Oefententamens voor Staatsrecht - UL
- 1401 reads
Tijdens de behandeling van een wetsvoorstel over het wettelijk collegegeld door de Eerste Kamer, op 10 juli 2018, zegde minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) toe om ‘te reflecteren op de betekenis van artikel 13, tweede lid, sub c van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR)’
De essentie van het huidige Nederlandse parlementaire stelsel is de vertrouwensregel: de regel dat bewindslieden hun ontslag moeten aanbieden aan de Koning als de Tweede Kamer het vertrouwen in hen heeft opgezegd.
In de literatuur wordt de rechterlijke rechtsvorming onderscheiden in meer autonome en meer heteronome rechtsvinding.
In het aanvullende artikel ‘The Undemocratic Dilemma’, dat als rode draad tijdens de hoorcolleges fungeerde, stelt Yascha Mounk dat in de loop van de afgelopen decennia veel landen in Noord-Amerika en West-Europa onbewust tot de categorie ondemocratisch liberale stelsels zijn gaan behoren.
Verdragsartikelen hebben in beginsel altijd interne werking, want gematigd monistisch systeem (3 punten) zie HR Grenstractaat Aken (2 punten).
Bij gebrek aan een bepaling in het verdrag over de rechtstreekse werking van de betrokken bepaling is naar Nederlands recht slechts de inhoud van de bepaling beslissend: geschikt om als objectief recht in de rechtsorde te functioneren of niet. Toepassing van dit criterium: deze bepaling is niet geschikt om als objectief recht in de rechtsorde te functioneren. Hij is namelijk te vaag. OF: er is nadere regelgeving nodig (criterium: 2 punten, toepassing 3 punten) [Compensatiepunten voor wie ziet dat de Hoge Raad in het Harmonisatiewetarrest een (negatief) oordeel velt over de een ieder verbindendheid van dit artikel)
Onder HR Rookverbod zijn twee dingen gewijzigd: 1) een bepaling is reeds in staat om in de rechtsorde als objectief recht te functioneren wanneer een resultaat voldoende onvoorwaardelijk is voorgeschreven (dus: beleidsvrijheid ten aanzien van de wijze waarop dat resultaat behaald moet worden leidt minder snel tot een negatief oordeel over de rechtstreekse werking) en 2: de rechtstreekse werking moet worden beoordeeld in de context van het geval waarin de bepaling wordt ingeroepen. (max 5 punten voor de theorie) Door HR Rookverbod is de kans dat artikel 13 lid 2 sub c IVESCR kan worden ingeroepen vergroot. De motivering daarvan kan twee kanten op. OF in zijn algemeenheid is de inroepbaarheid van internationale bepalingen vergroot en dus ook dit artikel. OF het collegegeld gaat al jaren omhoog, en door de relatieve rechtstreekse werking zal dit artikel dus kunnen worden ingeroepen tegen de voortdurende verhoging van het collegegeld. Conclusie: omdat de rechter zich hier dus wellicht mee zal gaan bemoeien is ook de aandacht van de Eerste Kamer getrokken. (max 5 punten voor de toepassing van de theorie)
De aanneming van een (door de bewindspersoon opgevatte) motie van wantrouwen, het verwerpen van zijn/haar begroting, aanneming door de Tweede Kamer van een door de bewindspersoon als onaanvaardbaar aangeduid amendement of het omlaag amenderen van het salaris van de minister naar 1 euro per jaar. (2 punten per goed antwoord, maximaal 5 punten)
De vertrouwensregel is ongeschreven staatsrecht. Dat wil zeggen: een combinatie van staatkundige praktijk en bijbehorende rechtsovertuiging. De vertrouwensregel zoals wij die kennen is ontstaan in 1866-1868 in de Kwestie-Mijer en de Luxemburgse kwestie (max 5 punten voor de theorie). Ongeschreven staatsrecht kan worden gewijzigd dus worden gewijzigd door een gewijzigde praktijk en een gewijzigde rechtsopvatting. De Tweede Kamer kan dus een motie van vertrouwen verwerpen en vervolgens van mening zijn (en bewerkstelligen) dat de bewindspersoon zijn ontslag moet aanbieden. (max 5 punten toepassen) OF: wijzigen door omzetten in formele wetgeving en toelichten hoe dat bewerkstelligd wordt (4 punten)
Vernietiging geschiedt niet door de burgemeester, maar bij Koninklijk Besluit (artikel 132 lid 4 Grondwet) (3 punten) dus door de regering. (1 punt) De burgemeester kan wel besluiten van het gemeentebestuur, zoals het besluit van de raad om deze bepaling vast te stellen, voor vernietiging door de kroon voordragen wegens strijd met het recht of het algemene belang (artikel 273 lid 1 Gemeentewet).
De ondergrens van de autonome regelgevende bevoegdheid van de gemeente ex artikel 147 juncto 149 Gemeentewet is uitgewerkt in de arresten HR Wilnisser Visser, Anticonceptiva Bergen op Zoom en Maastrichts Schakelkastje. Daarin is verboden dat bepalingen waarin elk openbaar belang ontbreekt of bepalen die in hun toepassingsbereik óók in de privésfeer van de burgers treden onrechtmatig zijn. (max 3 punten voor de theorie) Deze bepaling is niet in strijd met de ondergrens, omdat sprake is van de toevoeging op of aan de weg en voor het publiek toegankelijke gebouwen. Daarmee wordt niet getreden in bijzondere belangen van de ingezetenen, zoals het arrest Wilnisser Visser verbiedt. Eventueel zou het beter zijn als in dit geval zou zijn gesproken over de openbare weg (max 3 punten voor de toepassing).
Strijd met de vrijheid van meningsuiting vereist dat de bepaling valt onder de reikwijdte van artikel 7 lid 3 Grondwet én dat de bepaling uit de APV geen toegelaten beperking is. Ten aanzien van het bereik is het nog maar de vraag of alles wat in het artikel staat genoemd onder de vrijheid van meningsuiting kan worden gebracht. Voor ‘aanstootgevende taal’ zal dat veel makkelijker zijn, dan voor de enkele gebaren of geluiden. Eventueel kan met symbolic speech meer dan alleen spreken onder de vrijheid van meningsuiting worden gebracht, maar ook daaraan zit een grens. Het idee van de burgemeester dat sommige dingen gewoon ‘evident’ geen mening zijn, is in de rechtspraak immers al eens geaccepteerd. (zie ABRvS Pastafari) (max 4 punten voor de kwestie van het bereik) Voor zover de bepaling onder artikel 7 lid 3 valt, is uit het competentievoorschrift in het artikel meteen duidelijk dat dit artikel alleen bij formele wet beperkt kan worden (zie HR APV Tilburg of het gebruik van de woorden ‘volgens de wet’ in de tekst van de Grondwet). Als het sisverbod dus onder de vrijheid van meningsuiting valt, dan is het een beperking daarvan bij APV per definitie uitgesloten (max 3 punten voor de kwestie van beperking) Aanvullende toetsing aan artikel 10 EVRM is overbodig omdat de bepaling immers al onverbindend is. Wat zal de rechter doen? Twee variabelen zijn met name van belang: het gaat hier om punitieve sancties. Arbeidskostenforfait-achtige constructies liggen daarom niet voor de hand; rechtsbescherming achterwege laten in verband met de staatsrechtelijke terughoudendheid is hier per definitie onevenredig. Buiten toepassing laten ligt hier dus voor de hand. Ten tweede: de bepaling kan worden gesplitst. Bijvoorbeeld alleen het deel ‘aanstootgevende taal’ kan buiten toepassing gelaten waarbij het niet onder het bereik van de vrijheid van meningsuiting vallende gedrag wel strafbaar blijft. Eventueel kan de APV bepaling grondwetsconform worden geinterpreerd, in de zin dat de rechter daarin leest dat het niet om meningen gaat. (max 7 punten naar de mate waarin de twee belangrijkste variabelen zijn uitgewerkt) (ECLI:NL:RBROT:2018:10493)
Het is van allebei een beetje. Het toepassing van artikel 13 Grondwet op een mail is niet volledig heteronoom, want dan zou de conclusie hebben moeten zijn dat een ‘email’ geen brief is. Het toepassing van artikel 13 Grondwet op een mail is echter ook niet volledig autonoom, want de stap van een papieren brief naar een elektronische mail is ook weer niet zo groot. Met een klein beetje teleologische interpretatie ben je er al. (5 punten)
Het is van allebei een beetje. Een volledig heteronome rechtsvinding had niet toegelaten dat een administratieve boete wordt begrepen onder het begrip strafrechtelijke vervolging. Dat is het namelijk niet. Een volledig autonome rechtsvinding is het echter ook niet. De drie criteria van Özturk (nationale classificatie, aard van de overtreding, aard en zwaarte van de sanctie) hebben een sterke verbinding met het begrip vervolging. Een boete moet op drie relevante punten op een vervolging lijken. (max 7 punten voor wie de theorie goed toepast op Özturk.) De laatste drie punten zijn voor wie in de motivering iets meer laat zien. Dat kan zijn: OF begrip voor het EHRM dat het als internationale grondrechtenbeschermer nu eenmaal aan iets autonomere rechtsvinding moet doen. OF een zinvolle vergelijking met vraag 3a. OF een opmerking dat het begrip ‘autonome interpretatie’ net niet helemaal samenvalt met autonome rechtsvinding.
Volgens Mounk zijn ondemocratisch liberale stelsels ‘liberal, yet fail to live up to democracy’s promise to let the people rule. Although they (mostly) respect the rule of law [and (largely) protect the rights of minorities], they fail to translate popular preferences into public policy’ (p. 100). (5 punten). Dit kan worden geïllustreerd aan de hand van één van de navolgende voorbeelden: ‘The expanding authority of bureaucrats’, ‘Technocratisering van de lokale democratie’, ‘The growth of international treaties and organizations’, ‘The rise of judicial review’ of ‘the debasement of human rights’. (5 punten). Noemen van alleen een goed voorbeeld levert 3 punten op, goede uitleg wat er ondemocratisch aan is de resterende 2.
Dat betreft de invoering van een bindend correctief referendum. Dit voorstel is immers gericht op het verbeteren van de inhoudelijke representatie, hetgeen de eerste rode draad in het rapport is. De invoering van een constitutionele toets ex post, uit te voeren door een Constitutioneel Hof, is gericht op de versterking van de weerbaarheid van de democratische rechtsstaat. Dat vormt de tweede rode draad in het rapport, die echter het ‘ondemocratische’ gehalte van het bestel potentieel nog kan vergroten (5 punten) ‘Nederland heeft een meerpartijenstelsel. Politieke besluiten zijn dan ook vaak compromissen. Maar soms zijn burgers het écht niet eens met een besluit. Met het bindend correctief referendum kunnen burgers zich toch nog uitspreken over al aangenomen wetten. Correctief, omdat een door het parlement aangenomen wet alsnog kan komen te vervallen. Bindend, omdat de politiek zich moet houden aan de uitspraak. Een bindend correctief referendum kan zo de democratie in Nederland daadwerkelijk aanvullen.’ (p. 137) (5 punten)
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat verschillende oefententamens voor het vak Staatsrecht zoals gegeven aan de Universiteit van Leiden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2265 |
Add new contribution