden genomen.”
Wat bedoelt Schuman met de feitelijke solidariteit?
Indien een richtlijn voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk is, kan een individu of rechtspersoon zich hier op beroepen voor de nationale rechter vanaf de inwerkingtreding.
Het Europese recht heeft voorrang boven het nationale recht. Daarom mag het HvJ EU strijdig nationaal recht vernietigen.
Conforme interpretatie van het Unierecht kan dienen als grondslag voor een contra legem uitleg van het nationale recht.
Welke uitspraak is de juiste?
Welke stelling over prejudiciële vragen is de juiste?
Wanneer kan een onderneming zich tot het HvJ EU wenden?
Welke stelling is onjuist?
Welk recht kwalificeert niet als een burgerlijk en politiek recht:
De klacht van Verlinden tegen het Koninkrijk der Nederlanden (Verlinden v. Netherlands; Communication No. 1187/2002) werd door het Mensenrechtencomité niet-ontvankelijk verklaard omdat:
Welke rol spelen Nederlandse rechtbanken in de handhaving van internationale mensenrechten?
Kijk naar de onderstaande stellingen:
Stelling I: Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens doet slechts uitspraak in zaken tussen particulieren onderling en particulieren tegen lidstaten.
Stelling II: De interpretatie van de bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens hangt altijd af van de bedoeling van de verdragsluitende staten.
Kunnen alle rechten van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ingeperkt worden?
In zijn verklaring gaf de toenmalige Minister van buitenlandse zaken van Frankrijk Schuman in 1950 een visie van een verenigd Europa. Hij zei dat ...
China is momenteel geen partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke rechten (IVPBR). Stel dat China besluit toe te treden tot het IVBPR en het bijhorende Facultatief Protocol. Welk alternatief is juist?
Artikel 34 en 35 EVRM bevatten de ontvankelijkheidseisen voor een klacht bij het EHRM. In welk van de onderstaande situaties is de klacht sowieso niet-ontvankelijk?
Een pilootarrest is een arrest waarin …
Welke van de volgende stellingen is juist?
Tijdens de ‘Empty-chair Crisis’ …
Wat wordt verstaan onder de zogenaamde ‘eerste’ generatie mensenrechten?
Het Comité voor de Rechten van de Mens onder het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten neemt klachten van individuele personen alleen in behandeling indien:
Welke stelling met betrekking tot de benoeming van de Europese Commissie is juist?
Welke instelling met betrekking tot de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (“EHRM”) in de zaak Sanoma t. Nederland (2010) is juist?
Welke van onderstaande stelling(en) over de rol van bepaalde instellingen in de gewone wetgevingsprocedure van de Europese Unie is (of zijn) juist?
Stelling I: De Raad van Europa kan alleen wetgeving aannemen na een voorstel van de Europese Commissie.
Stelling II: Het Europees Parlement kan wetgeving tegenhouden, tenzij de Raad van Ministers met unanimiteit het voorstel van de Europese Commissie aanneemt.
Welke stelling over de Raad van Ministers is juist?
Utopia is partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten (IVBPR). Op grond van artikel 19 IVBPR – een bepaling waar burgers rechtstreeks rechten aan kunnen ontlenen – kan de vrijheid van meningsuiting slechts op bepaalde gronden worden ingeperkt. Utopia verbiedt in zijn nationale wetgeving echter iedere vorm van vrijheid van meningsuiting. Ten aanzien van doorwerking van het internationaal publiekrecht in de Utopiaanse rechtsorde bevat de grondwet van Utopia twee bepalingen die identiek zijn aan artikel 93 en artikel 94 van de Nederlandse Grondwet. Thomas More, een inwoner van Utopia, beroept zich voor de Utopiaanse rechter op artikel 19 IVBPR. Hoe zal de Utopiaanse rechter moeten oordelen?
Het Comité voor de Rechten van de Mens van het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten heeft NIET tot taak:
Let op: gevraagd wordt wat het Comité voor de Rechten van de Mens van het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten NIET tot taak heeft.
Sinds 1 juni 2010 is Protocol 14 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) van kracht. Dit protocol brengt enkele belangrijke wijzigingen aan in de procedurele regels die gelden voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Welke van de onderstaande uitspraken over dit protocol is juist?
Welke stelling met betrekking de Europese Commissie en ontslag is NIET juist?
.....read moreWelke van de volgende stellingen met betrekking tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is correct?
Dhr. van Rooij is van mening dat hij tijdens zijn verblijf in een zwaar beveiligde gevangenis dusdanig slecht behandeld is dat dit resulteert in een schending van het Verdrag inzake Uitbanning van Foltering. Na geprocedeerd te hebben tot en met de Hoge Raad van Nederland, is hij niet tevreden. Tot welk internationaal orgaan kan Dhr. van Rooij zich nog richten om genoegdoening te krijgen?
Jarenlang leefde Marie-Louise Bokilongo onder erbarmelijke omstandigheden in Kongo, een land dat wordt geteisterd door grote conflicten. In 2008 wist ze te vluchten naar Nederland, maar daar werd zij niet als vluchteling erkend. Gisteren kreeg zij te horen dat ze binnenkort zal worden uitgezet. Marie-Louise is bang dat zij bij terugkeer in Kongo weer in grote armoede zal leven en misschien het slachtoffer wordt van geweld. Een vriendin vindt dat Nederland de mensenrechten schendt door haar terug te sturen naar Kongo, en moedigt haar aan een klacht in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Welke van de volgende stellingen is juist?
Tot aan de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon bepaalde artikel 211 EG Verdrag (na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon: artikel 17 VEU) dat de Europese Commissie het goed functioneren van de gemeenschappelijke markt dient te waarborgen. Welke van de volgende taken valt NIET onder de bevoegdheid van de Europese Commissie?
Let op: dit tentamen is gebaseerd op de situatie voor het verdrag van Lissabon. Dit heeft tot consequentie dat niet alle vragen meer accuraat zijn, en dat de gegeven antwoorden kunnen afwijken van de huidige situatie.
De Poolse regering is van mening dat het tegen het katholieke geloof indruist om pornografische artikelen toe te staan en dat dergelijke artikelen zedenmisdrijven uitlokken. Er wordt een verbod uitgevaardigd op het bezitten, verkopen en produceren van pornografische artikelen. Wat is juist? Kies het meest toepasselijke antwoord.
Welke van de volgende stellingen is onjuist?
Welke argumenten gebruikte het Hof van Justitie in het Chen arrest?
1. Het betrof geen interne situatie en het vrij verkeer van personen was van toepassing.
2. Mevrouw Chen had misbruik gemaakt van het gemeenschapsrecht.
3. De dochter maakte gebruik van het vrij verkeer van diensten maar hier vloeit geen permanent recht op verblijf uit voort.
4. Art. 18 EG is geen onbeperkt recht.
5. Mevrouw Chen kwam ten Jaste van haar dochter zoals in de zin van richtlijn 90/364 en kon daarom ook blijven.
Welke van de volgende voorwaarden vormt geen eis voor ontvankelijkheid van een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens?
Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen.
Stelling I: De samenstelling van de Europese Raad is afhankelijk van het te behandelen beleidsonderwerp. Zo zal de Nederlandse minister van landbouw deelnemen indien het Europese landbouwbeleid op de agenda staat.
Stelling II: Indien een gemeenschapsinstelling regelgeving uitvaardigt met betrekking
.....read moreLet op: De volgende oefentoets is gebaseerd op de situatie vóór het verdrag van Lissabon. Dit heeft tot consequentie dat niet alle vragen meer accuraat zijn, en dat de gegeven antwoorden kunnen afwijken van de huidige situatie.
De Poolse regering is van mening dat het tegen het katholieke geloof indruist om pornografische artikelen toe te staan en dat dergelijke artikelen zedenmisdrijven uitlokken. Er wordt een verbod uitgevaardigd op het bezitten, verkopen en produceren van pornografische artikelen. Wat is juist? Kies het meest toepasselijke antwoord.
Welke van de volgende stellingen is onjuist?
Welke argumenten gebruikte het Hof van Justitie in het Chen arrest?
1. Het betrof geen interne situatie en het vrij verkeer van personen was van toepassing.
2. Mevrouw Chen had misbruik gemaakt van het gemeenschapsrecht.
3. De dochter maakte gebruik van het vrij verkeer van diensten maar hier vloeit geen permanent recht op verblijf uit voort.
4. Art. 18 EG is geen onbeperkt recht.
5. Mevrouw Chen kwam ten Jaste van haar dochter zoals in de zin van richtlijn 90/364 en kon daarom ook blijven.
Welke van de volgende voorwaarden vormt geen eis voor ontvankelijkheid van een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens?
Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen.
Stelling I: De samenstelling van de Europese Raad is afhankelijk van het te behandelen beleidsonderwerp. Zo zal de Nederlandse minister van landbouw deelnemen indien het Europese landbouwbeleid op de agenda staat.
Stelling II: Indien een gemeenschapsinstelling regelgeving uitvaardigt met betrekking
.....read moreIn deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Europees Recht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Unversiteit Leiden.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Europees Recht ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution