Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Door ons bewustzijn kunnen wij omgaan met de problemen die wij in het dagelijks leven tegenkomen. Hiervoor zijn echter ook je cognitieve vaardigheden van belang. De cognitieve vaardigheden zijn: capaciteit tot redeneren, onthouden, begrijpen, problemen oplossen en beslissingen maken.
Intelligentie testen
Er is geen unieke definitie voor het begrip ‘intelligentie’. Wat wel vaststaat, is dat intelligentie het volgende omvat:
- Abstract denken of redeneren
- Probleemoplossend vermogen
- Kennis kunnen vergaren
Standaard intelligentietesten meten hier onderdelen van, maar ze meten niet alles.
De geschiedenis van intelligentie
In 1904 werd de fransman Binet door zijn overheid opgedragen een test te ontwikkelen om kinderen die het wel en niet goed doen op school te kunnen onderscheiden. Daarnaast werd hem gevraagd of hij onderwijsprogramma’s voor de laatste groep wilde ontwikkelen. De test die Binet ontwikkelde, vormde het model voor onze huidige intelligentietests. Binet nam aan dat intelligentie werd veroorzaakt door redeneren, denken en problemen oplossen. Daarom testte hij deze vermogens bij kinderen met verschillende taakjes. Daarnaast nam Binet aan dat de dingen die kinderen kunnen vermeerderen als ze ouder worden. De testjes die hij had bedacht koppelde hij dus aan een leeftijd waarop de helft van de kinderen dat testje zou moeten kunnen uitvoeren. Met die testjes mat Binet de mentale leeftijd van het kind. Wanneer de mentale leeftijd gelijk was aan de echte leeftijd (de chronologische leeftijd) van het kind, had het kind een gemiddelde intelligentie. Een paar jaar later bracht Goddard de test naar Amerika en begon daar een vertaalde versie te gebruiken. Een andere vertaling was die van Stanford. Dit leidde tot de Stanford-Binet Intelligence Scale. Het IQ of de intelligentiequotiënt werd als volgt berekend: de mentale leeftijd werd gedeeld door de chronologische leeftijd. Het resultaat hiervan werd vermenigvuldigd met honderd.
In tegenstelling tot Binet zagen wetenschappers in Amerika intelligentie meer als een vaste factor, in plaats van een factor die toeneemt door onderwijs en training.
In 1917 wilde de Amerikaanse overheid inzicht verkrijgen in de cognitieve vermogens van hun militairen. Hiervoor werden intelligentietesten ontwikkeld. Een voorbeeld daarvan is de Army Alpha, Hiermee werden rekenkundige capaciteiten, verbale capaciteiten en algemene kennis getest. Voor militairen die geen Engels konden spreken of lezen werd de Army Bèta ontwikkeld. Deze omvatte niet-verbale taken,
Aan het einde van de jaren dertig van de vorige eeuw ontwikkelde Wechsler intelligentietesten. Deze testen hadden zowel verbale als niet-verbale subtesten. Daarnaast hingen de testresultaten niet of nauwelijks af van formele scholing en werd elke subtest apart gescoord, waardoor je het kunnen van een persoon per onderdeel kunt beschrijven. Er is een test voor kinderen en een test.....read more
Add new contribution