Hoorcollege 1 Ontwikkelingspsychologie
We zijn geïnteresseerd in de ontwikkeling van de hele levensloop. We kijken vooral binnen het leven van een individu. Ook groepen vergelijken natuurlijk, maar vooral binnen het leven.
- Temperament zijn eigenschappen van kinderen die al heel vroeg na de geboorte zichtbaar zijn. Die behoorlijk stabiel zijn door het leven heen.
- Mate waarin kinderen extravert zijn, fysiek actief zijn. Dat is behoorlijk voorspellend voor de rest van je leven.
- Mate waarin kinderen negatieve emoties tonen en ervaren, is voorspellend voor de rest van je leven.
- Temperament is negatieve emotionaliteit. Die hebben voorspellende waarden over hoe we later functioneren.
Kinderen verschillen in behoeftebevrediging uitstellen. Het ene kind kreeg twee marshmallows, de ander kon het niet laten en at zijn marshmallow gelijk op. Wat blijkt uit onderzoek: Betere cijfers voor kinderen die hun behoeftebevrediging konden uitstellen. Meer geld verdienen, minder scheiden en beter op school.
Altruïsme is helpen zonder daar iets voor terug te krijgen. Jonge kinderen doen dit vaak zonder aanmoediging van hun ouders of andere stimulatie van het gedrag. Opstandige jongeren naar een drill kamp gestuurd. Dat zorgde juist voor nog meer gedragsproblemen. Het werd binnen dat kamp de sociale norm en dit werkte dus juist averechts.
Doelen van ontwikkelingspsychologisch onderzoek
- Beschrijven van ontwikkeling
- Begrijpen van ontwikkeling
- Optimaliseren van ontwikkeling
Stap 1 is het beschrijven van de ontwikkeling:
- Het systematisch in kaart brengen van stabiliteit en verandering over tijd
- In representatieve samples
- Normale (typische of normatieve) ontwikkeling
- Individuele verschillen
Impulsiviteit neemt af gedurende de adolescentie. Vroeg in de adolescentie is er een stijging in sensation seeking gedrag: externe stimuli opzoeken is de behoefte. Sensation seeking houden graag van non mainstream muziek of bloederige games.
Stap 2 is het begrijpen van de ontwikkeling:
- Waarom vindt ontwikkeling plaats?
- Waarom voorspelt factor X verschijnsel Y?
- Het aantonen van ontwikkelingsmechanismen
- Het aantonen va oorzaken
Rond een jaar of twee ontwikkelen kinderen zelfbewustzijn. Dan ervaren kinderen gevoelens van trots en schaamte. Die zijn weer van invloed op het gedrag dat ze laten zien. Kinderen gaan meer opscheppen.
Stap 3 is het optimaliseren van de ontwikkeling:
- Hoe kunnen we de ontwikkeling van kinderen en jongeren zo goed mogelijk ondersteunen
- In algemene populaties
- In klinische populaties
Lifespan benadering van Baltes. Deze lifespan benadering is een visie op ontwikkeling. Die benadering gaat uit van een aantal principes.
Ontwikkeling...
- Vindt plaats gedurende gehele levensloop
- Is multidirectioneel en -dimensioneel
- Omvat vooruitgang (gains) maar ook stagnatie of achteruitgang (losses)
- Wordt gekenmerkt door plasticiteit
- Is ingebed in sociale (historische, culturele) context
- Wordt gedreven door meerdere determinanten
- Is multi-disciplinair
Plasticiteit: je aanpassen aan de omgeving waarin je opgroeit.
Het is nature en nurture en cultuur (meerdere determinanten).
- Cultuur is belangrijk voor ontwikkeling. Het geheel van kennis, gedrag, taal, materiële objecten en gebruiken binnen een groep mensen.
- Cultuur vertaalt zich in waarden, gebruiken, ambities en emoties die sommige mensen ervaren. Ook welke verwachtingen die we hebben voor jonge generaties. Verwachting hoe ouders hun kinderen opvoeden.
Punt van kritiek: Veel van onze (ontwikkelings-) psychologische kennis is verkregen in WEIRD landen. Western, Educated, Industrialized, Rich en Democratic. Dit generaliseert vaak niet naar andere landen en culturen.
Prenatale ontwikkeling.
- Periode vanaf de conceptie tot de geboorte. De fysieke ontwikkeling staat centraal.
Baby- en peutertijd.
- 0-1 jaar
- Snelle groei en verandering voor zowel kind als ouder.
- Fysieke ontwikkeling staat centraal, maar met cognitieve en psychosociale consequenties.
- Mobieler worden → meer interactie met andere mensen.
De vroege kindertijd
- 2-5 jaar
- Snelle ontwikkeling van o.a. taal, zelfbewustzijn en spel. Cognitieve en psychosociale ontwikkelingen. Vanaf 3 of 4 jaar gaan kinderen steeds vaker met elkaar spelen.
Midden en late kindertijd.
- 6 jaar - begin puberteit.
- Dit is formeel leren op school. Het maken van interpersoonlijke vergelijkingen. Ze gaan zichzelf vergelijken met andere mensen. Wat zijn mijn eigenschappen en voorkeuren? Hoe onderscheid ik me van anderen.
Adolescentie
- Begin puberteit - 18 jaar.
- Opnieuwe snelle groei (fysiek en psychologisch).
- Puberteit, seksuele maturatie.
- Ontwikkeling van hun identiteit en een wereldbeeld ontwikkelt zich. Psychosociale groei.
Ontluikende en vroege volwassenheid
- 18-40 jaar
- Ontwikkeling naar zelfstandigheid, aanvang volwassen rollen (in liefde, werk of gezin).
- Financieel zelfstandig.
Midden volwassenheid
- 40-65 jaar
- Eerste tekenen beginnend ouderdom. Top van functioneren, top productiviteit op hun werk.
- Dubbele zorgtaken → bejaarde ouders en tieners thuis.
Late volwassenheid.
- 65 - overlijden
- Meer fysieke beperkingen, uiteindelijk steeds meer afhankelijk van de zorg van anderen.
- Overgang naar minder professionele activiteit.
Grote thema’s in de ontwikkelingspsychologie.
- Nature-nurture.
- Ontwikkeling bepaald door genetische aanleg (nativisme). - nature
- Ontwikkeling bepaald door omgeving (empiricisme) - nurture.
- Interactie van nature en nurture, ze beïnvloeden elkaar.
- Nog een thema: continue - discontinue.
- Continue ontwikkeling: Ontwikkeling vindt geleidelijk plaats, zonder abrupte veranderingen
- Discontinue ontwikkeling: Ontwikkeling is een opeenvolging van abrupte veranderingen (ontwikkeling verloopt in vaste volgorde van kwalitatief verschillende stadia).
Herkenning van emotionele expressie. Dat is continue ontwikkeling. Hoe meer blootstelling, hoe beter we in staat zijn om emotionele expressies te duiden. Zelfherkenning: Daar is sprake van abrupte verandering. 15-20 maanden.
Huidige consensus:
- Voor de meeste ontwikkelingsdomeinen geldt dat ze gekenmerkt worden door continue ontwikkeling, onderbroken door perioden van ‘discontinuïteit’ (groeispurts).
- In sommige fasen groeien we sneller dan in andere fasen.
Add new contribution