Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 7


Opdrachten

Opdracht 1

Heemskerk BV exploiteert een bedrijf dat zich bezighoudt met de samenstelling van kunstmest. Het bedrijf maakt daarbij gebruik van stoffen die bij aanraking schadelijk zijn voor de gezondheid. Door slecht onderhoud ontploft een stookketel en komen schadelijke stoffen vrij in de vorm van een poederwolk die zich snel in de buurt verspreidt. De gevolgen zijn aanzienlijk: de pui en de aluminium kozijnen van het naastgelegen bouwbedrijf Moerman worden door de stof aangetast. Vijf werknemers van Moerman worden ernstig ziek, één van hen, Luiten, blijkt overgevoelig voor de stof en raakt blijvend invalide, twee anderen, Zwaan en Muller, raken onvruchtbaar.

Vraag 1A

Op welke gronden kan Moerman proberen Heemskerk BV aansprakelijk te stellen voor de schade aan de pui? Je kunt volstaan met het noemen van de grondslag en een korte motivering. Bespreek ten minste drie mogelijke grondslagen.

Stel dat Heemskerk aansprakelijk is voor de gevolgen van de ontplofte ketel.

Vraag 1B

Moerman is krachtens de wet (art. 7:629 BW) verplicht loon door te betalen aan zijn zieke werknemers. Kan Moerman deze bedragen verhalen op Heemskerk BV?

Moerman lijdt als gevolg van de uitstoot van de schadelijke stoffen omzetschade.

Vraag 1C

Stel dat de omzetschade het gevolg is van de ziekte van zijn werknemers (en hij zo snel geen adequate vervanging kan regelen). Komt deze schade voor vergoeding in aanmerking?

Vraag 1D

Stel dat de omzetschade het gevolg is van schade aan het bedrijfspand waardoor dit enige tijd moet worden gesloten. Komt deze schade voor vergoeding in aanmerking?

Vraag 1E

Moerman wenst de schade aan de kozijnen vergoed te zien. Maakt het voor de omvang van de vergoeding waarop hij aanspraak heeft verschil of hij:

I.       de oude kozijnen laat zitten;

II.      de kozijnen met behulp van eigen medewerkers vervangt (inkoopkosten kozijnen € 6.500); 

III. de kozijnen door een aannemingsbedrijf laat vervangen (kosten kozijnen € 9.000, kosten arbeidsloon € 4.000)?

Vraag 1F

De partner van Luiten besteedt vele uren per week aan de verzorging van haar invalide man. Heeft zij recht op een vergoeding ter zake?

Vraag 1G

Heeft de partner van Zwaan recht op smartengeld omdat haar man geen kinderen kan verwekken?

Opdracht 2 

Beoordeel de volgende stellingen als juist of onjuist en motiveer uw antwoord.

Vraag 2A

Volgens het huidige Nederlandse schadevergoedingsrecht kan een directe nabestaande van een slachtoffer die is overleden op grond van een gebeurtenis waarvoor een aansprakelijke partij kan worden aangewezen, van deze aansprakelijke partij vergoeding vorderen van zowel de begrafeniskosten als van immateriële schade die het gevolg is van het verdriet wegens het wegvallen van het slachtoffer.

Vraag 2B

Een toegewezen verzoek tot winstafdracht op grond van art. 6:104 BW heeft volgens de Hoge Raad niet alleen een compensatoir, maar ook een punitief karakter.

Opdracht 3 

Een vijf maanden oude baby is door de oppas geschud en geslagen, toen de ouders van de baby een avond weg waren. Ten gevolge daarvan is zij enkele dagen later gestorven. Bij de moeder is geestelijk letsel vastgesteld, waardoor zij 50 % arbeidsongeschikt is geraakt. Zij vordert vergoeding voor zowel haar schade inzake de inkomstenderving als voor het door haar geleden en nog te lijden verdriet.

U bent rechter. Geef aan waarom u de vordering van de moeder zou toewijzen of afwijzen.

Opdracht 4 

Monica is bij een verkeersongeluk ernstig gewond geraakt. Zij werd op haar fiets aangereden door een automobilist. De vader van Monica is vertegenwoordiger. Een groot deel van zijn inkomen bestaat uit provisie die hij van zijn werkgever ontvangt wegens het aanbrengen van nieuwe klanten. Door het ongeluk van zijn dochter was hij enige tijd niet in staat zijn werkzaamheden op normale wijze te vervullen. Hierdoor derft hij inkomen. 

Bespreek de vraag of de vader van Monica deze door hem geleden schade op de automobi­list kan verhalen.

Opdracht 5

 “Troubles in a lawyer’s paradise”

Woningcorporatie De Oude Stad verhuurt woningen in de toeristische binnenstad van Ostrecht. Bosman heeft een appartement gehuurd aan een oude gracht. In de huurovereenkomst met de corporatie is uitdrukkelijk bepaald dat onderverhuur – zowel voor kortere als langere duur - niet is toegestaan. Bosman is voor zijn werk nogal eens in het buitenland en verhuurt daarom zijn appartement regelmatig aan toeristen via Airbnb. Hij verdient per maand gemiddeld vier keer de huurprijs die hij zelf moet betalen aan De Oude Stad door zijn activiteiten via Airbnb. Hij is aan het sparen voor een koophuis en kan de extra inkomsten goed gebruiken. In juni 2015 wordt het appartement voor een weekend door Bosman verhuurd aan het echtpaar Alapin (beiden 32 jaar oud). Tijdens hun verblijf breekt brand uit vanwege kortsluiting in een koelkast van Bosman. Deze koelkast heeft Bosman één jaar geleden gekocht bij De Witgoeddealer. De oorzaak van de kortsluiting is een productiefout bij fabrikant Coolio. De Witgoeddealer was van deze productiefout niet op de hoogte. De brandweer is tijdig ter plaatse en haalt het echtpaar tijdig uit het brandende appartement. Het appartement en de hele inboedel is verloren gegaan. Mevrouw Alapin heeft ernstige brandwonden en moet langdurig worden verzorgd in het ziekenhuis, maar daarna ook nog thuis in een revalidatietraject. Meneer Alapin komt er met enkele lichte verwondingen vanaf. Hij wil echter zelf zijn vrouw verzorgen en neemt veel vakantieverlof op om thuis te zijn. Het wordt steeds duidelijker wat de gevolgen van deze gebeurtenis zijn. Mevrouw Alapin, die een goede baan als advocaat had op een middelgroot kantoor, moet haar baan opzeggen en het is onduidelijk wat haar perspectieven op dat terrein nog zijn. Bovendien heeft mevrouw Alapin last van nachtmerries die steeds gaan over de brand en moet daarvoor een psychiater bezoeken.  Meneer Alapin ziet het lijden van zijn vrouw met veel verdriet aan en is daardoor regelmatig gestresst en bedrukt. Intussen heeft het ook lang geduurd voordat het advocatenkantoor waar mevrouw Alapin werkte zekerheid kreeg over haar terugkomst. In die tijd heeft het kantoor haar loon moeten doorbetalen en bovendien iemand anders moeten inzetten om haar werk over te nemen. 

De volgende partijen wenden zich tot hun respectievelijke advocaten:

  1. De Oude Stad
  2. Bosman
  3. Mevrouw Alapin
  4. Meneer Alapin
  5. De werkgever van mevrouw Alapin

Je bent als medewerker in dienst bij de betreffende advocaat die een van de genoemde partijen op bezoek krijgt. Aan jou wordt gevraagd een conceptadvies te schrijven.

Bij het schrijven van deze notitie dienen zich steeds twee vragen aan:

  1. Wie kan op welke grondslag aansprakelijk worden gesteld? (Let op: deze vraag kan ook zien op een andere ‘remedie’ dan schadevergoeding!)
  2. Welke schade komt voor vergoeding in aanmerking?

Behandel bij elke vraag ook de mogelijke verweren van de in de vraag genoemde wederpartij.

De volgende elementen dienen in ieder geval – bij de respectievelijke partijen – aan bod te komen

  1. Kan De Oude Stad Bosman uit zijn appartement zetten? U mag de specifieke huurrechtbepalingen buiten beschouwing laten.
  2. Kan De Oude Stad de verdiensten van Bosman terugkrijgen?
  3. Kan Bosman de Witgoeddealer dan wel Coolio aanspreken voor de geleden schade aan de koelkast zelf en het verwoeste meubilair?
  4. Wie kan mevrouw Alapin aanspreken en zo ja, voor welke schade? Bespreek kort de verschillende mogelijkheden. Behandel de volgende schadeposten:
  1. Kosten voor medisch herstel
  2. Inkomensschade
  3. Psychische schade
  1. Kan meneer Alapin De Oude Stad en/of Bosman aanspreken en zo ja, voor welke schade? Behandel de volgende schadeposten:
  1. Kosten van verzorging
  2. Misgelopen vakantiedagen
  3. Een vergoeding wegens gederfde levensvreugde
  1. Kan de werkgever van mevrouw Alapin Bosman/Coolio aanspreken en zo ja, voor welke schade? Ga in op de volgende schadeposten:
  1. Doorbetaling van het loon tijdens ziekte mevrouw Alapin
  2. De inzet van een nieuwe medewerker

Antwoordindicatie

Opdracht 1

Vraag 1A

Onrechtmatige daad art. 6:162, art. 6:173, 6:174, 6:175.

Vraag 1B

Op grond van art. 6:107a lid 2 kan Moerman het betaalde loon verhalen op Heemskerk BV. 

Vraag 1C

Heemskerk BV heeft enkel onrechtmatig gehandeld tegen de werknemers. Dit betekent dat Moerman een derde is in het verhaal. Hij kan enkel op grond van art. 6:107, 6:107a, 6:108 schade vergoed krijgen. De omzetschade is hier geen onderdeel van en kan derhalve niet worden vergoed door Moerman.

Vraag 1D

In dit geval heeft Heemskerk BV onrechtmatig gehandeld tegen Moerman. De schade die voor vergoeding in aanmerking komt, staat in art. 6:95. Ex. Art. 6:96 blijkt dat vermogensschade zowel geleden verlies als gederfde winst omvat. Dit betekent dat deze omzetschade zal moeten worden verged door Heemskerk BV.

Vraag 1 E

Deze vraag ziet op de begroting in art. 6:97. Het gaat hier om zaakschade, namelijk om kozijnen. Hiervoor moet een abstracte begroting worden gemaakt. Voor een abstracte begroting maakt het niet uit voor de omvang van de vergoeding op welke manier hij de vergoeding gebruikt.

Vraag 1F

De oorzaak van de in de vraag genoemde schade ligt in het onrechtmatig handelen van Heemskerk jegens werknemer Luiten. Luiten is de gekwetste; zijn partner kan worden aangemerkt als derde. In beginsel heeft alleen de gekwetste zelf – in dit geval dus Luiten zelf – recht op schadevergoeding. De schade die derden lijden, dus in dit geval de schade die de partner van Luiten lijdt, blijft in beginsel voor eigen rekening. Uitzonderingen worden gegeven in 6:107, 107a en 108 BW (gesloten stelsel). In dit geval biedt art. 6:107 uitkomst. Schade die normaal gesproken voor rekening van de gelaedeerde zou komen en door hem op de laedens zou kunnen worden verhaald, maar voor rekening van een derde is gekomen (verplaatste schade), dient namelijk ook door de laedens te worden vergoed. In lijn met HR Johanna Kruidhof mag worden aangenomen dat de kosten die vergoed dienen te worden niet meer kunnen bedragen dan de kosten die bespaard worden door geen professionele hulp in te schakelen. Die kosten komen dus voor vergoeding in aanmerking. De partner van Luiten kan zich dus rechtstreeks op art. 6:107 BW beroepen.

Vraag 1G

De oorzaak van de in de vraag genoemde schade ligt in het onrechtmatig handelen van Heemskerk jegens werknemer Zwaan. Zwaan is de gekwetste; zijn partner kan worden aangemerkt als derde. In beginsel heeft alleen de gekwetste zelf – in dit geval dus Zwaan zelf – recht op schadevergoeding. De schade die derden lijden, dus in dit geval de schade die de partner van Zwaan lijdt, blijft in beginsel voor eigen rekening. Uitzonderingen worden – limitatief - gegeven in 6:107, 107a en 108 BW (gesloten stelsel). Sinds 1 januari 2019 – in verband met de nieuwe wet affectieschade - rijst de vraag is of het letsel van Zwaan (geen kinderen kunnen verwekken) valt onder ‘ernstig en blijvend letsel’ ex art. 6:107 lid 1 sub b. Zo ja, dan is een vergoeding aan de partner van Zwaan (zie art. 6:107 lid 2 sub a) mogelijk, zij het dat de hoogte van de vergoeding gebonden is aan het in de betreffende maatregel van bestuur genoemde bedrag.

Opdracht 2

Vraag 2A

Vanwege het gesloten stelsel van het Nederlandse schadevergoedingsrecht heeft in beginsel slechts de benadeelde recht op vergoeding van schade. Derden hebben alleen dan recht op schadevergoeding wanneer dat volgt uit de wet. Ingevolge art. 6:108 lid 2 BW heeft degene te wiens laste de kosten van een lijkbezorging (waaronder kosten van een kist, auto, overlijdenskaartjes etc.) recht op vergoeding daarvan door de jegens de overledene aansprakelijke. Het eerste gedeelte van de stelling is derhalve juist. Wat betreft het tweede gedeelte van de stelling:met ingang van 1 januari 2019 is de nieuwe wet affectieschade van kracht en wordt affectieschade - tot op zekere hoogte en voor een bepaalde kring van gerechtigden, de zgn. ‘naasten’ – vergoed. Zie art. 108 lid 4 voor nadere bepaling van het begrip ‘naasten’; (zie ook VWS 251). Aangenomen mag worden dat de directe nabestaande onder dit begrip valt. Het tweede gedeelte van de stelling is dus ook juist, zij het dat de hoogte van de vergoeding gebonden is aan het in de betreffende maatregel van bestuur genoemde bedrag.

Vraag 2B

Deze stelling is onjuist. De Hoge Raad heeft in Huurder/Stichting Ymere en Setel/AVR Holdingbepaald dat schadebegroting ex art. 6:104 BW niethet karakter heeft van een punitieve maatregel. 

In eerstgenoemd arrest oordeelt de Hoge Raad in r.o. 3.6 onder andere het volgende (hetgeen in laatstgenoemd arrest herhaald wordt): “Aangezien de wijze van schadebegroting waarin artikel 6:104 voorziet niet, ook niet mede, het karakter heeft van een punitieve maatregel, behoort de rechter bij de toepassing van dit voorschrift in zoverre terughoudendheid in acht te nemen dat, indien aannemelijk is dat het door de schuldenaar behaalde financiële voordeel de vermoedelijke omvang van de schade aanmerkelijk te boven gaat, de schade in beginsel wordt begroot op een door de rechter te bepalen gedeelte van de winst.

Opdracht 3

De grondslag van de vordering in het Taxibus-arrest is onrechtmatige daad. Betoogd is dat er direct jegens de moeder een onrechtmatige daad is gepleegd. De Hoge Raad heeft de mogelijkheid van vestiging van een autonome onrechtmatige daad toegelaten. Hij heeft daartoe echter zes vereisten genoemd (gefixeerde relativiteit):

    • Schending van een verkeers- en veiligheidsnorm jegens de direct gekwetste
    • Dat heeft geleid tot ernstig letsel of overlijden van de direct gekwetste
    • De derde het ongeval heeft gezien of direct met de ernstige gevolgen is geconfronteerd
    • De derde daardoor (causaal verband)
    • Hevig geshockeerd is geraakt
    • Waardoor geestelijk letsel is veroorzaakt.

Als aan deze vereisten is voldaan dan is aansprakelijkheid jegens de moeder gevestigd (indien ook schade geleden, bijv. inkomensverlies/kosten therapie), ondanks de exclusieve werking van het systeem van de artikelen 6:107-108 BW. Er wordt bovendien een smartengeldbedrag toegekend ex 6:106 indien sprake is van een psychiatrisch erkend ziektebeeld.

In casu is de moeder is niet onmiddellijk, maar geleidelijk op de hoogte geraakt van de omstandigheden waaronder haar baby is komen te overlijden.  Het is dus niet duidelijk dat op enig moment sprake is geweest van een hevige emotionele shock of van een situatie waarin de geleidelijk verkregen informatie heeft geresulteerd in een shock. Daarom komt shockschade hier hoogstwaarschijnlijk niet voor vergoeding in aanmerking.

En weer: vanaf 1 januari 2019 komt los van de shock/schrikschade-problematiek dus wel in de wet een voorziening voor bijvoorbeeld de moeder (beoogd art. 6:108 BW) om vergoeding van affectieschade te kunnen vorderen. Let erop dat Hartlief in VWS 251 erop wijst dat met invoering van de nieuwe wet het belang van de shockschadevordering mogelijkerwijs wordt gerelativeerd (omdat een schadevergoeding via de veel gemakkelijker route van de nieuwe bepalingen 6:107/108 BW beschikbaar wordt).

Opdracht 4

De automobilist is tegenover de dochter aansprakelijk op grond van artikel 185 WVW.

De vader zal een beroep moeten doen op artikel 6:107 BW, omdat zijn schade is veroorzaakt door het letsel van zijn dochter. Artikel 6:107 BW werkt exclusief; de vader kan geen volledige vergoeding van schade vorderen via 6:162 BW (let op: verschil met shockschadevordering is dat in dit geval de confrontatie met het ongeval niet als oorzaak van de schade wordt geformuleerd). 

Krachtens artikel 6:107 BW heeft de vader recht op vergoeding indien schade is verplaatst van zijn dochter naar hem. Uit het Johanna Kruidhof-arrest blijkt dat de vader ook vergoeding kan vorderen voor verschafte verpleging aan zijn dochter voor zover het normaal en gebruikelijk is om professionele hulp in te schakelen. Deze regel geldt ook indien de vader heeft voorzien in de behoefte van de dochter aan huishoudelijke hulp (Stichting Ziekenhuis Rijnstate/Reuvers; idem). De maximale vergoeding bij een verlies van tijd vanwege verpleging wordt door de Hoge Raad vastgesteld op de bespaarde kosten van de professionele hulp. 

Indien de vader niet heeft gewerkt om te kunnen voorzien in de hulpbehoefte van zijn dochter (verpleging/verzorging/huishoudelijke hulp) én voor zover het normaal en gebruikelijk is om voor die hulp een professional in te huren, zal hij via 6:107 BW een vergoeding ontvangen. De schadepost ‘inkomensschade’ komt op grond van art. 107 BW dus niet voor vergoeding in aanmerking. Het nieuwe art. 107 BW dat vanaf 1 januari 2019 van kracht wordt, verandert daaraan niets, want dan krijgt de vader – uitsluitend als zou gaan om ernstig en blijvend letsel van Monica – enkel recht op vergoeding van een vastgesteld bedrag voor affectieschade.

Opdracht 5

1. Kan De Oude Stad Bosman uit zijn appartement zetten? U mag de specifieke huurrechtbepalingen buiten beschouwing laten.

De Oude Stad kan Bosman uit zijn appartement zetten door middel van ontbinding art. 6:265. De vereisten hiervoor zijn: tekortkoming (ja, want Bosman heeft zich niet gehouden aan de afspraken in de overeenkomst), geen bijzondere aard of geringe betekenis (geen sprake van) en verzuim is niet vereist omdat nakoming blijvend onmogelijk is. Dit betekent dat de overeenkomst kan worden ontbonden.

2. Kan De Oude Stad de verdiensten van Bosman terugkrijgen?

Eerst art. 6:74 uitwerken om te beargumenteren dat er sprake is van een tekortkoming en dan naar 6:104 àHR Huurder vs. Ymere (r.o. 3.6). De Oude Stad kan de schade van Bosman terugvorderen op grond van art 6:104. 

3. Kan Bosman de Witgoeddealer dan wel Coolio aanspreken voor de geleden schade aan de koelkast zelf en het verwoeste meubilair?

Bosman en Coolio op grond van art. 6:185 e.v.:

    • Producent
    • Product
    • Schade
    • Causaal verband
    • Gebrek

Deze vereisten moeten worden uitgewerkt. Je kan hier het best beargumenteren dat Coolio aansprakelijk is voor de schade aan het meubilair van Bosman.

Bosman en Witgoeddealer art. 7:24:

    • Consumentenkoop
    • Nonconformiteit
    • Vereisten van art. 6:74 afgaan

Uitwerking hiervan zal opleveren dat Witgoeddealer in beginsel aansprakelijk is voor de schade aan de koelkast als de schade aan het meubilair.

Op grond van art. 7:24 lid 2 is de verkoper enkel aansprakelijk voor de schade aan de koelkast. 

4.Wie kan mevrouw Alapin aanspreken en zo ja, voor welke schade? Bespreek kort de verschillende mogelijkheden. Behandel de volgende schadeposten:

- Kosten voor medisch herstel

- Inkomensschade

-Psychische schade

Alapin kan Bosman aansprakelijk stellen op grond van art. 6:74 en 6:173. Alapin kan de producent aansprakelijk stellen op grond van art. 6:185. De schadeposten die in aanmerking komen zijn op grond van art. 6:95 posten A,B,C.

5. Kan meneer Alapin De Oude Stad en/of Bosman aanspreken en zo ja, voor welke schade? Behandel de volgende schadeposten:

- Kosten van verzorging

- Misgelopen vakantiedagen

- Een vergoeding wegens gederfde levensvreugde

Bosman kan aansprakelijk worden gesteld op grond van 6:107. Kosten van verzoging heeft kans op slagen. 

6. Kan de werkgever van mevrouw Alapin Bosman/Coolio aanspreken en zo ja, voor welke schade? Ga in op de volgende schadeposten:

- Doorbetaling van het loon tijdens ziekte mevrouw Alapin

- De inzet van een nieuwe medewerker

De werkgever is ook een derde op grond van art. 107A. De schade van doorbetaling van het loon tijdens ziekte van Alapin komt dus voor vergoeding in aanmerking. Sub b staat niet genoemd in 107a dus dat kan hij niet krijgen. 

Check page access:
Public
This content is related to:
Verbintenissenrecht - UU - B2 - Werkgroepen 19/20
Check more or recent content:

Verbintenissenrecht - UU - B2 - Werkgroepen 19/20

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 1

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 1


Vragen

Vraag 1

Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen.

Vonnis inzake Gemeente Schiedam versus Stichting Samenwerkende Schiedamse en Vlaardingse Ziekenhuizen (hierna: SSVZ)

‘2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast. 
2.1  Het Schieland ziekenhuis te Schiedam en het Holy ziekenhuis te Vlaardingen hadden eind tachtiger jaren ieder plannen voor ingrijpende renovaties van de bestaande ziekenhuisgebouwen. Op initiatief van de toenmalige staatssecretaris van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur zijn deze renovatieplannen ingetrokken en hebben de gezamenlijke besturen gekozen voor een nieuwbouw fusie-ziekenhuis. 
2.2 Bij brief van 25 oktober 1991 deelt algemeen directeur L.A. van Eijk namens het Schieland ziekenhuis en het Holy ziekenhuis aan de Gemeente onder meer het volgende mede: 
“Zoals eerder in onze correspondentie met het College van B.& W. is aangekondigd, 
zal door het Schieland Ziekenhuis en het Holy Ziekenhuis een locatiestudie worden gestart ten behoeve van een nieuwbouwziekenhuis in deze gezondheidsregio met een omvang van 605/635 bedden. Wij hebben hiervoor het bureau Zandvoort Ordening & Advies bv ingeschakeld. 
(…)”. 
2.3 Op verzoek heeft de Gemeente in dat kader een aantal potentiële locaties in Schiedam aangedragen, waaronder de locatie Nieuwland, gelegen tussen de Damlaan, de Poldervaart en het spoor. 
2.4 Het locatieonderzoek is in december 1991 uitgevoerd. Blijkens een rapport van stedebouwkundig bureau Zandvoort Ordening & Advies (hierna: Zandvoort), (…), oordeelt Zandvoort dat de locatie Nieuwland “duidelijk de beste plaats is voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis”. Zandvoort komt vervolgens tot de volgende eindconclusie: “Wij adviseren de locatie Nieuwland als vestigingsplaats voor het nieuw te bouwen ziekenhuis”. 
2.5 Conform het externe advies van Zandvoort is door de besturen van beide ziekenhuizen gekozen voor de locatie Nieuwland als (bouw)locatie voor het nieuwe ziekenhuis. Dit besluit is op 12 december 1991 door middel van een persbericht kenbaar gemaakt. In dat persbericht is tevens medegedeeld “dat één dezer dagen het voornemen tot besluit inzake fusie door beide besturen zal worden ondertekend”, zomede ”dat op korte termijn met de Gemeente Schiedam nader overleg zal worden gevoerd over de verder te nemen stappen”. 
(….)
2.17  Bij brief van 8 september 1999 deelt SSVZ aan de Gemeente het volgende mede: 
“Ingevolge uw verzoek bevestigen wij hierbij onze uitspraken zoals gedaan tijdens de vergadering van de Raadscommissie ROVV van 31 augustus 1999. De stichting SSVZ zal de financiering en de exploitatie van de gebouwde parkeervoorziening verzorgen. (….). De stichting SSVZ zal meewerken aan een kostenneutrale grondexploitatierekening van de percelen waarop de nieuwbouw van ziekenhuis en parkeergarage zal worden gevestigd. Binnen de exploitatiekosten gaat het daarbij om de standaardvoorzieningen zoals.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 2

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 2


Opdrachten

Opdracht 1 

(Bij een geschil over de uitleg van een overeenkomst staan soms grote belangen op het spel, zoals wordt geïllustreerd in onderstaande uitspraak.)

Lees het navolgende vonnisen geef antwoord op de volgende vragen:

Vraag 1A

Op welke rechtsgrond wordt de vordering tot betaling van bijna vijf miljoen euro gebaseerd?

Vraag 1B

Waarover wordt in deze zaak getwist?

Vraag 1C

Wat is het verschil tussen de Haviltex- en de caonorm? In welk soort zaken wordt de eerste toegepast; in welk soort zaken de tweede?

Vraag 1D

Welke norm is relevant voor de onderhavige zaak? 

Vraag 1E

Past de rechtbank deze norm correct toe?

.....read more

 

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Vonnis van 13 december 2006 

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 
UNOCAL NETHERLANDS B.V., 
gevestigd te 's-Gavenhage, 
eiseres, 
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, 

tegen 

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 
WINTERSHALL NOORDZEE B.V., 
gevestigd te 's-Gavenhage, 
gedaagde, 
procureur voorheen mr. H.C. Grootveld, 
thans mr. W. Heemskerk   

Partijen zullen hierna Unocal en Wintershall worden genoemd. 

(…)

2.  De feiten 
2.1 Bij besluit van 9 juni 1980 heeft de Minister van Economische Zaken op grond van de destijds geldende Mijnwet continentaal plat van 23 september 1965 (hierna te noemen: "de Mijnwet") een vergunning verleend aan Unocal en DSM Energie B.V. (hierna te noemen: "DSM"). Deze vergunning geeft recht op het winnen van aardolie en aardgas alsmede van andere in dezelfde afzetting voorkomende delfstoffen (hierna te noemen: "koolwaterstoffen") in het deel van het continentaal plat dat is aangeduid als blok Q1 (hierna te noemen: "de winningvergunning"). 

2.2 Unocal heeft krachtens een overeenkomst met DSM recht op een aandeel van 80% van de productie van koolwaterstoffen in blok Q1 en DSM heeft recht op een aandeel van 20% daarin.   

2.3 Unocal heeft haar aandeel, voor zover dit betrekking heeft op het diepe gedeelte van het continentaal plat (in navolging van partijen hierna aan te duiden als "de deep"), overgedragen aan Clyde Petroleum Exploratie B.V. (hierna te noemen: "Clyde"). Op 29 september 2000 hebben Unocal en Clyde daartoe een zogenoemde Farm-in Agreement gesloten (hierna te noemen: "de overeenkomst"). Hierin is onder meer het volgende bepaald: 

"ARTICLE 1   DEFINITIONS AND INTERPRETATION 
(..) 
"Hydrocarbons"  means natural gas, crude oil, natural gas liquids and similar substances before refining. 

"Interest" means the interest of UNOCAL in respect of the Deep, comprising of 80% (eighty percent) of all right, title and interest in any way related to the Deep and all property, assets, rights and liabilities which are directly or indirectly connected therewith, as such interest is further specified in Annex I hereto. 
(..) 
"Reservoir"  means a reservoir of Hydrocarbons fully or partly located in the Deep. 

ARTICLE II  TRANSFER   

2.1 Subject to the terms, provisions

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 3

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 3


Opdrachten

Opdracht 1

Woningexploitant Aarts overhandigt aan al zijn nieuwe huurders een afschrift van een door beide partijen ondertekende schriftelijke huurovereenkomst waarin wordt verwezen naar door Aarts gehanteerde voorwaarden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel ter plaatse. 

Deze voorwaarden bevatten de volgende clausule: ‘Huurder mag de door hem gestorte waarborgsom nimmer verrekenen met enige andere op hem jegens verhuurder rustende verplichting.’

Vraag 1A

Is op een dergelijke clausule afdeling 6.5.3 van toepassing?

Vraag 1B

Kunnen de huurders zich met succes tegen een beroep op de clausule verweren door te stellen dat de algemene voorwaarden geen deel van de overeenkomst zijn geworden?

Vraag 1C

Zo nee, bieden de artt. 6:233 t/m 237 BW de huurders mogelijkheden zich met succes tegen een beroep op deze clausule te verweren?

Opdracht 2 

Firma Knoops is gespecialiseerd in het tijdelijk in bewaring houden van jassen op evenementen. Bij een garderobe die door Knoops op een landbouwbeurs is geïnstalleerd, geeft Titia, werkneemster bij een zuivelproductiebedrijf, haar jas tegen betaling van € 2 in bewaring. Aan het eind van de dag blijkt haar jas onvindbaar. Als Titia aanspraak maakt op schadevergoeding, vestigt een medewerker van Knoops haar aandacht op een (overigens duidelijk zichtbaar) bord waarop geschreven staat: ‘Wij zijn niet aansprakelijk voor verlies en/of diefstal.’

Gegeven het bord met de hierboven weergegeven tekst: is Knoops aansprakelijk voor het verlies van Titia’s jas?

Opdracht 3

Tip: houd het artikel van De Graaf bij de hand.

Maroeska runt een webwinkel genaamd ‘De taart onder de kers’, gericht op de online verkoop van bakgerei. Zij bestiert deze webwinkel alleen, vanuit de grote schuur bij haar boerderij in Loosdrecht, waarin ze een kantoor en magazijn heeft ingericht. 

Vraag 3A

Is Maroeska te kwalificeren als ‘dienstverlener’ in de zin van het Burgerlijk Wetboek? Is zij (ook) te kwalificeren als ‘dienstverrichter’?  

Stel dat Maroeska in ieder geval kan worden gekwalificeerd als ‘dienstverlener’. De overeenkomsten die zij met haar klanten sluit, bevatten zowel algemene voorwaarden als contractvoorwaarden niet zijnde algemene voorwaarden. Als bezoekers van haar webwinkel iets kopen, kunnen ze, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst, in de bestelomgeving alle voorwaarden inzien en als pdf-bestand op hun computer opslaan. De voorwaarden zijn behalve in deze bestelomgeving niet op haar website te vinden.

Vraag 3B

Voldoet Maroeska in haar hoedanigheid van dienstverleneraan haar wettelijke informatieplichten met betrekking tot de door haar gehanteerde voorwaarden? Verwacht je dat De Graaf zich kan vinden in deze uitkomst?

Stel dat het antwoord op de vorige vraag ontkennend luidt. Rechtenstudent Hans heeft in de webshop van Maroeska een bakvorm besteld, die bij nader inzien toch niet geschikt is voor de bruidstaart die hij van plan is te maken. Hij wil de door Maroeska verzaakte informatieplicht aangrijpen om van de overeenkomst af te komen. 

Vraag 3C

Biedt de wet Hans aanknopingspunten om wegens de verzaakte informatieplichtde.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 4

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 4


Opdrachten

Opdracht 1

Mijnheer A koopt een trui voor € 50. Na twee weken trekt hij de trui voor het eerst aan en ontdekt dan dat in het breiwerk een fout zit. Hij gaat terug naar de winkel, ziet dat er nog enkele identieke truien hangen en vraagt de verkoper zijn trui te ruilen voor een exemplaar zonder breifout. De verkoper weigert, onder verwijzing naar de kassabon, waarop staat dat ruilen alleen mogelijk is met bon en binnen acht dagen. A heeft geen bon en de acht dagen zijn ook voorbij. Overigens betwist de verkoper niet dat de trui bij hem is gekocht. Heeft A recht heeft op een andere trui?

Opdracht 2

Maartje is net naar Utrecht verhuisd en heeft eindelijk een eigen appartement. Na een tijdje heeft zij genoeg van het gesjouw naar de wasserette en besluit zij een wasmachine te kopen. In de winkel ziet ze meerdere modellen en vraagt de verkoper waarop de prijsverschillen zijn gebaseerd. Ze krijgt te horen dat de duurdere modellen, meestal Duitse ‘Qualitätsprodukte’, langer meegaan en twee jaar garantie hebben. De goedkopere modellen daarentegen hebben maar één jaar garantie. De keuze is niet moeilijk, want Maartje zit krap bij kas: ze schaft het goedkoopste exemplaar aan. De wasmachine wordt een week later geleverd. 

Nadat de wasmachine 14 maanden lang tenminste twee keer per week gedraaid heeft, werkt geen enkel programma meer. Maartje gaat terug naar de winkel en wil een kosteloos herstel van haar wasmachine. De verkoper deelt haar mee dat dit helaas niet mogelijk is, omdat de garantietermijn is verlopen. 

Vraag 2A

Wat is een garantie? 

Vraag 2B

Welk voordeel biedt een garantie in bewijsrechtelijk opzicht?

Vraag 2C

Waarom is het antwoord van de verkoper onjuist? Besteed in je antwoord tevens aandacht aan de bewijsrechtelijke positie van Maartje.

Vraag 2D

Kan Maartje met succes vorderen dat zij de koopprijs krijgt terugbetaald (in plaats van herstel)?

Opdracht 3

Lees onderstaande casus. 

Begint je achternaam met de letter A t/m L, bereid dan een kort pleidooi in hoger beroep voor waarin je verdedigt dat de vordering van appellante in hoger beroep alsnog moet worden toegewezen. Begint je achternaam met de letter M t/m Z, verdedig dan het standpunt dat het vonnis van de rechtbank in eerste aanleg in stand moet worden gehouden. In beide pleidooien moeten de volgende aspecten aan de orde komen:

  • betreft het al dan niet een consumentenkoop (en de relevantie hiervan);
  • is er sprake van nonconformiteit/garantie (en de relevantie hiervan);
  • is er voldaan aan de klachtplicht (en de relevantie hiervan).

4.1 [appellante] heeft op 27 mei 2008 een gebruikte auto van het type Range Rover, merk Landrover, kenteken: TH-PT-63 (hierna: de auto) gekocht van Hazet voor een bedrag van € 7.002,-. Op diezelfde dag is de auto geleverd. De afspraken die in.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 5

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 5


Opdrachten 

Opdracht 1 

Huizing is een liefhebber van het golfspel. Op zondag 4 juli doet hij dat met zijn vrienden Boer en Riemersma. Terwijl Huizing nog maar een korte afstand hoeft af te leggen naar de volgende ‘hole’, gebruikt hij een verkeerde ‘club’, waardoor hij de bal veel harder slaat dan bedoeld. De bal treft Boer in zijn oog, die daardoor aan een oog blind raakt.

Vraag 1A

Aangesproken door Boer verweert Huizing zich met de stelling dat hij niet aansprakelijk is, omdat Boer dit risico heeft aanvaard. Beoordeel dit verweer.

Vraag 1B

Is Huizing aansprakelijk?

Vraag 1C

Stel dat de bal niet Boer treft, maar toeschouwer Jolink. Is Huizing aansprakelijk jegens Jolink?

Vraag 1D

Stel dat niet Boer getroffen wordt, maar een voorbijganger buiten het golfterrein. Heeft Huizing onrechtmatig gehandeld?

Opdracht 2

Kees de Wit is meermaals geconfronteerd met inbraken, diefstal en vernieling rondom zijn woning. De daders zijn onbekend. Kees heeft hiervan regelmatig aangifte gedaan. Tot op heden is niemand gearresteerd, laat staan berecht of veroordeeld. Kees heeft er dan genoeg van en stelt de politie aansprakelijk voor de door hem geleden materiële schade, omdat de politie niet voldoende adequaat opsporingshandelingen heeft verricht. Kees redeneert dat wanneer de politie dit wél had gedaan en de daders zouden zijn gevonden, hij de schade op hen had kunnen verhalen. Nu dat niet is gebeurd, wil Kees dat de politie betaalt.

Geef aan gemotiveerd aan waarom Kees de politie al dan niet succesvol aansprakelijk kan stellen. Besteed in uw antwoord aandacht aan de onrechtmatigheidsvraag en de relativiteitsvraag. NB: zie art. 3 Politiewet.

Opdracht 3

Hansen, werkzaam bij de Gemeente Solingerland, wandelt in 1994 op een zaterdagmiddag langs de rivier. Vanuit tegengestelde richting komt Veenman hem tegemoet. Veenman heeft een hond bij zich die niet is aangelijnd. Als beide heren elkaar treffen springt de hond van Veenman tegen Hansen op. Hansen, die erg bang is voor honden, slaat instinctief de hond van zich af. Veenman wordt heel kwaad op Hansen en schopt en slaat Hansen, waardoor de laatste in de rivier valt. Veenman maakt zich vervolgens met zijn hond uit de voeten. Hansen kan zelf uit het water komen. Hij is gewond geraakt en hij is erg van slag.

Enkele maanden later komt in rechte vast te staan dat Veenman aansprakelijk is voor de schade die Hansen heeft geleden. Hansen krijgt ook betaald.  In 1999 heeft Hansen echter nog steeds klachten van mentale en fysieke aard, waardoor hij zijn werk niet meer goed kan doen. Hansen dreigt daardoor (nog meer) schade te lijden. Hansen lijdt echter ook al sinds zijn jeugd aan suikerziekte. Hansen wil graag zijn schade verhalen op Veenman, omdat hij van mening is dat deze schade nog steeds is terug te voeren op de onfortuinlijke gebeurtenissen in 1994. In het kader van een nieuwe gerechtelijke.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 6

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 6


Opdrachten 

Opdracht 1 

Een enigszins aangeschoten fietsendief, Felix B. (30 jaar oud), zwalkt met zijn nieuwe aanwinst over de rijweg. Als Felix weer plotseling naar het midden van de rijweg uitwijkt wordt hij aangereden door Van Aalst, die achter hem reed in zijn zojuist gekochte Volkswagen en hem voorzichtig probeerde in te halen. Felix heeft letselschade en de zojuist gejatte fiets is total loss. Van Aalst verklaart tegenover de politie dat hij al van veraf kon zien dat de fietser niet helemaal nuchter was. Felix spreekt Van Aalst aan voor de door hem geleden schade. Vaststaat dat het gedrag van Felix voor 60% aan het ontstaan van de schade heeft bijgedragen.

Vraag 1A

Kan Van Aalst zich met succes op overmacht beroepen? Welk criterium is hier beslissend?

Vraag 1B

Veronderstel dat bij de aanrijding ook de aldaar geparkeerde auto van Beets is beschadigd door de auto van Van Aalst. Kan Beets zijn schade verhalen op Van Aalst op grond van art 185 WVW?   

Vraag 1C

Felix is door de aanrijding gewond geraakt en hij moet de duim van zijn linkerhand missen. Hij vordert van Van Aalst € 9.000 smartengeld, een op zichzelf billijk bedrag bij verlies van een duim. Dient Van Aalst deze schade volledig te vergoeden?

Vraag 1D

Stel dat Felix 13 jaar is, verandert het antwoord dan? Behandel daarbij zowel de vraag naar de vestiging van  de aansprakelijkheid als de vraag naar de omvang van de schadevergoeding.

Vraag 1 E

De zorgverzekeraar van Felix wil de kosten van geneeskundige behandeling (€ 10.000) van Felix verhalen op Van Aalst. Slaagt deze vordering?

Vraag 1F

Veronderstel dat Van Aalst door de aanrijding een forse deuk in zijn auto heeft opgelopen (schade € 2.000). Kan hij deze schade verhalen op de 30-jarige Felix?

Opdracht 2

Kluyt koopt voor eigen gebruik voor € 299 (spectaculaire eenmalige aanbieding) een nieuwe wasdroger van een hem onbekend merk bij een plaatselijke witgoedwinkel. Al bij de eerste droogbeurt gaat er iets mis met de droger, waardoor het apparaat gloeiend heet wordt en de kleren in de droger verloren gaan. Ook de wasdroger is niet langer bruikbaar. Kluyt wil zijn schade (€ 299 en naar schatting € 650 aan kapotte kleren) vergoed krijgen. In het garantiebewijs van de fabrikant staat onder andere vermeld dat de fabrikant gedurende twee jaar na aankoop alleen aansprakelijk is voor gratis vervanging van kapotte onderdelen van de wasdroger.

Vraag 2A

Kan de producent met succes aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade? 

Vraag 2B

Na onderzoek blijkt dat de oververhitting is ontstaan in een schakelaar die is vervaardigd met behulp van een nieuw materiaal, Novopet, dat in de ruimtevaart zijn goede eigenschappen heeft bewezen en daarom door veel wasdrogerfabrikanten in hun producten wordt toegepast. Kort voordat Kluyts wasdroger is geproduceerd, is bij de NASA uit onderzoek gebleken dat kwaliteit.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 7

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 7


Opdrachten

Opdracht 1

Heemskerk BV exploiteert een bedrijf dat zich bezighoudt met de samenstelling van kunstmest. Het bedrijf maakt daarbij gebruik van stoffen die bij aanraking schadelijk zijn voor de gezondheid. Door slecht onderhoud ontploft een stookketel en komen schadelijke stoffen vrij in de vorm van een poederwolk die zich snel in de buurt verspreidt. De gevolgen zijn aanzienlijk: de pui en de aluminium kozijnen van het naastgelegen bouwbedrijf Moerman worden door de stof aangetast. Vijf werknemers van Moerman worden ernstig ziek, één van hen, Luiten, blijkt overgevoelig voor de stof en raakt blijvend invalide, twee anderen, Zwaan en Muller, raken onvruchtbaar.

Vraag 1A

Op welke gronden kan Moerman proberen Heemskerk BV aansprakelijk te stellen voor de schade aan de pui? Je kunt volstaan met het noemen van de grondslag en een korte motivering. Bespreek ten minste drie mogelijke grondslagen.

Stel dat Heemskerk aansprakelijk is voor de gevolgen van de ontplofte ketel.

Vraag 1B

Moerman is krachtens de wet (art. 7:629 BW) verplicht loon door te betalen aan zijn zieke werknemers. Kan Moerman deze bedragen verhalen op Heemskerk BV?

Moerman lijdt als gevolg van de uitstoot van de schadelijke stoffen omzetschade.

Vraag 1C

Stel dat de omzetschade het gevolg is van de ziekte van zijn werknemers (en hij zo snel geen adequate vervanging kan regelen). Komt deze schade voor vergoeding in aanmerking?

Vraag 1D

Stel dat de omzetschade het gevolg is van schade aan het bedrijfspand waardoor dit enige tijd moet worden gesloten. Komt deze schade voor vergoeding in aanmerking?

Vraag 1E

Moerman wenst de schade aan de kozijnen vergoed te zien. Maakt het voor de omvang van de vergoeding waarop hij aanspraak heeft verschil of hij:

I.       de oude kozijnen laat zitten;

II.      de kozijnen met behulp van eigen medewerkers vervangt (inkoopkosten kozijnen € 6.500); 

III. de kozijnen door een aannemingsbedrijf laat vervangen (kosten kozijnen € 9.000, kosten arbeidsloon € 4.000)?

Vraag 1F

De partner van Luiten besteedt vele uren per week aan de verzorging van haar invalide man. Heeft zij recht op een vergoeding ter zake?

Vraag 1G

Heeft de partner van Zwaan recht op smartengeld omdat haar man geen kinderen kan verwekken?

Opdracht 2 

Beoordeel de volgende stellingen als juist of onjuist en motiveer uw antwoord.

Vraag 2A

Volgens het huidige Nederlandse schadevergoedingsrecht kan een directe nabestaande van een slachtoffer die is overleden op grond van een gebeurtenis waarvoor een aansprakelijke partij kan worden aangewezen, van deze aansprakelijke partij vergoeding vorderen van zowel de begrafeniskosten als van immateriële schade die het gevolg is van het verdriet wegens het wegvallen van het slachtoffer.

Vraag 2B

Een toegewezen verzoek tot winstafdracht op grond van art. 6:104 BW heeft volgens de Hoge Raad niet alleen een compensatoir, maar ook een punitief karakter.

Opdracht 3 

Een vijf maanden oude baby is door de oppas geschud en geslagen, toen de.....read more

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1416
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering