Werkgroepopdrachten Bestuursrecht: rechtsbescherming 2017/2018 - RUG
- 2108 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Beschrijf de casus (procesverloop, feitenrelaas, rechtsvraag).
Waarom acht de Afdeling bestuursrechtspraak het in strijd met de rechtszekerheid als de rechtbank voor een tweede keer beroepsgronden moet beoordelen die hij eerder uitdrukkelijk en zonder voorbehoud heeft verworpen?
Leg uit waarom het dictum van de rechtbank in de uitspraak van 16 februari 2001 niet wijst in de richting van het instellen van hoger beroep.
Op welke wijze had de rechtbank in de uitspraak van 16 februari 2001 aan eiser meer duidelijkheid kunnen bieden?
Beroepsgronden die zijn verworpen, kunnen in een procedure over het hernieuwde besluit na vernietiging niet alsnog tot gegrondverklaring leiden. Welk proceseconomisch nadeel heeft de door de Afdeling bestuursrechtspraak in deze uitspraak gevolgde lijn?
Stel dat de rechtbank, net als in de “Brummen”-zaak, een bepaalde grond uitdrukkelijk heeft verworpen, maar het bestreden besluit op andere gronden heeft vernietigd, zodat het bestuursorgaan een nieuw besluit op bezwaar moet nemen. In de week na de rechtbankuitspraak treedt een verandering op in de feitelijke omstandigheden met betrekking tot de uitdrukkelijk door de rechtbank verworpen grond. Acht u het in een dergelijk geval raadzaam om hoger beroep tegen de rechtbankuitspraak in te stellen?5.1. Brummen-leer Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 6 augustus 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AI0801
Leg uit wanneer een geschil finaal is beslecht door de bestuursrechter.
Over welke vier instrumenten beschikt de bestuursrechter om het hem voorliggende geschil finaal te beslechten en wat houden ze in?
Bestaat een rangorde tussen die instrumenten, en zo ja, hoe luidt deze?
Beschrijf de casus (feitenrelaas, procesverloop, rechtsvraag).
Wat mankeerde er uit bestuursrechtelijk oogpunt aan het besluit van 4 april 2011 en hoe verhoudt zich dat tot het soort gebreken waarvoor de bestuurlijke lus kan worden gebruikt?
Waarom heeft de Af1) deling bestuursrechtspraak met betrekking tot dit besluit gekozen voor toepassing van de bestuurlijke lus?
In de tussenuitspraak in het kader van een bestuurlijke lus wordt het bestuursorgaan voor het herstel een bepaalde termijn gegeven.
Is deze termijn een bindende termijn?
Acht u het mogelijk en wenselijk dat deze termijn eventueel wordt verlengd?
Is een bestuursorgaan verplicht van de door de rechter door middel van de bestuurlijke lus geboden “herstel” mogelijkheid gebruik te maken?
Wanneer het bestuursorgaan de “herstel” mogelijkheid wil benutten, kan het dat op twee manieren doen: ten eerste door het bestreden besluit zelf te verbeteren, met name door nader onderzoek te verrichten en/of dit besluit nader te motiveren, en ten tweede door een nieuw besluit te nemen ter vervanging van het besluit waartegen beroep was ingesteld.
Wat zijn de bestuurs(proces)rechtelijke verschillen tussen beide manieren?
Welke manier is in casu gehanteerd?
Hoe pakt die manier uit ten aanzien van appellante sub 2?
Acht u het mogelijk en wenselijk dat de bestuurlijke lus tevens wordt gebruik om een minnelijke schikking te beproeven?
Is de rechter bij zijn einduitspraak gebonden aan hetgeen hij in zijn tussenuitspraak met betrekking tot een bestuurlijke lus heeft beslist?
Komt de Afdeling bestuursrechtspraak in deze uitspraak tot een finale beslechting van het geschil?
Blijkens de uitspraak mogen na een tussenuitspraak geen nieuwe gronden worden ingediend. Leg uit waarom. Betrek in uw antwoord: Artikel 6:13 Awb. b. De “Brummen”-leer.
Waarom ligt de toepassing van artikel 6:22 Awb na de inzet van een bestuurlijke lus niet voor de hand?
Het college (van Brummen) heeft appellant een dwangsom om materialen met niet-agrarische doeleinden van zijn perceel te verwijderen. Brummen gaat hiertegen in bezwaar en er volgt een beslissing op bezwaar (bob). Het bezwaar wordt ongegrond verklaard. De rechtbank verklaart het beroep gegrond (art.8:70d Awb). Het bestreden besluit wordt vernietigd en het college wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen. Hierop verklaart het college het besluit gedeeltelijk gegrond, maar herroept het daarna. De rechtbank verklaart het beroep hiertegen wederom ongegrond. Appellant gaat in hoger beroep.
Zie r.o.2. Indien zo’n beroepsgrond opnieuw wordt beoordeeld, wordt het gezag van de rechterlijke uitspraak miskend. De rechtszekerheid brengt met zich mee dat het betrokken b.o. en belanghebbenden mogen uitgaan van de rechtmatigheid van het besluit. Het zou in het licht hiervan niet rechtmatig zijn om opnieuw beoordelen.
Op 16 februari 2001 is het bestreden besluit gegrond verklaard, en wordt dus vernietigd. Hoger beroep instellen is niet waar appellant nu aan zal denken, aangezien het college wordt opgelegd een nieuw besluit te nemen.
De rechtbank had kunnen zeggen dat het besluit gedeeltelijk vernietigd is.
Er wordt veel vaker hoger beroep ingesteld dan eigenlijk nodig is. Het probleem ligt bij het feit dat als er nog niet finaal beslechtigd is, er alsmaar opnieuw tegen besluiten geprocedeerd kan worden.
Als er een nieuwe beslissing op bezwaar wordt genomen, moet het b.o. de nieuwe feiten al meenemen vanwege de ex nunc toetsing. Hoger beroep is dus niet noodzakelijk, maar kan echter wel handig zijn omdat het bob2 dan via art. 6:19 Awb meegenomen wordt in de procedure.
Een geschil is finaal beslecht door de bestuursrechter als er hierna geen nieuw besluit meer genomen hoeft te worden door de bestuursrechter. Op grond van art. 8:41a Awb beslecht de bestuursrechter het hem voorgelegde geschil zoveel mogelijk definitief. Bij de finale geschilbeslechting moet het voor partijen duidelijk zijn welk besluit geldt voor de toekomst. Dit is het geval als het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk word verklaard, wanneer de rechter zelf voorziet in de zaak of als hij de rechtsgevolgen in stand laat
De gevolgen van het vernietigde besluit kunnen in stand worden gelaten ex 8:72 lid 3 onder a.
De rechter kan zelf in de zaak voorzien exart. 8:72 lid 3 sub b.
De rechter kan de bestuurlijke lus toepassen ex art. 8:51a
De rechter kan en het b.o. met zijn aanwijzingen een nieuw besluit laten nemen ex art. 8:72 lid 4.
De rangorde tussen deze instrumenten wordt de finaliteitsladder genoemd. Er wordt eerst naar art. 6:22 Awb gekeken voordat een besluit vernietigd wordt. Indien er geen belanghebbenden worden geschaad, wordt er ogv art. 8:70 sub c Awb ongegrond verklaard. Het besluit wordt dan geheel of gedeeltelijk vernietigd. De rechter kijkt vervolgens of hij eventueel de rechtsgevolgen in stand kan laten. Is dit niet mogelijk, dan kijkt hij of hij zelf in de zaak kan voorzien. Als dit ook niet mogelijk is, dan kan er eventueel een bestuurlijke lus worden toegepast. Zo niet, dan kan het b.o. de mogelijkheid worden gegeven een nieuw besluit te nemen. Zie ook 8:72 Awb waarin de rangorde blijkt uit ‘’indien toepassing van derde lid niet mogelijk’’.
Het college heeft aan appellante sub b een vergunning verleend, waartegen het autobedrijf, appellante sub b en appellante sub c beroep hebben ingesteld. Dit besluit was echter strijdig met art. 3:46 Awb, waardoor het gebrek moest worden hersteld en de bestuurlijke lus werd toegepast. Het b.o. herstelt het gebrek en appellant sub b trekt hierdoor zijn beroep in. Na de bestuurlijke lus mogen er geen nieuw gronden worden aangevoerd. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Het besluit van 4 april was ontoereikend gemotiveerd en onzorgvuldig voorbereid, en daardoor in strijd met art. 3:46 Awb. Het besluit van 4 april 2011 was in strijd met art. 3:46 Awb, omdat het niet op een deugdelijke motivering berust. Het gebrek kon worden hersteld dmv de bestuurlijke lus ex 8:51a Awb, zie r.o. 4.5.
Er is gekozen voor dit besluit om finaal te beslechtigen. Het gebrek (de ondeugdelijke motivering en onzorgvuldige voorbereiding) kon zo worden hersteld door het bestuursorgaan.
Uit art. 8:51a lid 2 Awb blijkt dat dit een bindende termijn is, maar in de praktijk kan deze termijn door de bestuursrechter worden verlengd.
In het kader van snelle afhandeling is dit niet wenselijk, toch kan het echter soms handig zijn voor de zaak.
Het toepassen van de bestuurlijke lus is in de eerste aanleg slechts een bevoegdheid, maar bij hoger beroep is het een verplichting ogv art. 8:51d Awb. In eerste aanleg bestaat namelijk nog de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.
Als het b.o. het besluit zelf gaat verbeteren, dan blijven de rechtsgevolgen gewoon in stand. Als er echter een nieuw besluit wordt genomen, dan betekent dat ook dat het oude bestreden besluit vernietigd wordt, inclusief de rechtsgevolgen die daarbij hoorden.
5Het besluit zelf wordt verbeterd, door het gebrek te herstellen.
Voor appellant sub b blijven de rechtsgevolgen dan in stand (r.o. 6)
Het is inderdaad mogelijk. De wenselijkheid hangt af van de omstandigheden van het geval.
Ja, de rechter is hieraan gebonden. Dit is belangrijk voor de rechtszekerheid en voor de finale geschilbeslechting. Voor partijen is het belangrijk dat de finale uitspraak duidelijk is. Een uitzondering hierop is echter art. 8:119 lid 1 Awb (herziening).
Ja, er is i.c. finaal beslechtigd. Appellant weet wat de gevolgen zijn van de uitspraak, de beroepen van het besluit zijn ongegrond.
Als er na een tussenuitspraak nieuwe gronden zouden worden aangevoerd, zou het de belanghebbenden redelijkerwijs kunnen worden verweten dat er niet eerder/geen zienswijze als bedoeld in 3:15 Awb naar voren is gebracht (art. 6:13 Awb). Dit is dus niet de bedoeling. Gronden moeten zo vroeg mogelijk naar voren worden gebracht.
De Brummen-leer stelt dat beroepsgronden die door de rechtbank al uitdrukkelijk en zonder voorbehoud zijn verworpen na de vernietiging niet opnieuw ingediend mogen worden. Dit is in het belang van de rechtszekerheid.
Bij een bestuurlijke lus is er sprake van een gebrek die hersteld moet worden, wat vaak een nadeel voor een belanghebbende oplevert. Art. 6:22 gaat over het in stand laten van een besluit indien belanghebbenden geen nadeel ondervinden. Dit gaat dus niet samen.
Deze bundel bevat de werkgroepopdrachten uit 2017/2018 bij het vak Bestuursrecht: rechtsbescherming aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1990 |
Add new contribution