Werkgroepopdrachten en antwoorden goederenrecht
- 1233 reads
Mag een minderjarige als gevolmachtigde optreden?
Welk mechanisme kent de regeling van lastgeving in eigen naam voor het geval dat de lasthebber die in eigen naam en voor rekening van lastgever een overeenkomst is aangegaan failliet wordt verklaard?
Op welke goederen heeft art. 3:110 BW betrekking?
Wie is partij bij de notariële levering van een registergoed indien het registergoed wordt geleverd door een gevolmachtigde? Wat geldt indien de curator in faillissement het registergoed levert?
Heeft vernietiging, ontbinding en/of het recht van reclame terugwerkende kracht?
Heeft vernietiging, ontbinding en/of het recht van reclame goederenrechtelijke werking?
Caro koopt bij Garagehouder Boris een gerestaureerd Volkswagenbusje T1 de luxe uit 1964 voor 75.000,- Euro. De levering en betaling zullen aan het eind van de week plaatsvinden. Voor die tijd weet Boris echter een betere deal af te sluiten met Berend, die op bereid is 80.000,- Euro voor de populaire old-timer te betalen. Op dinsdag wordt de bus, die nog rijklaar gemaakt moet worden en zolang in de garage blijft staan, aan Berend geleverd. Berend spreekt met Boris af dat hij het busje op zaterdag zal afhalen.
Wanneer Caro op vrijdag het busje op wil halen bij Boris moet Boris Caro teleurstellen. Hij kan de bus niet aan haar meegeven, aangezien de bus reeds rechtsgeldig op dinsdag aan Berend geleverd is. Caro gelooft haar oren niet, zij ziet de old-timer toch duidelijk in de showroom staan! Zij stelt zich op het standpunt dat zij als eerste en enige rechtsgeldig de eigendom van het busje heeft verkregen.
Wie is eigenaar van het busje?
Hoe luidt het antwoord op vraag a indien het busje niet eerst aan Caro zou zijn verkocht, maar eerst zou zijn verpand aan de Leenbank en vervolgens zou zijn verkocht en c.p. geleverd aan Berend?
Stel nu dat de aanvangssituatie (een dubbele verkoop van hetzelfde busje aan Caro respectievelijk Berend), goed wordt afgehandeld door Boris. Caro wordt namelijk in de gelegenheid gesteld voor een aanzienlijk lager bedrag een vergelijkbare Volswagenbus T1 de luxe te kopen van Boris. Zo gezegd, zo gedaan en deze bus wordt feitelijk aan Caro geleverd. Het is misschien een net iets minder mooie old-timer, maar voor 60.000 Euro is Caro tevreden met haar nieuwe aanschaf.
Althans, Caro is tevreden tot het moment waarop Reaal zich bij haar meldt en stelt het busje te willen revindiceren. De bus blijkt een jaar geleden gestolen te zijn van de heer Jansen die hem tegen diefstal had verzekerd bij Reaal. De documentatie van Reaal is goed en het wordt Caro langzamerhand duidelijk dat Boris haar een van diefstal afkomstige bus heeft overgedragen. Caro vraagt zich een aantal dingen af.
Hoe kan Reaal de eigendom van de bus hebben verkregen, nadat deze van Jansen gestolen was?
Moet zij volgens u de bus aan Reaal afgeven?
Ferdinand is eigenaar van een oude boerderij in de buurt van Gouda. Het gaat slecht met het bedrijf en de kosten lopen zo hoog op dat Ferdinand zich genoodzaakt ziet de boerderij te verkopen. Met pijn in zijn hart vindt hij een koper: Gerard. Gerard is een gewiekste zakenman die op een handig manier misbruik weet te maken van de stressvolle situatie waarin Ferdinand zich bevindt. Niet lang na de overdracht vernietigt de rechter de koopovereenkomst tussen Ferdinand en Gerard op grond van misbruik van omstandigheden. Het blijkt echter nog niet zo makkelijk voor Ferdinand om de boerderij terug te krijgen. Gerard heeft de boerderij inmiddels doorverkocht aan Hans. Ferdinand spreekt Hans in rechte aan.
Kan Ferdinand met succes de boerderij van Hans revindiceren?
Stel nu dat er geen misbruik had plaats gevonden, maar dat Ferdinand de overdracht aan Gerard onder ontbindende voorwaarde had laten plaatsvinden. De ontbindende voorwaarde houdt in: dat Ferdinand binnen drie jaar na sluiten van de overeenkomst de boerderij weer in eigendom verkrijgt tegen betaling van de marktwaarde aan Gerard. De voorwaarde is opgenomen in de leveringsakte.
Heeft een dergelijke ontbindende voorwaarde goederenrechtelijke werking? Stel dat Gerard na enige jaren de boerderij overdraagt aan Hans.
Moet Hans op zijn beurt de ontbindende voorwaarde tegen zich laten werken?
Hoe luidt uw antwoord indien de voorwaarde niet zou zijn opgenomen in de leveringsakte, maar Hans wel van de ontbindende voorwaarde wist?
Isabelle von Munchhuizen (Isa voor intimi) is groot fan en verzamelaar van de foto’s van Erwin Olaf. Op 11 november 2019 hoort zij dat er een foto van Erwin Olaf te koop aangeboden wordt door mede-verzamelaarster Gaya. Zij belt direct naar haar personal (aankoop)assistent Jay en geeft hem de opdracht de foto voor haar te kopen voor maximaal 25.000 euro. Op 12 november 2019 belt Jay Isa om te vertellen dat hij (in eigen naam) het schilderij heeft gekocht voor 18.500 euro en dat hij het direct mee heeft genomen. Het staat momenteel bij Jay thuis.
Wie is op 12 november 2019 eigenaar van de foto? Werk de vereisten van de overdracht uit; benoem de verschillende verhoudingen.
Stel dat Jay de foto gekocht heeft voor 28.500 euro.
Hoe luidt u antwoord op vraag a dan?
Hoe luidt het antwoord op vraag a indien het niet een foto betreft, maar een huis op de Herengracht?
Jay ziet bij Gaya een fraaie metaalgravure van Wauters staan waar hij zelf meteen verliefd op wordt. De gravure wordt door Gaya te koop aangeboden in opdracht van de kunstenaar, Wauters. Wauters heeft met Gaya een verkoopprijs van minimaal 1.200 euro afgesproken. Gaya biedt de metaalgravure voor 1.600 euro aan. Jay koopt de gravure.
Kan Wauters de metaalgravure van Jay revindiceren of is Jay door overdracht eigenaar geworden? Werk de vereisten van de overdracht uit; benoem de verschillende verhoudingen.
Stel: 1.600 euro is een fors bedrag voor Jay, die zich met zijn personal-assistent-salaris zo’n uitspatting eigenlijk niet kan veroorloven. Gaya, die zijn passie voor de gravure ziet, biedt Jay de metaalgravure voor 600 euro aan. Jay gaat akkoord en neemt dolgelukkig de metaalgravure mee naar huis.
Verschilt hierdoor het antwoord op vraag d?
Bij de diefstal van roerende zaken wordt een verkrijger op grond van art. 3:86 lid 1 en lid 3 BW kort samengevat beschermd indien hij te goeder trouw is, hij de roerende zaak anders dan om niet heeft verkregen (lees: gekocht) en de zaak bovendien in een winkel heeft gekocht waarin dergelijke zaken gewoonlijk worden verhandeld. Kennelijk vindt de wetgever binnen bepaalde kaders de handel in roerende zaken belangrijker dan (het behoud van) eigendom. De bepaling dateert uit een tijd toen nog geen internet bestond.
Hoe dient een dergelijke koper te goeder trouw van een gestolen roerende zaak te worden beschermd indien hij op internet koopt?
In zijn proefschrift De numerus clausus in het goederenrecht (diss. Nijmegen; Serie Onderneming en Recht deel 37, Deventer: Kluwer 2007, p. 787 e.v) noemt T.H.D. Struycken zeven beginselen van het goederenrecht. Deze beginselen zijn volgens Struycken:
Welke twee van de genoemde zeven beginselen in het goederenrecht spelen een rol bij de relativering van de levering c.p.?
Uit art. 3:63 blijkt dat de omstandigheid dat iemand onbekwaam is tot het verrichten van rechtshandelingen voor zichzelf, niet maakt dat deze onbekwame niet kan optreden als gevolmachtigde. Hieruit blijkt dat minderjarigen die ex. art. 1:234 onbekwaam zijn wanneer zij zonder toestemming handelen, wel als gevolmachtigde kunnen optreden.
Art. 7:420 bepaalt dat er gevallen zijn waarin de lastgever bepaalde rechten die de lasthebber aan de overeenkomst ontleent, op zich kan doen overgaan.
Goederen die worden geleverd door bezitsverschaffing art. 3:90.
De gevolmachtigde handelt in naam van de volmachtgever. Dit betekent dat de volmachtgever partij wordt bij de rechtshandeling. Indien de curator in faillissement levert, dan wordt ook de volmachtgever partij bij de akte.
Vernietiging heeft terugwerkende kracht ex. art. 3:53 lid 1. Ontbinding heeft geen terugwerkende kracht ex. art. 6:269. Het recht van reclame heeft ook geen terugwerkende kracht, omdat de regels van ontbinding van toepassing zijn.
Vernietiging heeft goederenrechtelijke werking, omdat het tegen eenieder werkt. Ontbinding heeft geen goederenrechtelijke werking, omdat het enkel werkt tegenover je wederpartij. Het recht van reclame heeft wel goederenrechtelijke werking, omdat het eigendomsrecht van de verkrijger wordt beëindigd. De oorspronkelijke eigenaar kan zijn bezit revindiceren.
De levering en betaling zouden aan Caro aan het eind van de week plaatsvinden. Dit betekent dat er nog geen geldige eigendomsoverdracht aan Caro heeft plaatsgevonden ex. art. 3:84 lid 1. Op grond van dit artikel is namelijk een geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid vereist. Omdat de levering nog niet heeft plaatsgevonden, kan Caro zich ook niet beroepen op derdenbescherming.
Er moet vervolgens worden bekeken of er een geldige eigendomsoverdracht heeft plaats gevonden aan Berend. Er is sprake van een geldige titel, namelijk een koopovereenkomst. De levering geschiedt via art. 3:90 jo. art. 3:115 sub a. Boris is ook beschikkingsbevoegd, omdat hij eigenaar is van de auto. Dit betekent dat er op dinsdag een geldige eigendomsoverdracht aan Berend heeft plaatsgevonden. Berend is eigenaar van de oldtimer.
Een pandrecht vestigen op het busje geschiedt via art. 3:98 jo. art. 3:84 lid 1. Boris is beschikkingsbevoegd, omdat hij eigenaar is. De geldige titel is het vestigen van een pandrecht (vestigingsovereenkomst). De levering geschiedt via art. 3:237. Dit betekent dat er een pandrecht is gevestigd op het busje.
Vervolgens moet opnieuw aan de vereisten van art. 3:84 lid 1 zijn voldaan, om een geldige overdracht aan Berend te bewerkstelligen. Er is sprake van een geldige titel, namelijk een koopovereenkomst. De levering geschiedt via art. 3:90 jo. art. 3:115 sub a. Boris is ook beschikkingsbevoegd, hij is namelijk eigenaar van het busje waar een pandrecht op is gevestigd. Hij kan het eigendomsrecht enkel bezwaard overdragen. Dit neemt niet weg dat Berend eventueel een beroep kan doen op derdenbescherming art. 3:86 lid 2, maar dan moet ook rekening worden gehouden met art. 3:90 lid 2.
Er moet gekeken worden naar de vereisten van art. 3:84 lid 1. Er is sprake van een geldige titel, namelijk de verzekeringsovereenkomst. Er is ook sprake van een geldige levering als die is geschied via art. 3:95 door middel van een daartoe bestemde akte. Meneer Jansen is namelijk niet in staat om het bezit te verschaffen art. 3:90, omdat hij het bezit is verloren. Tot slot is er ook sprake van beschikkingsbevoegdheid, omdat Jansen nog steeds eigenaar is. Jansen is enkel het bezit door diefstal verloren.
Het is eerst de vraag of Caro eigenaar is geworden ex art. 3:84 lid 1. Er is sprake van een geldige titel, omdat het hier gaat om een koopovereenkomst. De levering geschiedt via art. 3:90 jo. art. 3:114. Tot slot moet Boris beschikkingsbevoegd zijn. Boris is niet beschikkingsbevoegd, omdat hij het busje heeft gestolen van Jansen. Dit betekent dat er geen geldige eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden aan Caro.
Nu is de vraag of Caro zich kan beroepen op derdenbescherming art. 3:86 lid 1. Het gaat om een overdracht overeenkomstig art. 3:90. Er is sprake van een roerende zaak. De overdracht is anders dan om niet geschied, omdat er sprake is van een koopovereenkomst (60.000 euro). Tot slot is er ook geen aanleiding om te twijfelen aan de goede trouw van Caro. Boris verkoopt meerdere auto’s en de prijs is marktconform. Er moet enkel nog worden gekeken naar lid 3 nu het hier gaat m een gestolen goed, waarvan de eigenaar 3 jaar lang het bezit kan revindiceren, tenzij het is gekocht in een bedrijfsruimte (Uitslag/Wolterink) of er sprake is van toonder- of orderpapier. In dit geval wordt Caro beschermd door sub a, omdat zij het busje heeft gekocht van een garagehouder. Dit betekent dat Caro wordt beschermd op grond van art. 3:86 lid 1 en het busje dus niet hoeft af te geven.
Er heeft een overdracht plaatsgevonden van Ferdinand aan Gerard. Achteraf wordt de koopovereenkomst vernietigd. Dit betekent dat geldige titel komt te vervallen. Gerard is dus niet langer eigenaar van de boerderij. Echter heeft Gerard de boerderij al doorverkocht aan Hans. De overdracht van Gerard aan Hans ex art. 3:84 is ongeldig. Er is wel sprake van een geldige titel, namelijk de koopovereenkomst. De levering is geschied via art. 3:89 (notariële akte en inschrijving registers). Gerard was echter niet beschikkingsbevoegd, omdat er geen geldige eigendomsoverdracht tussen Ferdinand en Gerard heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat Hans geen eigenaar is geworden ex. art. 3:84 lid 1. Nu is de vraag of Hans wellicht wordt beschermd door derdenbescherming art. 3:88. Het gaat om de overdracht van een registergoed, omdat een boerderij onroerend is art. 3:3 lid 1. Er is geen aanleiding om te twijfelen aan de goede trouw van Hans. Gerard is een zakenman en heeft hem de boerderij verkocht. Indien hij in de openbare registers art. 3:16 de vernietiging heeft gezien, is Hans te goeder trouw en kon hij niet weten dat Gerard geen rechtsgeldige eigenaar was van de boerderij. De onbevoegdheid vloeit voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht. Het gaat hier namelijk om de ongeldige overdracht van Ferdinand aan Gerard. Deze overdracht is tot slot niet het gevolg van de onbevoegdheid van de toenmalige vervreemder. Ferdinand was namelijk wel beschikkingsbevoegd om de boerderij over te dragen, omdat hij eigenaar was van de boerderij. Dit betekent dat Hans een beroep kan doen op derdenbescherming art. 3:88.
De vervulling van een voorwaarde heeft op grond van art. 3:38 lid 2 geen terugwerkende kracht. De overdracht van Ferdinand aan Gerard is geschied onder ontbindende voorwaarde. Dit betekent dat Gerard enkel zijn voorwaardelijk eigendomsrecht onder ontbindende voorwaarde kan overdragen aan Hans ex. art. 3:84 lid 4. Dit betekent dat Ferdinand de boerderij kan revindiceren van Hans.
Hans heeft de boerderij verkregen onder ontbindende voorwaarde. Hier kan Hans verder niks tegen inbrengen, omdat hij geen volledig eigendomsrecht bezit.
Er kan enkel een beroep worden gedaan op art. 3:24 indien hij het niet kende. Hans wist van de ontbindende voorwaarde, waardoor hij geen beroep kan doen op art. 3:24.
Isa schakelt een tussenpersoon in. Jay, haar tussenpersoon, handelt in eigen naam maar voor rekening van Isa. Dit betekent dat hier sprake is van middellijke vertegenwoordiging. Er is sprake van lastgeving art. 7:414. Er moet nu worden bekeken of er een geldige eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden van Gaya aan Isa ex. art. 3:84 lid 1. Er is sprake van een geldige titel, namelijk een koopovereenkomst tussen Jay en Gaya en de lastgevingsovereenkomst tussen Isa en Jay. Gaya is ook beschikkingsbevoegd, omdat zij eigenaar is van de foto van Erwin Olaf. Tot slot heeft er een geldige levering plaatsgevonden, namelijk art. 3:90 jo. 3:114. Dit betekent dat Isa op 12 november eigenaar is geworden van de foto.
In dit geval heeft Jay de lastgevingsovereenkomst overschreden, waardoor hij in eigen naam en voor rekening van zichzelf heeft gehandeld. Dit betekent dat Jay eigenaar wordt van de foto.
In dit geval gaat het om een onroerende zaak. Voor de overdracht van onroerende goederen is ex. art. 3:89 een notariële akte en inschrijving in de registers vereist. De tussenpersoon moet dan in naam van de achterman handelen, om de achterman te binden. In dit geval handelde Jay in eigen naam en voor rekening van Isa. Dit betekent dat Jay de akte ondertekent met zijn eigen naam, waardoor hij partij wordt bij de akte. Dit betekent dat Jay eigenaar zou worden van het huis.
Er moet worden bekeken of Jay eigenaar is geworden van de gravure ex. art. 3:84 lid 1. Er is sprake van een koopovereenkomst en een lastgevingsovereenkomst, dus er is een geldige titel aanwezig. De levering geschiedt via art. 3:90 jo. 3:114. Gaya is ook beschikkingsbevoegd, omdat er sprake is van een lastgevingsovereenkomst tussen haar en Wauters. Dit betekent dat er een geldige eigendomsoverdracht tussen Gaya en Jay heeft plaats gevonden. Jay is nu eigenaar en Wauters kan het niet revindiceren.
Dit betekent dat Gaya haar bevoegdheid te buiten gaat, omdat zij de gravure verkoopt voor minder dan dat Wauters er minimaal voor wilde hebben. Dit betekent dat ex. art. 3:84 lid 1 Gaya nu niet langer bevoegd is om de gravure over te dragen. Jay is dus geen eigenaar geworden, waardoor Wauters de gravure kan revindiceren.
De regel van art. 3:86 lid 3 sub a geldt ook voor verkrijgingen bij aankoop in een webwinkel. De strekking van de bepaling is om bescherming te bieden aan consumenten die een gestolen zaak hebben gekocht op een plaats waarvan de consument niet hoefde te verwachten dat het gestolen is. Zie ook het arrest uitslag/wolterink. De regel zou dus in sommige gevallen ook kunnen worden gebruikt bij de aankoop van een gestolen goed via een webwinkel (bijvoorbeeld bol.com of Zalando).
Het publiciteitsbeginsel en het leveringsbeginsel.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In deze bundel komen de werkgroepopdrachten en de antwoorden van het vak goederenrecht. Als eerst staan alle opdrachten omschreven en vervolgens alle antwoorden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1538 |
Add new contribution