Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Oefenmaterialen

 

Deze bundel bevat oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht aan de Universiteit Utrecht.

Bundle items:
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Oefententamen 2018/2019
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Oefententamen 2016/2017
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Deeltoets 2016/2017
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Oefententamen 2015/2016
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Deeltoets 2014/2015
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Deeltoets 2013/2014
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Extra oefenvragen (1)
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Extra oefenvragen (2)
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - UU - Extra oefenvragen (3)
Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Access: 
Public
This content is used in bundle:

Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - B1 - Rechten - UU - Aantekeningen hoorcolleges

Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht - B1 - Rechten - UU - Aantekeningen hoorcolleges

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Inleiding Privaatrecht: Goederenrecht in 2015-2016.

Hoorcollege 2: Eigendom, bezit en houderschap.

Eigendom

Eigendom is het eigendomsrecht op een zaak. Het eigendom is het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben. Zie hiervoor artikel 5:1 BW. Eigendom is speciaal gericht op zaken, bij andere goederen word iemand niet de eigenaar genoemd maar de rechthebbende. Wanneer iemand eigenaar van een zaak is heeft hij alle bevoegdheden omtrent die zaak en dus ook exclusieve bevoegdheden als revindicatie (art. 5:2 BW).

Bezit en houderschap

Bezit en houderschap komt ter sprake als je macht kan uitoefenen over een bepaalde zaak. Een eigenaar is vaak ook de bezitter van een zaak. Dit hoeft echter niet het geval te zijn. Artikel 3:119 lid 1 BW bepaalt dat de bezitter wordt vermoed om rechthebbende te zijn. Dit betekent dat wanneer iemand dat betwist hij zelf zou moeten bewijzen dat de desbetreffende persoon die bezitter is niet de eigenaar is. De bewijslast ligt dus niet bij de bezitter. Een voorbeeld wanneer de eigenaar en de bezitter niet dezelfde persoon zijn, is wanneer A de fiets van B steelt, A blijft de eigenaar van de fiets maar hij kan geen macht meer over de fiets uitoefenen daarom is hij geen bezitter van de fiets meer. De bezitter van de fiets is nu B tenminste als hij de fiets voor zich zelf gebruikt.

Art. 3:107 lid 1 BW geeft een definitie van het word bezit, “bezit is het houden van een goed voor zichzelf”. Een bezitter ben je als je, je gedraagt als de eigenaar. Naast bezitter kan iemand ook een houder zijn van een zaak. Een houder van een zaak ben je wanneer je feitelijke macht over de zaak kan uitoefenen zonder dat je, je gedraagt als de eigenaar van de zaak. Art 3:108 BW zegt dat de uiterlijke feiten beslissend zijn of iemand een bezitter of houder is van een zaak, deze uiterlijke feiten moeten dan naar verkeersopvattingen beoordeeld worden. Met verkeersopvattingen wordt er bedoeld van wat de gemiddelde Nederlander ervan denkt. Als je een goed houdt omdat je de eigenaar er niet van bent doe je dat meestal omdat de eigenaar het toestaat, dat gebeurt meestal krachtens een overeenkomst. Een voorbeeld daarvan.....read more

Access: 
Public
Follow the author: Law Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2562