Recht en bestuur - Thema
- 13504 reads
Na het Portacabin-arrest is de discussie over de tweewegenleer opgekomen en in het WKK-arrest is deze bevestigd. Het is nu mogelijk om de strikte toets van bestanddeelvorming op grond van art. 3:4 lid 1 BW over de verkeersopvatting te omzeilen door een beroep te doen op art. 3:3 jo. 5:20 lid 1 sub e BW over de bestemming. Deze wegen leiden tot heel verschillende uitkomsten en dat is onwenselijk, dus de tweewegenleer zou geëlimineerd moeten worden.
In een kassencomplex werd in 2000 een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK) geplaatst. Deze werd in 2009 verkocht om te kunnen leasen. Omdat de installatie als onroerende zaak werd aangemerkt, werd er overdrachtsbelasting geheven krachtens art. 2 lid 1 Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970. De belanghebbende maakte hiertegen bezwaar met het argument dat de installatie niet als onroerende zaak zou moeten worden aangemerkt.
De rechtbank verwees naar het Partacabin-arrest en overwoog dat de installatie wel als onroerend zou moeten worden aangemerkt, omdat deze naar aard en inrichting bestemd was om duurzaam ter plaatste te blijven. Het transformatorhuisje was tevens noodzakelijk voor het functioneren van de installatie, dus die moest worden gezien als bestanddeel volgens art. 3:4 lid 1. Het hof en de Hoge Raad gingen hierin mee.
Opvallend is dat het hier om de vraag ging of de installatie een onroerende zaak was, wat met Portacabin werd beantwoord. Dit terwijl de vraag net zo goed had kunnen zijn of de installatie een bestanddeel was van het kassencomplex, wat dan aan de hand van Dépex/Curatoren had moeten worden beantwoord.
De vraag in het arrest Dépex/Curatoren was of een waterdestillatie-inrichting bestanddeel was geworden van een fabrieksgebouw via de verkeersopvatting, art. 3:4 lid 1. Leverancier Dépex had betoogd van niet, omdat deze de inrichting en de apparatuur onder eigendomsvoorbehoud had geleverd, en Bergel surseance krijgt voordat hij de inrichting had afbetaald. De bewindvoerder van Bergel weigerde afgifte van de zaak, omdat deze bestanddeel zou zijn geworden van het fabrieksgebouw, wat Bergel door natrekking eigenaar maakte van de inrichting.
De Hoge Raad gaf Dépex gelijk en noemde twee aanwijzingen voor of iets naar verkeersopvattingen bestanddeel zou worden: of het gebouw en de apparatuur in constructief opzicht op elkaar zijn afgestemd (gebouwd voor elkaar), en of het gebouw uit oogpunt van geschiktheid als fabrieksgebouw zonder de apparatuur als onvoltooid moet worden beschouwd. Hier was geen van geen van de twee situaties sprake, dus Dépex kon de zaak revindiceren op basis van het eigendomsvoorbehoud.
Een paar jaar later kwam het Portacabin-arrest waarin de vraag ventraal stond of een portacabin die werd gebruikt als bedrijsfruimte en was aangesloten op gas, water en elektriciteit, duurzaam met de grond was verenidg in de zin van art. 3:3 lid 1 BW. Want als dit zo was, moest het gezien worden als onroerende zaak.
De Hoge Raad oordeelde dat 'duurzaam met de grond verenigd' inhoudt dat het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatste te blijven. Dit is het bestemmingscriterium, wat kan worden ingevuld door de bedoeling van de bouwer/opdrachtgever voor zover deze naar buiten toe kenbaar is en de bestemming die naar buiten toe kenbaar gemaakt is. Verkeersopvattingen kunnen worden gebruikt, maar nooit de boventoon voeren.
Onder andere Kortmann, Fikkers en Heyman vroegen zich naar aanleiding van het Portacabin-arrest af of het bestemmingscriterium ook geldt voor de indirecte vereniging van art. 3:3 BW. In lid 1 hiervan staat namelijk dat ook gebouwen en werken die door vereniging met andere gebouwen of werken duurzaam met de grond verenigd zijn, onroerend zijn. Als dit namelijk zo zou zijn, dan zou de uitkomst in Dépex/Curatoren heel anders zijn geweest als was getoetst aan de indirecte vereniging van art. 3:3 BW. Dit roept de vraag op of de strenge toetst van art. 3:4 over de verkeersopvattingen omzijld kan worden door een combinatie van art. 3:3 (vereniging) en 5:20 (bestemming). In het WKK-arrest lijkt de Hoge Raad hier een opening voor te bieden.
De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over de vraag of natrekking hetzelfde is als bestanddeelvorming. De onduidelijkheid hierover heeft voor de tweewegenleer gezorgd, die door de Hoge Raad in het WKK-arrest is bevestigd. Om de tweewegenleer en de daarmee samenhangende onduidelijkheid te elimineren, kan er een nieuw schema worden opgesteld.
Als één van beide zaken bij een natrekkingsvraag de grond betreft, zou men moeten kiezen voor art. 3:3 jo. 5:20 BW. Slechts als geen van beide zaken de grond betreft, mag de weg van art. 3:4 jo. 5:3 worden gekozen.
Dit zou het oordeel in het Portacabin-arrest en het arrest Dépex/Curatoren niet veranderen, maar wel dat in het WKK-arrest. De procedure zou in deze arresten niet aangepast hoeven te worden, maar wel in zaken zoals het arrest Havenkranen. Havenkranen staan niet in rechtstreekse verbinding met de grond, dus om te bepalen of ze onroerend zijn, moet eerst worden bepaald of de rail waar ze op staan onroerend is en dan of de kranen bestanddelen zijn. Hier moet dus de bestemming van de rail worden getoetst, niet die van de kranen zelf, wat wel is gebeurd. Ook bij bijvoorbeeld een plateau, moet eerst worden gekeken of het plateau duurzaam met de grond is verenigd, en daarna of de zaak bestanddeel van het platteau is.
Dit alles leidt ertoe dat de indirecte vereniging alleen nog dient te worden toegepast op bestanddelen die middels een opstalrecht zijn verzelfstandigd. Het opnemen van de indirecte vereniging in art. 5:20 lid 1 sub e BW lijkt wel onterecht te zijn, maar is begrijpelijk omdat de wetgever aansluiting zocht bij art. 3:3 BW.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1608 | 1 |
Add new contribution