Risicotaxatie in straf- en civielrechtelijk kader - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 2 Risicotaxatie in straf- en civielrechtelijk kader 

Doel risicotaxatie jeugdzorg 

  • Het zo goed mogelijk inschatten van een toekomstige gebeurtenis om deze vervolgens te kunnen voorkomen. 

  • Strafrechtelijk kader: risico op recidive inschatten > juiste interventies inzetten > recidive verlagen. 

  • Civielrechtelijk kader: risico op zorgwekkende opgroei- en opvoedingssituatie (kindermishandeling) inschatten > juiste interventies inzetten > opgroei- en opvoedingssituatie verbeteren. 

Risicotaxatie in strafrechtelijk kader 

  • Hoe hoog is recidive onder jongeren? 

  • Hangt er vanaf van welke periode je bekijkt: na een jaar ongeveer 25%, na vier jaar ongeveer 50%. Dit gaat om veroordelingen (geregistreerd). Recidive zal dus hoger zijn. 

  • Hoe recidive verlagen? 

  • Risk-Need-Responsivity 

  • Risk: intensiteit interventie afstemmen op het recidive risico. 

  • Behoefte: interventie richten op veranderbare factoren die het sterkst samenhangen met recidive 

  • Responsiviteit: interventie afstemmen op motivatie, leerstijl en mogelijkheden jongere. 

  • Effectiviteit interventies (residentieel versus community interventies) 

  • Interventies zonder toepassing RNR-principes > niet effectief 

  • Hoe meer toepassing principes, hoe effectiever. 

  • LIJ maakt ook gebruik van RNR-principes. 

LIJ (filmpje uit werkcollege) 

  • Berekent recidiverisico en zorgsignalen.  

  • Start: politie (preselectie) > verhoor > proces verbaal > preselectie invullen (o.b.v. gegevens uit politiesystemen) > eerste inschatting recidiverisico = basis onderzoek in de verdere keten. 

  • Haltwaardig feit > Halt neemt signaleringsinstrument af (functioneren op school, contact met ouders en vrijetijdsbesteding). 

  • Midden of hoog risico?> onderzoek door RvdK > instrument 2A: rapport met dynamisch risicoprofiel (inschatting risicofactoren op verschillende levensgebieden) > eventueel uitgebreid onderzoek met instrument 2B: meer volledig dynamisch risicoprofiel en gedragsinterventies. 

Risicotaxatie politie 

  • Geautomatiseerde risico-inschatting o.b.v. registraties bij de politie. 

  • Preselect Recidive: kans dat een jongere in de nabije toekomst weer een delict pleegt. 

  • Preselect Zorg: kans dat er sprake is van een zorgwekkende opgroei- en opvoedingssituatie. 

Preselect Recidive 

  • Chaid analyse: totale groep opgedeeld in subgroepen met sterkste voorspeller (=recidive). > groepen met overeenkomstige risicofactoren. 

  •  

  • Casus Jesse 

Preselect Zorg 

  •  

Hoe goed is de voorspelling? 

  • AUC-waarde: maat voor het aantal juiste voorspellingen 

  • Slechtste geval: AUC-waarde = .50 (50% juiste voorspellingen) 

  • Beste geval: AUC-waarde = 1 (100% juiste voorspellingen) 

  • Grenswaarden literatuur: 

  • Vanaf .56 > zwak 

  • Vanaf .64 > matig 

  • Vanaf .71 > goed 

  • Prestaties instrumenten 

  • Preselect Zorg en Recidive presteren goed: circa 75% juiste voorspellingen 

  • Instrumenten scoren over het algemeen matig: circa 65% juiste voorspellingen 

  • Inschatting zonder gebruik instrumenten (ongestructureerd klinisch oordeel) over het algemeen niet beter dan random (50% juiste voorspellingen) 

  • Gedrag uit het verleden is zeer sterke voorspeller voor gedrag in de toekomst (daarom zijn Preselect Zorg en Recidive zo goed). Clinici kijken liever naar het huidige moment, maar vergeten naar het verleden te kijken. 

Gedrag voorspellen is lastig 

  • Onvoorziene gebeurtenissen 

  • Niets is zo veranderbaar als het menselijk gedrag 

 

Behoeftetaxatie 

  • 2A is verkorte versie van 2B. Tien domeinen (zie dia).  

  • Wanneer er veel risicofactoren op een bepaald domein zijn, kan je 2B inzetten om dat verder te onderzoeken. 

Toekomst LIJ 

  • Normeringsonderzoek: nu nog gebaseerd op Amerikaanse gegevens. Nederlandse data is nodig. 

  • Validatie onderzoek 

  • Instrument kan waarschijnlijk korter 

Risicotaxatie in civielrechtelijk kader 

Knelpunten 

  • Risicotaxatie instrumenten vaak geïmplementeerd zonder onderzoek.  

  • Weinig kennis over belangrijkste risicofactoren voor kindermishandeling 

  • Opeenstapeling van risicofactoren. Verschillende factoren voor verschillende vormen. Top 8 risicofactoren: 

  •   

  • Conclusies diverse rapporten Inspectie Jeugdzorg 

  • Onvoldoende aandacht voor risicofactoren bij ouders 

  • Kindsignalen van doorslaggevend belang 

  • Onvoldoende aandacht voor zorgwekkende patronen in het verleden 

  • Huiselijk geweld niet gezien als kindermishandeling 

  • Essentieel bij Risicotaxatie 

  • Factoren gerelateerd aan ouders (belangrijkste risicofactoren) 

  • Kijk naar patronen uit verleden > dossiervorming! 

  • Kindsignalen zijn niet noodzakelijk aanwezig 

  • Weinig onderscheid tussen verschillende typen instrumenten: screening, veiligheidstaxatie, risicotaxatie en behoeftetaxatie 

  • Volgorde: 

  • Screening: op een relatief snelle manier bepalen of er mogelijk sprake is van kindermishandeling (op dit moment) door bijv. Politie of consultatiebureau. 

  • Veiligheidstaxatie: daadwerkelijk vaststellen van kindermishandeling, bijv. Door Veilig Thuis 

  • Risicotaxatie: risico op kindermishandeling in de toekomst inschatten 

  • Behoeftetaxatie: vaststellen van veranderbare risicofactoren die kunnen worden aangepakt in interventies om het risico op kindermishandeling in de toekomst te verlagen. 

  • Screeningslijst artsen 

  • Onderzocht hoe goed instrument Sputovoma het doet.  

  • Conclusie onderzoek: in 8 van de 100 gevallen een juiste verdenking (veel vals positieven). In 92 van de 100 gevallen een onterechte verdenking. Maar: niet gekeken of de verdenkingen juist waren! Alleen gekeken naar meldingen bij Veilig Thuis, was er geen melding dan onterechte verdenking. Maar: minder dan 10% van de gevallen wordt gemeld! 

  • Betere uitspraak: “op elke 100 verdenkingen is bij 8 een melding gedaan, dus waren er naar schatting meer dan 80 gevallen van KM.” 

  • Onterechte kritiek: 

  • Instrument onderzocht alsof het een veiligheidstaxatie-instrument is, want alleen dan kun je spreken van onterechte verdenkingen 

  • Verkeerde uitkomstmaat gebruikt: meldingen VT i.p.v. daadwerkelijke kindermishandeling 

  • Om daadwerkelijke kindermishandeling vast te stellen is er uitgebreid onderzoek nodig in de omgeving van het kind, meestal door een multidisciplinair team.  

  • Dit type onderzoek is erg schadelijk voor het vertrouwen in risicotaxatie instrumenten! 

  • Veiligheidstaxatie gebeurt niet altijd goed in Nederland 

  • Casus Sharleyne 

  • Filmpje: wat kan er misgaan bij het inschatten van veiligheid: acute onveiligheid + zeer ernstige risicofactoren aanwezig.  

  • Wanneer is het veilig? 

  • Veiligheidsafspraken? > nee 

  • Gezinsvoogd? > nee 

  • Afwezigheid kindsignalen? > nee 

  • Meewerkende/welwillende ouders? > nee 

  • Veiligheidsplan? > misschien 

  • Onderdelen veiligheidsplan 

  • Realistische afspraken 

  • Controlemechanisme gemaakte afspraken 

  • Regelmatige monitoring veiligheid 

  • Risico op kindermishandeling wordt vaak niet volgens beste methode ingeschat. 

  • Ontwikkeling instrumenten risico- en behoeftetaxatie 

  • Instrumenten voor recidive afgelopen 30 jaar 

  • 1e generatie: klinische blik (ongestructureerd klinisch oordeel), niet veel beter dan random. 

  • 2e generatie: actuariële instrumenten: statistisch tot inschatting komen. Vaststaande weging van factoren. Nadeel: bijna alleen maar statische factoren dus geen aanknopingspunten voor risicoverlaging.  

  • 3e generatie: onderscheid risico/behoefte (ook actuariële instrumenten) 

  • 4e generatie: onderscheid risico/behoefte + casemanagement (bijhouden of risico’s daadwerkelijk omlaaggaan.  

  • Instrumenten voor kindermishandeling 

  • 1e generatie: klinische blik (ongestructureerd klinisch oordeel) 

  • 2e generatie: actuariële instrumenten en gestructureerd klinische instrumenten > Risk Assessment Wars 

  • Verschil: beide bevatten een lijst met risicofactoren 

  • Actuarieel: vaststaande weging factoren. Instrument bepaalt hoogte risico 

  • Klinisch: geen vaststaande weging factoren. Professional komt zelf tot eindoordeel. 

  • Tot voor kort onduidelijk welke methode beter was voor instrumenten voor kindermishandeling. Wel overtuigend bewijs dat actuariële instrumenten beter presteren dan klinische instrumenten in andere disciplines. Waarom? 

  • Actuariële instrumenten bevatten alleen factoren die voorspellend zijn voor kindermishandeling. 

  • Lastig om factoren op juiste manier te wegen en te combineren tot eindoordeel. 

  • Betrouwbaarheid hoger van actuariële instrumenten. Minder afhankelijk van een professional. 

  • Meta-analyse: actuariële instrumenten doen het beter. 

  • Einde risk assessment wars? 

  • Nog niet in Nederland: hardnekkige voorkeur voor klinische methoden, niet alleen in de jeugdzorg, maar ook in de forensische zorg.  

  • Het overweldigende wetenschappelijke bewijs dat actuariële risicotaxatie beter presteert dan klinische risicotaxatie wordt in Nederland grotendeels genegeerd. Waarom? Het niet uit handen willen geven + onderzoek naar misvattingen: 

  • Bij actuariële instrumenten zijn er veel vals positieven (onterechte verdenkingen) 

  • Actuariële instrumenten doen een voorspelling voor een groep, niet voor een specifieke casus. 

  • De uitkomst van een specifiek geval is niet te voorspellen > groepsvoorspelling is de best mogelijke voorspelling die je kunt maken over een specifiek geval. 

  • Niet alle variabelen wegen mee (> Klinische voorspelling is beter).  

  • Clinici zien te veel factoren waardoor ze denken dat risico alles is.  

  • De relatie tussen een risicofactor en de uitkomst is vaak minder eenduidig binnen de jeugdzorg. 

  • Actuariële voorspelling met ‘ontsnap’-mogelijkheid slechter dan actuariële voorspelling zonder ‘ontsnap’-mogelijkheid. Want: clinici zien te veel uitzonderingen. Maar: alleen omhoog bijstellen lijkt wel goed te werken. 

LIRIK 

  • LIRIK wordt het meest gebruikt in Nederland 

  • Gestructureerd klinisch instrument 

  • Maar recent onderzoek laat zien: 

  • Zeer lage betrouwbaarheid; 

  • Voorspelling niet beter dan random; 

ARIJ 

  • Ontwikkeld o.b.v. gegevens van de LIRIK 

  • Alleen de items met voorspellende waarde 

  • Items op vaststaande manier gewogen 

  • Instrument geeft eindoordeel (actuarieel instrument) 

  • ARIJ bestaat uit veiligheidstaxatie en risicotaxatie 

Casus Jesse en risicotaxatie 

ARIJ 

  • Alleen de items met voorspellende waarde 

  • Geen beschermende factoren en geen kindfactoren 

  • Deze factoren bleken niet significant samen te hangen met toekomstige onveiligheid. Ook andere literatuur liet zien dat kinderen uit hoog-risicogezinnen minder profiteren van eventuele aanwezigheid van beschermende factoren. 

  • ARIJ-Needs is recentelijk ontwikkeld: 

  • Dynamische risicofactoren kunnen in kaart worden gebracht 

  • Een koppeling wordt gemaakt tussen deze risicofactoren en daarbij passende interventies. Nu worden er wel kindfactoren gebruikt (om te kijken waarvoor die ingezet kunnen worden). 

  • ARIJ-Needs maakt het mogelijk om te werken volgens het RNR-model. 

  • ARIJ-Needs laat zien welke interventies passen bij de specifieke problematiek van een gezin (combinatie van risicofactoren) 

  • Op basis van de uitgebreide beschrijvingen kan de best passende interventie gekozen worden 

  • Hierbij moet rekening worden gehouden met: 

  • Specifieke doelgroepen en doelen 

  • Contra-indicaties 

  • Beschikbaarheid 

  • Intensiteit 

  • Responsiviteit 

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Justitiële Interventies - Colleges - Universiteit Utrecht - 2020/2021

Wat werkt? Kwaliteit en effectiviteit van justitiële interventies - Universiteit Utrecht

Wat werkt? Kwaliteit en effectiviteit van justitiële interventies - Universiteit Utrecht

HC1 Wat werkt? Kwaliteit en effectiviteit van justitiële interventies 

Voorbeelden van interventies: gezinshulp, justitiële inrichting, vroegtijdig ingrijpen bij hele jonge kinderen. Het gaat dus niet alleen om oudere kinderen.  

Waarom zijn er sancties? Welke perspectieven liggen daaraan ten grondslag? 

  • Vergeldingstheorie 

  • De overheid moet wraak nemen op degene die onrecht pleegde. 

  • Oog om oog, tand om tand. 

  • Absolute straftheorie: de straf vindt zijn grondslag in het misdrijf (de daad staat centraal). 

  • Preventietheorie 

  • Door de persoon te straffen wordt voorkomen dat anderen strafbare feiten zullen plegen. 

  • Relatieve strafrechtstheorie: de straf beoogt een bepaald doel i.p.v. enkel vergelding. 

  • Wordt onderverdeeld in: 

  • Generale preventie: schrikreactie op anderen 

  • Speciale preventie: de misdadiger zelf ervan weerhouden in de toekomst weer misdaden te gaan plegen. 

  • Dader staat centraal. 

De forensische jeugdzorg komt in beeld bij de relatieve theorieën. 

Achtergrond van wat werkt: 

  • In Nederland was er al lange tijd ruimte en geld voor alle soorten interventies: 

  • ‘Baat het niet dan schaadt het niet’. 

  • Dit bleek echter niet houdbaar: bepaalde interventies voor delinquente jongeren bleken schadelijk. 

  • Daarnaast beperking van financiële middelen. 

  • > ontstaan ‘erkenningscommissies’: hulpverleningsprogramma’s moeten laten zien wat ze doen, hoe ze dat doen en voor wie. Deze erkenningscommissies behoren nu allemaal tot het NJI. 

Wat werkt? En hoe stel je dat vast? 

  1. In theorie effectief: beschrijving van wat interventie beoogt te doen op basis van theorieën over het te bestrijden gedrag (WAAROM) 

  1. Interventie sluit aan bij aanwezige risico- en protectieve factoren (dynamisch) en afgestemd op mogelijkheden van cliënten.  

  1. Procesevaluatie: wordt het programma uitgevoerd zoals bedoeld? Wordt de doelgroep bereikt? Vaak beschrijving (HOE) 

  1. Evaluatieonderzoek: is er gedragsverandering? Voor- en nameting 

  1. Effectonderzoek: gedragsverandering toe te schrijven aan interventie? Voor- en nameting en controlegroep (HOE STERK) 

Echter, wat blijkt uit onderzoek? 

  • Uit effectonderzoek blijkt dat onderzoek dat uitgevoerd wordt door universiteiten dat bij selectieve steekproef vrij groot effect heeft, terwijl bij klinisch representatieve groepen een veel kleiner effect zichtbaar is.  

  • Is streng gecontroleerd wetenschappelijk interventieonderzoek generaliseerbaar naar de praktijk? Er is verschil in: 

  • Enkelvoudige versus meervoudige problematiek 

  • Training behandelaars 

  • Protocollering 

  • Eén therapie versus eclectische aanpak 

  • Kwaliteit onderzoeksdesign 

  • Als je mensen verplicht interventies te volgen, moeten die interventies wel doen wat ze beloven > erkenningscommissies kunnen keuren of die interventie effectief is.  

Wat werkt in de jeugdzorg? Modellen 

  • Hoe ontstaan complexe problemen? 

  • Risico/protectieve factoren 

  • Model van Bronfenbrenner: elk gedrag van mensen ontstaat als gevolg van interactie tussen kenmerken van individu en zijn wijdere sociale omgeving en interactie tussen die systemen.

.....read more
Access: 
Public
Raad voor de Kinderbescherming - Universiteit Utrecht

Raad voor de Kinderbescherming - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 3 Raad voor de Kinderbescherming 

Landelijke organisatie; ministerie van Veiligheid en Justitie 

De Raad onderzoekt, doet geen hulpverlening! 

Onafhankelijk: snijvlak recht ouders/overheid biedt bescherming kind 

  • Bescherming: ondertoezichtstelling/gezagsbeëindigende maatregel 

  • Strafzaken: alle jongeren tussen 12 en 18 die in aanraking komen met politie (zwaar delict (Halt is niet mogelijk)/herhaling van feiten) 

  • Schoolverzuim: jongeren die structureel niet naar school gaan > absoluut verzuim 

  • Gezag en Omgang: zaken waarin ouders uit elkaar gaan > discussie over gezag en omgangsregeling. 

  • Toetsende taak beëindiging OTS/OTS uithuisplaatsing verlenging 2 jaar 

Hoeveel zaken doet de Raad per jaar? 

  • Ongeveer 43.000 zaken per jaar 

  • Sommige kinderen op meerdere gebieden (bijv. Jongere die een zwaar delict pleegt en er een onderzoek volgt > twee zaken). 

  • Ong. 1% van de kinderen per jaar komt in aanraking met RvK. 

  • Overgrote deel zijn beschermingszaken: hoe gaat het met (sociaal-emotionele/lichamelijke/seksuele/morele) ontwikkeling van het kind? Waar gaat het mis (kan in kind zelf of in opvoeding liggen)? 

  • Gezags- en omgangszaken lijken meer te worden. Conflicten in scheidingen lijken ook toe te nemen (reden: wetswijziging: na scheiding hebben beide ouders gezag (eerder was dit alleen moeder) > ouders komen er minder goed uit). 

  • Adoptie: onderzoek doen naar ouders die willen gaan adopteren: zijn deze ouders geschikt een kind op te voeden? Adoptie neemt af: steeds betere zorg in landen van herkomst. 

  • Wanneer geen toestemming? Alleen als er een vermoeden is dat een kind echt niet veilig zal opgroeien. 

  • Schoolverzuim: vaak speelt er meer (bijvoorbeeld persoonlijke- en gezinsproblematiek) dan alleen schoolverzuim > uitbreiden naar beschermingsonderzoek. 

  • Taakstrafcoördinatoren: plek zoeken voor jongere en in de gaten houden of dat goed gaat. 

IVRK 

  • Zowel ouders als kinderen hebben rechten in Nederland 

  • Ouders: recht om je kind op te voeden. Uitzonderingen: kind heeft recht om op een gezonde manier op te voeden. Brengt ouder dit in gevaar? Dan mag overheid ingrijpen. 

  • Belang van kind staat altijd voorop! 

  • Vrijheidsbeneming is een uiterste middel om een kind te straffen. Hersenen zijn nog niet volgroeid > gevolgen van daden nog niet goed overzien > belangrijk dat kind van straf leert, en niet alleen maar straf. 

  • Bij herhaling van delicten, of heel zwaar delict > detentie. Wel vaak gecombineerd met behandeling en begeleiding > jongere moet weer terug de maatschappij in kunnen. 

  • Recht op eerlijk proces 

  • Achter gesloten deuren (bescherming privacy) 

  • Recht op advocaat (pro deo) 

  • Ouders verplicht aanwezig bij strafzaak kind 

  • Vrije meningsuiting 

  • Deelname aan gerechtelijk proces 

  • Zowel strafrechtelijk als civielrechtelijk > opgeroepen voor de zitting: gesprek met kinderrechter, aanwezig bij gehele/deel van de zitting.  

  • Onderzoek: kinderen vinden het heel belangrijk om te vertellen wat hen bezighoudt. 

RvK

.....read more
Access: 
Public
Wat werkt bij risicojongeren? - Universiteit Utrecht

Wat werkt bij risicojongeren? - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 4 Wat werkt bij risicojongeren? 

Waarom preventie? 

  • Individuele en maatschappelijke gevolgen 

  • Zowel op mentaal als fysiek vlak voor slachtoffer en dader zelf. 

  • Ontvankelijkheid voor gedragsverandering 

  • Lastiger om gedrag te beïnvloeden 

  • Opeenstapeling van risico’s op jonge leeftijd zichtbaar (voor delinquentie/gedragsproblemen) 

Uitgangspunten interventies 

  1. Children's rights 

  1. IVRK: als professionals streven naar positieve ontwikkeling van kind 

  1. RNR principles 

  1. Therapeutic philosophy 

  1. Specialized effective programs 

Preventieniveaus 

  • Universeel (primair): normale populatie 

  • Selectief (secundair): gemiddeld hoger risico  

  • Bijv. Jongeren die al eerder in aanraking zijn geweest met politie 

  • Indicatief (tertiair): symptomen van gedragsproblemen 

  • Het gaat eigenlijk om behandeling 

Kwaliteitscriteria interventies 

  • De interventie is... 

  • Theoretisch goed onderbouwd; 

  • Gebaseerd op mechanismen die crimineel gedrag verklaren; 

  • Onderzocht met bewijs relatie tussen interventie en gedragsverandering; 

  • RCT is het meest hoogwaardig. Met zekerheid vaststellen dat gedragsverandering daadwerkelijk door interventie komt. 

RNR Model: werkzaamheid interventies > afname recidive 

  • Risico/behoefte taxatie 

  • Afstemming tussen recidiverisico en intensiteit van programma 

  • Criminogene risicofactoren 

  • Risicofactoren die samenhangen met verhoogde kansen op recidive 

  • Evidence-based risico-behoefte responsiviteit 

Ingrijpen op criminogene factoren 

  • Tabel: als interventie RNR navolgt, neemt effectiviteit toe en recidive af. Als interventies in omgeving worden uitgevoerd zijn ze effectiever (dan in instelling). Programma-integriteit is dan wel belangrijk. 

Wat werkt nog meer? 

  • Professionaliteit 

  • Behandelmodaliteit 

  • Gemeenschapsoriëntatie 

  • Programma-integriteit 

  • Uitvoeren van een interventie met de inhoud, duur, frequentie en doelgroep zoals ontwikkeld en op effectiviteit onderzocht. 

  • Onderscheid in therapist adherence & competence 

  • Competence: vaardigheden om kernactiviteiten uit te kunnen voeren. 

  • Hoge programma-integriteit > medium tot groot behandeleffect 

Baat het niet, dan schaadt het wel 

  • Avontuurlijke programma’s 

  • Psychodynamische therapie 

  • Praten, relatie tussen cliënt en therapeut, onderbewuste van cliënt. Geen rekening met criminogene factoren. 

  • Interventies volgens medisch model 

  • Medicatie, dieet. Medicatie in combinatie met behandeling kan wel werkzaam zijn. 

  • Afschrikking 

  • Averechtse effecten 

  • Kale detentie 

  • Primair groepsgericht werken 

  • Jongeren die met elkaar therapie krijgen in groepsverband. Riskant omdat ze bij elkaar zitten en elkaars negatieve gedrag kunnen bekrachtigen. 

Er is geen therapeutische basis, en er wordt niet gewerkt aan criminogene factoren. 

Deviancy training 

  • Leeftijd 13-14 

  • Verhoogd risico op drugsgebruik 

  • Verhoogd risico op delictgedrag 

  • Verhoogd risico op geweld 

  • Jongeren die

.....read more
Access: 
Public
Veelplegers - Universiteit Utrecht

Veelplegers - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 5 Veelplegers 

Patronen bij de werker, de jongeren en gezinnen met persoonlijkheidsproblematiek 

Bestaande protocollen werken niet bij deze doelgroep. Ze hebben een dynamiek waardoor ze zowel zichzelf als anderen niet vertrouwen. Je moet dus eerst zorgen dat ze voldoende in zichzelf en in jou hebben, en weer hoop dat ze er in de wereld toe doen. Je moet een weg vinden in het veilig maken van de werkrelatie. Moeilijkheden: 

  1. Brug naar de ander toe zodat hij wat wil doen. 

  1. Zelf niet altijd weten wat je moet doen en hoe je verder moet. 

Freud 

  • Conflict tussen: 

  • Id: driften, drijfveren 

  • Ego: IQ, zelfregulatie, impulscontrole 

  • Is nodig om je Id te kunnen remmen. 

  • Bemiddeld tussen Id en Superego 

  • Superego: ideaal-ik, geweten 

  • Bij de veelplegers is Superego niet sterk aanwezig: geen ideaal-ik, weten niet goed wat ze willen. Vaak wel een heel sterk Id. Het Ego heeft het daardoor heel zwaar > ‘Ego-zwakte'. 

Rogers: zelfverwezenlijking 

  • In ieder mens zit een drive om zich te verwezenlijken, om iets van je leven te maken.  

  • Dit idee maakt het zinvol om met veelplegers aan de slag te gaan. 

  • Niet praten over criminaliteit, maar juist over de dingen die hij wil bereiken. 

Gedragstherapie 

  • Rol van de omgeving en wetenschappelijke invalshoek 

  • Wat is de rol van ouders om gedrag van kinderen mogelijk te maken? 

  • Klopt de hypothese wel en toets ik die goed? Niet alleen van je gevoel uitgaan. 

Systemische benadering 

  • Gezin, ‘gangs’, ‘instituties’. 

  • Kinderen blijven vaak loyaal aan ouders. Je kan juist verandering bereiken door in te grijpen in het gezin. 

  • Van binnenuit de groep (ook vanuit gangs) vragen om hulp om de jongere niet weer de fout in te laten gaan. Dit gebeurt zelden, maar zelfs foute vrienden kunnen een jongere helpen om eruit te komen. 

Wat weten we? 

  • Veelplegers en zijn behandeling: wetenschappelijk gezien nog in de kinderschoenen 

  • We weten wel bij bepaalde type interventies met niet al te moeilijke jongeren wat enigszins werkt. Bij de complexe groep weten we nog heel weinig. 

  • Kazdin (1997): voldoende intensief, langdurig en uitval voorkomen. Van de ene naar de andere hulpverlener > moedeloosheid bij jongeren (‘ik ben zo’n mislukt geval dat zelfs jij niet weet wat je met me aan moet’.) 

  • RNR: zou met deze groep het RRN-model moeten zijn. Het starten bij responsivity is zeker ambulant de enige kans op verandering. Natuurlijk moet je wel ook inschatten wat het risico is, maar responsivity is essentieel om te kunnen werken. 

  • Hele groep heeft hoog risico, moeilijk te voorspellen op 16- en 17-jarige leeftijd wie zal stoppen en wie niet. De factoren die spelen hebben niet alleen met jongere zelf te maken, maar ook met toeval.  

.....read more
Access: 
Public
Repressie in residentiële jeugdhulpinstellingen - Universiteit Utrecht

Repressie in residentiële jeugdhulpinstellingen - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 6 Repressie in residentiële jeugdhulpinstellingen 

Vrijheidsbeperkende maatregelen in Nederland 

  • Strafrechtelijk (o.a. (jeugd-)gevangenis (JJI), PIJ/TBS) 

  • Om breuk met maatschappij te herstellen 

  • Harm principle: er is schade toegebracht door iemand aan de maatschappij > dit moet worden rechtgezet. 

  • Civielrechtelijk (o.a. jeugdzorginstellingen, psychiatrische opname) 

  • Uit zorg (voor persoon of maatschappij) 

  • Ambulante hulpverlening heeft niet gewerkt of is ontoereikend 

  • Open of gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) 

  • Paternalisme: de overheid bepaalt dat er iets niet voldoende is in systeem van kind, en gaan dit overnemen 

  • Doel: rehabilitatie/resocialisatie: volwaardig meedoen in maatschappij 

Jongeren in residentiële jeugdhulp 

  • Verscheidenheid aan problemen: 

  • Gedragsproblemen 

  • Psychiatrische stoornissen 

  • Problemen in thuissituatie 

  • Loverboy problematiek 

  • Combinatie van … (co-morbiditeit) 

  • Met als gevolg: gevaar voor zichzelf of voor anderen 

Het leven in een residentiële instelling 

  • Leefgroepen: 8-10 kinderen 

  • 2 pedagogisch medewerkers/groepsleiders 

  • Dagstructuur 

  • Behandelplannen/doelen: behandelplan opgesteld om doelen te behalen 

  • School 

  • Verlof: bijvoorbeeld in het weekend naar huis 

Taak residentiële instelling 

  • Er wordt van medewerkers verlangd om het gedrag van jongeren vanuit twee perspectieven te bekijken: 

  • Zorg/welzijn 

  • Veiligheid/controle 

  • Agressie of ander ongewenst gedrag van jongeren kan zorgen voor nadruk op veiligheid en controle. 

Jeugdwet en Beginselenwet JJI 

  • Dwangmaatregelen mogen gebruikt worden (afzondering (eigen kamer of aparte ruimte), fixatie (jongere vastpakken, vasthouden), gedwongen medicatie, visitatie (onderzoek aan lichaam op bijv. Drugs), drugscontrole). Dit mag allemaal alleen op indicatie. 

  • Vrijheid mag beperkt worden (telefoongebruik, post, bezoek, bewegingsruimte) 

  • Alleen wanneer er anders schadelijke gevolgen zijn voor het welzijn van de jongere of zijn/haar omgeving of om crimineel gedrag te voorkomen > wanneer gedrag bedreigend is voor anderen (veiligheid), wanneer het nodig is om het doel van de jeugdhulp te bereiken (behandeling). NIET t.b.v. naleving van huisregels.  

  • Uniek aan JIJ: ordemaatregelen of disciplinaire straffen (zoals uitsluiting van activiteiten, ontzegging van bezoek, afzondering of overplaatsing) mogen ook gebruikt worden indien dit in het belang is van de orde of de veiligheid van de inrichting, dan wel het ongestoord tenuitvoerleggen van de vrijheidsbeneming. 

Definitie repressie 

  1. Medewerkers die doelbewust jongeren schade toebrengen 

En/of 

  1. Medewerkers die onwettig of willekeurig de vrijheid/autonomie van jongeren beperken. 

Doelbewust schade toebrengen 

  • Extreme casussen 

  • Straffen > als het als wraak wordt ingezet zonder educatief doel (geen pedagogische uitleg) 

  • Instroomprogramma's/wenprogramma’s/etc. > geen contact met groep, netwerk, school 

  • Voor iedereen op dezelfde manier ingezet, daarom repressie. Wanneer het individueel zou worden bekeken en aangepast, dan geen repressie. 

  • Middelen/maatregelen > crisis? Kans op trauma 

  • Handelen is doelbewust, maar gevolg lang niet

.....read more
Access: 
Public
Kleinschalige voorzieningen (residentieel) - Universiteit Utrecht

Kleinschalige voorzieningen (residentieel) - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 7 deel 1 Kleinschalige voorzieningen (residentieel) 

JeugdzorgPlus 

  • Rechter legt (voorwaardelijke) machtiging gesloten plaatsing op. 

  • Doel: jongeren beschermen tegen zichzelf dan wel hun omgeving, en onttrekking aan zorg te voorkomen. 

  • Kinderbeschermingsmaatregel: de JeugdzorgPlus-instelling dient een verbetering te zijn t.o.v. de thuissituatie. 

  • “laatste redmiddel”: alternatieve zorgmiddelen werken niet. 

  • Kleinschalige voorziening (KV) is een specifiek type jeugdzorginstelling. 

Waarom KV? 

  • Groot aantal jongeren in residentiële jeugdhulp 

  • Zorgen over hechting en onveiligheid in JeugdzorgPlus 

  • Transformatie: op-, om- en afbouw JeugdzorgPlus-instelling 

  • KV biedt mogelijkheid om deze zorgen weg te nemen. Maatwerk leveren. 

  • Knelpunten grote leefgroepen: grote groep > groot team> veel wisseling in personeel > veel gezichten voor jongeren wat relatievorming belemmert > negatieve invloed op behandeling. Ook minder aandacht voor individu door grote groep. Ook sprake van negatieve beïnvloeding van jongeren onderling: meer chaos door grote groep. 

  • Actieplan BGZJ (2019): best passende zorg voor kwetsbare jongeren > meer individueel en specialistische aanpak op maat. Meer contact met jongere. 

  • Functie KV: ter voorkoming of verkorting van verblijf in gesloten jeugdhulp. Dit wordt bewerkstelligd door een meer passend aanbod te creëren voor een complexe doelgroep in JeugdzorgPlus. 

  • Kortom: KV als alternatief voor reguliere gesloten jeugdhulp 

Definitie KV 

  • Door snelle ontwikkeling ontbreekt definitie 

  • Recent landelijk onderzoek: literatuurstudie en kwalitatief onderzoek (semigestructureerde interviews bij JeugdzorgPlus-instellingen). Ook een pilot-onderzoek gestart: per instelling zijn er een paar jongeren, ouders en personeel geïnterviewd wat hun ervaring is met KV. Ook is onderzocht of de doelgroep verschilt. 

  • Werkzame elementen kleinschaligheid: 

  • Kleinere groepsgrootte 

  • Hierdoor zou minder dwang (repressie) nodig zijn en laten jongeren verbetering zien. 

  • Vast en stabiel team 

  • Beperkt aantal hulpverleners zorgt voor meer individuele aandacht. 

  • Positief en veilig leefklimaat 

  • Medewerkers zijn eerder in staat om een veilig leefklimaat te creëren door kleine groep. 

  • Betere behandelrelaties tussen jongeren en begeleiders 

  • Veel wisselingen in begeleiders kunnen het opbouwen van een veilige gehechtheidsrelatie in de weg staan. 

 

Aanleiding plaatsing 

  • De KV’s variëren in het doel van verblijf, wat invloed heeft op de doelgroep die er wordt geplaatst. 

  • Zowel in wijk als op instellingsterrein; zowel open als gesloten (vrijheid is beperkt) 

  • Aanleiding verschilt per jongere: 

  • Individueel programma (begeleiding/ondersteuning op maat) 

  • Toewerken naar zelfstandigheid 

  • Stabilisatie 

  • Doorstroom naar open groep 

  • Externe sturing/structuur 

  • Waarborgen van veiligheid 

Doelgroep 

  • Huidige situatie: jongeren met de meest complexe problematiek op meerdere leefgebieden, vaak met chronisch trauma en een onveilige gehechtheid, die op een reguliere groep niet passen. 

  • Geen (contra)indicatiecriteria voor plaatsing, wel aandachtspunten (bijv. Fysieke agressie onderling, jongere mag geen bedreiging zijn voor medebewoners/buurtbewoners, drugsmisbruik, psychiatrische problematiek mag niet op de voorgrond staan) 

.....read more
Access: 
Public
 Kleinschalige forensische voorzieningen - Universiteit Utrecht

 Kleinschalige forensische voorzieningen - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 7 deel 2 Kleinschalige forensische voorzieningen 

Wens en noodzaak om te veranderen 

  • Instroom en verblijfsduur neemt af 

  • Goed nieuws > meerdere JJI’s gesloten 

  • Meerdere justitiële jeugdinstellingen gesloten 

  • Nadeel: Jongeren worden verder van huis geplaatst 

  • Doelgroep: zwaardere problemen en ouder (Adolescenten Strafrecht). Populatie in JJI’s wordt ouder. Daarom behoefte aan differentiatie. 

  • Behoefte aan differentiatie ‘one size fits one’ 

  • Mogelijkheden door decentralisatie jeugdzorg naar gemeente 

Doelgroep JJI 

 

  • 70% is al bekend bij instanties. Als jongeren al bekend zijn, stoppen alle structuren van zorg en begeleiding op het moment dat jongere in JJI gaat. 

Verkenning invulling vrijheidsbeneming 

  • Een efficiënt en effectief proces van screening, gericht op het opstellen van een integraal plan van aanpak voor de toekomst van de jongere. 

  • Lokale en/of regionale voorzieningen waar jongeren zo dicht mogelijk bij het eigen leefsysteem verblijven tijdens de periode van vrijheidsbeneming. 

  • Landelijke, specialistische voorzieningen voor jongeren met behoefte aan hoge beveiliging en specialistische zorg. 

Proeftuinen KV, monitor AWRJ 

  • Nadruk lag op kwalitatief onderzoek, participerende observatie. 

Doelgroep 

  • Preventieve hechtenis 

  • Resocialisatie PIJ-maatregel of jeugddetentie 

  • Contra-indicatiecriteria 

  • Hoog risico op onttrekking: kan de jongere zich aan afspraken houden? 

  • Onderzoeksbelang/beperkingen 

  • Nabijheid slachtoffer 

  • Potentieel maatschappelijke onrust 

  • Indicatiecriteria 

  • De KV als een kans zien (motivatie) 

  • Beschermende factoren 

Uitplaatsingen 

  • Voor wie is de KV in de huidige opzet niet geschikt? 

  • Kwetsbare jongeren met LVB-problematiek > hogere zorgbehoefte 

  • Jongeren met hechtingsproblematiek en middelengebruik > hogere zorgbehoefte 

  • Verharde en antisociale jongeren met weinig perspectief > hogere beveiligingsnoodzaak 

  • Hoe moeten we het verschil aanduiden tussen zorgbehoefte en beveiligingsnoodzaak? 

Kleinschalig en lokaal 

  • De lokale ligging in een woonwijk als belangrijk werkzaam element 

  • Jongeren blijven deel uit maken van de maatschappij 

  • Jongeren leren rekening houden met hun omgeving in het contact met buurtbewoners 

  • Intensieve samenwerking lokale partners; goede aansluiting binnen- en buitenwereld KV 

  • De mogelijkheid wat goed gaat door te laten lopen 

  • Hoge mate van betrokkenheid ouders/verzorgers 

Basishouding medewerker 

  • Aansluiting bij een afstemming op leefwereld en logica jongere 

  • Liefdevolle zorg 

  • Empowerment 

  • Oprechtheid 

  • De medewerker als rolmodel 

  • Respect voor wederzijdse grenzen en persoonlijke ruimte 

Relationele beveiliging: jongeren het gevoel geven dat ze belangrijk zijn, dat ze ertoe doen, dat je er voor ze wilt zijn en dat je het goede in het zien. Je kijkt niet naar de jongere als zijnde crimineel. 

Constructieve samenwerking 

  • Aansluiten bij dat wat goed gaat en samen met de jongere beschermende factoren versterken 

.....read more
Access: 
Public
JJI - Universiteit Utrecht

JJI - Universiteit Utrecht

Hoorcollege 8 JJI 

Deel 1: JJI Algemeen 

Rechter maakt keuze voor JJI, geadviseerd door JR en NIFP. JJI bedoeld voor jongeren met langere straffen en meer complexe problematiek. Veel zorg nodig en hoge mate van beveiliging. Tegenwoordig veel JJI’s gesloten: jongeren met strafrechtelijke en civielrechtelijk niet meer samen plaatsen. Jongeren met civielrechtelijke titel zitten in Jeugdzorg-instellingen. Daarnaast worden er andere interventies aangeboden: gedragsbeïnvloedende maatregel, kleinschalige voorzieningen, gesloten jeugdzorg etc. 

Problematiek in JJI’s is zwaarder geworden sinds instelling Adolescentenstrafrecht: oudere jongeren met complexere problematiek in JJI’s.  

Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen: wettelijke kader waarin ze werken. De Commissie van Toezicht houdt er controle op dat het ook zo gebeurt. 

Doelgroep 

 

Er zijn weinig meisjes in JJI’s vergeleken met jongens. 4,4% is meisje.  

Maatregelen 

  • Voorlopige hechtenis 

  • Wanneer jongere als verdachte in JJI is. Zitting met veroordeling/vrijspreking is nog niet geweest. Duur varieert. Dit zal zijn tot er een uitspraak is van de rechter. Verlening van voorlopige hechtenis gaat via de raadkamers. Er kan drie keer met dertig dagen worden verlengd. 

  • Jeugddetentie 

  • Tot 16 jaar: max 12 maanden; 16 jaar of ouder: max 24 maanden 

  • Vervangende jeugddetentie: bijvoorbeeld bij mislukte taakstraf of niet betaalde boete 

  • PIJ-maatregel 

  • Bij jongere is een stoornis vastgesteld. Verplichte behandeling. Duurt drie tot zeven jaar. Er zijn zittingen waarbij geëvalueerd wordt hoelang de maatregel nog moet duren. Betrokkenen: OvJ, advocaat jongere, jongere zelf, instelling. 

  • Bij wordt telkens met max. 2 jaar verlengd.  

  • In laatste jaar is PIJ voorwaardelijk 

  • PIJ kan in combinatie met detentie worden opgelegd 

Type groepen 

  • Instroomgroepen 

  • Kort verblijf groepen 

  • Lang verblijf groepen 

  • Groepen voor specifieke doelgroepen zoals LVB 

  • IQ < 70 

  • Foba: speciale afdeling voor acute crisissen en psychische stoornissen (zoals psychose). Jongeren verblijven hier kort. Het is gericht op stabilisatie. 

  • VIC: jongeren met psychische problemen. Langdurig verblijf. 

  • Observatiegroepen 

Binnen de muren van een JJI 

  • School 

  • Medische dienst: verpleegkundigen, arts, tandarts etc. 

  • Kerk en moskee 

  • Sportzalen 

  • Luchtplaats 

  • Bezoekerszaal 

  • Behandelingsruimtes 

  • Bij de cellen zit een gemeenschappelijke ruimte 

  • Kapper  

  • Soos 

  • Geen internet en geen telefoons 

  • Vrije tijd 

LVB in JJI 

  • Binnen het strafrecht is er een oververtegenwoordiging van LVB 

  • Meer dan een derde van de jongeren binnen de justitiële opvang blijkt een IQ van lager dan 85 

  • Er bestaat geen direct verband tussen LVB en criminaliteit. Wel kenmerken waardoor ze een verhoogd risico lopen op criminaliteit. 

  • LVB wordt steeds meer gezien als problematische groep voor criminaliteit 

  • Jongeren met LVB vaker middelengebruik 

  • JJI Lelystad heeft speciale groepen voor LVB 

  • ‘distance for crime’ lastiger voor

.....read more
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1427