Burgerlijk recht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 4a

Vragen

Vraag 1a

Op een school reünie komt Angela oud klasgenoot Bart tegen. Zij vertelt hem dat zij net een bedrijfje is begonnen. Zij maakt als zzp´er logo´s en reclamebrochures. Er is net een parket gelegd in het kantoorpand dat ze heeft kunnen huren en als alles geschilderd is, zou ze erin kunnen trekken. Als Bart haar vraagt of ze al een schilder heeft gevonden, zegt ze dat het lastig is om vakmensen te vinden die op korte termijn aan de slag kunnen. Bart vertelt dat zijn broer schilder is en werkt onder de naam C. d. B. Schilderwerken (eenmanszaak, geen rechtspersoon). Bart zegt dat zijn broer nog diezelfde week nog een aantal werknemers kan sturen om het kantoorpand te schilderen en dat zijn broer dat wel wil doen voor een nieuw logo en reclamemateriaal. Angela vindt dat een uitstekend idee. Elke nieuwe opdracht is welkom en bovendien hoeft ze dan niet meer achter een schildersbedrijf aan. ‘Zullen we afspreken dat de schilders aanstaande woensdag beginnen en de kozijnen en muren in de grondverf zetten?’ vraagt Bart. Angela durft er niet op te hopen dat er die woensdag echt schilders verschijnen, maar dit gebeurt tot haar genoegen wel. Ze moet die dag zelf weg en laat de schilders achter op kantoor. Voor ze weggaat vraagt ze de schilders de vloer nog af te dekken, omdat er net een nieuw duur parket is gelegd. Ze weet niet zeker of ze het gehoord hebben, want de radio staat aan.

Als zijn de volgende dag weer op kantoor komt ziet ze dat de wanden en kozijnen netjes in de grondverf zijn gezet. Ze schrikt echter van de verfvlekken op het parket. Ze is boos en wil liever een ander schildersbedrijf inschakelen om de klus af te maken. Ze zoekt de adresgegevens van C. b. D. Schilderwerken op en stelt een brief op waarin ze hen aansprakelijk stelt voor de schade aan het parket. De brief deponeert ze diezelfde middag nog in de brievenbus van C. d. B. de volgende dag ontvangt zij een brief van Cornelis waarin elke vorm van aansprakelijkheid van de hand wordt gewezen op grond van de algemene voorwaarden die op de site zijn de downloaden. In een van de voorwaarden staat dat de opdrachtgever zelf de meubels dient te verwijderen uit ruimtes die geverfd moeten worden en dat zij zelf de grond moeten afdekken. Ook staat er dat C. d. B. schilderwerken niet aansprakelijk is voor schade aan eigendommen van de opdrachtgever die tijdens de werkzaamheden is toegebracht.

Hoe is Cornelis tegenover Angela als schuldenaar verplicht geworden om haar kantoorpand te schilderen?

Vraag 1b

Is Cornelis in verzuim geraakt?

Vraag 1c

Zijn de algemene voorwaarden van C. d. B. schilderwerken van toepassing? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen de omschreven bedingen vernietigd worden door Angela?

Vraag 1d

Stel dat Cornelis zich in zijn verweer niet beroept op de algemene voorwaarden, maar aanvoert dat de schade is aangebracht door een werknemer van het bedrijf die helemaal niet in het kantoorpand aanwezig was. Die werknemer was geen schilder maar stukadoor en was met een andere klus in de buurt bezig. Hij vond het gezellig om samen met zijn collega´s te lunchen en kwam spontaan aanzetten tegen 12 uur. Per ongeluk gooide hij een pot verf om waardoor de schade aan het parket ontstond. Het parket was afgedekt, maar omdat er nog veel verf in de pot zat, waren deze voorzorgsmaatregelen niet genoeg. Volgens Cornelis is hij niet aansprakelijk op grond van 6:76 BW. Heeft Cornelis gelijk?

Vraag 2

Angela wil de overeenkomst ontbinden of de verbintenis van Cornelis omzetten in een vervangende schadevergoeding. Wat zou het verschil in rechtsgevolg zijn voor de casus?

Antwoordindicatie

Vraag 1a

Bart doet in naam van zijn broer eeen aanbod, het lijkt alsof hij handelt in naam van zijn broer. Maar is er sprake van volmacht? Deze kan uitdrukkelijk of stilzwijgend worden verleend, art 3:61 BW. De volmacht is niet verleend, immers is er geen uitdrukkelijke opdracht en er is geen verkeersopvatting die zegt dat het normaal is dat de broer handelt in naam van zijn broer. Er is dus geen volmacht, maar wel gehandeld in naam van iemand anders. 3:69 Cornelis kan de rechtshandeling bekrachtigen. Bekrachtigen is een rechtshandeling die een wil en verklaring vereist, 3:31 BW, dit kan ook stilzwijgend, 3:37 BW. Door te komen bekrachtigd hij stilzwijgend. Het recht doet nu alsof er wel een volmacht is, 6:69 BW. Op deze manier is er toch een overeenkomst tot stand gekomen.

Vraag 1b

Kinheim/Pelders: door onredelijke nakoming waar schade uit voortvloeit, die niet herstelbaar is, kan de schade als onherstelbaar worden gezien. 6:74 schade moet worden betaald. De verplichting tot het betalen van schadevergoeding is een nieuwe verbintenis, ook hier kan je 6:74 op toepassen. Er is opnieuw verzuim nodig, deze treedt van rechtswege in, omdat het gaat om een verbintenis tot schadevergoeding. Cornelis is in verzuim geraakt met betrekking tot de schadevergoedingsverbintenis. 6:74 jo. 3:81 jo. 3:83 b BW.

Vraag 1c

De algemene voorwaarden maken alleen deel uit van een overeenkomst als deze door de wederpartij zijn aanvaard. In deze casus zijn de algemene voorwaarden niet van toepassing, daarom kom je ook niet toe aan de vraag of ze vernietigbaar zijn. 6:231 BW.

Vraag 1d

6:74 BW ziet op personen die worden gebruikt bij de uitvoering van een verbintenis. Arrest Geldnet/Kwantum: hulppersonen moeten zijn betrokken bij het uitvoeren van de verbintenis. De collega is geen hulppersoon in de zin van artikel 6:76 BW.

Vraag 2

Het gevolg van ontbinden is een ongedaanmaking, in dit geval kan dat niet en zal er een vergoeding voor in de plaats komen. Bij gedeeltelijke ontbinding blijft de overeenkomst gedeeltelijk in stand. Er moet dan door Angela gewoon gepresteerd worden en de prestatie van Cornelis wordt omgezet in een schadevergoeding.