Basis tot Homeostase HC26: Humorale regeling

HC26: Humorale regeling

Algemene informatie

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
    • In dit college wordt de extrinsieke,humorale regeling en intrinsieke regeling van het cardiovasculaire systeem besproken
  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
    • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
    • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
    • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
    • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

Regelsystemen

De meeste regelsystemen bestaan uit twee systemen:

  • Eén systeem met een remmende werking
  • Eén systeem met een stimulerende werking

Onder normale omstandigheden is er een balans tussen deze twee systemen. Zo wordt het hartritme bepaald door lichamelijke- en omgevingsomstandigheden (inspanning, snelle ademhaling, nadenken, etc.).

Verschillende processen kunnen beïnvloed worden door (para)sympathische invloeden:

  • Inotropie: sympathisch
  • Dromotropie: parasympathisch
  • Chronotropie: sympathisch en parasympathisch
  • Weerstand en capaciteit van de bloedvaten: sympathisch

Hormonen

Epinefrine:

Epinefrine (adrenaline) wordt onder sympathische stimulatie geproduceerd door de medulla van de bijnier. Er wordt ook een beetje norepenefrine gemaakt.

RAA-systeem:

Het Renine-Angiotensine-Aldosteron-Systeem loopt via de nieren. Het RAA-systeem heeft een sympathische invloed op het hart:

  1. Bij hypotensie en hypoperfusie van de nier, of als er een sympathische stimulatie is, wordt renine geproduceerd
  2. Renine stimuleert de omzetting van angiotensinogeen in angiotensine-1
  3. ACE zet vervolgens angiotensine-1 om in angiotensine-2
  4. Angiotensine-2 zorgt er via verschillende routes voor dat de bloeddruk omhoog gaat:
    • Dorst → meer drinken → meer volume van het bloed
    • Vasthouden van meer vloeistof door de nieren
    • Productie van aldosteron
    • Vasoconstrictie in het systemische vaatbed
    • Hypotonie van hart en vaten (op lange termijn)
      • Dit is een negatief effect

Atrium natriuretic peptide:

Atrium natriuretic peptide (ANP) wordt door het atrium geproduceerd. Dit gebeurt met name als de atria overrekt zijn (bijv. bij te hoge druk). ANP werkt op de nieren:

  1. De renine release verlaagt
  2. Angiotensine II gaat omlaag
  3. Aldosteron gaat omlaag
  4. De bloeddruk daalt → vasodilatatie.

Vasopressine:

De hypofyse produceert vasopressine, wat een sympathische werking heeft. Onder invloed van angiotensine-II vindt in de nieren vindt meer reabsorptie van vloeistof plaats. Hierdoor gaat het bloedvolume omhoog, wat leidt tot een hogere bloeddruk.

Concluderend:

Onder sympathische invloeden vinden een aantal processen plaats:

  • Stijging van het bloedvolume
  • Hogere cardiac output
  • Hogere arteriële druk

Onder parasympathische invloeden vinden een aantal processen plaats:

  • Daling van het bloedvolume
  • Lagere cardiac output
  • Lagere arteriële druk

Intrinsieke factoren

Intrinsieke factoren werken op lokaal niveau en kunnen voor verschillende organen een ander effect hebben:

  • Autoregulatie
  • Metabolisme
  • Myogene factoren
  • Endotheel
  • Extravasculaire compressie

Autoregulatie:

Autoregulatie is het intrinsieke vermogen van het orgaan om ondanks een verandering in de perfusiedruk een constante flow van het bloed te onderhouden. Een orgaan zorgt ervoor dat het de flow krijgt die hij nodig heeft. 

Normaal zou een lagere perfusiedruk ervoor zorgen dat de flow omlaag gaat. Echter zijn er mechanismen die ervoor zorgen dat de weerstand omlaag gaat, waardoor de flow hetzelfde blijft. Er is een zekere "range" waarbij dit kan plaatsvinden:

  • De autoregulatierange: tussen de maximale vasoconstrictie en maximale vasodilatatie 

Metabolisme:

Autoregulatie hangt af van metabole regulatie:

  • Als een orgaan minder flow krijgt, gaan afvalstoffen zich ophopen → zorgen voor vasodilatatie → de flow gaat omhoog
  • Als een orgaan een hogere flow krijgt, is er een lage concentratie van afvalstoffen → zorgt voor vasoconstrictie

Door dit fenomeen gaat bij sympathische stimulatie alles in het lichaam dicht, behalve de delen die metabool actief zijn → gaan juist open staan. Hierdoor ontstaat een herverdeling van de cardiac output naar de lichaamsdelen die het nodig hebben. 

Myogene regulatie:

Als de intravasculaire druk stijgt, hebben bloedvaten de neiging om op te rekken:

  1. De gladde spiercellen gaan rekken
  2. Er reageren myogene factoren
  3. Er ontstaat een depolarisatie → de spier contraheert

Myogene factoren zorgen ervoor dat de spier eerst oprekt en dat er vervolgens een tegenreactie ontstaat, waardoor de spier weer verkort.

Endotheelcellen:

Endotheel is een dun, gevoelig laagje. Endotheelcellen produceren stoffen die een invloed hebben op de vaten:

  • Met een positief effect op de relaxatie → vasodilatatie
    • NO: komt vrij als het endotheel vervormt door bloedstroming
    • EDHF
    • PGI2
  • Met een positief effect op de contractie → vasoconstrictie
    • ET-1

Extravasculaire compressie:

De flow wordt ook beïnvloed door extravasculaire compressie. De flow in de coronaire vaten wordt in eerste instantie bepaald door de druk in de aorta en die in het rechteratrium → hierdoor zou de flow systolisch hoger zijn dan diastolisch.

Echter is dit niet het geval: de flow is systolisch lager dan diastolisch. Dit wordt veroorzaakt doordat de weerstand van het vaatsysteem onder invloed van contractie van het hart verandert: als het hart gaat contraheren, worden de vaten samengedrukt wat zorgt voor een hogere weerstand van de coronaire arteriën:

  • In de linker coronaire vaten is dit effect sterker dan bij de rechtervaten: de wanden van de rechteratria en -ventrikels zijn minder dik 
  • De rechter coronaire vaten volgen beter de perfusiedruk

Voorbeelden van cardiovasculaire aanpassingen

Cardiovasculaire aanpassingen tijdens inspanning:

Er vinden tijdens inspanning op een aantal gebieden aanpassingen plaats:

  • Detectoren
    • Command: het brein activeert een aantal processen
    • Mechanoreceptoren in de spieren: voelen dat er activiteit is
    • Chemoreceptoren in de spieren: produceren metabolieten
  • Effectoren
    • Sympathische outflow: wordt hoger
      • Chronotropie
      • Inotropie
      • Lusitropie
      • Arteriële- en veneuze vasoconstrictie
    • Productie van vasodilators in de werkende spieren: de vaatweerstand neemt af
    • Reset van het baroreflex
    • Veneuze return: wordt geholpen door "muscle pumps" die het bloed omhoog stuwen

Resultaat: toename van cardiac output en herverdeling van het bloedvolume.

Cardiovasculaire aanpassingen tijdens staan:

Er vindt tijdens inspanning op een aantal gebieden aanpassingen plaats:

  • Detectoren
    • Lage druk baroreceptoren: voelen dat de veneuze druk zakt (bloed gaat naar onder de benen)
    • Hoge druk baroreceptorenL voelen dat de arteriële bloeddruk daalt
  • Effectoren
    • Sympathische outflow: zorgt ervoor dat de bloeddruk normaal wordt
    • RAA-systeem: wordt geactiveerd → vasoconstrictie

Resultaat: de cardiac output en de cerebrale flow gaan alsnog omlaag. Soms wordt de cerebrale flow zo laag dat er wegraking optreedt. Als iemand meer dan een uur stilstaat, valt hij flauw. Dit heet syncope. Bij een goed-werkende spierpomp treedt dit minder snel op.

Access: 
Public
This content is used in:

Collegeaantekeningen bij Basis tot Homeostase 2019/2020

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1648