Wat is de rol van het gezin en de staat bij het naleven van kinderrechten? - Chapter 12

Wat is de liberale standaard?

Hoe moet de staat de belangen van kinderen beschermen en tegelijkertijd de rechten van de verzorgers van de kinderen respecteren? Deze vraag is ingewikkeld om twee redenen:

  1. Wat de rol van de staat zou moeten zijn hangt af van hoe de staat gezien wordt. Volgens socialisten en feministen kun je de staat niet zien als handhaver van een onpartijdige wet als de samenleving gekenmerkt wordt door grote ongelijkheden.

  2. Gezin en staat worden vaak gezien als twee terreinen die elkaar uitsluiten. De rol van het gezin bij het opvoeden van kinderen geeft dan al beperkingen voor de rol die de staat speelt.

De liberale standaard beschrijft de juiste verhoudingen tussen staat, gezin en kinderen. Het bevat drie elementen:

  1. Er is een verplichting om de belangen van het kind voor te laten gaan.

  2. Ouders hebben, onder normale omstandigheden, het recht op autonomie (kinderen opvoeden zoals zij vinden dat goed is) en privacy (geen ongewenste bemoeienis met het gezin).

  3. Er is een duidelijke grens waarbij interventie door de staat wel toegestaan is, bijvoorbeeld bij een gezinssituatie die schadelijk is voor het kind.

Hoe zit het met de staat?

Veronderstellingen van de liberale standaard met betrekking tot de staat:

  • De staat bekommert zich om het welzijn van kinderen.

  • De staat laat de verzorging en opvoeding aan ouders over, gedraagt zich in de eerste plaats niet als verzorger.

  • De staat gaat uit van een maatschappelijke rol in het beschermen van kinderen. Deze rol wordt beperkt door de privéruimte van het gezin.

  • De staat kan neutraal en onpartijdig handelen om de belangen van alle kinderen te bevorderen.

Volgens Lasch en Donzelot wordt macht over individuen niet alleen uitgeoefend door de staat (en dan vooral door politieke-juridische tussenkomst), maar ook door experts, zoals doktoren, psychiaters, advocaten en sociaal werkers. Het moderne ‘private’ gezin wordt zorgvuldiger beheerst, hoewel op een minder publiekelijke manier, dan gezinnen vroeger.

Het in de gaten houden van gezinnen gebeurt dus niet alleen maar door de staat. Maar de rol van de staat met betrekking tot het gezin is wel veel groter dan wordt gesuggereerd door alleen te wijzen op de expliciete acties en interventies van de staat.

Wat ook invloed heeft zijn onder andere wetten en het sociale en economische beleid. Het onderscheid tussen een ‘publieke’ staat en een ‘privaat’ gezin is principieel onjuist.

Er zijn verschillende manieren waarop de staat het gezin en de rollen binnen het gezin beïnvloedt en die de suggestie wekken dat inderdaad het onderscheid tussen een "publieke" staat en "private" familie fout is:

  • Allereerst is het onderscheid tussen "publiek" en "privaat" niet iets wat ooit is bepaald en sindsdien constant is gebleven. Door de tijd heen is het veranderd en beïnvloed.
  • De familie is niet zo "privaat" als wordt gedacht, het is geen niet-politiek iets, want zoals feministen hebben aangekaart zijn er in het gezin ook bijvoorbeeld stereotypes. Door de zogenaamde privaatheid van familie kunnen deze rollen en relaties alleen maar door blijven gaan en worden verborgen.
  • De staat bekrachtigt een sociale, economische en wettelijke achtergrond die deze verschillende rollen in de familie support.
  • De staat bekrachtigt ook inter-familiale patronen van gedrag door ze bijvoorbeeld vrij te stellen van normale wettelijke processen. Bijvoorbeeld dat een ouder soms zijn kind hard kan en mag straffen zonder aangeklaagd te worden.

Volgens de vierde veronderstelling van de liberale standaard is de staat een neutrale partij. In moderne Westerse samenlevingen, waar grote ongelijkheden zijn tussen klassen, mannen en vrouwen en etnische groepen, kan de staat echter niet op deze manier gezien worden. Hier zijn verschillende redenen voor:

  • Kinderen van wie de staat in de gaten houdt hoe de ouders hen behandelen, komen vaak uit gezinnen die al eerder onder toezicht stonden voor andere redenen. Een voorbeeld hiervan is een arm gezin.

  • Mensen die in dienst van de staat het welzijn van kinderen reguleren komen vaak uit de blanke middenklasse (buitenproportioneel).

  • Het staatsbeleid versterkt soms juist de bestaande ongelijkheden.

  • Bij het oplossen van problemen wordt niet direct de ongelijkheid aangepakt die aanleiding geeft tot het probleem. Als verwaarlozing van een kind gerelateerd is aan sociale deprivatie (achterstelling), dan zou de sociale deprivatie aangepakt moeten worden. Dit gebeurt echter niet, alleen de verwaarlozing van het kind wordt aangepakt.

Ongelijkheid tussen en binnen gezinnen houdt sociale ongelijkheid in stand. Dit komt doordat ouders genen en materiële zaken doorgeven aan hun kinderen, maar ook hoe zij met dingen omgaan. Indirect zorgt dit voor een meer of minder gunstige opvoeding en educatie. Het is een punt van discussie in hoeverre de staat hierin moet interveniëren, want de autonomie van families is natuurlijk ook belangrijk, maar je wil ook dat een kind goed opgroeit en gelijkheid kent. Natuurlijk heeft het bestaan van een gezin en van familie ook juist heel fijne effecten.

Ouderlijke partijdigheid is het in gedrag een voorkeur laten zien voor eigen kinderen ten opzichte van andere kinderen. Dit is een voorbeeld van iets dat aan de ene kant goed en bekrachtigend kan zijn voor het kind, maar ook ongelijke behandeling kan weergeven. 

Het is misschien het beste de visie van Churchill aan te houden (alleen had Churchill die over democratie), namelijk dat de alternatieven in ieder geval over het algemeen minder zijn dan het gewone gezin. Ondanks de ongelijkheid bijvoorbeeld die het gezin kan brengen, heeft het heel waardevolle, belangrijke kanten. De rol van de staat hierbij blijft soms lastig en controversieel.

Hoe zit het verder met het gezin?

Volgens de liberale standaard is het wenselijk dat kinderen worden opgevoed in gezinnen, meest waarschijnlijk bij hun biologische ouders, en vereist de opvoeding privacy en ouderlijke autonomie. Hedendaags kunnen families allerlei vormen aannemen. 

Kritiek op het moderne gezin van linkse partijen, socialisten en feministen, is dat de relaties binnen het gezin onderdrukkend zijn en er sprake is van stereotypen. Ook is het gezin verantwoordelijk voor de overdracht en reproductie van sociale structuren en rollen, bijvoorbeeld door socialisatie en door erfenissen. Wat onduidelijk is, is of socialisten en feministen het gezin op zich afwijzen, of alleen de structuur van de huidige gezinsvormen.

Er lijken slechts twee opzichten te zijn waarin socialisten en feministen bezwaar kunnen maken tegen het principe van het gezin zelf:

  • Het vereist een (onacceptabele) monogamie of permanente binding tussen de ouders. Het huidige standpunt is inmiddels een beetje dat elk stel zelf moet weten hoe ze hun relatie willen vormgeven, monogaam of niet.

  • Het gezin vertegenwoordigt de (verwerpelijke) privatisering van voortplanting en opvoeding. Veel feministen hebben beargumenteerd dat vrouwen ‘privaat’ (of privé) gezien veroordeeld zijn tot een leven dat niet vrij is. Feministen raadden een maatschappij aan waarin alle belangrijke zaken onder de publieke, democratische controle van de gehele maatschappij vallen, waarbij mannen en vrouwen gelijk zijn. Inmiddels is het punt van feministen dat vrouwen in een rol gedrukt worden doordat zij kinderen kunnen baren wat minder aan de hand aangezien er steeds meer ontwikkelingen zijn in deze sector, zoals kunstmatige baarmoeders etc. Daarnaast kan de opvoeding ook minder privé dan vroeger het geval was, waardoor vrouwen minder in een rol gedrukt worden.

Een punt waar feministen tegenaan lopen is het recht op vrije keuze over abortus. Want zij willen in principe dat als het gaat om kinderen krijgen, dat een collectieve aangelegenheid wordt zodat de vrouw niet in een rol gedrukt wordt. Tegelijkertijd willen zij dat een vrouw alleen kan beslissen om een kind weg te laten halen. Dit lijkt tegenstrijdig.

Een van de zeven eisen van de feministen was gratis 24-uur per dag kinderopvang. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten opvang.

Gemeenschappelijke zorg (‘community’ care) is informeel en berust op een netwerk van mensen die sterke, persoonlijke banden met elkaar hebben.

Collectieve zorg (‘collective’ care) is formeel, gestructureerd en heeft zich vaak gevormd tot een stabiele organisatie.

Feministen waren wantrouwend wat betreft een herleving van de gemeenschappelijke zorg, omdat het begrip ‘gemeenschap’ in de huidige samenleving volgens hen wordt beperkt tot het ‘gezin’, wat ervoor zorgt dat vrouwen weer veroordeeld worden tot hun traditionele rol als verzorger.

Al met al lukt het de feministen dus nog niet om met een beter publiek alternatief voor het private gezin te komen.

Hebben liberalen gelijk als ze beweren dat het gezin zowel wenselijk als onvermijdelijk is? Wat wenselijkheid betreft: het gezin geeft veel voordelen. Tussen gezinsleden bestaan bijvoorbeeld zeer sterke, liefdevolle relaties.

Radicaal psychoanalytische critici van het gezin, in het bijzonder R.D. Laing, beweren dat juist de sterke verbondenheid tussen gezinsleden zorgt dat sommigen gek worden. Sommige gezinsleden zouden niet kunnen omgaan met het feit dat anderen hen een identiteit opleggen. Maar dit soort uitzonderingssituaties kunnen niet weergeven dat het echt aan het gezin ligt dat mensen bijv. schizofreen worden.

Het gezin wordt door velen ook juist gezien als een veilige haven in een onveilige, vreemde wereld. De twee verschillende dingen zouden elkaar dan juist een soort van nodig hebben. De contrasten tussen familie en de rest van de wereld moeten niet worden overschat maar ook niet onderschat.

Wat onvermijdelijkheid betreft: critici zijn voorzichtig met de bewering dat iets ‘natuurlijk’ is. Het gezin heeft echter grote culturele invloed en bestaat al eeuwenlang en kan hierdoor gezien worden als ‘natuurlijk’. Het vroegere, standaard plaatje van het gezin wordt ook door velen nog gezien als meest wenselijk.

Het is belangrijk om te twijfelen aan of bepaalde dingen echt oorzakelijke, natuurlijke redenen hebben of komen door bepaalde ideologische of sociale ideeën. Bijvoorbeeld dat kinderen in een een-ouder gezin slechter af zijn: is dit echt zo, of komt dit doordat dit de sociale verwachtingen zijn, die de kinderen ook overnemen? En natuurlijk zijn er ook andere achterliggende redenen, bijvoorbeeld dat een-ouder gezinnen vaak minder geld te besteden hebben en dergelijke. Ook de staat en hoe die hiermee omgaat kan hier weer invloed op hebben. Door dit soort dingen lijkt het standaard gezin al snel het meest ideale, maar dit hoeft dus niet per se zo te zijn. 

Er zijn tegenwoordig significante veranderingen met betrekking tot het gezin:

  • Er is steeds meer sociale en wettelijke tolerantie voor partners met hetzelfde geslacht. Zij hebben dezelfde rechten over kinderen als heterostellen.

  • Het aantal huwelijken blijft afnemen. Steeds meer kinderen worden opgevoed door partners die niet getrouwd zijn, door slechts één ouder of door stiefouders.

  • Er ontstaan steeds meer voortplantingstechnologieën die ervoor zorgen dat stellen die bijvoorbeeld onvruchtbaar zijn toch nog kinderen kunnen krijgen. Deze nieuwe technieken gaan in tegen het idee van ‘biologisch’ ouderschap. Volwassenen kunnen nu kiezen of ze biologisch of moreel gezien de ouders van een kind willen zijn. Biologisch ouderschap leidde automatisch tot moreel ouderschap. Maar door de nieuwe technieken is dit verband minder vanzelfsprekend. Dit zet filosofen natuurlijk aan tot opnieuw nadenken over het "natuurlijke, biologische" ouderschap en het uiteindelijke ouderschap, waar het vorige hoofdstuk ook over ging. Er wordt beseft dat het meer gaat om de toewijding om het kind op te voeden dan om het biologisch ouderschap, als het gaat om de uiteindelijke opvoeders.

Stampvragen

  1. Welke twee rollen heeft de overheid in het rekening houden met de rechten van kinderen en de rechten van volwassenen?

  2. Op welke twee dingen hebben ouders volgens de liberale standaard recht?

  3. Noem vier kenmerken van de staat met betrekking tot opvoeden.

  4. Wie oefenen naast de staat ook macht uit over individuen in een gezin?

  5. Waarom kan de staat niet als neutrale partij gezien worden?

  6. Op welke manier wordt sociale ongelijkheid tussen gezinnen in stand gehouden?

  7. Wie hebben kritiek op het gezin en wat is hun voornaamste kritiekpunt?

  8. Hoe kijken feministen aan tegen het gezinsleven en wat eisen zij?

  9. Wat stellen liberalen over het gezin?

  10. Is leven in een gezin natuurlijk?

  11. Noem drie veranderingen van het traditionele gezin.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Maks ten Tusscher
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1106