Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Belastingrecht - UL - Oefententamen 5

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Lees het onderstaande artikel aandachtig door:

Google omzeilt belasting via Nederland

Laatste update: 23 oktober 2010 12:37

AMSTERDAM - Google 'ontduikt' via onder andere Nederland belastingen uit de Verenigde Staten en bespaarde over de afgelopen drie jaar op die manier ruim 3,1 miljard dollar (ongeveer 2,2 miljard euro). Dat blijkt uit onderzoek van persbureau Bloomberg.

Door gebruik te maken van de zogenaamde 'Dutch Sandwich-techniek' gaan inkomsten van Google naar Ierland, dan via Nederland naar Bermuda en uiteindelijk weer terug naar Ierland. Daarvandaan kan het geld als dividend worden uitgekeerd aan Googles aandeelhouders.

Het percentage winstbelasting dat Google in het buitenland moet betalen is door deze constructie verlaagd tot 2,4 procent. Het laagste percentage van de vijf grootste technologiebedrijven uit de VS. In veel landen is het officiële percentage belasting hoger dan 20 procent.

Er is in de VS nogal wat te doen rondom deze vorm van __________. De belastingtrucs zouden de Amerikaanse overheid volgens specialisten jaarlijks zestig miljard dollar kosten, terwijl onder andere de Nederlandse fiscus profiteert.

Double Irish

Google betaalde winstbelasting de afgelopen jaren in Ierland en profiteert zo van voordelige Ierse belastingwetten waardoor het de 12,5 procent officiële belasting ontloopt. De zogenaamde Double Irish-methode is gebouwd op twee bedrijven.

De een vraagt royalty's voor gebruik van het intellectueel eigendom. Op deze manier worden uitgaven gecreëerd die het belastbaar inkomen van een bedrijf verlagen. Een ander bedrijf int de royalty's in een land dat Ierse belastingen negeert, zoals Bermuda.

Om te ontkomen aan een voorheffing op de winstbelasting als het geld Ierland verlaat wordt het naar een Nederlandse Google-BV gestuurd. Ierse belastingwetten geven sommige Europese landen, waaronder Nederland, namelijk vrijstelling van royaltybelastingen, normaal gesproken ongeveer 15 procent.

"Vervolgens kunnen de royalty's ons land vrijwel onbelast verlaten richting Bermuda", vertelt Peter Smits, hoogleraar fiscale economie van de Erasmus Universiteit en verbonden aan Deloitte.

"Het geld staat hooguit een dag of twee in Nederland geparkeerd. Daarom heeft de Nederlandse belastingdienst kennelijk een speciale afspraak gemaakt met Google, waarbij is afgesproken dat Nederland over 0,2 procent van de geldstroom vennootschapsbelasting int."

Buitenlandse artiesten als U2 en The Rolling Stones gebruiken dezelfde constructie, en ook een groot bedrijf als IKEA heeft vanwege het gunstige belastingklimaat zijn hoofdkantoor in Nederland gevestigd. Jaarlijks stromen zo duizenden miljarden euro's door Nederland.

Vul het ontbrekende woord in:

  1. Belastingfraude.
  2. Belastingontduiking.
  3. Belastingontwijking.
  4. Boxhopping.

Vraag 2

Professor Smits merkt op dat de royalty’s onbelast ons land verlaten richting Bermuda. Wat is de juiste onderbouwing van deze stelling?

  1. Er is geen verdrag gesloten tussen Nederland en Bermuda. Het Besluit voorkoming dubbele belasting is van toepassing en wijst het heffingsrecht toe een Bermuda.
  2. Het verdrag Nederland – Bermuda (conform het OESO-modelverdrag) wijst het heffingsrecht toe aan Bermuda.
  3. Nederland kent geen bronheffing op uitgaande royalty’s.
  4. Nederland kent geen winstbelasting op uitgaande royalty’s.

Vraag 3

Uit het artikel blijkt dat de Nederlandse Belastingdienst kennelijk een speciale afspraak heeft gemaakt met Google BV, waarbij is afgesproken dat Nederland over 0,2% van de geldstroom vennootschapsbelasting int. Op grond van welk beginsel wil Nederland vennootschapsbelasting heffen?

  1. Het bronbeginsel.
  2. Het nationaliteitsbeginsel.
  3. Het vermogensbeginsel.
  4. Het woonplaatsbeginsel.

Vraag 4

Een van de leden van The Rolling Stones, Rob Wolff, besluit in Nederland fiscaal recht te gaan studeren. Hij begrijpt niks van het Nederlandse rechtssysteem en de afspraken met de Belastingdienst en hoopt na deze opleiding flink geld te gaan besparen. Rob houdt zijn eigen woning in Engeland aan. Hij verblijft hoofdzakelijk in zijn woning in Engeland. In Nederland opent hij een spaarrekening voor zijn studiekosten en huurt hij een appartementje waar hij twee weekenden per maand verblijft. Door de week verhuurt hij dit appartement aan zijn Leidse nichtje. Hiervoor ontvangt hij maandelijks een vergoeding.

Is Rob belastingplichtig in Nederland?

N.B. Bij de beantwoording van deze vraag hoeft geen rekening te worden gehouden met het verdrag dat is gesloten tussen Nederland en Engeland.

  1. Rob is in Nederland binnenlands belastingplichtig. Het appartement, de huurinkomsten en de spaarrekening worden in de belastingheffing betrokken in box 3.
  2. Rob is in Nederland binnenlands belastingplichtig. Het appartement en de huurinkomsten worden in de belastingheffing betrokken in box 3.
  3. Rob is in Nederland buitenlands belastingplichtig. De huurinkomsten en de spaarrekening worden in de belastingheffing betrokken in box 3.
  4. Rob is in Nederland buitenlands belastingplichtig. Het appartement wordt in de belastingheffing betrokken in box 3.

Vraag 5

Cherry exploiteert in Deventer haar eigen kapperszaak ‘Mooi rood is niet lelijk’ (eenmanszaak). De zaak is in Deventer en omstreken bekend om de rode haarverfbehandeling die Cherry haar klanten – naast de reguliere kappersbehandelingen – aanbiedt. Deze behandeling is niet goedkoop. Cherry verdient er dan ook goed aan. Per jaar heeft zij € 100.000 aan inkomsten uit de behandeling. Zij dient over deze inkomsten eigenlijk € 40.000 inkomstenbelasting te betalen. Cherry heeft echter als motto: ‘Belasting betalen is voor dummies’ en geeft deze inkomsten niet op in haar aangifte inkomstenbelasting. Zij vermeldt enkel de inkomsten uit de reguliere kappersbehandelingen. De inspecteur, die ook in Deventer woont, volgt in eerste instantie haar aangifte. Vier jaar later realiseert hij zich dat Cherry wel erg weinig belasting heeft betaald. Hij weet namelijk dat Cherry bekend is om haar haarverfbehandelingen. Hij gaat op onderzoek uit en ontdekt dat Cherry de inkomsten uit de rode haarverfbehandeling niet heeft opgegeven. Wat kan de inspecteur doen?

  1. De inspecteur kan de te weinig betaalde inkomstenbelasting naheffen.
  2. De inspecteur kan de te weinig betaalde inkomstenbelasting navorderen.
  3. De inspecteur kan niets doen, er is immers geen sprake van een nieuw feit.
  4. De inspecteur kan niets doen, er is immers sprake van een pleitbaar standpunt.

Vraag 6

Het opleggen van een vergrijpboete kan een belastingplichtige voorkomen door tijdig “in te keren”. Tot welke moment kan dit zonder boete?

  1. Tot drie jaar na het vergrijp, maar voordat de Belastingdienst de belastingplichtige heeft aangemerkt als ‘zwartspaarder’.
  2. Tot drie jaar na het vergrijp, ook al heeft de Belastingdienst de belastingplichtige al aangemerkt als ‘zwartspaarder’.
  3. Tot twee jaar na het vergrijp, maar voordat de Belastingdienst de belastingplichtige heeft aangemerkt als ‘zwartspaarder’.
  4. Tot twee jaar na het vergrijp, ook al heeft de Belastingdienst de belastingplichtige al aangemerkt als ‘zwartspaarder’.

Vraag 7

Marcy (55 jaar) is gelukkig getrouwd met Pieter (60 jaar). Zij hebben samen een dochter Rinske (28 jaar). Rinske is een laatbloeier, is niet getrouwd en woont nog thuis. Na 35 jaar huwelijk is Pieter plotseling hevig verliefd geworden op zijn buurvrouw Trudie. Pieter dient op 1 december van jaar 1 een verzoek tot echtscheiding in dat wordt ingewilligd. Pieter trekt in bij Trudie en laat Marcy en Rinske achter. Pieter en Trudy ondertekenen op 1 januari van jaar 2 een door de notaris opgesteld samenlevingscontract. Ook de achtergebleven Marcy en Rinske laten op 1 januari van jaar 2 een notarieel samenlevingscontract opstellen. Pieter laat zich op 1 januari van jaar 2 bij de gemeente registreren op het adres van Trudie. Het huis is en blijft eigendom van Trudie.

Vraag: wie kwalificeren voor het jaar 2012 als partners voor de Wet inkomstenbelasting 2001? NB zowel de wettekst 2012 als de wettekst 2013 kunnen worden gebruikt voor de beantwoording van de vraag.

  1. Pieter met Trudie.
  2. Pieter met Trudie en Marcy met Rinske.
  3. Pieter met Trudie en Pieter met Marcy.
  4. Pieter met Trudie, Pieter met Marcy en Marcy met Rinske.

Vraag 8

Jos en Cor (beiden 70 jaar) hebben een dochter Kris (30 jaar). Jos en Cor beginnen ouderdomsklachten te krijgen en kunnen daarom veel huishoudelijke taken niet meer zelf uitoefenen. Kris schiet haar ouders te hulp en komt wekelijks een ochtend bij hen schoonmaken. Omdat zij daardoor een ochtend minder bij haar huidige werkgever kan werken, derft zij inkomsten. Zij wil voor het schoonmaken dan ook wel een vergoeding ontvangen. Jos en Cor spreken met Kris af dat zij Kris een bedrag van € 50 per week betalen voor de werkzaamheden. Welke van de volgende alternatieven is juist?

De vergoeding die Kris voor haar schoonmaakwerkzaamheden ontvangt zijn:

  1. belast in box 1 en 3 van de inkomstenbelasting.
  2. belast in box 3 van de inkomstenbelasting.
  3. belast in de vennootschapsbelasting.
  4. niet belast.

Vraag 9

Mies en Joop zijn getrouwd en hebben één kind, Kevin. Kevin heeft één dochter: Jip. Mies komt te overlijden. Haar nalatenschap bestaat op dat moment uit:

  • een woning met een WOZ-waarde van € 210.000;

  • op de woning rust een hypotheekschuld op naam van Mies van € 40.000;

  • een bankrekening met een saldo van € 20.000.

In haar testament heeft Mies Joop, Kevin en Jip tot haar erfgenamen benoemd, ieder voor een gelijk deel. Zij heeft in haar testament een legaat van € 10.000 opgenomen ten behoeve van Unicef. Hoeveel verkrijgt een ieder op grond van het testament en tegen welk tarief zijn de verkrijgingen belast?

  1. Joop, Kevin en Jip verkrijgen ieder € 63.333, Unicef verkrijgt € 10.000; De verkrijging van Joop is volledig vrijgesteld, de verkrijging van Kevin en Jip wordt belast tegen 10%, de verkrijging van Unicef is volledig vrijgesteld.
  2. Joop, Kevin en Jip verkrijgen ieder € 60.000, Unicef verkrijgt € 10.000; De verkrijging van Joop is volledig vrijgesteld, de verkrijging van Kevin en Unicef wordt belast tegen 10%, de verkrijging van Jip wordt belast tegen 18%.
  3. Joop, Kevin en Jip verkrijgen ieder € 60.000, Unicef verkrijgt € 10.000; De verkrijging van Joop is volledig vrijgesteld, de verkrijging van Kevin wordt belast tegen 10%, de verkrijging van Jip wordt belast tegen 18%, de verkrijging van Unicef is volledig vrijgesteld.
  4. Joop, Kevin en Jip verkrijgen ieder € 63.333, Unicef verkrijgt € 10.000; De verkrijging van Joop is volledig vrijgesteld, de verkrijging van Kevin wordt belast tegen 10%, de verkrijging van Jip wordt belast tegen 18%, de verkrijging van Unicef is volledig vrijgesteld.

Vraag 10

Jolien bezit 8% van de aandelen in De Schouw BV. Tevens bezit zij 3% van de winstbewijzen van deze vennootschap. Zij verkoopt haar aandelen voor € 80.000. Jolien heeft de aandelen een paar jaar geleden gekocht voor € 40.000. Zij verkoopt tevens haar winstbewijzen voor € 120.000. Jolien heeft de winstbewijzen een paar jaar geleden gekocht voor € 90.000. Welke van de volgende alternatieven is juist?

  1. Een bedrag van € 30.000 wordt ter zake van de verkopen belast in box 2 van de inkomstenbelasting.
  2. Een bedrag van € 40.000 wordt ter zake van de verkopen belast in box 2 van de inkomstenbelasting.
  3. Een bedrag van € 70.000 wordt ter zake van de verkopen belast in box 2 van de inkomstenbelasting.
  4. Er wordt ter zake van de verkopen geen inkomstenbelasting geheven.

Vraag 11

Welke uitspraak met betrekking tot het opleggen van een fiscale boete is juist?

  1. Bij afwezigheid van alle schuld (AVAS) mag een verzuimboete worden opgelegd.
  2. Indien sprake is van een opzettelijk onjuist gedane aangifte door een belastingplichtige, moet de overheid de belastingplichtige een fiscale boete opleggen en tegelijkertijd strafrechtelijk vervolgen.
  3. Een fiscale boete kan alleen opgelegd worden in het geval sprake is van opzet of grove schuld.
  4. Indien sprake is van een ‘pleitbaar standpunt’ van de belastingplichtige kan geen vergrijpboete worden opgelegd, ook al wordt dat standpunt door de rechter onjuist bevonden.

Vraag 12

Moedermaatschappij BV bezit alle aandelen in Dochtermaatschappij BV. Moedermaatschappij BV stort een bedrag van € 100.000 in Dochtermaatschappij BV. Met dit geld ontplooit Dochtermaatschappij BV nieuwe activiteiten. De zaken gaan goed, Dochtermaatschappij BV behaalt een behoorlijke winst. Aan het eind van het jaar vindt een dividenduitkering plaats ter grootte van € 10.000 aan Moedermaatschappij BV.

Welke stelling is juist ten aanzien van de belastingheffing bij Dochtermaatschappij BV?

  1. De ontvangen kapitaalstorting is bij Dochtermaatschappij BV belast; het betaalde dividend is aftrekbaar.
  2. De ontvangen kapitaalstorting is bij Dochtermaatschappij BV belast; het betaalde dividend is niet aftrekbaar.
  3. De ontvangen kapitaalstorting is bij Dochtermaatschappij BV niet belast; het betaalde dividend is aftrekbaar.
  4. De ontvangen kapitaalstorting is bij Dochtermaatschappij BV niet belast; het betaalde dividend is niet aftrekbaar.

Vraag 13

Belastingverdragen bevatten regels:

  1. die niet in een eenzijdige regeling kunnen worden vastgelegd.
  2. ter voorkoming van economisch dubbele belasting.
  3. ter voorkoming van economisch en juridisch dubbele belasting.
  4. ter voorkoming van juridisch dubbele belasting.

Vraag 14

De ‘meerderheidsregel’ is een onderdeel van:

  1. het beginsel van fair play.
  2. het gelijkheidsbeginsel.
  3. het vertrouwensbeginsel.
  4. het zorgvuldigheidsbeginsel.

Vraag 15

Stefan bezit op 1 januari 2012 het volgende:

  • een horloge ter waarde van € 10.000 dat hij dagelijks draagt.

  • een fabriekspand in Uithoorn ter waarde van € 100.000. Het fabriekspand – dat onverzekerd was – wordt op 1 juli 2012 door brand verwoest en heeft een restwaarde van nihil.

  • een privéauto ter waarde van € 20.000.

  • een verzameling antieke klokken ter waarde van € 200.000 die hij aanhoudt om deze te verkopen en er zo geld mee te verdienen.

  • een erfbelastingschuld van € 20.000.

Hoeveel bedraagt het forfaitaire rendement dat wordt meegenomen in de aanslaginkomstenbelasting over het jaar 2012? Ga uit van een heffingvrij vermogen van € 20.000 en een belastingtarief van 30%.

  1. 4% * € 60.000.
  2. 4% * € 160.000.
  3. 4% * € 210.000.
  4. 4% * € 260.000.

Vraag 16

De reden dat bepaalde zorgkosten aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting is een toepassing van:

  1. het draagkrachtbeginsel.
  2. het progressiviteitsbeginsel.
  3. het profijtbeginsel.
  4. het vertrouwensbeginsel.

Vraag 17

Welke stelling ten aanzien van ‘vereenvoudiging van de belastingwetgeving’ is onjuist?

  1. Vereenvoudiging van belastingwetgeving leidt tot begrijpelijke wetgeving en draagt bij aan een betere belastingmoraal.
  2. Vereenvoudiging van belastingwetgeving levert een bijdrage aan robuuste en fraudebestendige regelgeving.
  3. Vereenvoudiging van belastingwetgeving wordt belemmerd door fiscaal instrumentalisme.
  4. Zeer complexe belastingwetgeving kan door burgers terzijde worden gesteld met een beroep op het beginsel van eenvoud.

Vraag 18

Op 20 december 2012 sluit de heer Leendert een overeenkomst tot verkoop van 10% van zijn aandelen in Xtra B.V. De aandelen worden juridisch geleverd op 15 januari 2013.

Welk antwoord is juist?

  1. De inkomsten uit de aandelenverkoop worden aangemerkt als een regulier voordeel en leidt tot belastingheffing in 2012.
  2. De inkomsten uit de aandelenverkoop worden aangemerkt als een regulier voordeel en leidt tot belastingheffing in 2013.
  3. De inkomsten uit de aandelenverkoop worden aangemerkt als een vervreemdingsvoordeel en leidt tot belastingheffing in 2012.
  4. De inkomsten uit de aandelenverkoop worden aangemerkt als een vervreemdingsvoordeel en leidt tot belastingheffing in 2013.

Vraag 19

Mevrouw Steppe drijft een onderneming in de zin van de Wet IB 2001. Aan het begin van het jaar is haar fiscale ondernemingsvermogen € 80.000. Aan het einde van het jaar bedraagt haar fiscale ondernemingsvermogen € 70.000. Gedurende het jaar heeft mevrouw Steppe maandelijks € 2.000 uit de kas van de onderneming gebruikt voor het doen van privéboodschappen. Daarnaast heeft mevrouw Steppe lopende het jaar één van haar eigen computers ter waarde van € 3.000 voor de onderneming bestemd. Voor het overige zijn geen fiscaal relevante gebeurtenissen te melden over dit jaar.

Welke van de volgende stellingen is juist?

  1. In het onderhavige jaar heeft mevrouw Steppe een verlies geleden van € 7.000.
  2. In het onderhavige jaar heeft mevrouw Steppe een verlies geleden van € 10.000.
  3. In het onderhavige jaar heeft mevrouw Steppe een winst gemaakt van € 11.000.
  4. In het onderhavige jaar heeft mevrouw Steppe een winst gemaakt van € 14.000.

Vraag 20

Rijkste Fransman wil Belg worden

Van onze correspondent

PARIJS - Bernard Arnault, de rijkste man van Frankrijk, heeft de Belgische nationaliteit aangevraagd. De vermeende vlucht van de multimiljardair doet de discussie weer oplaaien over de rijkentaks van Hollande, die de hoogste inkomens flink extra wil belasten. De eigenaar van onder andere Louis Vuitton beweert echter gewoon aan de Franse fiscus te blijven betalen.

Lees het bericht dat op internet is verschenen en beantwoord de volgende vraag die betrekking heeft op een Nederlandse situatie.

Welke stelling is juist?

  1. Het verkrijgen van een andere nationaliteit levert een eindafrekeningsmoment met naheffingsaanslag op.
  2. Het verkrijgen van een andere nationaliteit maakt dat een inwoner van Nederland niet langer belastingplichtig is voor toepassing van de Wet IB 2001.
  3. Het verkrijgen van een andere nationaliteit maakt dat een inwoner van Nederland uitsluitend nog belastingplichtig is ten aanzien van Nederlands inkomen in de zin van de Wet IB 2001.
  4. Het verkrijgen van een andere nationaliteit maakt voor toepassing van de Wet IB 2001 geen verschil voor de belastingplicht van een inwoner van Nederland.

Vraag 21

De heer Santvliet heeft zijn garage onlangs opgeruimd. De spullen die hij niet meer nodig heeft, biedt hij te koop aan via internet. Hij verkoopt een grasmaaier, statafel en bedbank voor € 750. De heer Santvliet vraagt zich af of dit bedrag kan worden belast als resultaat uit overige werkzaamheden.

Welk antwoord is juist?

  1. Bij de verkoop is geen sprake van een objectief te verwachten voordeel en de verkoopopbrengst is daarom niet belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
  2. De opbrengst van het verkopen van bezittingen via internet is belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
  3. De verkochte spullen behoren tot de uitgezonderde bezittingen in box 3 en om die reden kan geen sprake zijn van resultaat uit overige werkzaamheden.
  4. De verkoop vindt niet in het economische verkeer plaats en is daarom niet belast als resultaat uit overige werkzaamheden.

Vraag 22

Zwijn I Zwijn II

Zwijn I (lees: een natuurlijk persoon) betoogt dat hij zijn onderneming drijft in de vorm van een BV. Hij had er ook voor kunnen kiezen om zijn onderneming te drijven in de vorm van een eenmanszaak. Hoe verloopt de belastingheffing in de beide situaties?

N.B. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met de dividendbelasting.

  1. In geval de onderneming wordt gedreven in de vorm van een eenmanszaak, wordt Zwijn I belast in box 1 van de inkomstenbelasting. In geval de onderneming wordt gedreven in een BV, dan wordt de BV belast in de vennootschapsbelasting. Op het moment dat dividend wordt uitgekeerd aan Zwijn I, is de deelnemingsvrijstelling van toepassing. Hierdoor ontvangt Zwijn I de dividenduitkering onbelast.
  2. In geval de onderneming wordt gedreven in de vorm van een eenmanszaak, wordt Zwijn I belast in box 1 van de inkomstenbelasting. In geval de onderneming wordt gedreven in een BV, wordt de BV belast in de vennootschapsbelasting. Op het moment dat dividend wordt uitgekeerd aan Zwijn I, wordt hij belast in box 2 van de inkomstenbelasting.
  3. In geval de onderneming wordt gedreven in de vorm van een eenmanszaak, wordt het Zwijn I belast in box 2 van de inkomstenbelasting. In geval de onderneming wordt gedreven in een BV, wordt de BV belast in de vennootschapsbelasting. Op het moment dat dividend wordt uitgekeerd aan Zwijn I, wordt hij belast in box 1 van de inkomstenbelasting.
  4. In geval de onderneming wordt gedreven in de vorm van een eenmanszaak, wordt Zwijn I belast in box 2 van de inkomstenbelasting. In geval de onderneming wordt gedreven in een BV, wordt de BV belast in de vennootschapsbelasting. Op het moment dat dividend wordt uitgekeerd aan Zwijn I, wordt hij belast in box 2 van de inkomstenbelasting.

Vraag 23

Jan BV bezit alle aandelen in Smit BV. Jan BV verstrekt een lening ter grootte van € 100.000 aan Smit BV. Smit BV is jaarlijks 5% rente verschuldigd.

Welke stelling is juist ten aanzien van de belastingheffing bij Smit BV?

  1. De ontvangen lening is bij Smit BV belast; de betaalde rente is aftrekbaar.
  2. De ontvangen lening is bij Smit BV belast; de betaalde rente is niet aftrekbaar.
  3. De ontvangen lening is bij Smit BV niet belast; de betaalde rente is aftrekbaar.
  4. De ontvangen lening is bij Smit BV niet belast; de betaalde rente is niet aftrekbaar.

Vraag 24

Welke van de volgende gevallen leidt in ieder geval tot de heffing van schenkbelasting in Nederland?

  1. De heer Jansen schenkt een bedrag van € 15.000 aan Amnesty International.
  2. De heer Jansen ontvangt een schenking van € 15.000 van een oom die in Italië woont.
  3. De heer Jansen schenkt een bedrag van € 15.000 aan een oom die in Spanje woont.
  4. De heer Jansen schenkt een bedrag van € 15.000 aan zijn 23-jarige dochter.

Vraag 25

De heer Vermeent drijft een onderneming als financieel adviseur en heeft uitsluitend belangrijke zakenmensen als cliënt. Hij gaat regelmatig – ongeveer 25 maal per jaar – dineren met klanten in zeer exclusieve sterrenrestaurants. De kosten van een dergelijk diner lopen op tot € 500. De inspecteur is van mening dat deze kosten wel erg hoog zijn en stelt dat de heer Vermeent vooral voor zijn eigen plezier naar zulke dure restaurants gaat. De inspecteur neemt het standpunt in dat een diner voor twee personen in alle redelijkheid niet meer dan € 150 behoort te kosten. In 2013 weigert de inspecteur dan ook een bedrag van € 8.750 in aftrek toe te laten.

Welk alternatief is juist?

  1. De inspecteur mag de omvang van zakelijke kosten in beginsel niet op hun juistheid toetsen, tenzij deze in een zodanige wanverhouding staan tot het nut daarvan voor de onderneming dat geen redelijk denkend ondernemer deze kosten zou hebben gemaakt. Afgezien van de wettelijke aftrekbeperking, kan aftrek van de dinerkosten op deze grond niet worden geweigerd.
  2. De inspecteur mag de omvang van zakelijke kosten in beginsel niet op hun juistheid toetsen, tenzij deze in een zodanige wanverhouding staan tot het nut daarvan dat geen redelijk denkend ondernemer deze kosten zou hebben gemaakt. In aanvulling op de wettelijke aftrekbeperking, is de aftrek van de dinerkosten op deze grond niet mogelijk tot boven het bedrag van € 150 per diner.
  3. Kosten voor voedsel, drank en genotmiddelen kunnen zakelijke uitgaven zijn, maar zijn in aftrek beperkt en kunnen maximaal voor € 4.400 in aftrek worden gebracht door de heer Vermeer.
  4. Kosten voor voedsel, drank en genotmiddelen zijn integraal van aftrek uitgesloten. Deze kosten zijn voor de heer Vermeent dan ook niet aftrekbaar.

Vraag 26

Pest BV heeft 5% van de aandelen in Parajoy Ltd. Parajoy Ltd is gevestigd in Londen en behaalt jaarlijks een winst ter grootte van € 100.000. Parajoy Ltd keert een deel van de winst uit aan Pest BV. Welke stelling is juist ter zake van de winstuitdeling?

  1. Aangezien de deelnemingsvrijstelling van rechtswege van toepassing is, wordt de winstuitdeling niet belast bij Pest BV.
  2. Aangezien de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, wordt de winst bij Parajoy Ltd niet belast.
  3. Aangezien Parajoy Ltd niet in Nederland gevestigd is, wordt de deelnemingsvrijstelling niet toegepast. De ontvangen winstuitkering wordt belast bij Pest BV.
  4. Indien een verzoek om toepassing van de deelnemingsvrijstelling wordt ingediend, wordt de winstuitdeling niet belast bij Pest BV.

Vraag 27

De heer Epke Zonder bezit 6% van de aandelen in Goud BV. Goud BV houdt op haar beurt 50% aandelen in Zilver BV. Daarnaast heeft de heer Epke Zonder rechtstreeks 1% van de aandelen in Zilver BV.

Welke stelling is juist?

  1. De heer Epke Zonder heeft een aanmerkelijk belang in Goud BV en in Zilver BV.
  2. De heer Epke Zonder heeft een aanmerkelijk belang in Goud BV, maar niet in Zilver BV.
  3. De heer Epke Zonder heeft geen aanmerkelijk belang in Goud BV en Zilver BV.
  4. De heer Epke Zonder heeft geen aanmerkelijk belang in Goud BV, maar wel in Zilver BV.

Vraag 28

  1. Uitspraak 1: De winst die de dochtervennootschappen behalen wordt fiscaal toegerekend aan de moedermaatschappij.

  2. Uitspraak 2: De ratio van de regeling is het voorkomen van dubbele belastingheffing.

Welk alternatief is juist?

  1. Beide uitspraken hebben betrekking op de regeling van de deelnemingsvrijstelling.
  2. Beide uitspraken hebben betrekking op de regeling van de fiscale eenheid.
  3. Uitspraak 1 heeft betrekking op de regeling van de deelnemingsvrijstelling, uitspraak 2 heeft betrekking op de regeling van de fiscale eenheid.
  4. Uitspraak 1 heeft betrekking op de regeling van de fiscale eenheid, uitspraak 2 heeft betrekking op de regeling van de deelnemingsvrijstelling.

Vraag 29

Welke van de volgende ondernemingen is niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting?

  1. Alterna NV.
  2. Eenmanszaak ‘De Leidse Glaszaak.’
  3. Snackbar Het Vosje BV.
  4. Stichting Muziek voor Deugd, die in concurrentie treedt met ondernemingen. Het winstoogmerk ontbreekt bij deze stichting.

Vraag 30

Welke stelling is juist?

  1. Het forfaitair rendement in box 3 is de waarde van de bezittingen minus de waarde van de schulden, voor zover dit meer bedraagt dan het heffingsvrije vermogen.
  2. Het forfaitair rendement in box 3 wordt bepaald door 1,2% te vermenigvuldigen met de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden aan het begin van het kalenderjaar, voor zover dit meer bedraagt dan het heffingsvrije vermogen.
  3. Het forfaitair rendement in box 3 wordt bepaald door 30% te vermenigvuldigen met de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden aan het begin van het kalenderjaar, voor zover dit meer bedraagt dan het heffingsvrije vermogen.
  4. Het forfaitair rendement in box 3 wordt bepaald door 4% te vermenigvuldigen met de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden aan het begin van het kalenderjaar, voor zover dit meer bedraagt dan het heffingsvrije vermogen.

Vraag 31

Primo BV bezit 95% van de aandelen in Nomo Ltd. Primo BV verstrekt een lening aan Nomo Ltd, met als gevolg dat Nomo Ltd een zakelijke rente is verschuldigd aan Primo BV. Welke stelling is juist ter zake van de belastingheffing bij Primo BV?

  1. Aangezien de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, wordt de ontvangen rente niet belast bij Primo BV.
  2. De ontvangen rente wordt gezien als winst van Primo BV en om die reden belast in de vennootschapsbelasting.
  3. Op grond van de winstdrainageregeling is de ontvangen rente onbelast bij Primo BV.
  4. De rente wordt niet belast bij Primo BV, omdat Primo BV een aanmerkelijk belang heeft in Nomo Ltd.

Vraag 32

Toenemende belastingconcurrentie tussen staten leidt vermoedelijk tot:

  1. Hogere benzineaccijnzen, hogere onroerendezaakbelastingen, lagere tarieven vennootschapsbelasting.
  2. Hogere benzineaccijnzen, lagere onroerendezaakbelastingen, lagere tarieven vennootschapsbelasting.
  3. Lagere benzineaccijnzen, hogere onroerendezaakbelastingen, hogere tarieven vennootschapsbelasting.
  4. Lagere benzineaccijnzen, hogere onroerendezaakbelastingen, lagere tarieven vennootschapsbelasting.

Vraag 33

Joop heeft 5% van de aandelen in Apel BV en 1% van de aandelen in Yfoon BV. De broer van Joop heeft 3% van de aandelen in Apel BV. Joops zoon Jon (25 jaar) heeft 2% van de aandelen in Apel BV. De vrouw van Joop heeft 4% van de aandelen in Yfoon BV.

In welke vennootschap(pen) heeft Joop een aanmerkelijk belang?

  1. In Apel BV.
  2. In Yfoon BV.
  3. In Apel BV en Y BV.
  4. Joop heeft geen aanmerkelijk belang.

Vraag 34

Wat is de verhouding tussen de loonbelasting en de inkomstenbelasting?

  1. De inkomstenbelasting is een naheffing op de loonbelasting. Niet in de aangifte loonbelasting opgegeven inkomsten worden op deze wijze alsnog belast.
  2. De inkomstenbelasting is een voorheffing op de loonbelasting. De betaalde inkomstenbelasting wordt verrekend met de latere aanslag loonbelasting.
  3. De loonbelasting is een naheffing op de inkomstenbelasting. Niet in de aangifte inkomstenbelasting opgegeven inkomsten worden op deze wijze alsnog belast.
  4. De loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. De betaalde loonbelasting wordt verrekend met de latere aanslag inkomstenbelasting.

Vraag 35

Welke twee stellingen geven de verhouding tussen het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 en een belastingverdrag het beste weer?

Stelling 1: Een belastingverdrag voorkomt dubbele belastingheffing bij binnenlands belastingplichtigen. Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 voorkomt dubbele belastingheffing bij buitenlands én binnenlands belastingplichtigen.​

Stelling 2: Een belastingverdrag voorkomt dubbele belastingheffing bij binnenlands en buitenlands belastingplichtigen. Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 voorkomt dubbele belastingheffing bij binnenlands belastingplichtigen.

Stelling 3: Een belastingverdrag regelt alleen voorkoming van dubbele belastingheffing indien het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 geen soelaas biedt.

Stelling 4: Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 regelt alleen voorkoming van dubbele belastingheffing indien een verdrag geen soelaas biedt.

  1. Stelling 1 en 3.
  2. Stelling 1 en 4
  3. Stelling 2 en 3
  4. Stelling 2 en 4.

Vraag 36

Wat is het doel van de vennootschapsbelasting?

  1. Er voor zorgdragen dat dividend- en rentebetalingen in concernverband gelijk worden belast.
  2. Functioneren als voorheffing op de loonbelasting.
  3. Het stimuleren van een winstuitdeling.
  4. Het voorkomen dat winsten onbelast blijven tot het moment van uitdeling.

Vraag 37

Stelling I. Het doel van box 2 is om een specifieke categorie aandeelhouders (namelijk degenen met een aanmerkelijk belang) uit te zonderen van het gunstige regime van box 3.

Stelling II. Het doel van box 2 is om te zorgen dat dividenden die reeds zijn belast met vennootschapsbelasting niet vervolgens onder het progressieve box 1-tarief vallen.

Welk alternatief is juist?

  1. Stelling I is juist, stelling II is juist.
  2. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
  3. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
  4. Stelling I is onjuist, stelling II is onjuist.

Vraag 38

Wat wordt bedoeld met “instrumentalisering” van het belastingrecht?

  1. Door de toenemende ingewikkeldheid van het belastingrecht gaan steeds meer belastingplichtigen de regels van het belastingrecht zien als een instrument om minder belasting te betalen.
  2. Doordat steeds meer belastingplichtigen de regels van het belastingrecht zien als een instrument om minder belasting te betalen, wordt dat belastingrecht steeds gedetailleerder.
  3. Naast het hoofddoel, een eerlijke verdeling van de belastingdruk, wordt het belastingrecht ook steeds meer ingezet voor andere doelen, zoals het vullen van de schatkist.
  4. Naast het hoofddoel, het vullen van de schatkist, wordt het belastingrecht ook steeds meer ingezet voor andere doelen, zoals het voeren van sociaal en economisch beleid.

Vraag 39

Kees is een werkloze fiscalist. Om naast zijn uitkering toch wat bij te verdienen, is hij rijke kennissen behulpzaam bij het verplaatsen van hun vermogen naar Luxemburgse spaarrekeningen. Hij adviseert hen over de fiscale aspecten, helpt bij het openen van bankrekeningen, en rijdt ook met koffers contant geld naar Luxemburg. Voor deze werkzaamheden bedingt hij uiteraard beloningen, die hij contant ontvangt. Op die manier verdiende hij in 2010 € 5.672, in 2011 € 47.889, en in 2012 € 96.005. De zaken lopen dus steeds beter. Ook “kennissen van kennissen” weten Koos inmiddels te vinden, en Kees heeft een snelle wagen aangeschaft speciaal voor wekelijkse ritjes naar Luxemburg. De inspecteur krijgt kennis van deze feiten. Kan Kees in de inkomstenbelasting worden belast voor de inkomsten uit deze werkzaamheid?

  1. Ja. Gezien de feiten drijft Kees een onderneming, zodat hij voor winst uit onderneming in box 1 kan worden belast.
  2. Ja. Gezien de feiten geniet Kees resultaat uit overige werkzaamheden, waarvoor hij in box 2 kan worden belast. Voorwaarde is wel dat het resultaat in de vennootschapsbelasting is belast.
  3. Nee. Deze inkomsten zijn niet belastbaar, aangezien ze uit illegale activiteiten (hulp bij belastingontduiking) voortkomen. Uiteraard kan de inspecteur Kees wel strafrechtelijk doen vervolgen.
  4. Nee. Kees staat in een fictieve dienstbetrekking tot zijn klanten, en de inspecteur zal, zodra hij hun namen weet, bij die klanten een naheffingsaanslag loonbelasting moeten opleggen.

Vraag 40

Een traditioneel beginsel voor de verdeling van de belastingdruk is het profijtbeginsel. Volgens dit beginsel zou het belastingstelsel moeten berusten op het volgende uitgangspunt:

  1. Belastingen zijn slechts toelaatbaar voor zover ze profijt opleveren voor de belastingplichtigen.
  2. Belastingplichtigen dragen bij naar rato van het profijt dat ze genieten van overheidsvoorzieningen.
  3. De overheid is een soort onderneming, die winst maakt door het heffen van belastingen.
  4. Het maken van winst is de enige economische activiteit die er echt toe doet, en daarom zou vooral winst maken moeten worden belast.

Open vraag

De mogelijkheid van navordering wordt beperkt door (a) de eis van het nieuwe feit en door (b) de beperkte navorderingstermijn. Maar navordering zonder nieuw feit is mogelijk (c) indien de belastingplichtige te kwader trouw is. Betoogd kan worden dat de elementen a, b en c voortvloeien uit twee beginselen die bij navordering spelen: Het beginsel dat van alle belastingplichtigen tot een juist bedrag belasting moet worden geheven en het rechtszekerheidsbeginsel.

Schrijf een essay over de vraag hoe de elementen a, b en c zijn terug te voeren op (een compromis tussen) die twee beginselen.

Antwoordindicatie

Meerkeuzevragen

1. C, zie Hoofdlijnen H1.4, 2.2, 7.1 en Elementair H1.12.a

11. D, zie Hoofdlijnen H7.2

21. A, zie Hoofdlijnen H2.7 en Elementair H4.3.f

31. B, zie Hoofdlijnen H2.8, 4.6, 6.4 en Elementair H11.2, 14.1

2. C, zie Hoofdlijnen H9.3 en Elementair H1.8

12. D, zie Hoofdlijnen H4.6

22. B, zie Hoofdlijnen H4.9 en Elementair H6.1, 13.11

32. D, zie Hoofdlijnen H8.3, 9.1

3. D, zie Hoofdlijnen H2.3, 9.2 en Elementair H18.1, 18.2

13. D, zie Hoofdlijnen H9.3 en Elementair H18.1, 18.2

23. C, zie Hoofdlijnen H2.2, 2.8

33. C, zie Hoofdlijnen H2.8 en Elementair H11.2

4. A, B, C, D, zie Hoofdlijnen H9.2 en Elementair H4.2

14. B, zie Hoofdlijnen H7.8.4 en Elementair H2.1.b

24. C, zie Hoofdlijnen H5.6 en Elementair H16.2.c

34. D, zie Hoofdlijnen H1.2 en Elementair H4.1

5. B, zie Hoofdlijnen H7.2

15. D, zie Hoofdlijnen H2.2 en Elementair H4.3.h

25. A, zie Hoofdlijnen H2.6 en Elementair H5.4.e

35. D, zie Hoofdlijnen H9.6 en Elementair H18.1

6. C, zie Hoofdlijnen H7.2 en Elementair H2.10

16. A, zie Hoofdlijnen H1.5 en Elementair H1.1, 1.4

26. A, zie Hoofdlijnen H4.5 en Elementair H14.1

36. D, zie Hoofdlijnen H1.2

7. A, B, C, D, zie Hoofdlijnen H2.3 en Elementair H4.2.b

17. D

27. B, zie Hoofdlijnen H2.8 en Elementair H11.2

37. A, zie Hoofdlijnen H2.2 en Elementair H4.3.a

8. D, zie Hoofdlijnen H2.2

18. C, zie Hoofdlijnen H2.2 en Elementair H11.4.a, 11.4.b

28. D, zie Hoofdlijnen H4.6, 6.4 en Elementair H14.1, 14.2

38. D, zie Hoofdlijnen H2.1

9. C, zie Hoofdlijnen H5.2 en Elementair H16.2, 16.3

19. C

29. B, zie Hoofdlijnen H1.2 en Elementair H9.3

39. A, zie Hoofdlijnen H2.2 en Elementair H4.3.a

10. C, zie Hoofdlijnen H2.8 en Elementair H4.3

20. D, zie Hoofdlijnen H9.2

30. D, zie Hoofdlijnen H2.9 en Elementair H12.2

40. B, zie Hoofdlijnen H1.5 en Elementair H1.4

Open vraag

Inhoudelijk deel (maximaal 8 punten)

(Zie Hoofdlijnen 7.2)

(a) Nieuwe feit (3 punten)

Navordering is in beginsel mogelijk. Daarmee wordt beginsel (i) gediend. Maar navordering is niet zo maar mogelijk. Er moet sprake zijn van een nieuw feit.

De belastingplichtige mocht er immers op vertrouwen dat de inspecteur bij het opleggen van de primitieve aanslag nauwkeurig zou onderzoeken tot welk bedrag die aanslag moet worden opgelegd. De inspecteur moet dus over nieuwe informatie beschikken, die hij nog niet had bij het opleggen van de primitieve aanslag. De eis van het nieuwe feit dient derhalve beginsel (ii).

(b) Beperkte navorderingstermijn (2 punten)

Navordering is in beginsel mogelijk (beginsel (i), maar slechts voor een beperkt aantal jaren. Daarmee wordt beginsel (ii) gediend.

(c) Kwade trouw (3 punten)

Als de belastingplichtige onjuiste informatie heeft verstrekt in bijvoorbeeld zijn aangifte, waardoor de primitieve aanslag tot een te laag bedrag wordt opgelegd, verdient hij het niet te worden beschermd tegen navordering. Het rechtszekerheidsbeginsel wordt dan niet gehonoreerd. Dan gaat beginsel (i) voor.

Correct taalgebruik (maximaal 2 punten)

Bij de beoordeling van de essayvraag kan m.b.t. de 2 punten die te verdelen zijn voor een juiste stijl, opbouw en correct taalgebruik ervan worden uitgegaan dat bij een fatsoenlijk betoog die 2 punten worden toegekend en dat aftrek alleen plaatsvindt bij onlogische en niet lopende zinnen, taalfouten en een slechte schrijfstijl.

  • 0,5 punt aftrek per schrijf- of taalfout

  • 0,5 punt aftrek per onlogisch geformuleerde zin

  • 1 punt aftrek indien betoog slecht gestructureerd is

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2100