Er onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten theorieën om een calamiteit te analyseren: een gestructureerd model en een dynamisch model.
Gestructureerd model
Het gestructureerd model belicht verschillende aspecten van een ramp. A.H. Barton onderscheid: omvang, voorbereiding, snelheid van de ramp en duur van de impact. Hierbij mist echter het gegeven of de oorzaak van de ramp natuurlijk of menselijk is. Berren et.al. nemen deze wel in een model op, zij onderscheiden het type ramp (natuurlijk/menselijk), duur, mate van persoonlijke impact, potentieel optreden of heroptreden en controle over toekomstige impact. Gleser et.al. onderscheiden mate van dreiging, mate van rouw, lijdensduur, hoeveelheid geografische verplaatsing, getroffen proportie en onderliggende oorzaak. Naast deze specifieke modellen kan een ramp ingedeeld worden op basis van centraal (central) en buitenstaand (peripheral). Met centraal wordt een ramp bedoeld, waarbij de slachtoffers genoodzaakt zijn hun vertrouwde omgeving te verlaten en vaak moeten verblijven met onbekenden. Bij een buitenstaande ramp kunnen de slachtoffers terugkeren naar hun vertrouwde omgeving.
Dynamisch model
Het dynamisch model belicht verschillende fasen van een ramp. Tyhurst verdeelt een calamiteit in de fasen van impact, herstel en post-trauma. Glass breidt dit model uit tot de fasen van voor de impact, waarschuwing, impact, herstel en post-impact. Powell en Rayner ontwerpen het model waarin een calamiteit opgedeeld is in waarschuwing, dreiging, impact, herstel, redding, remedie en definitief herstel. Leach, de auteur van dit boek, houdt het volgende model aan in zijn boek: fase vooraf, bestaande uit de waarschuwingsfase en dreigingsfase, fase van impact, fase van herstel, fase van redding en fase van post-trauma.
In de volgende hoofdstukken zal de theorie van Leach verder worden uitgewerkt. Eerst zal per fase het vertoonde menselijk gedrag worden beschreven. Daarna zullen overige factoren die een rol spelen bij een ramp worden behandeld. Tot slot zal per fase worden beschreven wat de overlevingskans kan vergroten.
In dit hoofdstuk wordt per fase beschreven welk menselijk gedrag vertoond wordt.
Fase vooraf
Deze fase wordt opgedeeld in de dreigingsfase en de waarschuwingsfase. In de dreigingsfase wordt mogelijk gevaar waargenomen. Men vertoont echter inactiviteit, er is sprake van ontkenning. Planning en voorbereiding worden als lastig beschouwd en men maakt liever geen financiële kosten.
In de waarschuwingsfase wordt het gevaar realistischer. Nu is er sprake van overactiviteit, maar dit is vaak niet effectief en nog steeds speelt ontkenning een rol. Wat kan helpen om een waarschuwing effectiever te maken, is informatie toevoegen aan de waarschuwing.
Fase van impact
In deze fase is men overweldigd door wat er gebeurt. Het gedrag dat op dit moment vertoond wordt, kan grofweg ingedeeld worden in drie groepen. Een kleine groep, 10-20%, blijft uitzonderlijk kalm en rationeel. De grootste groep, ongeveer 75%, vertoont tunnelvisie gedrag en zijn overdonderd. De laatste kleine groep, ongeveer 15%, vertoont ongepast gedrag.
Fase van herstel
In deze fase speelt verwarring, ontkenning en apathie een rol. Men kan niet bevatten wat er gebeurd is.
Fase van post-trauma
In deze fase wordt men zich volledig bewust van wat er gebeurd is. Het kan zijn dat men terugkomende dromen over de ramp heeft, angst of depressie ervaart of psychosomatische klachten heeft.
In dit hoofdstuk worden enkele reacties besproken die individueel kunnen optreden.
Paniek
Dit is geen veelvoorkomende reactie, dit is een reactie die juist tegenover het stereotype vertoonde gedrag staat. Bij paniek is er sprake van verlies van het vermogen om te oordelen en verlies van het verstand. Vier elementen zijn karakteristiek voor paniek: er is beperkte tijd of ruimte om te kunnen ontsnappen, men raakt agressief bezorgd om hun eigen veiligheid en iedere vorm van altruïsme verdwijnt, het vertoonde gedrag is irrationeel of onlogisch, het vertoonde gedrag werkt aanstekelijk. De kans op paniek kan verkleind worden door training.
Verlammende angst
Deze reactie kan veroorzaakt worden door een situatie die zo overdonderend kan zijn dat een vorm van verlamming ontstaat. Deze reactie is ineffectief en leidt vaak tot zelfdestructie. Er bestaan twee soorten van deze angst. Deadlock zorgt voor een complete verlamming van de spieren en stilstand van mentale processen. Livelock zorgt voor een hoge spanning in de spieren en de mentale processen verkeren in een dilemma.
Perceptuele verstoring
Deze psychologische reactie komt vaak voor in situaties met hoge stress of veel informatie. De meest voorkomende verstoring is perceptuele vernauwing, vaak aangeduid als tunnelvisie. Hierbij speelt een restrictie van aandacht een grote rol. Een vernauwing van bewustzijn gaat samen met de verscherping van het uitvoeren van één taak. De concentratie op deze ene taak kan andere essentiële informatie blokkeren. Perceptuele verstoring kan ook betrekking hebben op de beleving van ruimte of tijd. Ook de beleving van afstanden en objecten kan verstoord worden.
Ontkenning
De meest voorkomende reactie is ontkenning. Men kan vaak niet bevatten wat hem overkomen is. Een vorm van ontkenning is directe ontkenning van een situatie. Ook kan ontkenning zich uiten door psychologische disassociatie, waarbij het slachtoffer een dromerige onwerkelijkheid beleeft. Ontkenning kan voorkomen als een vorm van perceptuele verstoring. Ontkenning kan aangemoedigd worden door verkeerde conclusies, veroorzaakt door eerdere ervaringen. Ook tijdens de herstel fase komt ontkenning voor.
Moedeloze reactie en apathie (hypoactiviteit)
Apathie veroorzaakt een verlies van initiatief, zelfs voor de meest simpele taken. Een groot probleem aan deze reactie is dat het slachtoffer hierdoor erg kwetsbaar is voor het ontstaan van hypothermia. Hierdoor kan een vicieuze cirkel ontstaan.
Hyperactiviteit
Een klein aantal mensen vertoont een onaangepaste reactie door hyperactief te worden. Deze reactie wordt gekenmerkt door een intense, maar ongestuurde levendigheid. Hyperactieve mensen zullen snel afgeleid zijn, niet open staan voor andermans ideeën, van taak naar taak springen en veel praten.
Stereotype gedrag
Men is vaak geneigd stereotype gedrag te vertonen in een crisissituatie, hoe ongepast dit gedrag ook kan zijn. Hierbij wordt gehandeld zonder reflectie. Stereotype gedrag is nauw verbonden aan ontkenning.
Irrationeel gedrag
Deze reactie duidt op ongepast gedrag tijdens een crisissituatie. Het gedrag is ineffectief of draagt bij aan zelfdestructie.
Boosheid
Het meest kenmerkend aan boosheid is dat het ineffectief is. Het kan namelijk gericht zijn tegen mensen die juist hulp kunnen bieden.
Schuld
Het ervaren van schuldgevoelens na het overleven van een ramp is paradoxaal, aangezien overlevingsdrang het grootste instinct is dat de mens heeft. Schuldgevoelens kunnen vele vormen aannemen.
Psychologische instorting
Complete disintegratie is het ultieme psychologische probleem in een extreme situatie. Symptomen van een psychologische instorting is de ontwikkeling van irritatie, verstoring van de slaap en een milde schrikreactie. Dit kan gevolgd worden door sociale verwaarlozing, verlies van interesse, angst, algemeen psychomotorische achteruitgang en verwarring.
In dit hoofdstuk worden overige factoren besproken die voor kunnen komen tijdens een calamiteit.
Vermoeidheid
Vermoeidheid komt vaak voor tijdens de period of recoil. Het is het gevolg van fysieke en mentale inspanning. Vermoeidheid kan, vooral als de aanvang plotseling is, erg gevaarlijk zijn, omdat men onterecht kan denken dat hij in veiligheid is. Doordat vermoeidheid de efficiëntie van fysieke en mentale inspanningen vermindert, kan een vicieuze cirkel ontstaan. Factoren die samen gaan met vermoeidheid zijn angst en prikkelbaarheid.
Slaap
In normale omstandigheden bestaat de slaapcyclus uit 5 fasen. Twee aspecten van de slaap kunnen een probleem vormen voor een slachtoffer: slaaptekort en slaaponderbreking. Er bestaat bewijs voor het gegeven dat men twee biologische klokken heeft: één voor het slaap/waakritme en één voor de lichaamstemperatuur. De biologische klok voor het slaap/waakritme wordt geregeld door Zeitgebers, zoals daglicht. Veranderingen in de omgeving kunnen verstoring van de biologische klok veroorzaken. Slaaptekort of verstoring kan hallucinaties veroorzaken en persoonlijkheidsgedrag en rationeel gedrag raken gedesintegreerd.
Hypothermia
Hypothermia treedt op bij extreme kou en roept allerlei biologische reacties op, zoals kippenvel, rillen en in elkaar kruipen. Plotselinge kou kan hyperventilatie veroorzaken, doordat de hartslag in heel korte tijd omhoog schiet. Individuele reacties kunnen verminderd bewustzijn, angst, verlaagd moraal, verminderd geheugen, gebrek aan zelfcontrole en paranoia zijn. Het gevaarlijkste gevolg van deze reacties is een verminderd bewustzijn van de kou, waardoor het slachtoffer zichzelf onvoldoende beschermd.
Hyperthermia
Hyperthermia treedt op bij extreme hitte. Het lichaam kan heter worden door intern metabolisme, omgeving of inname van heet eten of drinken. Hitte kan kwijtgeraakt worden via de huid. Zweten is hier het meest effectieve resultaat van. Consequenties voor sociaal gedrag zijn agressie, hysterie en apathie. Extreme hitte kan een mens fataal worden.
Honger
In het eerste stadium van honger is het hongergevoel slechts een afleiding. Na een aantal dagen wordt eten een obsessie en kunnen dromen over eten voorkomen. Vervolgens neemt het lichaamsgewicht ernstig af, en als uithongering nabij is, heeft dit ook negatieve psychologische gevolgen. In het extreme gaan mensen stelen of vermoorden andere mensen om aan eten te kunnen komen.
Dorst
Water is erg belangrijk voor de mens. Men kan relatief lang zonder (veel) voedsel, maar men kan slechts een paar dagen zonder water. De consequenties van uitdroging zijn vrijwel direct aanwezig. Psychologische gevolgen zijn prikkelbaarheid, spanning, rusteloosheid, wanen, hallucinaties en irrationeel gedrag.
Isolatie
Sociale isolatie kan grote psychologische gevolgen veroorzaken. Visuele en auditieve hallucinaties komen veel voor. Ook achteruitgang van het geheugen kan voorkomen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen sociale isolatie en zintuiglijke isolatie. Zintuiglijke isolatie houdt in dat men zich in een omgeving bevindt, waarin alle waarnemingen in zekere mate constant zijn, zoals mist.
Overbevolking
Overbevolking kan discomfort en psychologische gevolgen veroorzaken. Er zijn correlaties gevonden tussen overbevolking en stress gerelateerd gedrag, alcoholisme, suïcide en misdaad. Persoonlijke verwaarlozing, agressie en psychologische desintegratie kunnen een gevolg zijn van overbevolking. Een belangrijke factor voor het wel of niet stressvol ervaren van overbevolking is of het slachtoffer controle heeft over zichzelf of niet.
In dit hoofdstuk wordt per fase gedrag besproken dat het beste vertoond kan worden om een calamiteit door te komen.
Fase vooraf
In deze fase kan training en kennis effectiviteit vergroten. Planning en training bevorderen de ontwikkeling van groep cohesie. Training neemt de angst weg die ontstaat bij gebrek aan kennis, doordat training men effectief kan laten functioneren op een automatisch level. Vertrouwdheid met het gebruik van de benodigde uitrusting tijdens een calamiteit is ook belangrijk tijdens een training. Leiderschap en communicatie zijn essentiële factoren van een calamiteit. Het grootste probleem die een rol speelt bij trainingen is dat men niet de noodzaak van een training inzien.
Fase van de impact
In deze fase zullen weinig mensen in staat zijn om controle over de situatie aan te leren. De meerderheid zal op een semi-automatische manier handelen. Voorbereiding, training en ervaring kunnen ervoor zorgen dat deze automatische handelingen tot veiligheid leiden.
Fase van herstel
In deze fase zal men weer meer controle over de situatie terug kunnen krijgen. Het slachtoffer zal eerst kijken of hijzelf hulp nodig heeft. Het is belangrijk dat er een persoon aanwezig is bij het slachtoffer, dit kan een grote psychologische steun zijn. Nadat het slachtoffer heeft gekeken of hij fysieke hulp nodig heeft, moet hij zijn psychologische schade bepalen. Het scheiden van het gevoel en de ratio kan essentieel zijn voor het overleven van een calamiteit. Als je zelf niet het slachtoffer bent, kun je het beste eerst medische eerste hulp geven. Vervolgens moet je de psychologische conditie van het slachtoffer controleren. Het bijhouden van een identificatielijst is essentieel tijdens een calamiteit. Ook het noteren van andere gegevens van het slachtoffer is belangrijk.
Kinderen
Kinderen vormen een speciale groep onder slachtoffers. Kinderen tot ongeveer acht jaar oud zullen het gedrag van hun ouders spiegelen. Opvallend is dat kinderen die geen ouders in de buurt hebben geen tekenen van angst laten zien. Kinderen tussen de 10 en 13 jaar zullen op een positieve manier verbaasd zijn door een calamiteit. Kinderen vanaf 13 jaar zullen vaak angstig zijn bij een calamiteit. Het is belangrijk om bij het bieden van hulp aan kinderen kalm over te komen en het kind bij de ouders te houden.
Ouderen
Ouderen zullen vaker meer verward zijn dan jongere groepen.
Leiderschap
Leiderschap is heel belangrijk tijdens een calamiteit. Het kan voorkomen dat een leider wordt vervangen door een ander persoon, dit gaat vaak vanzelf. De eerste leider is meestal autoritair en leidend. De latere leider is iemand die de sociale behoeftes van de groep accepteert en hier op de juiste manier kan reageren. Daarnaast heeft hij een groot empathisch vermogen en is meer gericht op samenwerking.
Trauma van een hulpverlener
Slachtoffers kunnen gemakkelijk afhankelijk worden van een medische of psychologische eerste hulp. Deze hulpverlener is echter vaak alleen afhankelijk van zichzelf. Het zien van een omgekomen lichaam kan al een grote psychologische impact hebben. De hulpverlener komt daarnaast onder grote druk te staan, omdat hij snel en juist moet functioneren.
Overleven op de lange-termijn wordt ervaren als eenzaam en is vaak heel persoonlijk. Eerste hulp, zowel psychologisch als fysiek, kan de noodzaak van het overleven op de lange-termijn verkorten. Ook tijdens lange-termijn overleving doorstaat het slachtoffer de fase vooraf, de fase van de klap en de fase van herstel. Het slachtoffer zal echter niet in de fase van redding komen. Om dit te kunnen doorstaan, is adaptatie cruciaal. In deze periode van adaptatie moet het slachtoffer zich constant kunnen aanpassen aan een veranderende omgeving. Hierop volgt de periode van consolidatie. Voor het doorstaan van de periode van adaptatie is het erg bepalend hoe het slachtoffer reageert tijdens de fase van impact en herstel. Daarnaast is de duur van de fase van herstel bepalend voor de periode van adaptatie. Naast deze factoren zijn andere factoren bepalend voor de overleving van het slachtoffer.
Doelstelling
Het stellen van een doel kan bijdragen aan het overleven van een calamiteit. Hierbij is het belangrijk dat de doelstelling gekoppeld wordt aan een taak. Het doel moet opgedeeld worden in enkele taken, zodat deze te behalen is. Daarnaast kan het plannen van deze taken voor opluchting zorgen. Dit bij elkaar kan hoop geven. Hoop volgt een u-vormige curve. Eerst is de hoop sterk, vervolgens zwakt deze af, maar als het slachtoffer de fase van adaptatie bereikt, neemt hoop toe.
Gehechtheid
De gedachte aan relaties met familie en vrienden kan heel belangrijk zijn voor het overleven op de lange termijn. Deze hechting vormt een belangrijke motivatie voor het slachtoffer om te overleven en zo zijn naasten terug te kunnen zien.
Bidden
Bidden is een veel voorkomend fenomeen onder slachtoffers. Ook onder de niet-gelovigen kan bidden spontaan voorkomen. Het kan worden gezien als een vorm van adaptief gedrag, waarmee angst wordt verminderd en hoop toeneemt.
Persoonlijk karakter
Met persoonlijk karakter wordt het moraal en innerlijke kracht bedoeld. Een persoonlijke spiritualiteit kan het slachtoffer helpen te overleven. Hiermee wordt een persoonlijk ideaal bedoeld, waardoor het slachtoffer met zichzelf kan leven, ondanks de omgeving waarin hij zich bevindt. Het slachtoffer bezit het vermogen om boven de situatie te staan.
Humor
Humor wordt vaak gezien als een overlevingsmiddel. In eerste instantie lijkt dit paradoxaal, maar het blijkt een cruciaal onderdeel om te overleven. Humor wordt gekarakteriseerd door een onverschilligheid ten opzichte van het leven, het negeren van de ernst van de situatie en de speelse aanname dat alles normaal is. Humor kan het moraal hoog houden en dienen als opluchting. Belangrijk is dat humor herkend wordt en er moet rekening worden gehouden met hoe ver men kan gaan.
Actieve passiviteit
Actieve passiviteit betekent dat het slachtoffer de situatie accepteert, zonder zich er aan over te geven. Het belangrijkste hierbij is dat het slachtoffer weet wanneer hij actief moet zijn en wanneer hij passief moet zijn. Tijdens de passiviteit is het belangrijk te beseffen dat deze passiviteit een ‘actieve’ daad is. Naast actieve passiviteit is het belangrijk om alleen in het heden te leven. Zonder verleden en zonder toekomst hebben dreigingen en beloftes namelijk geen betekenis.
Adaptatie en consolidatie
Adaptatie en consolidatie bepalen de fysieke, fysiologische en psychologische aanpassing van het slachtoffer aan de nieuwe omgeving. Tijdens de periode van adaptatie is er sprake van een ontbinding van de psyche van het slachtoffer. Voorafgaand geleerd gedrag wordt losgelaten, zodat het slachtoffer zich kan aanpassen aan de nieuwe omgeving. Psychologisch gezien, beschouwt het slachtoffer de nieuwe omgeving als ‘normaal’, maar zonder het besef kwijt te raken dat er een alternatief voor deze nieuwe omgeving is. Hij geeft zich dus niet over aan deze nieuwe omgeving.
De wil om te overleven
Alle factoren die genoemd zijn in dit hoofdstuk kunnen samen worden gevoegd en ‘de wil om te overleven’ worden genoemd. Overlevingsgedrag kan vroeg worden geleerd, meestal in de kindertijd of vroege volwassenheid.
Het overleven van een calamiteit kunnen aanzienlijke psychologische en fysieke gevolgen hebben. Hierdoor kunnen er vraagtekens worden gezet bij onze capaciteit en ons doel om te overleven.
Post-Traumatisch Stress Syndroom
PTSS is voor het eerst officieel opgenomen in de DSM-III, maar de symptomen komen al veel langer voor. Het is belangrijk om te weten dat niet iedere overlevende van een calamiteit te maken krijgt met PTSS. Volgens de DSM-III ervaart een persoon met PTSS de volgende symptomen:
De symptomen volgen op een stressvolle gebeurtenis, deze gebeurtenis zal door bijna iedereen als stressvol worden ervaren.
Het slachtoffer herleeft de traumatische gebeurtenis door terugkerende dromen, dwangmatige herinneringen of door gedrag en gevoelens, die ook tijdens de gebeurtenis werden ervaren.
Het slachtoffer reageert verdoofd op de buitenwereld.
Minstens twee symptomen zijn alleen nu, dus niet voor de gebeurtenis, aanwezig: hyperalertheid, slaap verstoring, schuldgevoelens over het overleven, geheugenverlies of verlies van concentratie, vermijden van activiteiten die herinneringen over de traumatische ervaring losmaken, of versterking van de symptomen bij situaties die lijken op de traumatische ervaring.
PTSS kan psychologisch en psychiatrisch of acuut en chronisch voorkomen.
Hulpverleners als slachtoffers
Het is belangrijk om in ogenschouw te nemen dat ook hulpverleners slachtoffer kunnen worden. Dit is voornamelijk van belang voor de hulpverlener, aangezien iemand geen hulp zoekt als hij zichzelf niet als slachtoffer beschouwt. Er wordt gesproken over een bepaalde drempel tot waar iemand een trauma aan kan. Als hulpverlener is het gemakkelijk om deze drempel te overschrijden, met een psychologische instorting als gevolg.
Add new contribution