Wat kan ik leren over de morele rechten van kinderen? - Chapter 4

Niet elk moreel recht is ook automatisch een wettelijk recht (wat ook wel eens een positive right wordt genoemd) en andersom. Wel worden wettelijke rechten vaak gebaseerd op wat mensen moreel gezien wel of niet zouden moeten doen. Bepalen of iets een moreel recht is, is geen feitelijke kwestie, terwijl dat bij wettelijke rechten meestal wel zo is. Om te bepalen of iemand een bepaald recht heeft is eerder een kwestie van morele argumentatie, gebaseerd op een morele theorie.

Wat zijn de wil- of keuzetheorie en de belangentheorie?

Er zijn twee theorieën die gaan over wat het inhoudt om een rechtenhouder te zijn:

  • De wil- of keuzetheorie: een recht is de beschermde uitoefening van een keuze. In dit geval hebben alleen degenen die in staat zijn tot het uitoefenen van keuzes rechten. Volgens deze theorie zouden kinderen dan geen rechten moeten hebben, want ze kunnen geen rechtenhouder zijn omdat ze nog niet goed genoeg keuzes kunnen maken.

  • De belangentheorie: een recht is de bescherming van een zwaarwegend belang. In dit geval heeft iedereen met een zwaarwegend belang rechten. Dit zou dus inhouden dat kinderen ook rechtenhouders zijn, want ook zij hebben zwaarwegende belangen.

Volgens de wil- of keuzetheorie zouden kinderen dus geen rechten hebben, want zij zijn nog niet goed genoeg in staat om hun keuzes uit te oefenen. Voor sommigen is dit voldoende om te bewijzen dat de theorie onjuist is. Kinderen hebben namelijk duidelijk wel rechten. Een wil- of keuzetheoreticus kan hier tegenin brengen dat kinderen wel rechten hebben, maar dat de keuzes die beschermd worden niet door henzelf worden uitgeoefend, maar door hun vertegenwoordigers. Een theoreticus die het ook eens is met de stelling dat kinderen geen rechten hebben, kan hier ook tegenin brengen dat volwassenen plichten hebben tegenover kinderen. En niet elke plicht correleert met een recht: bijvoorbeeld, we mogen dieren niet mishandelen. Maar dieren hebben daardoor niet rechten over ons. Maar er blijven lastige vragen over: want welke volwassenen mogen de kinderen dan vertegenwoordigen, zijn dit automatisch de ouders of niet? Enzovoorts. 

Wat is het bereik en gewicht van morele rechten?

Welke rechten zouden kinderen moeten hebben enkel vanwege hun status als kinderen?
Joel Feinberg onderscheidde:

  • A rechten: alleen voor volwassenen.

  • A-C rechten: voor zowel volwassenen als kinderen.

  • C rechten: alleen voor kinderen.

Er wordt vaak gedacht dat de A rechten vooral gaan over vrijheidsrechten, en de A-C rechten vooral over welzijnsrechten. Vrijheidsrechten zijn rechten voor het uitoefenen van je vrijheid, bijvoorbeeld religie en vrijheid van meningsuiting. Welzijnsrechten zijn rechten die belangrijke elementen van je welzijn beschermen, bijvoorbeeld gezondheid en de mogelijkheid tot werken.

In zowel de wel- of keuzetheorie als de belangentheorie wordt open gelaten welke rechten kinderen, als ze rechten kunnen hebben, daadwerkelijk hebben, want deze theorieeën gaan puur over wat het inhoudt om rechtenhouder te zijn en dus niet over welke rechten het dan om gaat.

Kinderen hebben recht op dezelfde fundamentele wettelijke bescherming als volwassenen. Daarbij kan de wet kinderen speciale rechten geven. Ook voor bepaalde groepen volwassenen zijn speciale wetten, zoals voor vrouwen en voor gevangenen. Het grote verschil is dat vrouwen niet zomaar veranderen in mannen en dat veel volwassenen nooit gevangenen zullen zijn. Kinderen zullen zich echter altijd ontwikkelen tot volwassenen.

Het lijkt of er ook C rechten bestaan, zoals dat kinderen niet mogen worden werken of worden uitgebuit met werk, en het recht op spelen dat bij volwassenen niet echt lijkt te bestaan. Matthew Liao hamert er ook op dat kinderen het recht hebben om liefde te krijgen. C rechten kunnen worden gezien vanuit twee perspectieven: als in het bezit van kinderen voor zover zij kinderen zijn, of als in het bezit van kinderen voor zover zij zich tot volwassenen zullen ontwikkelen. Is het laatste het geval, dan zullen de rechten in het bezit komen van de toekomstige volwassene die het kind uiteindelijk zal worden (Feinberg noemde dit A-rights-in-trust, Eekelaar noemde het ontwikkelingsrechten). Een kind dat bijvoorbeeld goede gezondheidszorg krijgt, zal hier later profijt van hebben.

Wat ook nog belangrijk is, is hoe kinderrechten moeten worden afgewogen tegen de rechten van anderen, bijvoorbeeld van hun ouders, of voor het algemeen welzijn. Dus hoe zwaar moeten kinderrechten wegen in sommige situaties? En in principe moet er altijd gehandeld worden naar wat het beste is voor het kind, maar dit kan soms best vaag zijn of tot meningsverschillen leiden. Al met al zijn het dus best ingewikkelde dingen om over na te denken.

Stampvragen

  1. Wat is de relatie tussen morele rechten en wettelijke rechten?

  2. Wat stelt de wil- of keuzetheorie?

  3. Wat stelt de belangentheorie?

  4. Welke drie typen rechten onderscheidde Feinberg?

  5. Wat zijn A-rights-in-trust?

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Maks ten Tusscher
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization