Constitutioneel Recht - UU - Oefenmaterialen
- 2181 reads
Leg uit waarom de vertrouwensregel wel als ongeschreven staatsrecht kan worden aangemerkt en de regel dat een kabinet aan de vooravond van de verkiezingen zijn ontslag aan de koningin aanbiedt niet als ongeschreven staatsrecht kan worden aangemerkt.
Met het oog op het welslagen van de staatstheorie die hij in zijn belangrijke geschrift ‘Du contrat social’ ontvouwt, geeft de Geneefse denker Jean-Jacques Rousseau hoog op van het belang van opvoeding en onderwijs. Geef hiervoor een verklaring.
Stel dat de EU-lidstaten een wijziging van het EU-Verdrag en het EU-Werkingsverdrag overeenkomen om de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank meer bevoegdheden toe te kennen om de financiële crisis op te lossen. De regering legt de voorgestelde verdragen voor aan de Tweede Kamer, en dan blijkt dat een meerderheid van de Tweede Kamer overwegende bezwaren heeft tegen een aantal van de wijzigingen. Heeft de Tweede Kamer de juridische mogelijkheid om aanpassingen in de verdragen af te dwingen?
Schijnbaar is ooit bij de gemeente V. Maria verschenen. Het perceel waarop de verschijning heeft plaatsgevonden is door de stichting “Vaders huis is moeders toevlucht” aangekocht van een katholieke landbouwer. De stichting heeft op het perceel een kapel gebouwd. Volgens het heersende bestemmingsplan is de bestemming van het perceel agrarisch. B&W van de gemeente V. hebben de stichting onder oplegging van een dwangsom gelast de kapel af te breken. Het bezwaar van de stichting wordt ongegrond verklaard, en de stichting gaat in beroep bij de bestuursrechter. De stichting stelt dat het gemeentebestuur haar vrijheid van godsdienst niet mag beperken aangezien volgens artikel 6, lid 1 Grondwet dit recht alleen beperkt mag worden door de formele wetgever. U kunt er in uw antwoord van uitgaan dat art. 6, lid 2 Grondwet in deze casus geen rol speelt.
Leg uit waarom het argument van de stichting volgens u weinig kans van slagen heeft.
De krant van wakker Nederland heeft een scoop: minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu zou bij een alcoholcontrole zijn betrapt op een te hoog alcoholpromillage. Hoeveel te hoog wordt niet vermeld, maar te hoog was het wel. De minister wordt door de SP-fractie verzocht om nadere informatie te geven over haar gedrag: hoeveel borrels had zij gedronken, wat was het precieze promillage etc. Daarbij laat de woordvoerder van de SP ook al weten dat een minister die dergelijk gedrag tentoonspreidt moet aftreden.
Is de minister verplicht de gevraagde informatie te verschaffen?
Kan dit gedrag van de minister aanleiding vormen om haar tot aftreden te dwingen?
Geef aan waarom er zowel vanuit democratisch als rechtsstatelijk perspectief bezwaren bestaan tegen verregaande delegatie van wetgevende bevoegdheden van de formele wetgever aan de regering of een minister.
Bert Jansen woont naast een nachtclub in Lutjebroek. Deze nachtclub veroorzaakt in de nachtelijke uren ernstige geluidsoverlast, waarbij de geldende grenswaarden voor geluid fors worden overschreden. Ernstige geluidoverlast kan een schending van art. 8 EVRM opleveren. Het recht op respect voor een woning, zoals neergelegd in art. 8 EVRM, omvat namelijk ook het recht op een ongestoord genot van de woning.
Kan Bert met een beroep op schending van art. 8 EVRM eisen dat de overheid optreedt tegen de overtredingen van de geluidsnormen door de nachtclub?
Bert start een onrechtmatige daadsactie tegen de nachtclub op grond van art. 6:162 BW. Kan Marina zich in dat kader beroepen op schending van art. 8 EVRM?
In de lange, hete zomer van 2011 besluit de gemeenteraad van Nijmegen op 12 augustus een beregeningsverbod uit te vaardigen om waterverspilling tegen te gaan. Drie dagen later vaardigen Provinciale Staten, eveneens doordrongen van het feit dat er een ernstig tekort aan water dreigt te ontstaan, eenzelfde verbod af. Op 25 augustus voorspelt het KNMI dat de hittegolf binnen twee dagen voorbij zal zijn en dat er overvloedige regenval op komst is. Op 26 augustus wordt de provinciale verordening ingetrokken. Als het op 27 augustus 's ochtends vroeg nog droog is, besluit de heer Van Dungen zijn voortuin te gaan sproeien. Hij wordt prompt geverbaliseerd door een passerende wijkagent wegens overtreding van de gemeentelijke verordening.
Als de Officier van Justitie aan Van Dungen een schikkingsvoorstel doet, wendt laatstgenoemde zich tot u met de vraag of hij deze moet betalen of dat er wellicht kansen zijn om een boete te ontlopen. Wat is uw antwoord aan Van Dungen?
Drie vereisten voor ongeschreven staatsrecht noemen.
Stellen dat vertrouwensregel aan de drie vereisten voldoet. Hierbij dient nader ingegaan te worden op de eis betreffende de continuïteit voor het staatsbestel. Vertrouwensregel is noodzakelijk om een langdurige blokkade tussen regering en parlement, waardoor het staatsbestuur lamgelegd zou worden, te voorkomen.
Het aanbieden van het ontslag aan de vooravond van de verkiezingen is praktijk, ook bestaat er een opinio iuris. Er valt echter niet in te zien op welke grond een andere praktijk ernstig negatieve gevolgen zou hebben voor de bestendigheid van het staatsbestuur.
Centraal in ‘Du contrat social’ staat dat de mensen zich met heel hun persoon en heel hun hebben en houden moeten overgeven aan een afspraak, het contrat social, waardoor men voortaan niet meer leeft naar de individuele amour-propre, maar naar de gemeenschappelijke wil van het verband, de volonté générale. Deze omwenteling, die een transformatie van natuurlijk persoon tot burger veronderstelt, is niet goed mogelijk als mensen er niet van doordrongen zijn wat het betekent om voor het collectief te leven. Het is dus van belang dat de mensen al op jonge leeftijd burgerzin wordt bijgebracht.
Nee. Het parlement heeft wel een goedkeuringsrecht (art. 91 Gw en Rwgb). Uitdrukkelijke goedkeuring gebeurt bij wet in formele zin. De Tweede Kamer heeft het recht van amendement (art. 84 Gw), maar daarmee kunnen slechts wijzigingen in de goedkeuringswet (bv het opnemen van een voorbehoud bij bepaalde verdragsartikelen) en niet in het verdrag zelf worden aangebracht. Voorbehouden zijn alleen mogelijk als het verdrag dat toestaat (art. 19 Weens Verdragenverdrag). Verder zijn goedkeuren of afkeuren de enige mogelijkheden (waarmee de Tweede Kamer wel druk kan uitoefenen op de regering om terug naar de onderhandelingstafel te gaan).
[NB: Het gaat hier om een wijziging van de Europese verdragen. Dit is primair EU-recht en de overdracht van nieuwe bevoegdheden. Costa / ENEL en Van Gend & Loos zijn daarbij niet relevant, evenmin als de fiches en de gele / oranje kaartprocedure.]
Een redelijke uitleg van het grondrecht brengt met zich dat niet elke handeling door het grondrecht bestreken wordt (zie AOW-gewetensbezwaren Verfbommetje evt. St. Walburga, De Deur), en het grondrecht niet te allen tijde, op elke plaats uitgeoefend mag worden: ‘De genoemde voorschriften hoeven derhalve niet te berusten op de betreffende beperkingsclausules. Ze gaan immers als het ware langs het grondrecht heen, vallen buiten de reikwijdte ervan, en vormen dus geen grondrechtbeperking.’ In casu zal B & W dus de planvoorschriften kunnen handhaven.
Ook kan beredeneerd worden dat het argument van de stichting weinig kans van slagen heeft via acceptatie van een algemene beperking d.m.v. redelijke uitleg of door een vergelijking met De Deur.
Ja, op grond van de inlichtingenplicht van art. 68 Gw is de minister hiertoe gehouden. Slechts indien het belang van de staat zich hiertegen verzet is dit anders. In casu is dit niet het geval. Zie: Deel II: Hoofdstuk 3, Paragraaf 3.1.6.: Ministeriële verantwoordelijkheid?
Ja, op grond van de vertrouwensregel, een regel van ongeschreven staatsrecht, dient de minister af te treden indien een meerderheid van de Tweede Kamer laat blijken geen vertrouwen meer in hem/haar te hebben. Deze regel kan betrekking hebben op ieder handelen van de minister, ook privékwesties, want de regel ziet op de ambtsdrager/persoon.
In een democratie moeten door het volk gekozen vertegenwoordigende lichamen een beslissend aandeel hebben in de totstandkoming van rechtsregels. Wanneer er met groot regelmaat verregaande wetgevende bevoegdheden gedelegeerd worden aan indirect democratisch gelegitimeerde organen als de regering en minister neemt het democratisch gehalte van regelgeving af.
Een van de eisen van de rechtsstaat is bovendien machtenscheiding. Wanneer uitvoerende organen wetgevende bevoegdheden gedelegeerd krijgen staat dit op gespannen voet met machtenscheiding.
Het betreft hier een klassiek grondrecht, dat in beginsel bedoeld is als een onthoudingsverplichting voor de overheid. Een burger kan deze verplichting inroepen ten opzichte van de overheid. Niettemin bestaat er de laatste jaren een tendens om een aantal grondrechten zo te interpreteren dat deze niet slechts een aanspraak geven op overheidsonthouding, maar ook op “hulp” van de overheid. In aanvulling op onthoudingsverplichting kan uit art. 8 EVRM een positieve verplichting voortvloeien voor de overheid om het recht op respect voor de woning en het privé-leven van een burger te beschermen (Ärzte für das Leben). Het EHRM kan art. 8 EVRM niet rechtstreeks in de horizontale relatie tussen Marina en de nachtclub toepassen, maar Marina kan stellen dat de staat bepaalde rechten van burgers tegenover medeburgers moet garanderen, de staat schendt een grondrecht van een burger als deze garantie ontbreekt.
Het betreft de vraag naar horizontale werking van verdragsgrondrechten. Schending van art. 8 EVRM kan een rol spelen bij de beoordeling op er sprake is van een onrechtmatige daad in de zin van art. 6:162 BW (Turkse werkneemster). Het betreft hier indirecte horizontale werking: schending van art. 8 EVRM speelt mee bij een belangenafweging of inkleuring van civielrechtelijke begrippen als de “maatschappelijke betamelijkheid”.
Ook zou eventueel een directe horizontale werking kunnen worden aangenomen (zie arrest verplichte aidstest / Edamse bijstandsvrouw). Schending van art. 8 EVRM levert in beginsel een onrechtmatige daad op, waarvoor een rechtvaardigingsgrond kan bestaan in aansluiting op art. 8 lid 2 EVRM. Van een rechtvaardigingsgrond voor de nachtclub is hier geen sprake.
Art. 122 Gemeentewet, het gaat om een anterieure gemeentelijke verordening. Provinciale en gemeentelijke verordening hebben hetzelfde onderwerp (object en motief, Emmense baliekluivers). De gemeentelijke verordening is dus van rechtswege vervallen op 15 augustus 2011. Na intrekking van de provinciale verordening herleeft de gemeentelijke verordening niet meer, dus Van Dungen hoeft de boete niet te betalen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Constitutioneel Recht aan de Universiteit Utrecht.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1870 |
Add new contribution