Begrippenlijst bij de 6e druk van SBR3: Rechtshandeling en Overeenkomst van Hijma e.a.

 

 

A. Inleiding - De rechtshandelingen

 

Rechtshandeling

Een handeling waarmee een rechtsgevolg wordt beoogd of een handeling gericht op rechtsgevolg, een rechtsgevolg is het in het leven roepen, tenietgaan of wijzigen van een juridische relatie.

Meerzijdige rechtshandeling

Een rechtshandeling die door meer dan één persoon wordt verricht.

Eenzijdige rechtshandeling

Een rechtshandeling die door een persoon tot stand wordt gebracht.

 

 

A.   Inleiding - De overeenkomsten

 

Obligatoire overeenkomst

Een verbintenisscheppende overeenkomst.

 

Meerpartijenovereenkomst

Een overeenkomst die tussen meer dan twee partijen wordt gesloten.

Bijzondere overeenkomsten

Overeenkomsten die in boek 7 of 7A wettelijk en gedetailleerd zijn uitgewerkt.

Gemengde overeenkomsten

 

Overeenkomsten die aan meer dan een wettelijke omschrijving voldoen.

Wederkerige overeenkomsten

 

Beide partijen nemen een verbintenis op zich ter verkrijging van een prestatie.

Overeenkomsten onder bezwarende titel

Overeenkomsten waarbij een toegezegde prestatie van de ene partij is verbonden aan een prestatie van de andere partij.

Consensuele overeenkomsten

 

Overeenkomsten zonder vorm (vormvrij).

 

Formele overeenkomsten

Overeenkomsten waarbij een vormvereiste geldt.

Kortstondige overeenkomsten

Nadat de verbintenissen zijn voldaan is de contractuele verhouding beindigd.

 

Duurovereenkomsten

Overeenkomsten van bepaalde of onbepaalde duur.

Contractsvrijheid

Partijen mogen zelf bepalen met wie, hoe en wanneer zij een overeenkomst sluiten.

Consensualisme

Vormvrijheid, verklaringen kunnen in welke vorm dan ook geschieden.

Pacta sunt servanda

Belofte maakt schuld oftewel een overeenkomst moet in principe worden nagekomen.

 

 

B.   Totstandkoming

 

Wilsverklaring

Een individu bepaalt de inhoudt van een rechtshandeling. Zie ook consensualisme.

 

Stilzwijgende wilsverklaringen

 

Een verklaring d.m.v. bijvoorbeeld een gebaar of knikje.

Ontvangsttheorie

 

Om werking te hebben, moet een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, die persoon hebben bereikt.

 

De wilsvertrouwensleer

Het stelstel van art. 3:33 en 3:35 BW, waarbij de uiterlijke schijn, dat wat de ontvanger redelijkerwijs uit de verklaring mocht opmaken voorrang heeft.

Wilsleer

De interne wil van de persoon die handelt is doorslaggevend.

 

Verklaringsleer.

De verklaring van de handelende persoon is doorslaggevend.

Vertrouwensleer

 

Het vertrouwen van de wederpartij is doorslaggevend.

 

Oneigenlijke dwaling

Partijen hebben een onjuiste voorstelling over de inhoud van hun verklaringen.

De geestelijke stoornis

In het geval dat iemand een verklaring aflegt onder invloed van een geestelijke stoornis, bepaalt art. 3:34 BW dat de wil wordt geacht te ontbreken.

Gerechtvaardigd vertrouwen

 

De wederpartij kan zich terecht beroepen op het door de verklaring gewekte vertrouwen.

Goede trouw

 

Men is te goeder trouw indien er onderzoek wordt gedaan naar de ware bedoelingen van de andere persoon, als daar een aanleiding voor is.

 

De rechtshandeling onder tijdsbepaling of voorwaarde

Een rechtshandeling waarbij de rechtsgevolgen afhankelijk zijn gesteld van een voorval dat onzeker is.

De schijnhandeling

Een gesimuleerde rechtshandeling.

Precontractuele fase

Een korte of lange periode voordat het onderhandelen begint.

Aanbod

Een eenzijdig gerichte rechtshandeling, waarbij er een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst wordt gedaan.

De optie

Een beding, waarbij een partij zich verbindt om, indien de wederpartij dat wenst, met haar een bepaalde overeenkomst te sluiten (onherroepelijk aanbod).

Aanvaarding

Het accepteren van de wederpartij op het tot haar gerichte aanbod.

Battle of forms

 

Aanbod en aanvaarding verwijzen naar verschillende algemene voorwaarden.

 

De plas/Valburg doctrine

Arrest van de HR waarin de vraag wat de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich meebrengen, afhankelijk wordt gesteld van het stadium waarin de onderhandelingen op het moment van het afbreken verkeerden.

 

 

C.   De vertegenwoordiging en volmacht

 

Directe vertegenwoordiging

De een krijgt rechtens de bevoegheid om rechtshandelingen te verrichten in naam van een ander.

 

Onmiddellijke of eigenlijke vertegenwoordiging

Handelen in naam van de principaal.

Middellijke vertegenwoordiging

Wanneer iemand niet in naam van de ander handelt, maar wel in opdracht en voor rekening van de ander.

Volmacht

Een vorm van vertegenwoordiging, waarbij de vertegenwoordigde (de principaal) de bevoegdheid door een rechtshandeling, een volmachtverlening aan de vertegenwoordiger verleent.

Lastgeving

Overeenkomst van opdracht, waarbij de lasthebber zich jegens de lastgever verbindt om voor rekening van de lastgever een of meer rechtshandelingen te verrichten.

Volmachtverlening

Een rechtshandeling, waarbij de bevoegdheid tot vertegenwoordiging wordt gegeven.

Aan functie verbonden volmacht

De volmacht vloeit voort uit de aanstelling in een bepaalde functie.

Het toedoenvereiste

Het vertrouwen moet gegrond zijn op een verklaring of gedraging van de achterman oftewel de achterman moet de wederpartij vertrouwen hebben gegeven.

De bekrachting

Een handeling waardoor de ongeldigheid van een rechtshandeling, buiten de tussenpersoon om, wordt geheeld.

Selbsteintritt

De tussenpersoon handelt in een dubbele hoedangheid, dus als gevolmachtigde en als wederpartij.

Onherroepelijke volmacht

Er kan niet herroepen worden, de volmacht blijft zijn werking behouden.

 

 

D. Nietigheid en vernietigbaarheid: gronden

 

Nietig

De rechtsgevolgen die partijen voor ogen hadden ontbreken. Doel: het algemeen belang of de belangen van derden beschermen.

 

Vernietigbaar

De rechtshandeling is geldig maar partijen kunnen deze vernietigen. Vernietiging heeft terugwerkende kracht.

 

Handelingsonbekwaamheid

Een persoon is in het algemeen niet in staat om zichzelf onaantastbaar te binden. De persoonlijke eigenschappen spelen een rol. Bijvoorbeeld: minderjarigen, onder curatele gestelden.

Handelingsonbevoegdheid

Een persoon is alleen onbevoegd in bijzondere gevallen. Bijvoorbeeld: rechters, advocaten (belangenverstrengeling).

Formalisme

 

Een contract moet steeds in een bepaalde vorm geschieden (vormvereisten).

Consensualisme

Overeenkomsten komen tot stand door wilsovereenstemming van partijen (vormvrij).

Voorovereenkomst

 

Indien partijen voor het sluiten van de formele overeenkomst, afspraken maken. De voorovereenkomst moet aan dezelfde voorschriften voldoen als de formele overeenkomst. Art. 6:226 BW

 

Het beginsel van contractsvrijheid

Iedereen is in beginsel vrij om om zelf te bepalen met wie hij een overeenkomst sluit.

 

Autonomiebeginsel

Een individu bepaalt zelf zijn persoonlijke, maatschappelijke en economische ontwikkeling en het recht erkent in beginsel de door het individu gedane keuzes.

Dwingend recht

Er mag niet van de wettelijke regels worden afgeweken.

Goede zeden

Opvattingen over de samenleving. Bijvoorbeeld: huwelijk, gezin.

Wilsgebrek

Een persoon verricht een rechtshandeling, maar zijn wil is hiertoe op gebrekkige wijze gevormd. 4 wilsgebreken: dwaling, bedrog, bedreiging en misbruik van omstandigheden.

Dwaling

Een onjuiste voorstelling van zaken.

Oneigenlijke dwaling

Wil en verklaring dekken elkaar niet

Eigenlijke dwaling

Wil en verklaring stemmen overeen, maar de wil van een of beide partijen heeft zich op onjuiste wijze gevormd.

Wederzijdse dwaling

Beide partijen hebben een onjuiste voorstelling van zaken.

Bedrog

Iemand heeft een ander opzettelijk in dwaling gebracht (willens en wetens).

 

Bedreiging

Als iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door onrechtmatig deze of een derde met enig nadeel in persoon of goed te bedreigen, art. 3:44 lid 2 BW.

Misbruik van omstandigheden

Een situatie waarin een persoon door bijzondere omstandigheden bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling en de wederpartij maakt hier misbruik van. Bijvoorbeeld: noodtoestand, afhankelijkheid, onervarenheid.

Voortbouwende overeenkomst

 

Een overeenkomst waarbij de onderliggende rechtsverhouding ontbreekt.

Actio pauliana

Vernietigingsactie

Onverplichte rechtshandeling

Dit houdt in dat de schuldenaar geen uit de wet of overeenkomst voortvloeiende verplichting had tot het verrichten van de rechtshandeling.

 

 

E.   Nietigheid en vernietigbaarheid: gevolgen

 

Nietigheid

Een rechtshandeling bestaat in het geheel niet en wordt geacht nooit te hebben bestaan.

 

Partiële nietigheid

De nietige rechtshandeling blijkt slechts in bepaalde onderdelen krachteloos te zijn.

Conversie

De nietige rechtshandeling wordt van rechtswege omgezet in een geldige rechtshandeling.

 

Bekrachtiging

Een nietige rechtshandeling kan weer geldig worden, doordat het ontbrekende wettelijke vereiste wordt vervuld , d.m.v. een rechtshandeling.

 

Convalescentie

Een nietige rechtshandeling kan weer geldig worden, doordat het ontbrekende wettelijke vereiste wordt vervuld, d.m.v. een rechtsfeit.

Terugwerkende kracht

 

De nietige rechtshandeling wordt weer geldig. Het tijdstip waarop de rechtshandeling werd verricht is het moment van totstandkoming van de rechtshandeling.

 

Relatieve nietigheid

De nietige rechtshandeling is alleen geldig t.o.v. bepaalde betrokkenen en niet geldig t.o.v. anderen.

Absolute nietigheid

Nietigheid ten op zichte van iedereen

Verjaring

Verstrijking van bijvoorbeeld een termijn om een rechtshandeling te vernietigen.

 

 

F.   Algemene voorwaarden

 

Dwingend recht

Recht waarvan niet afgeweken mag worden.

Algemene voorwaarden

Een of meer bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd. Art. 6:231 sub a BW

Bestemmingscriterium

De voorwaarden worden voor meerdere overeenkomsten gebruikt/opgenomen.

Kernbedingen

De prestatie geeft de kern aan van het beding. Essentiële punten van de overeenkomst.

Gebruiker

De persoon die algemene voorwaarden in een overeenkomst gebruikt.

Wederpartij

De persoon die de gelding van de algemene voorwaarden heeft aanvaard door ondertekening.

Battle of forms

De contractsluitende partijen verwijzen elk naar hun eigen algemene voorwaarden.

Onredelijk bezwarend

Algemene voorwaarden die gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval intolerabel zijn.

De zwarte lijst

Bedingen in algemene voorwaarden die worden aangemerkt als onredelijk bezwarend, worden op deze lijst geplaatst. Het gevolg hiervan is dat het beding vernietigbaar is.

De grijze lijst

Bedingen in algemene voorwaarden die worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn, worden op deze lijst geplaatst.

Reflexwerking

Indirect effect van de zwarte en grijze lijsten. Dus niet alleen consumenten kunnen zich erop beroepen, maar ook gelijksoortige wederpartijen.

De Europese (oranje) lijst

Een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. Deze lijst dient alleen ter ondersteuning van argumenten die pleiten voor een beding dat onredelijk bezwarend is.

 

 

G.   Rechtsgevolgen van de overeenkomst t.a.v. partijen

 

Gerechtvaardigd vertrouwen

Bepaald gewekt vertrouwen.

Wilsvertrouwensleer

Het stelstel van art. 3:33 en 3:35 BW, waarbij de uiterlijke schijn, dat wat de ontvanger redelijkerwijs uit de verklaring mocht opmaken voorrang heeft.

Aanvullend recht / regelend recht

Bepalingen die aanvulling geven aan wat partijen zijn overeengekomen.

Dwingend recht

Bepalingen waarvan partijen niet kunnen afwijken.

Gewoonterecht

 

Een bepaalde gedragslijn/gewoonte die door iedereen wordt gevolgd en aanvaard, afwijking hiervan is onrechtmatig.

Het bestendig gebruikelijk beding

De wederpartij behoort te begrijpen dat het beding werking had, indien het niet afgewezen werd.

Redelijkheid en billijkheid

Ongeschreven recht. Algemeen erkende rechtsbeginselen, de in Nederland levende rechtsovertuigingen en de betrokken maatschappelijke en persoonlijke belangen.

Aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid

De redelijkheid en billijkheid vult de overeenkomst aan.

Beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid

De redelijkheid en billijkheid maakt inbreuk op hetgeen uit de overeenkomst voortvloeit.

Inhoudstoetsing

Men kan zich niet op de inhoud van een beding beroepen, omdat de redelijkheid en billijkheid in de wet staat.

Exoneratiebeding

De aansprakelijkheid van de schuldenaar wordt beperkt ten op zichte van hetgeen zonder het beding zou gelden.

Rechtsverwerking

Een persoon had eerst een recht dat hem toekwam, maar na rechtsverwerking wordt dit recht hem ontzegd.

Onvoorziene omstandigheden

Er doet zich een verandering van feiten voor, waardoor de vraag is of partijen hier nog wel gebonden aan zijn.

Constitutief karakter rechterlijke beslissing

De rechter stelt vast wat krachtens zijn vonnis tussen partijen geldt en constateert dus niet wat van rechtswege tussen partijen gold.

Samenloop

De verhouding van een bepaling ten opzichte van andere leerstukken en bepalingen.

Duurovereenkomsten

Een overeenkomst waaruit voortdurend rechten en verplichtingen vloeien.

Haviltex-arrest

Het gaat er om wat partijen in de gegeven omstandigheden uit elkaars verklaringen en gedragingen redelijkerwijs omtrent elkanders bedoelingen mochten afleiden.

 

 

H.    De rechtsgevolgen van overeenkomsten t.a.v. derden

 

Droit de suite

Zaaksgevolg

Relativiteitsbeginsel

Een persoon is slechts bevoegd ten aanzien van zijn eigen persoon.

Realitiviteit

In beginsel werken overeenkomsten alleen tussen partijen en hebben ze geen gevolgen voor derden.

Derdebeding

Een derde kan aan een overeenkomst een recht ontlenen, indien partijen aldus zijn overeengekomen en mits de derde het ten behoeve van hem gemaakte beding aanvaardt.

Kwalitatieve rechten

Een kwalitatief recht is een recht dat aan een bepaalde zaak of kwaliteit (vorm) is verbonden, waardoor het recht van rechtswege overgaat met het toebehorend goed.

Kwalitatieve verplichtingen

De kwalitatieve verplichting houdt in dat bij een overeenkomst kan worden bedongen dat de verplichting van een der partijen om iets te dulden of niet te doen ten aanzien van een haar toebehorend registergoed, zal overgaan op degenen die het goed of een recht tot gebruik van een goed onder bijzondere titel zullen verkrijgen (art. 6:252 BW).

Het kettingbeding

Een kettingbeding is een beding dat bepaalde verplichtingen oplegt aan de verkrijger van een goed. Deze dient het beding, onder gelijk beding, op straffe van een boete, op nieuwe verkrijgers over te dragen. In tegenstelling tot de kwalitatieve verplichting, heeft een kettingbeding alleen werking wanneer het wordt overgedragen, ofwel is zuiver obligatoir van aard.

Blokkering van de paardensprong

Iemand, die een partij wegens een verweermiddel niet kan aanspreken, kan niet diens ondergeschikte daarvoor in de plaats aanspreken (paardensprong).

Bron

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Law and public administration - Theme

Law and public administration - Theme

Image
Summaries, internships, tips and tools for study and work in law and public administration Definitions, Jurisprudence, Stories, Subjects, Study assistance,
Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1882 1