Strafprocesrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2015/2016 - Week 1

Vragen

Vraag 1

Het Nederlandse strafproces wordt wel aangeduid als ‘gematigd accusatoir’. Wat wordt daarmee bedoeld?

Vraag 2

Wat is het verschil tussen interne openbaarheid en externe openbaarheid?

Vraag 3

Welke twee betekenissen kunnen worden gegeven aan het onmiddellijkheidsbeginsel? Welke betekenis wordt in Nederland gehanteerd?

Vraag 4

Het strafproces heeft “de macht van een monopolist”! Wat wordt daarmee bedoeld?

Vraag 5

Sluit artikel 1 Sv uit dat strafvorderlijke regels worden gebaseerd op ongeschreven recht?

Vraag 6

Analyseer het arrest HR 12 december, 1978, NJ 1979, 142 (Braak bij Binnentreden) volgens de aanwijzingen in de Handleiding arrestanalyse.

Vraag 7

Casus
Sjaak B. wordt ervan verdacht de zestienjarige Patricia zwaar te hebben mishandeld. Hij wordt door de politie aangehouden, voor de officier van justitie geleid en meteen daarna verhoord door drie agenten. Sjaak vraagt of zijn advocaat bij het verhoor aanwezig mag zijn. De verhorende politieambtenaren weigeren dit. Sjaak, die een labiele indruk maakt, wordt tijdens het verhoor door de drie agenten omsloten. Tijdens het eerste verhoor van vier uur, geeft hij zo af en toe antwoord op een vraag, maar meestal zwijgt hij. Sjaak wordt vervolgens door de officier van justitie in verzekering gesteld en krijgt de gelegenheid zijn advocaat te raadplegen. De daaropvolgende twee dagen wordt hij nog tweemaal verhoord. Elk verhoor duurt drie uur en vindt plaats in afwezigheid van de raadsman. Tijdens de beide verhoren hangen er foto’s van het toegetakelde slachtoffer op een prikbord, daarnaast hangen foto’s van Sjaaks dochter. Zij is ongeveer even oud als Patricia. Na het derde verhoor bekent hij tijdens een emotionele uitbarsting, Patricia te hebben mishandeld. Na zijn bekentenis wordt Sjaak op last van de rechter-commissaris door een psychiater van het Pieter Baan Centrum onderzocht. Deze maakt een rapport van haar bevindingen. Sjaak vraagt de rechter-commissaris om inzage in het rapport. Deze weigert dit omdat inzage naar zijn mening Sjaaks geestelijke gezondheidstoestand geen goed zal doen. De terechtzitting vindt op verzoek van de advocaat plaats achter gesloten deuren om zo de privacy van de verdachte te kunnen beschermen. Ter terechtzitting vraagt de advocaat van Sjaak de rechter een tweede psychiater aan te wijzen; hij wil een contra-expertise omdat het rapport is gebaseerd op een ondeugdelijk onderzoek. De rechter weigert dit. Tevens verzoekt hij het slachtoffer te mogen ondervragen, ook dit weigert de rechter omdat Patricia duidelijk heeft gemaakt niet met de verdachte geconfronteerd te willen worden.

Welke uitgangspunten en beginselen van het strafprocesrecht zijn in deze casus in het geding?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Het Nederlandse strafproces wordt gekenmerkt als gematigd accusatoir, omdat de verdachte in de beginfase vooral object van onderzoek is en als zodanig de uitoefening van dwangmiddelen heeft te dulden. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft het proces een meer accusatoir karakter. Hij/zij wordt meer op gelijke voet als het OM behandeld en krijgt meer rechten. Er is sprake van hoor en wederhoor waarbij de rechter de verdachte en het OM bijna steeds de gelegenheid geeft om hun standpunten naar voren te brengen.

Vraag 2

Interne openbaarheid ziet toe op de toegankelijkheid van het onderzoek voor alle proces-deelnemers. Het behelst dat de procespartijen in elk geval tijdens het onderzoek ter terechtzitting alle processtukken kennen. Externe openbaarheid ziet toe op de toegankelijkheid van het onderzoek ter terechtzitting en de uitspraak voor de rechtsgenoten. Daarmee wordt een zekere controle op de rechtspleging mogelijk. Het verschil is dus gelegen in de vraag voor wie de processtukken openbaar zijn: zijn zij openbaar voor iedereen, dan is er sprake van externe openbaarheid. Zijn zij enkel openbaar voor de betrokkenen, dan is er sprake van interne openbaarheid.

Vraag 3

Het onmiddellijkheidsbeginsel heeft een formele en materiële betekenis. De formele betekenis houdt in dat de zittingsrechter recht doet op basis van materiaal dat ter zitting door hemzelf of ten overstaan van hem naar voren is gebracht, dit hoeft niet per se tijdens de zitting te zijn geweest. Het mag hier dus ook om verslagen en rapporten gaan. De materiële betekenis van het beginsel is dat voor het bewijs alleen gebruik mag worden gemaakt van verklaringen van verdachten, getuigen en deskundigen die door de beslissende rechter zelf ter zitting zijn gehoord. Men spreekt dan ook wel van het principe van ‘the best evidence’. In Nederland wordt de formele betekenis gehanteerd: De auditu arrest (formele onmiddelijkheidsbeginsel).

Vraag 4

Het strafprocesrecht is gericht op de juiste toepassing van het materieel strafrecht. In het materiële strafrecht zijn de voorwaarden geformuleerd die moeten zijn vervuld, wil het tot oplegging van strafsancties mogen komen. Door middel van het strafproces zal in het concrete geval moeten worden vastgesteld of die voorwaarden zijn vervuld. Het strafprocesrecht stelt regels omtrent onderzoek en beslissingen. Het materiële strafrecht mag alleen in het strafprocesrecht tot gelding worden gebracht. Het is niet de bedoeling dat het langs andere weg wordt verwezenlijkt. Het strafprocesrecht heeft dus ‘de macht van een monopolist’.

Vraag 5

Ja, het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel luidt als volgt; ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’. Het beginsel geeft aan dat er alleen strafprocesregels in Nederland zijn op nationaal niveau die samengesteld worden door de regering en de Staten-Generaal. Er is geen mogelijkheid tot delegatie van strafproces regels, omdat je dan regionaal strafproces krijgt en dat is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Het ongeschreven recht is in strijd met het strafvorderlijk vertrouwensbeginsel, men moet kunnen weten dat zijn/haar handelen strafbaar is.

Vraag 6

Rechtsvraag
Is een opsporingsambtenaar bevoegd om in alle gevallen een woning te betreden door middel van braak (bijv. door het inslaan van een ruit) of zijn hierop uitzonderingen mogelijk? Bestaat er zoiets als beginselen van de goede procesorde?

Relevante feiten
Karl B is aangehouden in zijn huis wegens het hebben van een zendinrichting zonder machtiging. De ambtenaar van de politie heeft bij de arrestatie een ruit ingeslagen met zijn schouder om zichzelf toegang te verschaffen.

Rechtsgang
1. Verweer van de verdachte. De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd:
‘Het binnendringen door het intrappen van een ruit zonder enige vormelijkheid is in strijd met de Grondwet en ook in strijd met de rechten van de mens. Het druist lijnrecht in tegen het verwachtingspatroon van de burger t.a.v. een correct optreden van een opsporingsambtenaar. Er is gehandeld in strijd met art. 8 EVRM m.b.t. het huisrecht. De sanctie op het onrechtmatig binnentreden moet zijn, dat het dientengevolge verkregen ‘bewijs’ niet als zodanig mag dienen en dat de onrechtmatig in beslag genomen goederen aan beslagene dienen te worden teruggegeven’.

De politierechter veroordeelt de man, er is sprake van een overtreding van de telegraaf en telefoonwet.

2. Conclusie Rechtbank: niet van toepassing.

3. Conclusie hof: veroordeeld requirant terzake het medeplegen van het aanwezig hebben van een radio-elektrische zendinrichting zonder machtiging. Hierbij wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, en tevens tot betaling van een geldboete van vijfhonderd gulden, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door twintig dagen hechtenis.

4. Cassatiemiddelen (kan soms ingediend worden door de A-G):
I. Het hof had de dagvaarding dienen nietig te verklaren, omdat in de tenlastelegging niet is vermeld, wie de houder is van de in de tenlastelegging bedoelde apparatuur.
II. Uitsluitend een zekere Beekhuizen had een radio-elektrische zendinrichting aanwezig, niet requirant.
III. Er zijn onduidelijkheden in het primair en subsidiair tenlastegelegde.

5. Conclusie: A-G Remmelink acht middel II aannemelijk en concludeert dat de Raad het arrest zal vernietigen en de zaak zal doorverwijzen naar het hof te Amsterdam teneinde haar op het bestaande beroep opnieuw te berechten en af te doen.

6. Conclusie HR: Het hof heeft de juistheid van het verweer in het midden gelaten, waardoor de mogelijkheid is opengebleven dat die opsporingsambtenaar bij het binnentreden in de woning Reinwardtstraat 30 te ’s-Gravenhage de grenzen van hetgeen voor een rechtmatige inbreuk op req.s recht op huisvrede noodzakelijk was heeft overschreden, hetgeen meebrengt dat het ambtsedig p-v in zoverre niet zou mogen meewerken tot het bewijs. De bewezenverklaring is niet met redenen omkleed, zodat het bestreden arrest niet in stand kan blijven en de middelen geen behandeling behoeven. De zaak wordt doorverwezen naar het hof te Amsterdam teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan. De eisen van de redelijkheid en billijkheid worden gevorderd van de Hoge Raad. De Hoge Raad gaat ambtshalve dit arrest wijzen. Het arrest wordt op andere gronden vernietigd dan de middelen van cassatie.

Evaluatie: Het arrest heeft betrekking op het proportionaliteits-/subsidiariteitsbeginsel. Indien de inbreuk op iemands grondrechten noodzakelijk is, gelet op het belang van het onderzoek, dient de opsporingsambtenaar ervoor te zorgen dat deze inbreuk niet groter is dan de omstandigheden rechtvaardigen. Alvorens dwang te gebruiken, dient men de gelegenheid tot vrijwillige medewerking te verlenen, zoals ook het geval is bij inbeslagneming, waaraan een uitnodiging tot vrijwillige afgifte vooraf dient te gaan.

Vraag 7

  • Hoor en wederhoor:

Sjaak en zijn raadsman mogen het slachtoffer niet ondervragen. Dit wordt terecht geweigerd.

  • Recht op rechtsbijstand:

In het geding, omdat Sjaak niet zijn advocaat mocht spreken toen hij daarom vroeg bij de eerste verhoren. (Aanwezigheid raadsman bij verhoor (HR 30-06-2009, NJ 2009, 350)

  • Zwijgrecht:

Mogelijk in het geding als de verdacht nooit cautie heeft gekregen. De casus zwijgt hierover.

  • Externe openbaarheid:

De zaak vindt plaats achter gesloten deuren en is dus niet toegankelijk voor de buitenwereld, de externe openbaarheid raakt hierdoor in het geding.

  • Interne openbaarheid:

Dit uitgangspunt ziet op de toegankelijkheid van het onderzoek voor alle procesdeelnemers. Het behelst dat de procespartijen in elk geval tijdens het onderzoek ter terechtzitting alle processtukken kennen. Het recht op kennisneming van processtukken kan tijdens het voorbereidend onderzoek worden beperkt, er moet dan sprake zijn van een uitzondering genoemd in art. 149b jo. Art. 187d Sv. Sjaak geeft aan dat hij inzage wil in zijn persoonsdossier, er is geen sprake van een van de uitzonderingen uit art. 187d Sv, dus is de interne openbaarheid in het geding.

  • Vermoeden van onschuld

Sjaak wordt niet meer als onschuldig beschouwd.

  • Pressieverbod

Art. 29 Sv

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1954