TentamenTests bij de 2e druk van Social Psychology van Heinzen & Goodfriend

Welke onderzoeksmethoden worden gebruikt in de sociale psychologie? - TentamenTests 2

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Het proces om proefpersonen zo veel mogelijk informatie te geven over het experiment voordat de proefpersonen akkoord gaan met deelname aan het experiment staat bekend als:

1. Het verstrekken van een uitgebreide uitleg.
2. Het vermijden van misleiding en fraude in een onderzoek.
3. Het volgen van ethische richtlijnen.
4. Het verkrijgen van informed consent.

Open vragen

Vraag 1

Wat is het nadeel van correlationeel onderzoek?

Antwoordindicatie Meerkeuzevragen

Vraag 1

D. Het verkrijgen van informed consent.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

Er kunnen geen oorzakelijke verbanden vastgesteld worden.

Wat beschrijft de sociale zelf? - TentamenTests 3

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Een van de manieren waarop schema’s sociale gedachten beïnvloeden is:

1. Zorgen dat inconsistente informatie opgeslagen ligt in het geheugen en het snel weer teruggehaald kan worden.

2. Activatie van meer informatie uit het lange termijn geheugen wat de cognitieve capaciteit vergroot.

3. Het activeren van de beschikbaarheidsheuristiek en automatisch primen mogelijk maken.

4. Fungeren als een filter om de aandacht te sturen naar bepaalde informatie en weg te sturen van andere onbelangrijke informatie.

Open vragen

Vraag 1

Wat is de sociale zelf?

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

D. Fungeren als een filter om de aandacht te sturen naar bepaalde informatie en weg te sturen van andere onbelangrijke informatie.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

De sociale zelf is het bewustzijn van een persoon om tot een groep te behoren en door anderen ook zo behandeld te worden.

Hoe denken mensen? - TentamenTests 4

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Er worden vaak niet-geprogammeerde beslissingen gebruikt om terugkerende problemen en mogelijkheden op te lossen, omdat deze zeer weinig aandacht Meerkeuzevragen om te reageren.

1. Waar

2. Niet waar

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

B. Niet waar.

Hoe nemen mensen anderen waar? - TentamenTests 5

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Als mensen misleiding proberen te detecteren…

1. Doet men dat meestal iets beter dan kans niveau.

2. Vindt men anderen niet betrouwbaar.

3. Voelt men de behoefte om beleefd te doen.

4. Confronteren zij anderen vaak direct.

Vraag 2

Mensen die werken met de primaire reden om geld te verdienen hebben intrinsieke werkwaarden.

1. Waar

2. Niet waar

Vraag 3

Wat houdt de fundamentele attributie theorie in?

1. Eigen gedrag wordt gezien als dispositioneel en gedrag van anderen als situationeel.

2. Gedrag van anderen wordt gezien als dispositioneel in plaats van situationeel.

3. Gedrag van anderen wordt gezien als dispositioneel en eigen gedrag als situationeel.

4. Eigen gedrag wordt gezien als dispositioneel in plaats van situationeel.

Open vragen

Vraag 1

Wat zijn micro-expressies?

Vraag 2

Wat is het onderscheidend vermogen?

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

A. Doet men dat meestal iets beter dan kans niveau.

Vraag 2

B. Niet waar.

Vraag 3

B. Gedrag anderen dispositioneel in plaats van situationeel.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

Een micro-expressie is een onvrijwillig moment van emotionele eerlijkheid op iemand zijn gezicht.

Vraag 2

Het onderscheidend vermogen is een onderdeel van Kelley’s covariatiemodel dat verwijst naar iets wat uniek is aan een situatie dat het gedrag van de acteur kan verklaren.

Hoe worden attitudes gevormd? - TentamenTests 6

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Wanneer mensen in hun sociale omgeving bezig zijn dan willen zij graag persoonlijke eigenschappen benadrukken. Zowel naar anderen als naar zichzelf. Dit wordt … genoemd.

1. Integratie (integration)

2. Zelf-promotie (self-promotion)

3. Zelf-defusie (self-defusion)

4. Zelf-werkzaamheid (self-efficacy)

Vraag 2

Als positief gedrag wordt versterkt en negatief gedrag wordt verminderd, gaat het om…

1. Operante conditionering

2. Klassieke conditionering

3. Subliminale conditionering

4. Observationeel leren

Vraag 3

Martin werkt bij een autodealer en probeert een auto te verkopen, hij heeft een speciale aanbieding voor de klant, maar wanneer de klant deze wil kopen, moet de prijs toch onverwachts omhoog, de klant gaat akkoord. Van welke techniek maakt Martin gebruik?

1. Voet-tussen-de-deur-techniek

2. Deur-in-het-gezicht techniek

3. Lowballing

4. Sociale validatie

Open vragen

Vraag 1

Hoe kan iemand door middel van impression management zijn positie verbeteren in de groep?

Vraag 2

Lotte koopt een auto die niet milieu vriendelijk is terwijl ze zelf wel erg milieubewust is, wat ervaart Lotte op dat moment?

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

B. Zelf-promotie (self-promotion).

Vraag 2

A. Operante conditionering.

Vraag 3

C. Lowballing.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

Door middel van de zelf-vegrotende technieken, ander-vergrotende technieken. Daarnaast ook door slijmen en self-handicapping.

Vraag 2

Cognitieve dissonantie.

Hoe worden mensen beïnvloed door anderen? - TentamenTests 7

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Volgens onderzoek zijn er significante cross-culturele verschillen in de behoefte aan de individualisering. Deze bevinding suggereert dat er dus ook cross-culturele verschillen zijn in …

1. Vleierij (ingratiation)

2. Persoonlijke controle

3. Conformiteit

4. Samenhang (cohesiveness)

Vraag 2

De definitie van werkmotivatie is de psychologische kracht binnen een persoon die zijn gedrag, inzet en doorzettingsvermogen bepalen.

1. Waar

2. Niet waar

Vraag 3

In de wetenschappelijke management aanpak voor taakontwerp (job design) is salaris de hoofdmotivatie die gebruikt wordt om werknemers te motiveren om zijn bijdrage te leveren.

1. Waar

2. Niet waar

Open vragen

Vraag 1

Wat houdt expectancy in bij verwachtingen?

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

C. Conformiteit.

Vraag 2

A. Waar.

Vraag 3

A. Waar.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

Hoe groot iemand de kans acht dat iets ook daadwerkelijk gaat lukken

Hoe beïnvloeden groepen individuen en andersom? - TentamenTests 8

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Hoe wordt het genoemd als mensen collectief niet begrijpen dat attitudes van anderen verschillen van hun eigen attitudes?

1. Attitude onenigheid (attitude discordance)

2. Het Stockholm syndroom

3. Pluralistische onwetendheid

4. Introspectie

Vraag 2

Alle managers zijn leiders.

1. Waar

2. Niet waar

Vraag 3

Leden van een groep moeten dezelfde doelen delen.

1. Waar

2. Niet waar

Vraag 4

Proces-verliezen zijn prestatieproblemen die een groep ervaart door coördinatie en motivatieproblemen.

1. Waar

2. Niet waar

Vraag 5

Wat is het voordeel van besluitvorming in een groep ten opzichte van een individu?

1. Er worden grotere risico’s genomen.

2. Er worden meer feiten onthouden.

Open vragen

Vraag 1

In welke fase van Tuckman wordt bepaald wie de leider is?

Vraag 2

Hoe kan Social Loafing verminderd worden?

Vraag 3

Wanneer komt groupthink het meest voor?

Vraag 4

Welke 2 leiderschapsstijlen zijn er volgens Fiedler?

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

C. Pluralistische onwetendheid.

Vraag 2

B. Niet waar.

Vraag 3

B. Niet waar.

Vraag 4

A. Waar.

Vraag 5

B. Er worden meer feiten onthouden.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

Storming (Forming, Storming, Norming, Performing, and Adjourning)

Vraag 2

De groep kan kleiner gemaakt worden, de bijdrage van elk individu kan identificeerbaar gemaakt worden en elk individu moet het gevoel hebben dat deze iets bijdraagt.

Vraag 3

Als er een hoge groepscohesie is in combinatie met sterke, directieve leiderschap in een stressvolle situatie (zie p. 204).

Vraag 4

Relatie en taakgerichte leiderschap.

Wat zijn de gevolgen van stereotypen, vooroordelen en discriminatie? - TentamenTests 9

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Het hebben van een negatieve attitude naar leden van een specifieke sociale groep heet …. En het verschillend gedragen naar leden van verschillende sociale groepen heet …

1. Vooroordelen, discriminatie

2. Discriminatie, vooroordelen

3. Vooroordelen, stereotypering

4. Stereotypering, discriminatie

Open vragen

Vraag 1

Hoe kan een werkgever het beste met stereotype omgaan/verminderen?

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

A. Vooroordelen, discriminatie.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

Erkennen dat het soms voorkomt.

Wat is het belang van helpen en prosociaal gedrag? - TentamenTests 10

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Hoe wordt het idee dat mensen soms behulpzaam gedrag vertonen om de negatieve emoties die zij zelf ervaren te verminderen, genoemd?

1. Wederkerig altruïsme (reciprocal altruism)

2. Empatie-altruïsme hypothese

3. Impliciet omstandereffect

4. Het negatieve staat verlichting model (negative state relief model)

Vraag 2

Wanneer help je iemand in nood het snelst?

1. Als het slachtoffer als mooi wordt ervaren.

2. Als het slachtoffer de helper imiteert tijdens de interactie.

3. Als het slachtoffer niet door eigen toedoen in de problemen is gekomen.

4. Als men kort in het verleden een voorbeeld van hulpvaardig gedrag heeft gezien.

5. Alle Antwoordindicatie meerkeuzevragen zijn correct.

Open vragen

Vraag 1

Wat houdt direction in bij de drie dimensies van motivatie?

Vraag 2

Hoe werkt het negative state relief model?

Vraag 3

Wat houdt de empathy-altruism hypothese van Batson in?

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

D. Het negatieve staat verlichting model (negative state relief model).

Vraag 2

E. Alle Antwoordindicatie meerkeuzevragen zijn correct.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

De richting van het gedrag. Dus wat is het doel of waar ben je mee bezig.

Vraag 2

Prosociaal gedrag wordt gemotiveerd door de wens van de omstanders om minder last te hebben van hun eigen emotioneel onprettige gevoelens.

Vraag 3

Hoe hoger de gelijkheid tussen mensen, des te meer empathie zij voor elkaar zullen hebben.

Waarom zijn mensen agressief? - TentamenTests 11

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Wat houdt in dat aggressiviteit zijn oorsprong heeft in de ervaring en/of observatie van anderen?

1. Impliciete theorie van agressie

2. Sociaal leerperspectief van agressie

3. Gedrevenheidstheorie van agressie

4. Opwindingstheorie van agressie

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

B. Sociaal leerperspectief van agressie.

Wat is het belang van intieme relaties? - TentamenTests 12

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Zowel mogelijkheden als bedreigingen kunnen bronnen van stress zijn.

1. Waar

2. Niet waar

Open vragen

Vraag 1

Wat is de driehoek van een relatie?

Vraag 2

Hoe komt het dat herhaaldelijke blootstelling meestal resulteert in een meer positieve evaluatie (repeated exposure)?

Vraag 3

Welke theorie beschrijft het fenomeen dat opgebouwde agressie op een later tijdstip of situatie dan de arousal zelf wordt geuit?

Antwoordindicatie meerkeuzevragen

Vraag 1

A. Waar.

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

Intimiteit, passie, en betrokkenheid.

Vraag 2

De angst/spanning van de nieuwe stimuli valt weg.

Vraag 3

Excitation Transfer Theory.