Oefententamens Belastingrecht - UL
- 4037 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Wat wordt verstaan onder ‘box hopping’ in de inkomstenbelasting?
Er is in het algemeen sprake van een bron van inkomen als een belastingplichtige: Voordeel (…); dit voordeel redelijkerwijs (…); en deelneemt aan (…).
Vul in (3x):
Winst in de zin van de wet IB 2001 is:
Roberto verzamelt postzegels. Hij reist een paar keer per jaar naar verzamelaarsbeurzen met (een deel van) zijn collectie. Doorgaans doet hij zaken op ruilbasis. Voor het bezoeken van die beurzen maakt hij gebruik van het openbaar vervoer; soms maakt hij ook kosten voor (eenvoudige) overnachtingen. Zijn de reis- en overnachtingskosten aftrekbaar voor zijn aangifte inkomstenbelasting 2011?
Welke bewering is juist?
In welke zin leidt het “klassieke stelsel” tot dubbele belastingheffing?
X BV maakt aan haar directeur Jan-Koos, tevens 100% aandeelhouder, een eindejaarsuitkering over ten bedrage van €100.000. Dit bedrag zal fiscaal moeten worden toegesplitst in een gedeelte arbeidsbeloning en een gedeelte winstuitkering. Wat is het belang van deze splitsing?
Wat is het doel van de deelnemingsvrijstelling?
Stelling I: Het internationale belastingrecht verbiedt Nederland belasting te heffen over niet-inwoners.
Stelling II: Het Besluit voorkoming dubbele belasting (Bvdb) geldt voor binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen.
Welke van de volgende alternatieven is juist?
Kleine en middelgrote ondernemers staan voor de keuze “eenmanszaak of BV?” Wat zijn de belangrijkste afwegingen in fiscaal opzicht?
Sjoerd is een vriend van u en weet dat u het vak Belastingrecht volgt. Hij komt bij u met de volgende vraag: zijn vader wil hem een bedrag van €50.000 schenken. Zijn vader heeft wat contacten op het Ministerie van Financiën en heeft even nagevraagd of over de schenking belasting verschuldigd is. Welke van de volgende uitspraken van een werknemer van het Ministerie van Financiën kunnen juist zijn:
I Een dergelijke schenking is nooit belast;
II De schenking is vrijgesteld tot een bedrag van €5.030, het meerdere is belast met schenkbelasting;
III De schenking is volledig vrijgesteld, mist de schenking door Sjoerd wordt gebruikt voor de aankoop van een eigen woning;
IV De schenking is volledig vrijgesteld als deze aan de Koningin zou zijn gedaan.
Jan begint een handeltje in de verkoop van oude meubels. De verkoop vindt plaats in een door Jan gehuurde winkelruimte. Het gaat goed met het handeltje en Jan behaalt een aardige winst. Hij besteedt inmiddels 4 dagen per week aan het handeltje en heeft een aanzienlijke klantenkring. Welke van onderstaande beweringen is juist?
Good Investment BV is gevestigd in Nederland. Deze BV houdt 25% van de aandelen in Workforce BV, gevestigd in België. In 2011 verkoopt Good Investment BV de aandelen in Workforce BV aan een derde, maar maakt daarbij een verlies. Is dit verlies aftrekbaar voor Good Investment BV?
Sandra, woonachtig in Nederland, houdt 10% van de aandelen in een Duitse vennootschap (vergelijkbaar met een Nederlandse BV) die in Duitsland is gevestigd. De Duitse vennootschap is producent van schoenen. Op deze aandelen wordt aan het eind van het jaar een dividend uitgekeerd. Sandra ontvangt €5.000. De aandelen behoren niet tot haar ondernemingsvermogen. Moet zij over het ontvangen dividend inkomstenbelasting betalen?
Welke van de volgende uitspraken is juist?
De Moeder-Dochterrichtlijn:
Beoordeel de navolgende stellingen op hun juistheid:
Stelling I: Als een natuurlijke persoon of een rechtspersoon ‘buitenlands belastingplichtige’ is, betekent dit dat die persoon c.q. die rechtspersoon inkomen afkomstig uit het binnenland ontvangt.
Stelling II: Voor natuurlijke personen en rechtspersonen die in Nederland woonachtig zijn c.q. gevestigd zijn, heft Nederland over het inkomen c.q. de winst waar ook ter wereld verdiend (het ‘wereldinkomen’), mits de activiteiten ook in dat andere land zijn uitgevoerd.
Welk van de volgende alternatieven is juist?
Uit art. 3.15 lid 1, letter a, Wet IB 2001 blijkt dat de kosten en lasten die verband houden met voedsel, drank en genotmiddelen tot een bepaald bedrag niet ten laste van de winst mogen worden gebracht.
Geef aan welke bewering juist is:
Geef aan welke bewering juist is:
1. In 2008 heeft de heer Van Vuuren 50% van de aandelen in de in Duitsland gevestigde vennootschap Kuntz GmbH gekocht voor €150.000. De overige 50% van de aandelen wordt gehouden door de in Nederland gevestigde vennootschap Boekenhuis BV. In Kuntz GmbH wordt een boekdrukkerij geëxploiteerd. In 2009 wordt door Kuntz GmbH een dividend uitgekeerd van €30.000 aan ieder van beide aandeelhouders. Boekenhuis BV brengt in 2011 een bod uit op de aandelen van de heer Van Vuuren in Kuntz GmbH van €225.000. De aandelen worden voor dit bedrag in 2011 verkocht en geleverd aan Boekenhuis BV.
a) Geef aan wat de fiscale gevolgen zijn van (I) de dividenduitkering aan de beide aandeelhouders in 2009 en (II) de verkoop van de aandelen in 2011. Vermeld de relevante wetsartikelen.
De heer Van Vuuren leest in 2009 in het regionale dagblad een interview met de wethouder van de gemeente Ringdam. In het interview vertelt de wethouder dat hij op korte termijn wil beginnen met het opknappen van de dorpskern en zal het voorstel daartoe binnenkort aan de gemeenteraad voorleggen.
De heer Van Vuuren weet dat één van zijn bekenden die in het centrum van Ringdam woont, verhuisplannen heeft. Nog dezelfde dag doet de heer Van Vuuren een bod op het huis en koopt het voor €350.000. Hij vertelt daarbij niet van het interview met de wethouder in de krant. Na de renovatie van de dorpskern is het centrum van Ringdam erg populair en de heer Van Vuuren verkoopt het huis in 2011 voor €520.000.
b) Geef gemotiveerd aan of de winst die de heer Van Vuuren behaalt bij de verkoop van het pand kan worden belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
De heer Van Vuuren koopt een vakantiehuis in Scheveningen. Het huis kost €250.000. Voor de aankoop leent hij een bedrag van €200.000 bij de bank. Het huist wordt in totaal voor twee maanden aan derden verhuurd voor vakantiedoeleinden. De opbrengst van de verhuur is €5.000. Vanwege de koop van het vakantiehuis is de heer Van Vuuren in een goede bui. Hij besluit daarom een luxe horloge met bijbehorende manchetknopen aan te schaffen om zichzelf dagelijks aan zijn succes te helpen herinneren. De heer Van Vuuren heeft tevens een aandelenbelang van 4% in BV X, ter waarde van €10.000. Hij ontvangt jaarlijks een dividenduitkering ter grootte van €5.000.
c) Geef aan of de bovengenoemde bestanddelen tot de rendementsgrondslag ter bepaling van het inkomen uit sparen en beleggen behoren? Vermeld de relevante wetsartikelen.
2. a) Al enige jaren speelt u samen met een zanger, gitarist en een drummer in een studentenbandje. Wekelijks treedt u op in de studentensociëteit. Hiervoor ontvangt u geen vergoeding. Steeds vaker wordt de band echter op verjaardagsfeestjes van studenten gevraagd. Inmiddels staat de band vrijwel de hele vrijdagavond op feestjes te spelen. Dit komt deels door de mond-tot-mond-reclame en deels door de advertenties die in de Mare en het Leids Dagblad zijn gezet. Het afgelopen jaar verdiende de band met die optredens €20.000. Dit bedrag is onder de bandleden verdeeld. De gitarist heeft van het geld dat hij heeft verdiend inmiddels een nieuwe gitaar gekocht.
Beargumenteer of het bedrag dat u met het spelen in de band verdient, kan worden belast als winst uit onderneming.
b) Indien u voor de inkomsten die u met de band behaalt wordt belast in box 1 van de Wet IB 2001, zult u jaarlijks aangifte inkomstenbelasting moeten doen. Over het jaar 2009 heeft u aangifte gedaan. In die aangifte heeft u een fout gemaakt. Hierdoor is de aanslag inkomstenbelasting over 2009 tot een te laag bedrag opgelegd.
Beargumenteer of het mogelijk is bij het opleggen van de navorderingsaanslag een boete aan u op te leggen.
c) Over het jaar 2010 heeft u inmiddels een aanslag inkomstenbelasting opgelegd gekregen. Het valt u meteen op dat die aanslag flink te laag is; het lijkt erop dat er een “nul” is weggevallen. Na enig spitwerk – waarbij u ook belt met de inspecteur – bent u erachter gekomen dat er bij de belastingdienst in Apeldoorn een fout is gemaakt bij het invoeren van uw gegevens in de computer. Beargumenteer of de inspecteur mogelijkheden heeft de fout te herstellen en de te weinig geheven belasting alsnog kan heffen.
d) Beargumenteer of, en in hoeverre, de volgende stelling juist is: “De overheid kan een belastingplichtige die zich schuldig maakt aan belastingontduiking bestuurlijk (via een boete) én strafrechtelijk (via strafvervolging) vervolgen. Deze twee trajecten kunnen tegelijk naast elkaar worden opgestart.”
1. A, zie Hoofdlijnen H2.2 | 6. C, zie Hoofdlijnen H4.1, 8.3 en Elementair H13.2 | 11. B, zie Hoofdlijnen H5.6 en Elementair H16.2 | 16. B, zie Hoofdlijnen H8.3 |
2. D, zie Hoofdlijnen H2.5 | 7. A, zie Hoofdlijnen H2.2 en Elementair H4.3 | 12. B, zie Hoofdlijnen H2.6 en Elementair H4.3 | 17. B, zie Hoofdlijnen H2.3, 9.2 en Elementair H18.1 |
3. C, zie Hoofdlijnen H4.4 en Elementair H6.4 | 8. D, zie Hoofdlijnen H4.5 en Elementair H14.1 | 13. C, zie Hoofdlijnen H2.8, 4.5, 4.6 en Elementair H11.2, 14.1, 14.2 | 18. B, zie Hoofdlijnen H2.6 |
4. A, zie Hoofdlijnen H2.2 | 9. B, zie Hoofdlijnen H9.2, 9.3 en Elementair H18.1 | 14. A, zie Hoofdlijnen H1.2 en Elementair H14.1 | 19. B, zie Botenbouwer arrest |
5. B, zie Hoofdlijnen H1.5, 2.1 en Elementair H1.4 | 10. B, zie Hoofdlijnen H4.9 | 15. D, zie Hoofdlijnen H7.2, 7.3 |
|
1.
a) Dividenduitkering. Van Vuuren wordt belast in box 2, regulier voordeel, art. 4.12a en art. 4.13 Wet IB; tarief 25%, art. 2.12 Wet IB. De deelnemingsvrijstelling geldt bij Boekenhuis BV, zie art. 13 Wet VPB.
Verkoop. Van Vuuren wordt belast in box 2, vervreemdingsvoordeel, art. 4.12b en art. 4.19 Wet IB, tarief 25%, art. 2.12 Wet IB. Het voordeel is de overdrachtsprijs (€225.000), art. 4.20 Wet IB minus de verkrijgingsprijs (€150.000), art. 4.21 Wet IB = €75.000. (Zie Hoofdlijnen H2.8 en Elementair H11.4.a, 11.4.b)
b) Resultaat uit overige werkzaamheden (art. 3.90 Wet IB)
Toetsen aan algemene bronvoorwaarden (uit jurisprudentie):
arbeid
deelname aan het economische verkeer
voordeel beogen
voordeel verwachten
Ook op grond van art. 2.14 nagaan of, indien er sprake zou zijn van arbeid, het resultaat niet moet worden belast als winst uit onderneming (art. 3.2 e.v. Wet IB) resp. als belastbaar loon (art. 3.80 e.v. Wet IB).
Toetsing motiveren; het enkel plaatsen van krulletjes levert geen punten op.
Arbeidsvereiste: bij arbeid van hoge kwaliteit hoeft de inspanning niet heel erg zwaar te zijn. Denk aan tipgelden, voorkennis etc.
Motivering of al dan niet sprake is van arbeid en dus van resultaat uit overige werkzaamheden (row). Mogelijke benaderingen:
Het betreft kennis die van algemene bekendheid is. Het interview heeft in de krant gestaan. Weliswaar heeft Van Vuuren snel gehandeld, maar de verkoper heeft op zichzelf genomen over dezelfde informatie kunnen beschikken. Daarom geen row.
Op zichzelf is sprake van voldoende arbeid. De aard van de werkzaamheden maakt dat deze in kwalitatieve zin voldoende zijn. Daarom wel row. (Zie Hoofdlijnen H2.5, 2.7 en Elementair H10.1.d)
c)
Het vakantiehuis wordt belast in box 3 op grond van art. 5.3 lid 2 sub a Wet IB.
De lening valt in box 3 op grond van art. 5.3. lid 3 sub e Wet IB, voor zover de gezamenlijke waarde van de schulden meer bedraagt dan €2900.
De huuropbrengsten worden niet belast in box 3, want de werkelijke opbrengsten worden niet belast zoals volgt uit art. 5.2 lid 1 Wet IB.
Het horloge met bijbehorende manchetknopen worden niet belast in box 3, want het betreft een roerende zaak die wordt gebruikt voor persoonlijke doeleinden, art. 5.3 lid 2 sub c Wet IB.
De aandelen worden belast in box 3, art. 5.3 lid 2 sub e Wet IB.
De dividenduitkering worden niet belast in box 3, want de werkelijke opbrengsten worden niet belast zoals volgt uit art. 5.2. lid 1 Wet IB. (Zie Hoofdlijnen H2.9 en Elementair H4.3.a, 12.3)
2. a) Voor het genieten van winst uit onderneming moet sprake zijn van een onderneming, dat wil zeggen een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee door deelname aan het economische verkeer winst wordt beoogd. Die onderneming moet voor uw rekening en risico worden gedreven en u moet worden verbonden voor de verbintenissen betreffende de onderneming, zie art. 3.4 Wet IB 2001. Op een juiste wijze moet zijn gemotiveerd dat hiervan sprake is. (Zie Hoofdlijnen H2.6 en Elementair H6.2)
b) Voor het opleggen van een vergrijpboete is grove schuld of opzet vereist. Zie art. 67e AWR (artikel 67d t/m 67f = fout). Er moet op een juiste wijze gemotiveerd zijn dat hier wel/niet sprake van is.
Bijvoorbeeld een kleine vergissing zal niet meteen opzet of grove schuld opleveren. Het enkel maken van een fout in de aangifte is onvoldoende grond voor het opleggen van een vergrijpboete. (Zie Hoofdlijnen H7.2)
c) Er kan worden nagevorderd (“naheffing” is onjuist) op grond van artikel 16 AWR omdat sprake is van een aanslagbelasting. Motiveren dat er sprake is van een kennelijke schrijf- of tikfout. Art. 16 lid 2, letter c, AWR biedt de mogelijkheid deze fout te herstellen, in elk geval indien de afwijking tenminste 30% bedraagt.
d) Deze stelling is onjuist. Op grond van het una via beginsel van art. 5:44 AWB moet de overheid kiezen: óf bestuursrechtelijk óf strafrechtelijk optreden. (Zie Hoofdlijnen H1.4, 7.1)
Deze bundel bevat oefententamens te gebruiken bij het vak Belastingrecht aan de Universiteit Leiden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2401 |
Add new contribution