Oefententamens Staatsrecht - UL
- 3667 reads
Is het mogelijk dat een voorstel in tweede lezing zou kunnen worden aangepast in de Tweede Kamer?
Heeft de regering naast delegatie tevens de beschikking over regelgevende bevoegdheden in de vorm van attributie?
Henk de Vries heeft na een auto-ongeluk een rolstoel nodig en aanpassingen aan zijn huis, maar hij is door zijn auto-ongeluk voor een groot gedeelte arbeidsongeschikt geraakt. Hierdoor is hij zijn inkomen als lasser verloren. Door de hoge medische kosten die hij maakt heeft hij niet genoeg geld om een elektrische rolstoel aan te schaffen en om zijn huis aan te passen aan zijn fysieke toestand. Hij klopt op basis van advies van zijn buurmeisje (die een juriste in opleiding is) aan bij de gemeente Rhenen. Henk krijgt van zijn buurmeisje te horen dat hij op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wel een tegemoetkoming kan vragen in zijn kosten.
Henk de Vries schrijft hierop een brief met een verzoek aan de gemeente Rhenen dat hij een tegemoetkoming wil hebben in zijn medische kosten op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Hierop wordt hij uitgenodigd voor een gesprek. In dat gesprek zegt de betreffende ambtenaar aan Henkdat hij zeker in aanmerking komt voor een tegemoetkoming. Echter valt een paar weken later een brief bij Henk op de deurmat dat zijn verzoek is afgewezen. Henk gaat naar zijn buurmeisje toe en die vertelt aan hem dat de gemeente het vertrouwensbeginsel heeft geschonden en dat een mogelijke toetsing aan de wetgeving en het beginsel mogelijk kans van slagen zou kunnen hebben. Klopt deze veronderstelling van het buurmeisje van Henk?
Op Prinsjesdag leest de koning zoals gebruikelijk de troonrode voor in de Ridderzaal. Dit jaar verlopen de zaken niet zo gesmeerd zoals gewoonlijk. Een nalatige en overwerkte politieagent neemt even een slok uit zijn mok met pure whiskey. Dit moment van onachtzaamheid wordt afgestraft door student Annemarie van Balen die er in slaagt om met een kunstof bloempot de Ridderzaal in de lopen, ondanks de strenge beveiliging. Hierop veroorzaakt zij een rumoer in de zaal. Ze roept onder meer: ‘Weg met de koning, het is 2014. Tijd voor een republiek.’. Om haar woorden wat meer kracht bij te zetten gooit ze met de kunstof bloempot naar de koning. Alleen bukt de koning net op tijd. Hierdoor wordt de partijleider van de PvdA, Diederik Samson, geraakt op zijn rug. De studente wordt uiteindelijk opgepakt. Mark Rutte, de minister-president van de VVD, wordt door dit incident ernstig in verlegenheid gebracht. Hij wordt dan door de geschokte en verontwaardigde Tweede Kamer op het matje geroepen.
Mark Rutte, minister-president, verschijnt voor de kamer om antwoord te geven op de vragen. Kan de minister-president verantwoordelijk worden gehouden voor de nalatige politieagent en de actie van de studente? Kan de minister-president gedwongen worden om zijn ontslag aan te bieden?
De tweede lezing van een voorstel tot wijziging van de Grondwet begint vangt aan zodra de Tweede Kamer is ontbonden (art. 137 lid 3 Grondwet). De verplichte Kamerontbinding garandeert dat de kiezer zich altijd kan uitspreken over een voorstel. Zou het voorstel in tweede lezing alsnog kunnen worden aangepast, dan vervalt deze waarborg voor de kiezer.
Zie samenvatting 4 en 75 en art. 137 Grondwet.
De meeste regelgevende bevoegdheid heeft de regering inderdaad krachtens delegatie (overdragen bestaande bevoegdheid). Maar de regering beschikt ook krachtens attributie (opdragen nieuwe bevoegdheid) over regelgevende bevoegdheid. Dit blijkt uit artikel 89 lid 1 Grondwet op grond waarvan de regering zogenaamde zelfstandige algemene maatregelen van bestuur kan uitvaardigen. Hoewel deze bevoegdheid begrensd is (door artikel 89 lid 2 Grondwet/door specifieke invulling van het legaliteitsbeginsel/Fluoridering-arrest) bestaat deze bevoegdheid in ieder geval nog wel voor spoedeisende situaties. (NB in art. 81 Grondwet krijgt niet de regering, maar de formele wetgever wetgevende bevoegdheid geattribueerd. NB 2: art. 10:22 Awb is geen grondslag voor attributie.)
Dat staat daar niet en de formele wetgever is ook geen bestuursorgaan. NB 3: wie, anders dan Voermans (en Kortmann), van mening is dat ook de wetgever aan de regering regelgevende bevoegdheid kan attribueren, kan met een goede uiteenzetting ook daarvoor punten halen. NB 4: mandaat is geen overdracht van bevoegdheid) Zie pagina 9 van de samenvatting en pagina 165 Damen.
Zie samenvatting 8, 7, 10, 44, 76 en art. 89 Grondwet. Zie HR Fluoridering.
Artikel 120 Grondwet verbiedt de rechter wetten in formele zin en verdragen te toetsen aan de Grondwet. Dit artikel verzet zich ook tegen toetsing van wetten in formele zin aan fundamentele rechtsbeginselen, zo heeft de Hoge Raad bepaald in het Harmonisatiewetarrest. In casu gaat het om (vermeende) strijd tussen een bepaling uit een wet in formele zin, namelijk de Wmo, en een fundamenteel rechtsbeginsel, namelijk het vertrouwensbeginsel.
In het arrest Abbb contra legem I (Doorbraakarrest) heeft de Hoge Raad bepaald dat onder omstandigheden strikte toepassing van de wet in die mate in strijd kan komen met een of meer fundamentele rechtsbeginselen, dat die toepassing achterwege dient te blijven. In het Harmonisatiewetarrest overwoog de Hoge Raad in dit verband dat een fundamenteel rechtsbeginsel slechts tot het buiten toepassing laten van een wetsbepaling kan leiden indien het gaat omstandigheden die de wetgever niet in zijn afweging heeft betrokken. In dat geval laat het buiten toepassing laten de verbindende kracht van de bepaling onverlet.
De rechtbank oordeelt in casu dat toepassing van de bepaling uit de Wmo in strijd is met het vertrouwensbeginsel en dat de bepaling daarom buiten toepassing moet blijven. De rechtbank mag dit oordelen, maar vereist is dan wel dat het gaat om een situatie die de wetgever bij het vaststellen van de Wmo niet heeft verdisconteerd. In dat geval schendt de rechtbank het toetsingsverbod niet. Heeft de wetgever de situatie wel verdisconteerd, dan is wat de rechtbank hier doet wél in strijd met artikel 120 Grondwet.
Zie samenvatting 12, 79, 126 en 129. Zie HR Doorbraak en HR Harmonisatiewet. Zie art. 120 Grondwet.
De minister-president is in het algemeen politiek verantwoordelijk voor het handelen van de Koning (art. 42 lid 2 Grondwet), voor besluiten van de ministerraad (art. 12 RvO MR), voor zijn ambtenaren (art. 44 lid 1 Grondwet) en voor het gebruik van zijn eigen bevoegdheden. De politieke ministeriele verantwoordelijkheid betekent in de praktijk dat de minister in ieder geval de vragen moet beantwoorden (art. 68 Grondwet) en zich moet verantwoorden in het parlement. (NB: het gaat om de politieke ministeriele verantwoordelijkheid. Uiteenzettingen over de Wet ministeriele verantwoordelijkheid zijn niet relevant omdat ze over de strafrechtelijke ministeriele verantwoordelijkheid gaan.)
Zie art. 42, 44 en 68 Grondwet.
Zie samenvatting 62, 63 en 64.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat verschillende oefententamens voor het vak Staatsrecht zoals gegeven aan de Universiteit van Leiden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1955 |
Add new contribution