HC 6: Disorders of Memory
Stoornissen om te leren over het normale functioneren
Clive Wearing: amnesiepatiënt
Afwijking heel intensief gedocumenteerd
Kent zijn verleden niet, maar kan ook niet anticiperen op de toekomst
Amnesie:verlies/stoornis van episodische geheugen
Psychogenic amnesie: stoornissen ten gevolge van psychologische problemen/interventie, tijdelijk, geheugen komt meestal weer terug. (dissociatieve stoornis: verlies van een bepaald deel/periode van geheugen (PTSS)
- Dissociatieve 'fugue': de pianoman
- Toestanden worden slecht begrepen, hebben mensen wel echt het geheugenverlies of spelen ze het? Verklaring: psychotische episode
- Dissociatieve amnesie (PTSD): mensen maken iets traumatische mee en splitsen zich af van dat deel van het verleden en kunnen er daarna niet meer bij. (oorlog, seksueel misbruik).
- Dissociatieve identiteitsstoornis (MPD): coping strategy - Zelf geheugenverlies creëren zodat je er geen last van hebt.
- Heel moeilijk om validiteit van herinneringen te achterhalen
Organische amnesie(hersenschade): fysiek, somatische amnesie, door leasie of disfunctioneren van de hersenen. Soms tijdelijk (TIA), soms permanent (meeste gevallen), belangrijkste oorzaak: Alzheimer
Oorzaken:
- Alzheimer
- Korsakoff's syndrome
- Herpes Simplex Encephalitis (HSE) (Clive Wearing) --> simpele infectie van de hersenen
- Lesions (infarct, tumor, geweld, zuurstoftekort)
Waar moeten we in de hersenen positioneren
- Organische amnesie (amnesie syndroom)
- Schade in de temporaalkwab (met name hippocampus)
- Schade aan de neocortex
Constante karakteristieken van amnesie: temporaalkwab en hippocampus
Ook variantie: geen twee patiënten hebben exact dezelfde schade
Type van geheugenverlies
- Amnesie met schade aan de neocortex
- Meer semantische geheugenverlies
- Verlies van algemene kennis
- Stoornissen in perceptie en taal
Amnesie met schade aan de hippocampus
- Episodische geheugenverlies
- Schade aan andere delen van het brein (zoals amygdala, thalamus en PFC) kunnen geheugenproblemen opleveren, maar minder erg.
Twee standaard karakteristieken
- Anterograde amnesie (AA): het onvermogen om nieuwe ervaringen op te slaan (na schade)
- Retrograde amnesie (RA): herinneringen van voor de schade verdwijnt, met name de meer recentere herinneringen.
Gelimiteerd tot episodische geheugenverlies (algemene kennis, motor en cognitieve vaardigheden zijn nog intact)
Classic amnesie: sommige herinneringen van voor de schade zijn weg (de herinneringen die nog niet geconsolideerd zijn) en herinneringen na schade worden niet meer opgeslagen.
Ribot Gradient:
Patroon van geheugenverlies bij standaard amnesie: totaal antergraad, beetje retrograad
Principes van amnesie:
Ribot: Beschrijven hoe geheugenverlies ontwikkelt over de tijd
- Verlies over tijd: eerste verlies van nieuwste informatie, later oudste informatie
- Van complex naar elementair: complex wordt eerst niet meer opgeslagen
- Bewuste informatie verdwijnt eerdere dan automatische
- Eerste rommelige/chaotische informatie vergeten, later georganiseerde informatie.
Veel gedragsstudies:
Een methode om te onderzoeken: namen noemen bij foto's van mensen die vertrouwd zijn voor die persoon. Je kunt goed variëren/manipuleren hoe lang geleden de persoon bij de patiënt bekend werd (hoe lang de patiënt de persoon kent). Bij gezonde personen geen problemen, bij patiënten mensen die hij recent kent moeite met herkennen.
Retrieval hypothesis: amnesie is een ophaalprobleem, ze hebben de informatie nog wel, maar kunnen het niet ophalen. Maar: niet goed te verklaren waarom oudere herinneringen vaak nog wel op te halen zijn. Je zou voorspellen een gelijk AA als RA. Is niet het geval: amnesie is geen ophaalprobleem
Storage hypothesis: opslagprobleem. Je zou verwachten dat er AA is, maar geen RA. Maar: je kan niet verklaren waarom herinneringen van voor het ongeluk weg zijn
Consolidation hypothesis: misschien gebeurt er iets met herinneringen tussen de fase van "binnenkomen" en "opslaan". Consolidatie duurt enkele jaren. Je zou voorspellen dat de nieuwste herinneringen niet meer kunnen opgehaald omdat ze niet versterkt zijn, dat de oudste er nog wel zijn want die zijn wel geconsolideerd, en moeilijk ophaalbaar voor herinneringen die nog niet helemaal geconsolideerd zijn. Meest waarschijnlijk.
Ribot: van nieuw naar oud (Ribot Gradient)
Naar mate de ziekte ernstiger wordt en langer duurt, de oudere herinneringen gaan ook verdwijnen
De hippocampus
Wat leren we:
- Soort van consolidatieprobleem
- Hippocampus een tijdelijk verbindingsstation, consolideren een tijdelijk proces
- Hippocampus zet herinneringen weg (na consolidatie)
- Na consolidatie in neocortex
Als er sprake is van amnesie dan krijgen we AA omdat nieuwe connecties niet meer gevormd worden. En als de hippocampus niet functioneert krijg je RA voor herinneringen die nog niet waren weggezet.
Alzheimer: extreme krimping van hippocampus (verkalkt) en neocortex wordt aangedaan. Twee dingen samen = typisch patroon voor Alzheimer (en amnesie)
Stage 1: hippocampus verbindt semantische elementen en context van een episode (gebeurtenis)
Stage 2: consolidatie: verbindingen tussen semantische elementen
Stage 3: hippocampus niet meer van belang, laat zich los, herinnering wordt opgeslagen in neocortex
--> alles wordt bewaard, maar als we iets niet meer kunnen herinneren, dan is er een probleem met ophalen.
Recent veel onderzoek naar slaap op herinneringen.
Niet alle vormen van geheugen bemoeilijkt worden bij amnesie. Kijken naar welk type wel en welk type niet verstoord worden.
Amnesie: niet alle inhoud van het geheugen is weg.
Schade aan de hippocampus leidt tot:
- AA: nieuwe episodische representaties kunnen niet worden gevormd.
- RA: niet alle herinneringen, maar de herinneringen waarvan het geheugenspoor nog niet geconsolideerd was, gaan verloren. Ouder herinneringen zijn nog intact.
- Episodische geheugen is beschadigd.
Maar:
- Semantische geheugen is vaak nog intact (normale intelligentie, maar moeite met leren en nieuwe (declaratieve) kennis) --> laatste wat gevoelig is voor verlies bij amnesiepatiënten.
- Werkgeheugen is nog intact
- Procedureel geheugen is intact.
Amnesie syndroom problemen met declaratieve kennis, maar niet met procedureel
Patiënten performen (ongeveer) normaal in:
- Vaardigheden
- Conditioneren (associaties leggen)
- Impliciet geheugen en impliciet leren
(familiarity judgements are accurate; recall not)
Drie voorbeelden:
- Vaardigheden leren --> mirror drawing
- Implicit memory task --> 'recognition of deraded pictures' en 'wordstem completion' -->
Patiënten kunnen niet herinneren dat ze het beeld/woord eerder hebben gezien, maar kunnen het op dag 2 wel afmaken.
- Abstract en complexe impliciete informatie: resultaten zijn hetzelfde voor amnesiepatiënten als voor normale proefpersonen.
Samenvatting: wat vertelt amnesie ons
Episodische geheugen: nieuwe associaties via de hippocampus
- Moet bewust worden verwerkt
- Lijden tot bewuste (declaratieve) herinneringen
Procedureel geheugen: niet via de hippocampus: vaardigheden, impliciet leren en conditioneren --> kost meer tijd/blootstelling
- 'priming' en 'vertrouwdheid' is versterkt van (semantische) associaties
- Langzaam en automatisch
- Lijdt tot impliciet en niet-bewust, patroon-leren
- Kan complex en abstract zijn
Andere type stoornissen van het geheugen
- Bij schade aan PFC:
- Slechter geheugen (met name bij het ophalen): problemen met selecterenin geheugen en regisseren van info die je nodig hebt, en problemen met retrievalstrategieën.
- Confabulatie- bedachte herinneringen; geen controle meer over het oordelen van de validiteitvan de herinneringen
- Normale ouderdomsproblemen: meer ruis, langzamer (ophalen herinneringen), wat er niet gebeurt is dat er iets verdwijnt, iemand die ouder is heeft meer episodische geheugensporen, verwarring in sporen.
- Amnesie van korte duur--> hersenschuddingen/ECT: tijdelijk verlies van episodische herinneringen
- Amnesie na emotioneel trauma(PTSD): focus op een korte periode, omkeerbaar
- Psychogene amnesie: niet weten of het onbedoeld geconstrueerd geheugenverlies
Stress/arousal en emoties op geheugen:Het geheugen werken het beste onder een optimaal niveau van arousal, te weinig en te veel = geheugenprestatie minder
Bij hele erge sterk emotionele gebeurtenissen zie je een specifiek patroon: goed deel en slecht deel
Goed: allerlei details opslaan van de gebeurtenis (wie was erbij, waar, wie vertelt)
Slecht: gaat niet goed meer selecteren, niet alle relevante dingen opslaan
Medium emotie: goede herinneringen, met name van specifieke details (door selectieve aandacht) (Flashbulb memories: bij emotionele herinneringen meer details (MH17/Charlie Hebdo))
Sterke emotie(PTSD): slechte herinneringen van gebeurtenissen, maar extreem sterke herinneringen van emotionele fragmenten (flashbacks). Oorzaak: stress hormonen inhiberen de normale PFC-functies (integratie en controle), maar op hetzelfde moment worden fragmenten opgeslagen door hoge activatie van de hippocampus en amygdala.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution