Communicatie tussen neuronen
Alle neuronen hebben ongeveer dezelfde structuren. Ze bestaan uit een cellichaam, meerdere dendrieten en een axon. Het cellichaam bevat de celkern (met genetisch materiaal) en andere organellen. Dendrieten ontvangen signalen van andere neuronen en axonen sturen signalen door naar andere neuronen. Elk neuron heeft meerdere dendrieten (hoeveelheid hangt af van plaats in de hersenen) en 1 axon (het axon kan wel vertakken en deze taken van het axon heten collaterals).
De chemische signalen tussen neuronen worden doorgegeven via synapsen. Presynaptisch: vóór de synaps, postsynaptisch: ná de synaps. Als het presynaptisch neuron actief is, gaat er een actiepotentiaal (elektrisch signaal) door het axon.
Bij de synaps worden neurotransmitters vrijgelaten in de synapsspeet. Neurotransmitters hechten zich aan receptoren op het postsynaptisch neuron en veroorzaken een synaptische potentiaal. Alleen wanneer de signalen sterk genoeg zijn vindt er een actiepotentiaal plaats.
Actiepotentiaal
Elk neuron heeft een celmembraan. In dit membraan bevinden zich eiwit moleculen die de instroom en uitstroom van stoffen reguleren. Normaal gesproken is de binnenkant van het membraan negatief ten op zicht van de buitenkant (-70mV). Tijdens een actiepotentiaal in een axon gebeurt het volgende:
Natriumionen stromen de cel in en de binnenkant wordt positief (depolarisatie)
De natriumkanalen gaat dicht waardoor natrium de cel niet meer binnen kan komen. Kalium ionen stromen de cel uit
Op dit moment is er sprake van hyperpolarisatie (hyperpolaristie is wanneer de binnenkant van de cel tijdelijk nog negatiever is dan normaal). Dit voorkomt dat het actiepotentiaal per ongeluk weer terug gaat.
Herstel
Axonen zijn omgeven met myeline: vettige stof die het axon beschermt en zorgt voor snelle signaaloverdracht.
Inhiberende neurotransmitters: zorgen voor geen actiepotentiaal
Exciterende neurotransmitters: zorgen voor wel een actiepotentiaal
Structuur van de hersenen
Grijze stof: cellichamen van neuronen
Witte stof: axonen en gliacellen
Cerebrale cortex: buitenste laag grijze stof, hoogontwikkeld. Daaronder ligt witte stof. Onder de witte stof ligt weer grijze stof, in het midden van het brein: basale ganglia, limbisch systeem en diacephalon.
Corpus calossum: hersenbalk, verbindt de twee hemisferen met elkaar.
Ventrikels: holtes in het brein met hersenvloeistof.
Terminologie locatie hersenen
Anterior: voor Posterior: achter
Superior/ dorsal: boven Inferior/ventral: onder
Lateral: buiten (buitenste lagen van hersenen of buitenste lagen van een structuur) Medial: binnenste lagen van hersenen of binnenste lagen van een structuur.
Zie afbeelding op blz. 24! Hierop staat een overzichtelijk schema met de opbouw van alle hersenstructuren.
Cerebrale cortex
De cerebrale cortex is niet glad. Het.....read more
Add new contribution