Hieronder lees je mijn derde blogbericht, geschreven in Kenia. Inmiddels zat ik in Watamu, het dorpje waar ook God Our Father, het project, zich bevond!
Jammer genoeg is het internet hier ver te zoeken in Watamu dus ben blij dat ik julle even een berichtje kan sturen.
We zijn een paar dagen geleden van Nairobi naar Mombasa gevlogen. Een half uur vertraging en niemand maakte zich druk. Liepen we los (in het wild haha) over het vliegveld naar ons inimini vliegtuigje, lagen onze tassen ernaast. Hoewel we ze wel hadden ingecheckt moesten we ze schijnbaar nog een keer bevestigen, haha. Ik was blij met mijn gele flightbag, anders hadden we ze niet eens herkend denk ik. Eenmaal in Mombasa waws het HEET. Echt heet. En anders, superanders. We werden opgehaald door Evelyne en werden door Mombasa (echt Afrika zoals ik me had voorgesteld met hutjes langs de weg, ze verkochten werkelijk alles - autobanden, matrassen, schoenen, kleding, potten, pannen, kunst (overal hetzelfde schilderij haha) en mensen liepen door de zanderige bermen en childen op een steen. Reclame op billboard maar ook langs de kant van de weg in de vorm van huizen en anderer gebouwen die vol stonden met omo schilderingen, of safaricom (provider van telefonie) of meal of coca cola. In Kilifi werd het nog erger, met een grote vuilnisbelt metkoeien erop en nog meer winkeltjes zo leek het. We sliepen in een tikkeltje shabby hotel maar het was wel gewoon prima voor de situatie. We kregen meteen een training Swahili en gingen uit eten in een palmbomendak open hut met de mooiste bediening die ik ooit heb gezien (sommige Kenianen zijn echt supermooie mensen - vaak een te grote broek, helemaal aangesnoerd, een hele donkere huid met een superwitte glimlach, en lekker langzaam, op zn Keniaans). Een vers visje en een Tusker (Keniaans bier) later gingen we moe maar voldaan een tuktuk in met Josef en Evelyn (onze trainers) en lekker tukken in het hotelletje. De volgende ochtend was ik ontzettend beroerd, mijn maag had zich alle graden omgekeerd en ik kon niets meer door de hitte. De ochtendtraining hebben Lisette en ik dus gemist. Smiddags in de auto naar Watamu ging gelukkig goed. Hier aangekomen in ons Beach View hotel met palmboomdak en zwembad en witte muren en meer fantastische dingen zoals een plat dak waar je de sterren prachtig kunt zien - voelden we ons de koning te rijk. Op naar het strand. Een van de velen. Prachtig wit zand, blauwe zee, oude houten boten met kinderen erop die zich voorstelden als - Jambo - I am the president of Kenya! Haha donders. Nadat we een groepje koters om ons heen hadden verzameld (die erg veel blijken te weten over voetbal in Europa) hebben we Koen levend begraven en hadden we het halve strand om ons heen.
De volgende dag was het tijd voor het weeshuis. Evelyn kwam ons ophalen en we gingen met de tuktuk (die overal, letterlijk doorheen baggeren) naar het weeshuis. Erg groot, schoon, netjes, niet wat we hadden verwacht bijna. Heel veel kindjes. We werden rondgeleid (meisjeshuis, jongenshuis, 2-4jaar huis, een special house waar gehandicapte kindjes zaten, hartverscheurend was het laatste). Ze hebben een dokter on site die heel veel medicijnen heeft (gelukkig) en er waren nog wat andere vrijwilligers. Tijdens de entree in het kleintjeshuis kwam er meteen een kleine (Wiseman, wat een briljante naam) op me afrennen en pakte me stevig bij mn benen, smelt smelt). We gingen eerst een potje voetballen met de jongens (ik niet maar de jongens, die van ons en de jongetjes die daar wonen). Ik zat op een stuk katon en meteen had ik een aantal kleintjes op mn schoot. ZO SCHATTIG. Ik ben echt verkocht. Je wilden knuffelen en toen opeens ontdekten ze mn armhaar, haha. Daar kun je blijkbaar aan trekken
Lisette en ik hebben ons daarna de rest van de middag bemoeid met de 1-4 jarigen, superschattige kundjes, heel aanhankelijk en lief, maar allemaal met een verhaal. Een meisje is seksueel misbruikt en kon niet lopen, een andere is in de bush door een jong meisje gebaard en in een plastic zak gestopt en aan een tuktuk driver meegegeven, een tweeling zat opeens voor de poort van het huis en ze weten niets over hen. Echt zo zielig voor die kleintjes. Zo heeft ieder kind een verhaal in het weeshuis. Maar samen zijn ze prima in de weer de hele dag, en zijn ze gewoon lekker kind. Ze krijgen te eten, een dak en willen wel veel aandacht, maar dat vinden wij natuurlijk niet erg.
Als er geld voor is gaan de kids naar school (primair onderwijs is gratis maar 300 voor uniform is voor velen te duur) en vrijwillgers worden in het wild losgelaten en je moet dus echt zelf op zoek naar iets. We mogen wel schilderen etc maar aan de andere kant had ik wel meer sturing verwacht. Ach, Kenia. Ik wen er vanzelf wel aan.
Om drie uur hielden we het voor gezien en hebben we een ander strand ontdekt (namen als Turtle Bay en Blue Lagoon spreken tot de verbeelding en zijn in het echt ook een plaatje). Had ik al verteld over de witte stranden en de blauwe zee en de rotsen en bootjes? Dat is dus op elk strand zo, een nog mooier dan het andere. Verder wonen in Watamu erg veel italianen en spreken dus ook een hoop beachboys italiaans. En kun je hier prima pizza eten. Het Afrikaanse eten is niet heel bijzonder, we hebben al chapati op (een soort van hartige pannekoek) en ugali (een soort van rijstbol) en verder hebben ze hier geen bijzonder dieet.
Aan de kust zitten veel moslims, en het blijft een rare mix van hakuna matata kenianen met soms een vrouw in een burka. Door al die gekke Italianen worden wij niet raar aangekenen en kunnen we gewoon ons ding doen. De mensen zijn vriendelijk hoewel hun lokale economie soms best scheef is en we overal afgezet worden (we weten inmiddels de echte prijs dus no fooling with us anymore) is het echt een paradijs op aarde.
De Kenianen weten je behoorlijk in te pakken met hun Swahili en hun slome pas (we moeten echt moeite doen om hun tempo aan te houden, ongeveer 100 versnellingen lager dan in NL) en hun witte lach. Armoede is er wel maar in het oord waar wij zitten is dat tot nu toe in mijn ogen relatief. Hakuna matata is de lijfspreuk van menig Keniaan en dat siert ze en doet ze goed.
Gisteren gingen we op stap en ook het nachtleven gaat op zn Keniaans maar is wel heerlijk. In een open palmboomhuisje met ventilators staan dansen omdat het anders te warm is, denkend aan NL voelt best goed.
Vandaag gingen we weer naar God our Father (het weeshuis) en kwamen de kleinen al op ons afgerend, we hadden er meteen twee op elke arm. Even later begon de kerstlunch met heel veel eten en heel veel blije kindjes die net zo grapjes maken en blij zijn als NL kinderen. Lekker gewoon dus, met het enige verschil dat wij de enige blanken in de eetzaal waren. Een geweldig feestje, met aardappels kip en brood en een brownie als feestmaal en Afrikaanse muziek op de achtergrond. Kerst in Kenia. Ik keek rond en voelde me echt gelukkig.Na het eten namen we de kleintjes weer mee naar hun huisje en gingen we ze wassen samen met hun dagelijkse verzorgsters (ieder heeft 5 kids onder haar hoede en die vrouwen slapen er ook - wonen er dus) en ze kregen schone kleren aan en lekker naar bed. Niet willen slapen, nog even knuffelen (bebe) en toen dacht ik nog even aan mijn kleine broertje (toen hij die leeftijd had dan).
Kerst vieren in de zon is toch best raar. We kunnen het zelf niet geloven. Vanavond is het kerstavond en ik zit een beetje rood aangelopen met wit zand aan mijn scheenbenen in een supertraag internetcafe in Watamu, Kenia. Vanuit hier wens ik jullie allemaal een hele fijne kerst, een dikke kus en veel liefs.
Add new contribution