Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Inleiding Europees Recht - UL - B1 - Oefententamen 2010

Vragen

Vraag 1

Welke van de volgende stellingen met betrekking tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is correct?

  1. Het Europees Parlement zal door de uitbreiding van het toepassingsbereik van de gewone wetgevingsprocedures een grotere rol gaan spelen in het besluitvormingsproces.
  2. In de Raad van Ministers zal voornamelijk met unanimiteit gestemd gaan worden.
  3. Het Europees Hof van Justitie zal volledige rechtsmacht krijgen over de tweede pijler (GBVB).
  4. Door de verdere communautisering zullen de nationale parlementen geen partij meer zijn bij het politieke debat over Europese wetgevingsdossiers.

Vraag 2

Dhr. van Rooij is van mening dat hij tijdens zijn verblijf in een zwaar beveiligde gevangenis dusdanig slecht behandeld is dat dit resulteert in een schending van het Verdrag inzake Uitbanning van Foltering. Na geprocedeerd te hebben tot en met de Hoge Raad van Nederland, is hij niet tevreden. Tot welk internationaal orgaan kan Dhr. van Rooij zich nog richten om genoegdoening te krijgen?

  1. Het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens
  2. De VN-Mensenrechtenraad.
  3. Het Mensenrechtencomité.
  4. Geen van bovenstaande opties is juist.

Vraag 3

Jarenlang leefde Marie-Louise Bokilongo onder erbarmelijke omstandigheden in Kongo, een land dat wordt geteisterd door grote conflicten. In 2008 wist ze te vluchten naar Nederland, maar daar werd zij niet als vluchteling erkend. Gisteren kreeg zij te horen dat ze binnenkort zal worden uitgezet. Marie-Louise is bang dat zij bij terugkeer in Kongo weer in grote armoede zal leven en misschien het slachtoffer wordt van geweld. Een vriendin vindt dat Nederland de mensenrechten schendt door haar terug te sturen naar Kongo, en moedigt haar aan een klacht in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Welke van de volgende stellingen is juist?

  1. Een klacht van Marie-Louise bij het EHRM heeft helaas geen enkele kans van slagen, want Kongo maakt geen deel uit van de Raad van Europa
  2. Een klacht van Marie-Louise bij het EHRM heeft alleen kans van slagen, indien Nederland bereid is deze zaak het individueel klachtrecht te accepteren.
  3. Een klacht van Marie-Louise bij het EHRM heeft misschien niet zoveel kans van slagen, maar áls het EHRM haar klacht afwijst kan ze in elk geval nog een beroep doen op het VN-Comité voor de Rechten van de Mens.
  4. Een klacht van Marie-Louise bij het EHRM heeft veel kans van slagen, want zij kan zich in Straatsburg beroepen op artikel 33 van het Vluchtelingenverdrag, artikel 3 EVRM én het VN-Verdrag tegen Foltering.

Vraag 4

Tot aan de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon bepaalde artikel 211 EG Verdrag (na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon: artikel 17 VEU) dat de Europese Commissie het goed functioneren van de gemeenschappelijke markt dient te waarborgen. Welke van de volgende taken valt NIET onder de bevoegdheid van de Europese Commissie?

  1. Het initiatiefrecht om communautaire wetsvoorstellen in te dienen.
  2. Het vaststellen van de agenda voor de Raadsvergaderingen.
  3. Het handhaven en uitvoeren van het mededingingsrecht.
  4. Het voeren van onderhandelingen met derde staten en/of internationale organisaties.

Vraag 5

Rangschik de verschillende vormen van economische samenwerking naar toenemende intensiteit (dus van minst naar meest vergaande samenwerking):

  1. douane-unie > vrijhandelszone > gemeenschappelijke markt > economische unie
  2. douane-unie > vrijhandelszone > economische unie > gemeenschappelijke markt
  3. vrijhandelszone > douane-unie > economische unie > gemeenschappelijke markt
  4. vrijhandelszone > douane-unie > gemeenschappelijke markt > economische unie

Vraag 6

In zijn oratie bespreekt Professor Brinkhorst de verhouding tussen de Europese Unie en de nationale soevereiniteit. Welke stelling(en) is (zijn) correct:

Stelling I Professor Brinkhorst vindt dat de Europese Unie door de communautisering een ‘superstaat’ is geworden.

Stelling II Professor Brinkhorst pleit voor een co-soevereniteitschap waarbij de lidstaten zelfstandige staten blijven.

  1. Stelling I is juist; stelling II is onjuist
  2. Stelling I is onjuist; stelling II is juist
  3. Beide stellingen zijn juist
  4. Beide stellingen zijn onjuist

Vraag 7

De tachtigjarige meneer ten Kate is van mening dat het Nederlandse abortusbeleid in strijd is met het recht op leven. Zij dient een klacht in bij het comité dat toeziet op de naleving van het Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten. Is haar klacht ontvankelijk? (Voor deze vraag kunt u er vanuit gaan dat de nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput)

  1. Ja, hij heeft zijn klacht immers bij het juiste toezichthoudend orgaan ingediend.
  2. Nee, hij zal eerst naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens moeten alvorens zijn klacht ontvankelijk is.
  3. Nee, er is hier sprake van een actio popularis.
  4. Geen van bovenstaande antwoorden is juist.

Vraag 8

De Europese Unie wil op het gebied van volksgezondheid een richtlijn aannemen die de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, verkrijgen, testen, bewerken, bewaren en distribueren van menselijke weefels en cellen moet vaststellen. Wat is de rol van het Europees Parlement op dit gebied? Ga bij de beantwoording van deze vraag uit van het EG-Verdrag.

  1. Het Europees Parlement speelt geen enkele rol.
  2. Het Europees Parlement wordt geraadpleegd.
  3. Het Europees Parlement is medewetgever.
  4. Het Europees Parlement dient het voorstel in.

Vraag 9

De zogenaamde ‘Margin of Appreciation’ is een belangrijk leerstuk in de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het is niet eenvoudig een definitie van het begrip te geven, maar de beste omschrijving is nog wel dat de Margin …

  1. garandeert dat de rechten die het EVRM verzekert in alle lidstaten op dezelfde eenduidige manier worden toegepast.
  2. de mogelijkheid voor de Europese Unie schept om in de toekomst partij te worden van het EVRM.
  3. een begrip is waarmee het EHRM een bepaalde waardering toekent voor de mate waarin een lidstaat aan de rechten van een klager tegemoet is gekomen.
  4. beschrijft in hoeverre lidstaten de vrijheid hebben om de rechten van het EVRM naar eigen inzicht te verzekeren.

Vraag 10

Welke stelling is correct?

Stelling I Het Verdrag van Lissabon schrijft voor dat de co-decisieprocedure de gewone wetgevingsprocedure wordt.

Stelling II De co-decisieprocedure verleent een vetorecht aan het Europese Parlement.

  1. Stelling I is juist; stelling II is onjuist
  2. Stelling I is onjuist; stelling II is juist
  3. Beide stellingen zijn juist
  4. Beide stellingen zijn onjuist

Vraag 11

Welke van de onderstaande stellingen met betrekking tot het verschil tussen verordeningen en richtlijnen is juist?

  1. Een verordening is verbindend in al haar onderdelen; een richtlijn is slechts een aanbeveling.
  2. Een verordening is gericht tot de instellingen; een richtlijn is gericht aan de lidstaten.
  3. Een verordening is onmiddellijk verbindend in al haar onderdelen; een richtlijn moet eerst in nationaal recht worden omgezet
  4. Een verordening wordt gemaakt volgens de co-decisieprocedure; een richtlijn wordt gemaakt volgens de raadplegingsprocedure.

Vraag 12

Sanne werkt al jarenlang als vaste medewerker bij de Gema. Zij is katholiek en draagt een ketting met een kruisje om haar nek. Onlangs heeft de directie van de Gema het verboden om sieraden te dragen die uiting geven aan een religie. Sanne is ervan overtuigd dat zij wordt gediscrimineerd op grond van haar religie, omdat andere geloofsuitingen - zoals het dragen van een hoofddoek - niet zijn verboden door de Gema. Haar vader heeft in het verleden rechten gestudeerd en meent zich te herinneren dat in het EG Verdrag (EG) een discriminatieverbod is neergelegd. Ze wil een procedure aanspannen tegen haar werkgever bij de nationale rechter. Welke stelling is juist?

  1. Sanne kan een geslaagd beroep doen op artikel 13 EG
  2. Sanne kan zowel een geslaagd beroep doen op artikel 12 als op artikel 13 EG.
  3. Sanne kan een geslaagd beroep doen op artikel 12 EG.
  4. Sanne kan noch een geslaagd beroep doen op artikel 12 of een beroep doen op artikel 13.

Vraag 13

De Europese Commissie wil een (wets)voorstel indienen dat lidstaten verplicht om de CO2 uitstoot te verminderen. Om deze doelstelling te bereiken zijn de lidstaten en de Europese Commissie tijdens de klimaattop in Kopenhagen van december jl. overeengekomen dat binnen 5 jaar de nodige maatregelen getroffen moeten worden om 30% minder uit te stoten. Lidstaten mogen zelf weten hoe ze deze doelstelling willen bereiken. Welk wetgevingsinstrument zal de Europese Commissie hier voor gebruiken? Ga bij de beantwoording van deze vraag uit van het EG-Verdrag.

  1. een kaderbesluit
  2. een richtlijn
  3. een verordening
  4. een beschikking

Vraag 14

Welke regel vloeit voort uit het beginsel van ‘effet utile’ in het gemeenschapsrecht?

Stelling I Lidstaten zijn verplicht een richtlijn te implementeren, voor zover die nuttig effect heeft.

Stelling II Het nationale (proces)recht moet zodanig worden ingekleed dat het nuttig effect van het gemeenschapsrecht wordt verzekerd.

  1. Stelling I is juist; stelling II is onjuist
  2. Stelling I is onjuist; stelling II is juist
  3. Beide stellingen zijn juist
  4. Beide stellingen zijn onjuist

Vraag 15

Welk van de volgende stellingen over de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is juist?

  1. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is een verdrag.
  2. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is soft law.
  3. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is gebaseerd op het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.
  4. De Nederlandse rechter kan wetten die in strijd zijn met de Universele Verklaring buiten toepassing laten.

Vraag 16

Welke van de onderstaande stellingen met betrekking tot de toepassing van het gemeenschapsrecht is juist?

Stelling I Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is bevoegd om een uitspraak te doen over de verenigbaarheid van Nederlands recht met het gemeenschapsrecht.

Stelling II De hoogste nationale rechter is verplicht om het gemeenschapsrecht toe te passen (acte éclairé), lagere rechters mogen dit doen (acte claire).

  1. Stelling I is juist; stelling II is onjuist
  2. Stelling I is onjuist; stelling II is juist
  3. Stelling I en II zijn beiden juist
  4. Stelling I en II zijn beiden onjuist

Vraag 17

Een mondelinge verklaring afgelegd door de minister-president van Nederland…

  1. kan nooit bindend zijn voor Nederland.
  2. kan alleen bindend zijn voor Nederland als de mondelinge verklaring is afgelegd voor de Algemene Vergadering of de Veiligheidsraad van de VN.
  3. is bindend indien blijkt uit de omstandigheden dat het de bedoeling was Nederland te binden.
  4. is altijd bindend voor Nederland omdat de minister-president de Nederlandse staat vertegenwoordigt.

Vraag 18

De Roemeense Alicia Isai wil aan de Universiteit Leiden als docent gaan werken. Ze wordt echter geweigerd vanwege haar Roemeense nationaliteit. Alicia stelt dat dit in strijd is met het vrije verkeer van werknemers (oud: artikel 39 EG; nieuw: artikel 45 VWEU). Hoe kan Alicia op deze bepaling een beroep doen?

  1. Alicia kan geen beroep doen op de vrije verkeersbepaling van werknemers. Roemenië maakt immers geen deel uit van de Europese Unie.
  2. Alicia kan voor de nationale rechter een beroep doen op de rechtstreekse werking van de vrije verkeersbepaling van werknemers.
  3. Alicia kan op grond van het voorrangsbeginsel van het EG-recht een beroep doen op de vrije verkeersbepaling van werknemers bij het Europese Hof van Justitie.
  4. Alicia kan geen beroep doen op artikel de vrije verkeersbepaling van werknemers. Dit artikel valt immers niet onder het voorrangsbeginsel.

Vraag 19

In het arrest Francovich is met betrekking tot staatsaansprakelijkheid het volgende bepaald:

  1. De Europese Commissie kan lidstaten aansprakelijk stellen voor verdragsschendingen indien deze voldoende ernstig zijn.
  2. Individuen kunnen enkel een beroep doen op de staatsaansprakelijkheid wanneer de Commissie weigert om in te grijpen.
  3. Individuen kunnen een beroep doen op de staatsaansprakelijkheid indien de ingeroepen rechtsregel rechten aan de individu toekent.
  4. De te betalen schadevergoeding wordt door het Europees Hof van Justitie vastgesteld naar gelang de draagkracht van de lidstaat.

Vraag 20

Márta is juridisch beleidsmedewerker bij het Comitaat Pest, een provincie van Hongarije. Zij is zwanger en ging uit van een zwangerschapsverlof van 16 weken. Zij krijgt echter van haar werkgever te horen dat de lengte van het wettelijk zwangerschapsverlof in Hongarije in verband met bezuinigingen na de financiële crisis is beperkt tot 12 weken. Artikel 8 van Richtlijn 92/85/EEG stelt dat een zwangerschapsverlof voor werknemers ten minste 14 weken dient te bedragen. Deze richtlijn is nooit omgezet in Hongaars recht, ook al is de implementatietermijn van de richtlijn allang verstreken. Márta stapt naar de Hongaarse rechter. Op hoeveel weken verlof heeft Márta recht?

  1. Op 12 weken: de nationale wetgeving gaat voor omdat deze na richtlijn 92/85/EEG is aangenomen.
  2. Op 14 weken, de richtlijn werkt op dit punt rechtstreeks door.
  3. Op 12 weken: de Hongaarse staat is in gebreke, maar de rechter kan dit Márta’s werkgever niet aanrekenen.
  4. Op 14 weken. In tegenstelling tot Verordeningen hebben Richtlijnen per definitie rechtstreekse werking.

Vraag 21

Wat verandert in het Verdrag van Lissabon met betrekking tot het Europese Hof van Justitie?

  1. Het Europees Hof van Justitie heeft rechtsmacht gekregen over de gebieden die voorheen onder de derde pijler vielen.
  2. Het Europese Hof van Justitie heeft een nieuwe Hoge Vertegenwoordiger gekregen; Lady Ashton.
  3. De uitspraken van het Europese Hof van Justitie zijn bindend voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens.
  4. Het Europese Hof van Justitie kan rechten toekennen aan particulieren op basis van bepalingen die geen rechtstreekse werking hebben.

Vraag 22

Het verdrag van Lissabon brengt belangrijke wijzigingen aan in het regiem van mensenrechtenbescherming in Europa. Welke wijzigingen springen het meest in het oog?

Stelling I: Op grond van het nieuwe artikel 6 VEU zal de Europese Unie toetreden tot het EVRM, terwijl het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie juridisch bindend is geworden.

Stelling II: Voor typisch Nederlandse opvattingen op het gebied van de mensenrechten (denk aan abortus, euthanasie of het homo-huwelijk) is sinds 1 december 2009 geen plaats meer. Op grond van het nieuwe artikel 6 VEU dienen alle lidstaten van de Unie de EU-maatstaven op het gebied van de mensenrechten na te leven. Het valt echter te verwachten dat de Europese Commissie, om politieke confrontaties uit de weg te gaan, Nederland niet meteen tot de orde zal roepen.

  1. Stelling I is juist; stelling II is onjuist
  2. Stelling I is onjuist; stelling II is juist
  3. Beide stellingen zijn juist
  4. Beide stellingen zijn onjuist

Vraag 23

Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is de rol van nationale parlementen in een aantal opzichten veranderd. Welke alternatief is in dit verband juist?

  1. Nationale parlementen kunnen een zogenaamde ‘oranje kaart’ trekken bij schending van het proportionaliteitsbeginsel.
  2. Nationale parlementen kunnen met een meerderheid van 55% de Raad van Ministers en het Europees parlement dwingen om tegen een wetsvoorstel te stemmen
  3. Nationale parlementen kunnen met de meerderheid van 55% de Raad van Ministers of de Europese Commissie dwingen om tegen een wetsvoorstel te stemmen.
  4. Nationale parlementen kunnen een zogenaamde ‘gele kaart’ trekken bij schending van het subsidiariteitsbeginsel.

Vraag 24

Het Britse Parlement heeft besloten dat personen vanaf 65 jaar geen lid meer kunnen zijn van een vakbond. Een Britse belangenvereniging voor ouderen, ‘Old Boys Network’, vindt dit kwalijke leeftijdsdiscriminatie en beklaagt zich hierover bij de Britse rechter. Tot aan de hoogste Britse rechterlijk instantie krijgt Old Boys Network echter nul op rekest. Old Boys Network overweegt nu een klacht wegens discriminatie in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg. Heeft zo’n klacht kans van slagen?

  1. Nee, want het EHRM neemt klachten van rechtspersonen (zoals verenigingen) niet in behandeling. Alleen natuurlijke personen kunnen klagen in Straatsburg.
  2. Ja, want Old Boys Network heeft de nationale rechtsmiddelen uitgeput en voldoet – mits de klacht binnen zes maanden wordt ingediend – aan alle ontvankelijkheidsvereisten.
  3. Nee, want de vereniging Old Boys Network heeft dan wel de nationale rechtsmiddelen uitgeput maar is geen slachtoffer van de Britse wetgeving.
  4. Nee, want artikel 14 EVRM noemt leeftijd niet als grond voor discriminatie, zodat men zich hier niet op kan beroepen bij het EHRM.

Open vraag

Mevrouw Lapacho solliciteert naar een baan bij de Nederlandse overheid. Vrijwel onmiddellijk ontvangt ze een email van het hoofd van de Dienst Personeelszaken. Dat blijkt een foutje: de email was eigenlijk bedoeld voor een medewerker van diezelfde dienst. Wat daar ook van zij, de mail luidt als volgt:

“Kan je zo snel mogelijk een brief opstellen om deze dame af te schepen? We hebben hier al meer dan genoeg vrouwen in dienst, en aan de naam van deze dame te zien, is ze waarschijnlijk niet eens in Nederland geboren. We helpen liever eerst onze eigen mensen aan het werk.”

Mevrouw Lapacho is inderdaad niet in Nederland geboren, maar in Spanje. Ze woont al 20 jaar in Nederland en heeft intussen ook de Nederlandse nationaliteit. Ze is hoogst geschokt door deze email en besluit juridische stappen te ondernemen. U wordt gevraagd haar van juridisch advies te dienen.

a. Noem drie verdragen waarop mw. Lapacho mogelijkerwijze een actie kan baseren. Betrekt bij uw antwoord een VN-mensenrechtenverdrag, een Europees mensenrechtenverdrag en een ander Europeesrechtelijk verdrag. Noem steeds de verdragsartikelen die mw. Lapacho zou kunnen inroepen.

b. Geef bij ieder verdrag aan welke instanties betrokken kunnen zijn bij de beoordeling van de klacht, en schets in het kort de procedure die moet worden doorlopen.

c. Geef in het kort aan in hoeverre naar uw oordeel de klacht van mw. Lapacho kans van slagen heeft, waarbij u opnieuw onderscheid maakt voor elk van de drie verdragen.

d. Welk juridisch verschil is er tussen de uitspraken van de betreffende instanties?

Antwoordindicatie

  1. A

  2. C & D

  3. C

  4. B

  5. D

  6. B

  7. C

  8. C

  9. D

  10. C

  11. C

  12. D

  13. B

  14. B

  15. B

  16. D

  17. C

  18. B

  19. C

  20. B

  21. A

  22. A

  23. D

  24. C

Open vraag

a.

(1) VN-mensenrechtenverdrag + artikel: verschillende mogelijkheden (het noemen van één

van deze is voldoende):

  • Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women (CEDAW) of vrouwendiscriminatieverdrag – Art. 2, 7, 11 (1) (b) of 13

  • International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination (ICERD) of rassendiscriminatieverdrag – Art. 5 (e) (i)

  • The International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights (ICESCR) of Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR) – Art. 2(2) juncto Arts 6 and 7

  • The International Covenant on Civil and political Rights (ICCPR) of Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten (IVBPR) - Art. 2 juncto Art 26 of art. 3

(2) Europees mensenrechtenverdrag + artikel (het noemen van één van deze is voldoende):

  • Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens (EVRM), art. 14

  • art. 1 van Prot. 12 bij EVRM

  • Art. 15, 21 of 23 Handvest Grondrechten EU (of Aanvullend Protocol)

  • Art. 20 Europees Sociaal Handvest

(3) een ander Europeesrechtelijk verdrag + artikel (het noemen van één van deze is

voldoende):

  • art. 39 EG (verbod discriminatie o.g.v. nationaliteit) (eigenlijk moet, sinds 1 dec. 2009, o.g.v. Lissabon, het antwoord luiden: art. 45 Verdrag betr. werking van de EU)

  • Ook art. 12 EG is goed (sinds 1 dec. 2009: art. 18 Verdrag betr. werking van de EU)

b.

(1) VN Mensenrechtenverdrag: dit hangt er vanaf welk verdrag ze gekozen hebben:

  • Committee on the Elimination of Discrimination against Women

  • Committee on the Elimination of Racial Discrimination

  • Committee on Economic, Social and Cultural Rights

  • Human Rights Committee – mensenrechtencomité

  • (probleem bij VN Charter: geen specifiek comité)

(2) nationale rechter, eventueel gevolgd door Europees Hof voor de Rechten van de Mens

(3) nationale rechter, eventueel met behulp van prejudiciële uitspraak van Hof van Justitie van

de EG (eigenlijk moet, sinds 1 dec. 2009, HvJ van de EU)

Procedure: voor VN-organen en EHRM geldt het volgende:

  • nationale rechtsmiddelen moeten uitgeput worden

  • klager moet zelf slachtoffer zijn

  • klacht mag niet kennelijk ongegrond zijn

Procedure voor het EG-recht:

de nationale rechter, hangende de procedure, kan een prejudiciële vraag stellen aan het HvJ van de EU. De nationale rechter handelt vervolgens de zaak af, met inachtneming van de prejudiciële uitspraak van het Hof

Of

Procedure voor het Comité van Onafhankelijke Deskundigen

1 punt voor het noemen van het comité (onder het Europees Sociaal Handvest + 1 punt voor

het noemen van de procedure (via een vakbond)

c.

  • CEDAW en ICERD: grote kans op slagen aangezien deze verdragen precies gaan over discriminatie >< wat betreft IVBPR/ICESCR iets onzekerder aangezien dit verdrag niet voor bepaalde gediscrimineerde doelgroepen ontworpen is

  • Art 14 EVRM: eigenlijk niet geschikt (discriminatie wel verboden, maar alleen in samenhang met andere EVRM-rechten)

  • EG: grote kans van slagen: verbod discriminatie o.g.v. nationaliteit wordt expliciet vastgelegd en strikt gehandhaafd

d.

  • VN Comités zijn quasi-judicieel d.w.z. dat hun ‘views’ (of uitspraken, of beslissingen,…) niet juridisch bindend zijn voor nationale rechters maar nationale rechters houden er in praktijk wel vaak rekening mee

  • Uitspraken van het EHRM zijn bindend

    Prejudiciële uitspraken van het HvJ zijn bindend voor de verwijzende rechter; het oordeel van de nationale rechter zelf is uiteraard bindend

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
2185