Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Collegeverslagen Kv Privaatrecht I (wk 5 t/m 7), deel 2

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Collegeverslagen Kernvak Privaatrecht I

 

Hoorcollege 5 28 mei 2013

 

Deze week zal het hoorcollege gaan over toekomstige goederen, verkrijging door een tussenpersoon, overdracht onder voorwaarde en het eigendomsvoorbehoud.

 

Nationaal Grondbezit/Kamphuis

Nationaal Grondbezit( hierna: NGB) vond een aannemer, Kerstens. Zij komen tot overeenstemming dat Kerstens voor NGB op zijn eigen grond gaat bouwen. NGB zei dat ze wel vooruit wilden betalen, maar dat ze dan wel een risico liepen. NGB wilde dan wel zekerheid. Zij spraken af dat alle bouwmaterialen die werden gebruikt werden verkocht aan NGB en ook werden geleverd aan NGB. Als de bouwmaterialen dus geleverd werden door de bouwleverancier, kreeg NGB de bouwmaterialen. In plaats daarvan betaalde NGB wel vooruit. Paragraaf 43 AV: alle op terrein aangevoerde zaken worden na goedkeuring eigendom van het Rijk. De bouwleverancier van Kerstens is Kamphuis. Kamphuis maakt in deze casus een eigendomsvoorbehoud. Het conflict gaat hier tussen Kamphuis en NGB. Kamphuis zegt dat de bouwmaterialen van hem zijn, want hij heeft een eigendomsvoorbehoud. NGB zegt echter dat zij eigenaar zijn, want zij hadden een levering bij voorbaat. Als er is geleverd bij voorbaat is er nog niet overgedragen. Er is pas sprake van overdracht op het moment dat het laatste vereiste is vervuld. In dit geval is dat de beschikkingsbevoegdheid. Pas op het moment dat Kerstens eigenaar wordt, is de levering voltooid. Omdat Kerstens nooit eigenaar wordt door het eigendomsvoorbehoud van Kamphuis, wordt ook NGB nooit eigenaar. Kamphuis blijft eigenaar van de materialen.

 

Levering bij voorbaat (artikel 3:97 BW)

Bestaande goederen kunnen worden overgedragen. Toekomstige goederen zijn goederen die er nog niet zijn, maar er zijn wel plannen voor iets zodat het goed gaat bestaan. Toekomstige goederen kunnen alleen worden geleverd en nog niet worden overgedragen. Omdat toekomstige goederen nog niet in het vermogen van de rechthebbende zijn, is hij niet beschikkingsbevoegd om over te dragen en kan er alleen worden geleverd bij voorbaat. Op het moment dat A beschikkingsbevoegd wordt, zal deze beschikkingsbevoegdheid direct over gaan op B. De overdracht of vestiging van beperkte goederen bij voorbaat geschiedt via de artikelen 3:84 jo 98 jo 97 BW.

 

Artikel 3:97 lid 1 BW: ‘Toekomstige goederen kunnen bij voorbaat worden geleverd, tenzij het verboden is deze tot onderwerp van een overeenkomst te maken of het registergoederen zijn.’

Registergoederen kunnen niet bij voorbaat worden geleverd omdat dit anders voor onduidelijkheid in de registers zou zorgen. Deze registers zouden dan te groot worden.

 

 

 

Indien er twee leveringen van hetzelfde goed bij voorbaat zijn, geldt artikel 3:97 lid 2 BW.

Dit artikel stelt: ‘Een levering bij voorbaat van een toekomstig goed werkt niet tegen iemand die het goed ingevolge een eerdere levering bij voorbaat heeft verkregen. Betreft het een roerende zaak, dan werkt zij jegens deze vanaf het tijdstip dat de zaak in handen van de verkrijger is gekomen.’

 

Verkrijging door een tussenpersoon (artikel 3:110BW)

In artikel 3:110 GW staat: ‘Bestaat tussen twee personen een rechtsverhouding die de strekking heeft dat hetgeen de ene op bepaalde wijze zal verkrijgen, door hem voor de ander zal worden gehouden, dan houdt de ene het ter uitvoering van die rechtsverhouding door hem verkregene voor die ander.’

 

Allereerst moet er dus sprake zijn van een rechtsverhouding tussen bijvoorbeeld A en B. A verkrijgt een specifieke zaak en dit doet B uit zijn eigen naam. B verkrijgt het goed en gaat dit goed voor A houden ter uitvoering van de rechtsverhouding. A gaat het goed bezitten.

Om het eigendom te verkrijgen moet er voldaan zijn aan de vereisten van artikel 3:84 BW.

 

Overdracht onder voorwaarde.

Rechtshandelingen onder voorwaarde hebben geen terugwerkende kracht. Dit is terug te vinden in artikel 3:38 BW. Wordt ter uitvoering van en voorwaardelijke verbintenis geleverd, dan wordt slechts een recht verkregen dat aan diezelfde voorwaarde als die verbintenis is onderworpen. Dit is te vinden in artikel 3:84 lid4 BW. Er zijn twee mogelijkheden voor overdracht onder voorwaarde. Er kan sprake zijn van ontbindende voorwaarde en van opschortende voorwaarde. Bij ontbindende voorwaarde wordt geleverd door bezitsverschaffing, artikel 3:90 BW. Bij opschortende voorwaarde geschiedt de levering door machtsverschaffing, artikel 3:91 BW.

 

Eigendomsvoorbehoud.

Eigendomsvoorbehoud behelst een opschortende voorwaarde. Het zorgt voor zekerheid voor een onbetaalde verkoper. Een eigendomsvoorbehoud wordt gesloten door middel van een contract. Levering geschiedt onder opschortende voorwaarde van betaling. Levering geschiedt door machtsverschaffing. De verkrijger wordt dus houder van het goed, tot het goed volledig betaald is. Tot die tijd is de verkrijger van het goed dus niet beschikkingsbevoegd om het goed te vervreemden of te bezwaren, omdat hij slechts houder van het goed is. In het contract kan echter wel worden opgenomen dat de koper bevoegd is te vervreemden als hij in zijn normale bedrijfsuitoefening handelt.

 

Hinck/Van der Werff

Hinck kocht en een boot van Classic Yacht en kreeg deze geleverd. Classic Yacht had de boot echter geleverd gekregen onder eigendomsvoorbehoud van van der Werff. De boot was dus eigenlijk niet van hem en hij was dus ook niet bevoegd te vervreemden. Van der Werff had in het contract niks gezegd over de bevoegdheid. Het probleem was hier dat Hinck zei dat hij eigenaar was, maar van der Werff zei dat de boot van hem was. Van der Werff had het eigendomsvoorbehoud en was dus nog steeds de eigenaar. Classic had niet het eigendomsrecht, dus het eigendomsrecht is ook nooit overgegaan. Hinck echter zei dat die bevoegdheid er wel was, want de boot was bedoeld om te verkopen, dus de bevoegdheid moet je in de zaak zelf zien en niet kijken wie de eigenaar was. Van der Werff vond dat echter veel te ver gaan. De conclusie is dat je de bevoegdheid niet moet lezen in de zaak, maar in de eigenaar van de zaak en dat van der Werff hier dus gelijk heeft gekregen. Alleen als in het contract is opgenomen dat er een bevoegdheid is als het in de normale bedrijfsuitoefening valt, kan het goed worden vervreemd en kan de eigendom overgaan.

 

Eigendomsvoorbehoud

Bij een onbevoegde vervreemding is er geen sprake van een overdracht, tenzij er een beroep kan worden gedaan op de derdenbescherming van artikel 3:86 BW. Een voorbeeld hierbij is het arrest Hoogovens/Matex. Indien de vervreemder wel bevoegd is, vindt er vanzelfsprekend wel een overdracht plaats.

 

Nu kunnen zaken die geleverd zijn onder eigendomsvoorbehoud ook verwerkt worden in nieuwe zaken. Dit kan ook de normale bedrijfsuitoefening zijn. De vraag is of door middel van natrekking, vermenging of zaaksvorming de contractuele clausule nu ook kan zorgen voor het eigendomsrecht van de verkrijger. Hiervoor moet echter ook worden gekeken naar de criteria uit Breda/Antonius wie er vormt of doet vormen en wie op deze manier dus eigenaar van de nieuwe zaken wordt.

 

 

Hoorcollege 6 4 juni 2013

 

Deze week zal het hoorcollege gaan over het verhaalsrecht, over zekerheidsrechten en het pandrecht, zowel op roerende zaken als vorderingen.

 

Het verhaalsrecht, artikel 3:276 e.v.

Als een schuldenaar niet aan zijn verplichtingen voldoet, kan de schuldeiser proberen te spullen van de schuldenaar te verkopen. Dit is zijn recht om zich te verhalen op het gehele vermogen van de schuldenaar. Als schuldenaar sta je in beginsel met al je goederen in voor je schulden. Er is echter een uitzondering in de wet. De uitzonderingen hierop zijn de niet voor uitwinning vatbare goederen. De overheid heeft gesteld dat mensen wel een bepaalde standaard moeten hebben om normaal te kunnen leven. Als iemand op alles wat diegene heeft beslag zou leggen, is dat niet mogelijk.

 

Een schuldeiser kan zich op het vermogen van de schuldenaar verhalen door middel van executoriaal beslag. Dit betekent dat er een beslissing is van de rechter dan maakt dat je je op het goed kan verhalen. De overheid controleert of er daadwerkelijk is van de vordering en de mogelijkheid van verhaal. Alleen door tussenkomst van de overheid kan men zich verhalen. Men kan zich alleen verhalen op het vermogen wat evenredig aan de vordering die men heeft is. Dit is van belang als er meerdere schuldeisers zijn.

 

Zekerheidsrechten.

Artikel 227 BW: ‘Het recht van pand en het recht van hypotheek zijn beperkte rechten, strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Is het recht op een registergoed gevestigd, dan is het een recht van hypotheek; is het recht op een ander goed gevestigd, dan is het een recht van pand.’

 

Het is dus allereerst een beperkt recht, artikel 3:8BW. Het moet een recht op een goed zijn. Het recht moet strekkend tot verhaal van een geldvordering zijn. Hieruit blijkt de afhankelijkheid van deze rechten, artikel 3:7 BW. De houder van het pand en hypotheekrecht heeft voorrang boven andere schuldeisers, artikel 3:278 BW.

 

Het pandrecht en het hypotheekrecht geeft het recht van parate executie(artikel 3:248 en artikel 268 BW). Hiervoor is geen vonnis van de rechter voor nodig, zoals bij de executoriale executie. Het recht van pand en hypotheek geeft een separatistenpositie in een faillissement. Dit betekent dat de pandhouder of hypotheekhouder zich niets aan hoeft te trekken van dit faillissement en zich kan verhalen op het vermogen.

 

Het pandrecht kan alleen worden gevestigd op niet registergoederen. Het hypotheekrecht alleen op registergoederen. Voor het vestigen van een pand of hypotheek recht moet het goed wel specifiek bepaald zijn, dit stelt artikel 3:84 lid 2 van het BW. Het goed moet ook overdraagbaar zijn, artikel 3:228 BW. Een beperkt recht kan namelijk niet gevestigd worden als het goed niet overdraagbaar is. Als een goed niet overdraagbaar is, kan het namelijk ook niet worden bezwaard met een beperkt recht. Het is ook van belang omdat het pandrecht of hypotheekrecht een bevoegdheid geeft om te vervreemden en dit kan niet als een goed niet overdraagbaar is.

 

Vestiging van zekerheidsrechten

Zekerheidsrechten worden in principe gevestigd door de artikelen 3:84 jo 3:98 jo 3:236.

Ze kunnen ook worden gevestigd door vestiging door voorbehouden van een zekerheidsrecht. Een beperkt recht kan ook in plaats van op de normale weg te worden gevestigd, worden gevestigd door een voorbehouden. Dit kan als de eigenaar iets overdraagt, maar een deel van de bevoegdheid voor zich zelf houdt, zoals een beperkt gerechtigde. De eigenaar krijgt dan een bezwaard eigendomsrecht. Hij kan zo een zekerheid door voorbehouden vestigen.

Verpanding bij voorbaat van toekomstige goederen is ook mogelijk. Dit geschiedt langs de artikelen 3:98 jo. 3:97 BW. Het pandrecht komt pas tot stand op het moment dat de pandgever de zaak verkrijgt en hij op dat moment beschikkingsbevoegd is.

 

Zekerheidsrechten zijn afhankelijk. Een ander woord hiervoor is accessoriteit. Wat een afhankelijk recht is, is te vinden in artikel 3:7 en 3:82 BW. Een pand of hypotheekrecht is afhankelijk van een vordering. Deze vordering is een vordering tot betaling van een geldsom. Een zekerheidsrecht gaat mee als de geldvordering wordt gecedeerd en als de vordering teniet gaat, gaat ook het zekerheidsrecht teniet.

 

Het pandrecht, de executie.

De pandhouder heeft verschillende mogelijkheden om zijn pandrecht op roerende zaken te executeren. Deze zijn:

  • Recht van parate executie (art. 3:248 BW). Hiervoor is verzuim van de schuldenaar nodig.

  • Openbare verkoop (art. 3:250 BW). De pandhouder verkoopt dat zelf het goed ten overstaan van een notaris of een deurwaarde.

  • Onderhandse verkoop(art. 3:251 BW). Er is een afwijkende wijze van verkoop mogelijk met toestemming van de voorzieningsrechter, lid 1. Nadat de pandhouder bevoegd is tot executie over te gaan kunnen de pandhouder en pandgever afwijkende wijze van verkoop overeenkomen (art. 3:251 lid 2 BW)

  • Omzetting van een vuistloos, stil pand in vuistpand. De zaak wordt alsnog uit de macht van de pandgever gebracht. Dit is wanneer pandgever of schuldenaar in zijn verplichtingen tekortschiet of er een goede grond bestaat te vrezen dat in die verplichtingen zal worden tekortgeschoten (art. 3:237 lid 3 BW)

 

De pandhouder kan ook zijn pandrecht op een vordering executeren. Dit kan door middel van cessie. Dit kan zowel openbare verkoop als onderhandse verkoop. Uitwinning geschiedt echter in de regel door inning.

 

Vestiging pandrecht op roerende zaken

Voor het vestigen van een pandrecht op een roerende zaak moet worden gekeken naar de artikelen 3:98 BW jo art. 3:84 BW. Er moet sprake zijn van een vestigingshandeling(een levering), van een geldige titel en deze handeling moet verricht zijn door iemand die bevoegd is over het goed te beschikken. De vestigingsformaliteiten zijn afhankelijk van de vraag of er een vuistpand of een stil pandrecht wordt gevestigd. Bij een vuistpandrecht moet men kijken naar artikel 3:236 lid 1 BW. De zaak moet in de macht van de pandhouder worden gebracht. Bij een stil pandrecht moet je kijken naar artikel 3:237 lid 1 BW. De zaak wordt niet uit de macht van de pandgever gebracht. Het wordt gevestigd door een authentieke of geregistreerde onderhandse akte. De registratie vindt plaats bij de Belastingdienst en is in geval van een onderhandse pandakte een constitutief vereiste. De akte dient de te verpanden zaken in voldoende mate te bepalen en er moet een verklaring van de pandgever zijn. Dit is geen geldigheidsvereiste.

 

Vestiging van pand op een vordering op naam.

Het openbaar pandrecht op een vordering op naam wordt gevestigd door artikel 3:236 lid 2 jo. 3:94 lid 1 BW. Voor de vestiging van een openbaar pandrecht is een akte van verpanding nodig en moet er een mededeling aan de debiteur van de verpande vordering worden gedaan. Deze mededeling is een constitutief vereiste. Na mededeling van de verpanding aan de debiteur van de verpande vordering is de pandhouder inningsbevoegd.

Het stil pandrecht op een vordering op naam wordt gevestigd via artikel 3:239 lid 1 BW. Voor het vestigen van een stil pandrecht is er geen mededeling van de verpanding aan de debiteur van de verpande vordering nodig. Wel moet er sprake zijn van een authentieke of geregistreerde onderhandse pandakte. Deze registratie vindt plaats bij de Belastingdienst en is in geval van een onderhandse pandakte een constitutief vereiste. Wat registratie inhoudt en wat geldt als het moment van een registratie is te vinden in het arrest Spaarbank Rivierenland/Gispen q.q.

Hoorcollege 7 11 juni 2013

(vervallen wegens ziekte docent)

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
This content is used in:

Privaatrecht bundel

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
1711