Oefententamen voor het vak Marketing - RUG


Vragen

Vraag 1

De ‘BCG Growth-Share Matrix’ geeft voor iedere ‘Strategic Business unit’ (SBU)…..

  1. De omzet, de groeivoet van de totale markt en het relatief marktaandeel.
  2. De omzetgroei, de ontwikkelingsrichting van de SBU en de penetratiegraad.
  3. De omzet, het relatief marktaandeel en de concurrentiekracht.
  4. De omzetgroei, de penetratiegraad en de relatieve distributie.

Vraag 2

Wat is, in het geval van bier (zoals in de casus in deze tussentoets) de ‘need’, ‘want’ en ‘demand’?

  1. De ‘need’ is een Bavaria, de ‘want’ is een dorstlessend drankje, en de ‘demand’: je hebt genoeg geld bij je om een Bavaria te kopen.
  2. De ‘need’ is een dorstlessend drankje, de ‘want’ is een Bavaria, en de ‘demand’ is dat je genoeg geld bij je hebt om een Bavaria te kopen.
  3. De ‘need’ is een dorstlessend drankje, de ‘want’ is dat je genoeg geld bij je hebt om een Bavaria te kopen, en de ‘demand’ een Bavaria.
  4. De behoefte aan een dorstlessend drankje is zowel ‘want’ als ‘need’. De ‘demand’ is een Bavaria.

Vraag 3

Het bepalen welke van de bestaande segmenten in de markt jij gaat bedienen wordt ook wel _______ genoemd.

  1. market segmentation
  2. market differentiation
  3. market targeting
  4. market positioning

Vraag 4

Naast de 4P’s worden ook de 4C’s onderscheiden als onderdelen van de marketing mix.

Welke uitspraak is juist?

  1. De 4P’s belichten de marketing mix vanuit het perspectief van de vrager, terwijl de 4C’s zich richten op het perspectief van de aanbieder.
  2. De 4C’s richten zich vooral op de transactie, de 4P’s zijn voornamelijk relatiegericht.
  3. Marketeers zouden zich eerst moeten bezinnen op de 4C’s, om van daaruit een invulling te geven aan de 4P’s.
  4. De 4C’s zijn een nadere verbijzondering van de 4P’s.

Vraag 5

Als je bij luchtvaartmaatschappij KLM een vlucht boekt, kun je er aan het eind van je online boekingsproces voor kiezen extra te betalen om de CO2 uitstoot van je vlucht te

compenseren. Dit is een voorbeeld van …

  1. directe marketing.
  2. co-creatie.
  3. interactieve marketing.
  4. ‘cause-related marketing’

Vraag 6

Onlangs bezette Greenpeace ongeveer 70 tankstations van oliebedrijf Shell uit protest tegen proefboringen in Alaska. Tot welke groep behoort Greenpeace in dit voorbeeld?

  1. De macro-omgeving.
  2. De ‘intermediaries’.
  3. De ‘publics’.
  4. De ‘Millenials’.

Vraag 7

Welk van onderstaande partijen is/zijn een voorbeeld van een ‘marketing intermediary’ voor Coca Cola?

  1. Marktonderzoekbureau AC Nielsen.
  2. Albert Heijn.
  3. ABN AMRO (bedrijfsverzekeringen).
  4. Al bovenstaande partijen zijn voorbeelden van ‘marketing intermediaries’.

Vraag 8

Marijn neemt bij de aankoop van een nieuwe auto, zijn vorige auto is alweer 10 jaar oud, veel verschillen tussen merken waar en weegt de alternatieven zorgvuldig af. Hoe kan dit type consumentenkoopgedrag het beste getypeerd worden?

  1. ‘Habitual buying behavior’.
  2. ‘Variety-seeking buying behavior’.
  3. ‘Dissonance-reducing buying behavior’.
  4. Complex buying behavior’.

Vraag 9

Welke behoefte uit de piramide van Maslow (‘Maslow’s Hierarchy of Needs’) is het minst dringend?

  1. Behoefte aan veiligheid en zekerheid.
  2. Behoefte aan zelfactualisatie .
  3. Behoefte aan vertrouwen.
  4. Behoefte aan sociaal contact

Vraag 10

Welke van onderstaande begrippen is het gevolg van recente ontwikkelingen in informatietechnologie, en is tegenwoordig de standaard als het gaat om aankopen doen in ‘business-to-business markten’?

  1. ‘Trading exchanges’.
  2. ‘Company buying sites’.
  3. ‘E-procurement’.
  4. ‘Reverse auctions’.

Vraag 11

Wanneer we het hebben over effectieve segmentatie, zijn er een aantal criteria die van belang zijn. Welke van de volgende stellingen is correct?

Stelling 1: Het belangrijkste criteria voor een segment is dat het ‘substantial’ moet zijn.

Stelling 2: ‘Differentiable’ betekent dat de mensen binnen een segment voldoende heterogeen moeten zijn.

  1. Stelling 1 is waar, stelling 2 is niet waar.
  2. Stelling 1 is niet waar, stelling 2 is waar.
  3. Beide stellingen zijn waar.
  4. Beide stellingen zijn niet waar.

Vraag 12

De iPhone 5 van Apple is sinds 28 september jongstleden verkrijgbaar op de Nederlandse markt. Ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking bezit al een iPhone op het moment dat Pauline een iPhone aanschaft. Tot welke groep adopters van de iPhone behoort Pauline?

  1. Innovators.
  2. Early adopters.
  3. Early majority.
  4. Late majority.

Vraag 13

‘Voor drukke, mobiele professionals die altijd op de hoogte willen blijven, is BlackBerry een ‘wireless connectivity solution’ die er voor zorgt dat je op een makkelijke en betrouwbare manier gelinkt bent aan data, mensen en middelen terwijl je onderweg bent’. Deze zin is een voorbeeld van een …

  1. ‘unique selling proposition’.
  2. ‘value proposition’.
  3. ‘positioning statement’.
  4. ‘selling statement’.

Vraag 14

Welke van de volgende stellingen is correct?

Stelling 1: Een bedrijf dat werkt volgens een ‘intrepeneurial marketing’ strategie heeft geen formele marketingstrategie.

Stelling 2: Een bedrijf dat Porters ‘focus’ strategie gebruikt zorgt ervoor dat het een of meerdere marktsegmenten zeer goed bedient.

  1. Stelling 1 is waar, stelling 2 is niet waar.
  2. Stelling 1 is niet waar, stelling 2 is waar.
  3. Beide stellingen zijn waar.
  4. Beide stellingen zijn niet waar.

Vraag 15

Albert Heijn heeft recent geprobeerd om korting te krijgen van zijn leveranciers. Het bedrijf wilde dit extra geld gebruiken om verdere groei te financieren . Het doel van een dergelijke ‘market leader’ strategie is om …

  1. de huidige vraag te beschermen.
  2. de totale vraag te vergroten.
  3. het huidige marktaandeel te beschermen.
  4. het totale marktaandeel te vergroten.

Antwoordindicatie

  1. a

  2. b

  3. c

  4. c

  5. d

  6. c

  7. d

  8. d

  9. b

  10. c

  11. d

  12. c

  13. c

  14. b

  15. d

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Marketing: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Oefententamen voor het vak Marketing - RUG

Oefententamen voor het vak Marketing - RUG


Vragen

Vraag 1

De ‘BCG Growth-Share Matrix’ geeft voor iedere ‘Strategic Business unit’ (SBU)…..

  1. De omzet, de groeivoet van de totale markt en het relatief marktaandeel.
  2. De omzetgroei, de ontwikkelingsrichting van de SBU en de penetratiegraad.
  3. De omzet, het relatief marktaandeel en de concurrentiekracht.
  4. De omzetgroei, de penetratiegraad en de relatieve distributie.

Vraag 2

Wat is, in het geval van bier (zoals in de casus in deze tussentoets) de ‘need’, ‘want’ en ‘demand’?

  1. De ‘need’ is een Bavaria, de ‘want’ is een dorstlessend drankje, en de ‘demand’: je hebt genoeg geld bij je om een Bavaria te kopen.
  2. De ‘need’ is een dorstlessend drankje, de ‘want’ is een Bavaria, en de ‘demand’ is dat je genoeg geld bij je hebt om een Bavaria te kopen.
  3. De ‘need’ is een dorstlessend drankje, de ‘want’ is dat je genoeg geld bij je hebt om een Bavaria te kopen, en de ‘demand’ een Bavaria.
  4. De behoefte aan een dorstlessend drankje is zowel ‘want’ als ‘need’. De ‘demand’ is een Bavaria.

Vraag 3

Het bepalen welke van de bestaande segmenten in de markt jij gaat bedienen wordt ook wel _______ genoemd.

  1. market segmentation
  2. market differentiation
  3. market targeting
  4. market positioning

Vraag 4

Naast de 4P’s worden ook de 4C’s onderscheiden als onderdelen van de marketing mix.

Welke uitspraak is juist?

  1. De 4P’s belichten de marketing mix vanuit het perspectief van de vrager, terwijl de 4C’s zich richten op het perspectief van de aanbieder.
  2. De 4C’s richten zich vooral op de transactie, de 4P’s zijn voornamelijk relatiegericht.
  3. Marketeers zouden zich eerst moeten bezinnen op de 4C’s, om van daaruit een invulling te geven aan de 4P’s.
  4. De 4C’s zijn een nadere verbijzondering van de 4P’s.

Vraag 5

Als je bij luchtvaartmaatschappij KLM een vlucht boekt, kun je er aan het eind van je online boekingsproces voor kiezen extra te betalen om de CO2 uitstoot van je vlucht te

compenseren. Dit is een voorbeeld van …

  1. directe marketing.
  2. co-creatie.
  3. interactieve marketing.
  4. ‘cause-related marketing’

Vraag 6

Onlangs bezette Greenpeace ongeveer 70 tankstations van oliebedrijf Shell uit protest tegen proefboringen in Alaska. Tot welke groep behoort Greenpeace in dit voorbeeld?

  1. De macro-omgeving.
  2. De ‘intermediaries’.
  3. De ‘publics’.
  4. De ‘Millenials’.

Vraag 7

Welk van onderstaande partijen is/zijn een voorbeeld van een ‘marketing intermediary’ voor Coca Cola?

  1. Marktonderzoekbureau AC Nielsen.
  2. Albert Heijn.
  3. ABN AMRO (bedrijfsverzekeringen).
  4. Al bovenstaande partijen zijn voorbeelden van ‘marketing intermediaries’.

Vraag 8

Marijn neemt bij de aankoop van een nieuwe auto, zijn vorige auto is alweer 10 jaar oud, veel verschillen tussen merken waar en weegt de alternatieven zorgvuldig af. Hoe kan dit type consumentenkoopgedrag het beste getypeerd worden?

  1. ‘Habitual buying
.....read more
Access: 
Public
Samenvatting van Principles of Marketing van Kotler en Armstrong: 6e druk European edition

Samenvatting van Principles of Marketing van Kotler en Armstrong: 6e druk European edition


Hoofdstuk 1: Principes van marketing

1.1 Waarom marketing?

Het belang van marketing voor een ondernemer is groot. Immers, je creëert een product of dienst (toegevoegde waarde) voor je klanten en je krijgt in ruil daarvoor waarde (bijvoorbeeld geld) terug. Hiervoor is het belangrijk om winstgevende relaties met je klanten op te bouwen én deze te onderhouden. Dit segment van het ondernemerschap noemen we marketing.

De kracht van de klant
Opvallend is dat succesvolle bedrijven gemeen hebben dat ze zich sterk richten op hun klanten en dat marketing bij hen een hoge prioriteit heeft. Ze streven er naar om hun klanten een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde te bieden. In ruil daarvoor krijgen ze (meer) winst. De mate van intensiviteit die een ondernemer steekt in zijn klanten, bepaalt dus voor een groot deel zijn succes.

In de moderne marketingpraktijk en in het moderne marketingdenken ligt het accent op het zorgen van klantwaarde en klanttevredenheid. De winst haalt een ondernemer uit het leveren van klanttevredenheid. Door torenhoge waarde te beloven aan nieuwe klanten en oude klanten tevreden te houden, bereikt hij zijn doel: winst.

Overal marketing
Marketing wordt zowel bij grote succesvolle bedrijven bedreven als bij kleine non-profitorganisaties. Beide organisatievormen zijn er op uit om te weten wat hun doelgroep wil of behoefte aan heeft en hoe ze daaraan kunnen voldoen.

We maken onderscheid tussen B2B-marketing en consumentenmarketing. B2B-marketing staat voor business-to-business-marketing en daarvan spreken we wanneer bedrijven waarde creëren voor andere bedrijven en daarmee een krachtige klantrelatie opbouwen met als doel waarde terug te krijgen. B2B-marketing wordt ook wel industriële marketing genoemd.

We spreken van consumentenmarketing wanneer bedrijven waarde creëren voor consumenten en daarmee een krachtige klantrelatie opbouwen met als doel waarde terug te krijgen.

Definitie marketing
Philip Kotler definieert marketing als volgt: “een proces waarmee bedrijven waarde creëren voor de klant en sterke klantrelaties opbouwen om in ruil daarvoor waarde.....read more

Access: 
Public
Samenvatting Principles of Marketing van Kotler (14e druk)

Samenvatting Principles of Marketing van Kotler (14e druk)



1. Marketing: Creëren en verkrijgen van consumenten waarde

 

Succesvolle bedrijven hebben tegenwoordig de eigenschappen dat ze zeer consument gericht zijn en sterk begaan met marketing. Voornamelijk in de tijd van de economische depressie is het belangrijk voor een bedrijf om een sterke relatie met de klant te onderhouden.

 

Marketing kan op meerdere manieren gedefinieerd worden. Een definitie van marketing is het managen van winstgevende klanten relaties. Het doel van marketing is het aantrekken van nieuwe klanten door het beloven van superieure waarde en het behouden en groeien van de hedendaagse klanten door ze voldoening te geven. Kotler & Armstrong (2012) definiëren marketing als het proces waarbij bedrijven waarde.....read more

Access: 
Public
Begrippenlijst bij het boek Principles of marketing van Kotler

Begrippenlijst bij het boek Principles of marketing van Kotler


Deze begrippenlijst is gemaakt naast de 15e druk van het boek

Hoofdstuk 1 – Basic concepts of marketing

 

Marketing: het proces waarbij organisatie waarde creëren voor klanten en sterke klanten relaties opbouwen om zo waarde van klanten terug te krijgen.

 

Needs: behoefte, dit kunnen fysieke, sociale of individuele behoeften zijn.

 

Wants: de menselijke behoefte, zoals ze door cultuur en persoonlijkheid gevormd worden, de wil.

 

Market offerings: zijn combinaties van producten, services en ervaringen aangeboden aan een markt om zo behoeftes te vervullen.

 

Market management: de kunst en wetenschap van het kiezen van een target markt en winstgevende relaties met hen te bouwen.

 

Value proposition: de set van voordelen of waardes die een bedrijf belooft te leveren.

 

Productie concept: het idee dat klanten producten willen die aanwezig zijn een goed betaalbaar en dat de organisatie moet proberen te focussen op het verbeteren van de productie en distributie efficiency.

 

Product concept: het idee dat klanten producten willen die de meeste kwaliteit, performance en features hebben en dat de organisatie daarom energie moet steken in het constant verbeteren van de producten.

 

Selling concept: het idee dat klanten niet genoeg willen kopen van een product, tenzij ze zorgen voor grote schaal verkoop en promotie.

 

Marketing concept: het idee dat het behalen van organisatie doelen afhankelijk is van weten wat de behoeftes zijn van de target markt en hier beter aan voldoen dan de concurrenten.

 

Societal marketing concept: het idee dat de marketing beslissingen van bedrijven moeten overwegen wat de klant wilt en de lange termijn interesses van de klant en de maatschappij.

 

Customer relationship management (CMR) is het proces van bouwen en behouden van winstgevende relaties door het leveren van superieure klant waarde.

Customer-managed relationships:  marketing relaties waarin klanten door technologie interactie hebben met bedrijven en met elkaar.

 

Consumer-generated marketing: merk uitwisselingen door klanten zelf.

 

Partner relationship management: het samenwerken met partners in andere bedrijven of andere afdelingen om ze.....read more

Access: 
Public
College aantekeningen Marketing - bedrijfskunde B1

College aantekeningen Marketing - bedrijfskunde B1


College 1

Marketing Strategy & Analysing the Marketing Environment (H2 + H3 boek)

Strategische planning

Met strategische planning wordt het realiseren van je doelstelling/missie in de markt bedoelt. De vraag is hoe jouw bedrijf zich kan aanpassen in een veranderende markt.

Proces/stappenplan:

  1. Mission statement

Wat is je missie? / Waar wil je naar toe? (= de doelstelling op lange termijn)

  • Wie is mijn klant? (ouderen, jongeren)

  • Wat is onze business? (waar zijn we goed in)

  • Wat wil de klant? De marketier gaat op zoek naar klantgerichte oplossingen

Belangrijke mission statements:

  • Focus op beperkt aantal doelen

  • Stress major policies and values

  • Define major competitive spheres

  • Kijk naar de lange termijn

  • Short, memorable, meaningful

Mission statements staan niet vast, ze kunnen weer veranderd worden. Ook zijn ze abstract, je kunt er namelijk geen beslissingen uit afleiden.

  1. Companywide Strategic Planning

Creatie van reële doelstellingen

Zie slide 13 voor verschil business doelen en marketing doelen!

Eenheden: Strategic Business Units (SBU)

Kenmerken:

  • Unieke concurrenten

Zitten in specifieke markten (dus veel markten zijn moeilijk te definiëren)

  • Bestaan uit één onderdeel

  • Binnen een bedrijf zit een directie die verantwoordelijk is voor de Business Unit

Hoe definieer je je Business/ Business Unit: Klantgroepen, technologie, customer needs

Zie slide 16 voor SBU definitions (Belangrijk is de manier van denken, hoe definieer je een markt). Nadruk moet liggen op market definition. Product definition zorgt namelijk voor een beperkte kijk op korte termijn, geeft geen zicht op onderliggende behoeftes. Gevolg: je wordt bijziend omdat je alleen geleid wordt door huidige product met huidige markt, waardoor je de ontwikkelingen in de samenleving/technologie niet ziet.

  1. Business portfolio maken (BCG)

BCG-matrix (Boston Consulting Group)

Horizontaal: Relatief marktaandeel

Verticaal: Marktgroei

Zie voorbeeld slide!

Problemen bij BCG

  • De vraag hoe je SBU’s definieert

  • Het definiëren van concurrenten

  • Kost veel tijd

  • Hoe de matrix meten

  • Geeft beeld van de huidige situatie, geen groeiverwachtingen

Als het marktaandeel groter dan de concurrent is is het >1, is het kleiner dan de concurrent dan is het <1.

Product-market growth Matrix

  • Eigen markt verder ontwikkelen of een nieuwe markt op (nieuwe vestigingen openen in eigen markt of bijv vestigingen in een ander land)

  • Met bestaande producten de markt in of nieuwe producten

.....read more
Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Bedrijfskunde Bachelor 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2922 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering