College-aantekeningen over Psychopathologie bij Stress en gezondheid aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Er wordt een toevoeging gedaan op de effecten van stress. Kortdurende stress heeft gunstige effecten op biologische systemen waaronder het immuunsysteem. Chronische stress heeft negatieve effecten op biologische systemen. Hieronder ook weer het immuunsysteem in relatie tot lymfocieten (witte bloedcellen) omdat die worden onderdrukt.
  • Stress is verder nadelig voor slaap, stemming en obesitas.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Onderaan de slides staan 12 studievragen die je kunnen helpen bij het leren van de stof.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Definities

Op dia 4 staat een film die zeker de moeite waard is om te kijken bij het bestuderen van de stof. Stress is heel erg fysiologisch. De definitie van stress: een onplezierige emotionele toestand die optreedt bij de waarneming van gevaar. Een stressor is een bron van stress. Een stressor leidt tot stress. Het kan gezond zijn omdat het je waarschuwt voor dreigingen. De stress zal minder worden als de dreiging weg is. Het is ongezond als je stress niet weg gaat, omdat je niets aan de stressor kan doen. Dan word je ziek. Het sympathische zenuwstelsel is belangrijk voor stress. Het filmpje op dia 7 laat zien hoe belangrijk het fight or flight systeem is. Stressreactie is enorm nuttig.

General adoption system

Het overzicht van dit systeem staat op dia 8. In de alarmfase van de stressrespons vindt het fight or flight proces plaats. Je hebt dan weinig weerstand omdat het belangrijk is dat je hele lichaam ingezet wordt voor fight or flight. Dan komt er een tweede fase. De weerstand tegen stress is extra hoog. Het afweersysteem zet ook alles in (je immuunsysteem) en gaat extra aan het werk. Als je bijvoorbeeld verwondingen hebt opgelopen tijdens het gevaar, moet je immuunsysteem extra hoog zijn om te behandelen. De derde fase is de uitputtingsfase. De fysiologische bronnen zijn uitgeput en de weerstand is erg laag.

Bronnen van stress

Individuen verschillen heel erg qua bronnen van stress. De een heeft wel ergens last van en de ander niet. Een posttraumatisch stress stoornis is een ernstige bron van stress. Dit kan al gevolgen hebben voor een foetus in de buik van een moeder die PTSS ervaart. Andere bronnen van stress zijn daily hassles. Dit komt vaak voor. Een andere bron is sociale stress, zoals eenzaamheid.

Biologie van stress

Er zijn twee stresssystemen. 1. Via de hersenstam wordt norepinefrine aangemaakt. 2. Amygdala wordt geactiveerd. Op dia 12 het schema met de stappen die plaatsvinden bij stress en er een stresssysteem wordt geactiveerd. Bij het HPA systeem is er een negatieve feedbackloop als er te veel cortisol wordt afgescheiden. SAM heet ook wel het sympathische systeem. SAM wordt meer geactiveerd door alledaagse stressoren. SAM reageert snel (enkele seconden), en HPA reageert langzaam (20 min). De gevolgen van langdurige activatie van HPA zijn: kleiner volume hippocampus en onderdrukking van de werking van het afweersysteem. Een ander mogelijk gevolg is depressie.

Geslachtsverschillen

Mannen zijn meer van het fight or flight systeem. Zo overleefden onze voorouders. Vrouwen zijn veel vredelievender. Als er een gevaar is en ze hebben net kinderen, dan hebben ze niet zoveel aan het fight or flight systeem. Vrouwen hebben meer een tend-and-befriend systeem. Dat houdt in dat ze Iedereen te vriend houden en zo bescherming hopen te krijgen van bondgenootschappen. Een hormoon dat bij vrouwen een rol speelt voor dit systeem is oxytocine. Het wordt in de volksmond ook wel het knuffelhormoon genoemd.

Stress en Gezondheid

Depressie hangt samen met serotonine. Stel er zijn stressvolle omstandigheden, dan hangt het af van het serotonine transporter-gen of mensen een grote of kleine kans hebben op depressie. Chronische stress kan tot schade leiden. Kortdurende stress is niet gevaarlijk.

Er is een onderzoek gedaan over mensen die verkouden zijn. Mensen die ontspannen zijn worden veel minder vaak verkouden, dan mensen die wel gestrest zijn. Er zijn twee typen beschreven voor mensen. Type A is het competitieve prestatie-motivatie type. Deze persoon Is snel geirriteerd, agressief en vijandig. Bovendien heeft hij/zij een constant gevoel van tijdsdruk. Type B is meer laid-back en het tegenovergestelde van type B.

Prevalentie en gezondheidsrisico’s

Hoe kunnen we mensen die zich ongezond gedragen, toch gezonder laten worden? Roken wordt steeds minder gedaan, en heeft veel gezondheidsrisco’s. We weten ook dat we gezond moeten eten, anders word je te dik. Bewegen is ook belangrijk. Minder dan 50% voldoet hieraan in Nederland. Wie een zittend beroep heeft loopt risico. Alcoholdrinken kan een slechte invloed hebben op je gezondheid. De holy five: bewegen, niet drinken, goed slapen, niet roken en gezond eten.

Begrijpen van gezondheidsgedrag

Belangrijke vragen binnen de gezondheidspsychologie: waarom mensen zich ongezond gedragen en hoe kunnen we mensen helpen hun gedrag te veranderen. De definitie van gezondheid is aangepast in de loop van de tijd. Er is nu meer nadruk op het sociaal welzijn. Bij goede voornemens neemt gezondheid altijd een heel belangrijke plaats in. Na een paar weken geven de meeste mensen al op. 50% houdt het 1 of 2 weken vol. Hoe kan dit? Elk jaar wordt hetzelfde voornemen weer gemaakt. False Hope Syndrome (FHS): mensen mislukken, maar blijven ambiteus. Of is het omdat mensen niet goed weten hoe ze moeten beginnen dat het steeds mislukt. Het verschil tussen intentie en gedrag: intentie is wat iemand wil bereiken. Dit kun je vrij goed voorspellen. Gedrag is hoe mensen zich uiteindelijk gedragen. Er zit een groot verschil hiertussen: the intent-behavior gap.

Een voorbeeld: Er was een screeningsfaciliteit waarbij mensen zich gratis konden laten testen op een ernstige ziekte. De opkomst voor deze screening bleek erg laag. De ernst was blijkbaar niet van belang en de vatbaarheid die jij voor die ziekte hebt ook niet. Van belang was juist de verwachte baten en de barrieres die ze daarvoor moeten nemen (is de screeningslocatie ver weg?).

Gezondheidsgedrag is vaak een zelfregulatiedilemma. Mensen moeten kiezen tussen een onmiddellijke verleiding en mogelijke opbrengst die ver in de toekomst is. Mensen hebben hoge drang om te kiezen voor de korte termijn. Mensen denken niet rationeel na over hun gezondheid. Er moet met een andere bril gekeken worden. Econs maken rationele en beredeneerde keuzes. Deze mensen denken cold, slow. Real people maken automatische keuzes. Deze mensen denken hot en fast. Ongezonde dingen doen mensen vaak op intuïtie of gewoonte.

14. We leven in een obesogene omgeving, waarin altijd en overal de beschikking is over (vaak vet) eten. De cue om te stoppen met eten is vaak niet als je genoeg hebt gegeten, maar op gewoonte om je bord leeg te eten. Mensen eten zonder aandacht: popcorn eten in de bioscoop. Mensen die dit vaak doen hadden niet door dat het oudbakken popcorn was die niet lekker smaakte of rook.

Veranderen van gezondheidsgedrag

Educatie en overtuigen is de belangrijkste om gezondheidsgedrag te veranderen denken ze nu. Maar toch zijn er heel veel mensen die weten dat roken slecht is, maar toch blijven roken. Het ligt niet aan het informatietekort. Dingen die uitgelegd worden in folders hebben vaak niet veel te maken met gedrag. Kennis is nodig maar het is niet voldoende om gedrag te veranderen. Fear appeals: angstaanjagende boodschappen. Deze hielpen ook niet om het gezondheidsgedrag te veranderen. Mensen willen de fear appeals niet zien en sluiten hun ogen daarvoor. Een nieuw soort gezondheidsbevordering zijn nudges (kleine zetjes). Dit is als beslissingen om zich je gezond te gedragen gefaciliteerd worden. Er wordt op deze manier gebruik gemaakt van het feit dat mensen geen rationele keuzes maken, en fast en hot denken.

Voorbeelden

Een paar voorbeelden: de pianostairs. Het aantrekkelijker maken van de trap. Groene voetstappen die naar de prullenbak leiden. Nudges zijn vaak subtiel. De oplossing nu is vaak het verbieden van een ongezonde keuze. Andere oplossing nu is een fat tax. Ongezonde producten worden dan gewoon duurder gemaakt. Een andere oplossing (wel nudge) is om de toegankelijkheid van de ongezonde keuze moeilijker maken. Als het eten voor je neus staat, eet je het. Als het verder weg staat moet je meer moeite doen en eet je het minder snel. Mensen eten minder ijs als er een deksel op ligt. Het gaat niet om de extra inspanning, maar op psychologische effect. De gezonde keuze moet niet benadrukt worden, want dan worden mensen hongeriger.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

College-aantekeningen bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen van Inleiding Psychologie / Genetica bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen van Inleiding Psychologie / Genetica bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • 3 gen letters (keuze uit Cytosine, Adenie, Guanine, Thymine) coderen voor één eiwit, één aminozuur
  • Eiwitten dienen de functie van(zenuw)cellen
  • Een gen wordt doorgegeven van generatie op generatie: eenheid van erfelijkheid
  • Ieder mens heeft 23 chromosoomparen.
  • Elk chromosoompaar heeft 2 varianten van hetzelfde gen, soms subtiele verschillen.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Ontstaan van ziekte van huntington (herhaling letters CAG op chromosoom)

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen extra opmerkingen gemaakt.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Wat is een gen? Antw: Genetische code, bestaande uit letters, voor een eiwit.
  • Hoe verhouden zich DNA, RNA en eiwit molecuul? Antw: DNA bevat de code, RNA kopieert deze code. 3 letters staan voor één aminozuur. Een hele reeks van aminozuren staat voor een ewit. Eiwitten vormen de structuur van het lichaam.
  • Hoe werken de letters van het genetische alfabet (hoeveel verschillende zijn er en hoeveel heb je nodig voor de code van een aminozuur)? Antw: 4 verschillende letters en er zijn drie letters nodig voor de cde van een aminozuur.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Introductie

Meten is weten: Als je iets te weten wil komen over processen in de hersenen moet je verschillen meten. (Als je niet direct naar de hersenen kunt kijken). Een voorbeeld is het experiment van Donders. Mensen moesten alleen drukken als ze een hoge toon hoorden. De interpretatie van dit experiment is dat je verschillen kan meten omdat iemand eerst moet beslissen of het een hoge of een lage toon is. Het duurt dus langer voordat iemand op de knop drukt. De langere reactietijd zegt iets over een proces dat plaatsvindt in de hersenen. Infereren is een ander woord voor iets te weten komen. Bij het filmpje in het college zie je een jongen achter zijn computer zitten. Bij het opengaan van de deur krijgt de jongen een bal op zijn hoofd gegooid. Na een paar keer duikt de jongen bij het opengaan van de deur al weg, omdat hij bij de vorige keren heeft geleerd dat hij een bal tegen zijn hoofd aan kreeg. Dit is een voorbeeld van klassiek conditioneren. Een neutrale stimulus wordt geconditioneerd. Reinforcement is een belangrijk onderwerp voor de schrijfopdracht. Leren = conditioneren. Mensen vertonen gedrag zonder dat ze het zelf doorhebben. Expliciet leren is iets wat alleen mensen kunnen. Bijvoorbeeld iets wat je drie slides geleden hebt gezien nog kunnen benoemen. Nurture kan

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen van Genetica van gedrag / Neuronen bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen van Genetica van gedrag / Neuronen bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • ATG is het startcodon in de keten.
  • Evolutie:
  • Reproductieve isolatie leidt tot soortvorming
  • Soorten die een recentere gemeenschappelijke voorouder hebben, lijken vaak meer op elkaar.
  • Neuron bestaat uit cellichaam, axon en dendrieten.
  • Bij genoeg depolarisaties ontstaat een actiepotentiaal.
  • Actiepotentiaal geeft output naar de volgende neuron.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen extra onderwerpen besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Guillain‐Barré syndroom: een overmatige reactie van het immuunsysteem op virus‐ infectie. Gevolg hierbij is ontstoken/ beschadigde neuromusculaire axonen. Dit geneest als de infectie voldoende onderdrukt is

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen extra opmerkingen gemaakt.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Wat is het verschil tussen sexlinked en sexlimited genen? Antw: Sex-linked genen komen voor op geslachtschromosomen, en sexlimited genen kunnen voorkomen op autosomale chromosomen. Sex-limited genen zijn aanwezig in beide geslachten maar komen tot expressie in maar één van de geslachten, en blijven uitgeschakeld in het andere geslacht. Dit gebeurt onder invloed van het geslachtshormoon.
  • Wat is evolutie? Antw: verandering van een gen in populaties over generaties.
  • Wat zijn de essentiële principes van de evolutietheorie? Antw: Overerfbaarheid, mutaties en natuurlijke selectie.
  • Lokalisatie van cellichaam, axon en dendriet in neuron.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Van Gen naar Gedrag

Allelen kunnen hetzelfde zijn, maar kunnen ook iets verschillen. Genen die op geslachtschromosomen liggen heten sex-linked genen. Een voorbeeld hiervan is het gen voor kleurenblind zijn. Mannen hebben hier veel meer last van dan vrouwen. Vrouwen hebben twee X'en en hebben dus nog een intacte DNA reeks waarin geen kleurenblindheid is. Een vrouw kan het gen wel dragen, maar heeft er geen last van. Bij mannen komen genen anders tot expressie dan bij vrouwen, hoewel ze op autosomen liggen. Het wordt anders afgelezen. Genen die mannen en vrouwen beide hebben = sex-limited. Door verhouding van geslachthormonen komen bepaalde genen tot expressie en worden wel of niet afgelezen. Seks linked genen liggen op geslachtchromosomen. Seks-limited genen liggen op autosomen. Ze worden geactiveerd onder invloed van hormonen.

Een voorbeeld over het paringsgedrag van fruitvliegjes. Mannetjes maken vrouwtjes het hof. Een stof bindt aan promotor regio, leest dat af en maakt er kopieën van. Zo gaat het normaal. Maar door ervaring is er een blokje methyl op de genenreeks terecht gekomen, en worden de genen daaronder niet meer afgelezen. Zo kan een fruitvlieg zijn genen aanpassen door ervaringen en begaat hij niet meer altijd dezelfde fout. Op dia 21 zie je dieren met het percentage aan gelijke genen. Een bolletje

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen van Neuronen / Synaps bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen van Neuronen / Synaps bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Hoorcollege 3b gaat over de synaps en niet over de Brain Computer Interface. Dit is verschoven naar hoorcollege 4a.
  • Drempelwaarde(threshold) -50mv. wanneer deze drempelwaarde bereikt wordt, ontstaat een actiepotentiaal.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen extra onderwerpen behandeld.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Neurotoxine: gifstoffen die de werking van het zenuwstelsel beinvloeden. Een voorbeeld in hoorcollege: tetrodotoxine in de kogelvis blokkeert natriumgeladen kanalen. Gevolg: uitvalsverschijnselen in motoriek, gevoeligheid.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen extra opmerkingen gemaakt.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • De actiepotentiaal ontstaat op de axon-heuvel doordat er … naar binnen stroomt. Antw: Natrium.
  • Als er ergens op een axon een actiepotentiaal is geweest, kan er dan meteen een nieuwe komen? Of helemaal niet, of alleen met intensere stimulatie? Antw:  Eerst absolute refractaire periode waarin geen nieuw actiepotentiaal kan onstaan. In de relatieve refractaire periode is het niet onmogelijk om een nieuw actiepotentiaal te laten ontstaan.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Van zenuwcel naar zien en bewegen

Waarom ziet de kat in het voorbeeldfilmpje de ene beweging niet en de andere wel? De banen vanuit het oog naar de hersenen zijn in verval geraakt, omdat de kat weinig ervaringen heeft gehad met verticale bewegingen. De retina is het netvlies. Je hebt verschillende cellen voor horizontale bewegingen en verticale bewegingen. Neuronen sturen signalen naar elkaar. Antwoorden op de studievragen in de dia: Axon output. Dendriet input, soma beide beetje,

Hoe komen signalen binnen?

Het membraan is een soort velletje. Het is een soort buisprincipe. Dit geldt voor een zenuwcel. Ionen zweven rond in een waterige vloeistof. Na+ veel buiten de cel en weinig binnen in de cel. De pomp helpt om de rusttoestand in stand te houden. Het zijn geladen deeltjes die rondzweven. Er is veel meer plus, dus meer positieve lading dan negatieve lading. Op dit moment is er sprake van potentiaalverschil. Dit wordt ook wel de rustpotentiaal genoemd. Dit potentiaalverschil is de binnenkantlading ten opzichte van buitenkantlading. Het verschil is dus -70 mV.

Depolarisatie

In rusttoestand zit de ‘poort’ dicht, maar natrium kan wel door de poort heen. Hoe maak je de kanalen open? Dit gaat door neurotransmissie. Dit is een chemisch proces. Er komen moleculen vrij die binden met de poorten en daardoor gaan de poorten open. Door depolarisatie gaat het verschil naar 0 V tussen de binnen- en buitenkant van de cel.

Hoe meet je het? Bij mensen kan je ook potentialen meten. Je meet dan

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen van Synaps / Brain Computer Interfaces bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen van Synaps / Brain Computer Interfaces bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Hoorcollege 4

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Hoorcollege 4 is veranderd. In de vorige aantekeningen was dit hoorcollege 3, dit is nu omgedraaid. Dit college gaat dus over Brain computerface onderzoek. Het college over van synaps tot verslaving deel 2 klopt wel qua volgorde.
  • Denken aan handelingen verandert de hersengolven. 
  • Met nieuw onderzoek kan men met hersenen auto´s besturen en muziek maken. 
  • EEG scan is beperkt: De signalen van de hersenen zijn zwak, de scan werkt maar een paar uur per dag en het is niet voor iedereen werkend. Daarnaast is er een deskundige nodig om de electrodes goed te plaatsen. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Signalen onder de schedel kunnen gemeten worden met een implantaat voor communicatie tussen gebruiker en computer. Tip: kijk filmpjes in de slides.

  • Er worden implantaten ontwikkeld om de hersenen te laten `praten`. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • De nieuwe technologieen rond brain computerface onderzoek zijn met name voor mensen met verlamming of mensen met een spierziekte een grote uitkomst. 

  • In Utrecht is het Neuro Prothese Project dat als doel heeft om mensen met LIS een nieuwe communicatie methode te bieden. Dit wordt geboden door een implantaat in te brengen. 

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Effecten kunnen indirect invloed hebben op de synaps. Inhibitie op inhibitie en excitatie op excitatie zijn belangrijke combinaties. 

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

De Actiepotentiaal

Hoe ontstaat hij? Een heuvel is een depolarisatie. Boven een bepaalde drempel is er sprake van een actiepotentiaal. Hoe werkt het? De voltage gevoelige kanalen gaan open door de lading. Ze kunnen door de poortjes heen en weer. Dit proces gaat in drie stadia. Eerste stand is de stand van de rustpotentiaal. De poort is dan gesloten. Als de drempelwaarde bereikt wordt gaat het klepje open en natrium stroomt de cel in. Derde poort van het plaatje met de drie roze poorten op de dia: het bolletje schiet vlak na het openen in de opening om het kanaal te sluiten. Het bolletje is niet potentiaalgevoelig. Hetlijft daar even zitten en gaat vervolgens weer weg om het kanaal weer te openen. De trigger voor het balletje is een tijdsafhankelijk proces. Het is een mechanisch iets. Dan heb je nog kaliumkanalen (K+). Kalium wil naar buiten, maar de poort is gesloten. De poort reageert langzamer dan het natriumkanaal. Het duurt allemaal iets langer.

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen van Neuroanatomie bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen van Neuroanatomie bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Hoorcollege 5

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De grijze stof in de hersenen bestaat uit neuronen. De witte stof bestaat uit axonen. 
  • Verbindingen in de hersenen worden gelegd tussen nabij gelegen gebieden, tussen veraf gelegen gebieden en tussen hersenhelften. 
  • Het symaptisch zenuwstelsel reageert op flight-fight reactie en verbruikt energie. het parasympatisch zenwstelsel reageert op rest-digest reactie en spaart energie.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • De cerebrale cortex bestaat grotendeels uit dorsaal lateraal.

  • Subcorticale gebieden bestaan uit ventraal, mediaal (bijv. Thalamus, basale ganglia, cerebellum; nucleus accumbens)

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Deze collegeslides hebben enorm veel toegevoegde waarde omdat er verhelderende plaatjes en afbeeldingen van het brein in staan. 

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Van neuron naar neuroanatomie

Het ruggenmerg is heel belangrijk voor de communicatie. Via de buitenkant komt informatie binnen via de sensory nerves, en motornerves zitten aan de binnenkant. Witte stof is wit door meyline schedes die om de axonen zit. Grijze stof zijn cellichamen van neuronen. Witte stof zijn verbindingen en grijze stof zijn clusters cellichamen.

Functie = verbinding

Als je de functie van cellen wilt weten, moet je de verbindingen volgen en zie je bijvoorbeeld dat ze allemaal uitkomen bij de spieren van de arm. De zenuwen van het oog komen uiteindelijk achter in het brein terecht en zo weet je dus dat dat gebied het visuele gebied is. Als dat gebied verbonden is met een ander gebied, heeft dat gebied ook iets te maken met het visuele aspect.

Globale organisatie

Het perifere zenuwstelsel (PZS) stuurt dingen aan die je bewust doet met je spieren, maar ook de input (sensory) hoort bij het PZS. Onwillekeurige spieren waar je niet direct controle over hebt, horen bij het autonome zenuwstelsel. Sympathisch is actief worden en parasympathisch is juist rustig worden. Het activeert ook het verteringssysteem. Het sympathische en parasympathische zenuwstelsel werken tegenovergesteld.

Dorsaal is de bovenkant van het brein en ventraal is de onderkant in het brein. Bij het ruggenmerg is ventraal de buitenkant en dorsaal de rugkant. De cortex is de buitenkant van het brein, maar kan helemaal naar binnen gevouwen zijn. Temporal lobe heet ook wel slaapkwab in het Nederlands. Lateraal is de buitenkant van het brein, mediaal is de binnenkant van het brein.

Subcortex

Basale ganglia reguleren

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen van Placticiteit / Ontwikkeling bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen van Placticiteit / Ontwikkeling bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Nieuw onderdeel over fantoompijn: fantoompijn ontstaat omdat de sterkte van verbindingen tussen lichaasdelen en specifieke delen van de somatosensorische cortex. Fantoompijn ontstaat omdat de sterkte van de verbindingen tussen specifieke lichaamsdelen en specifieke delen van de somatosensorische cortex verandert.
  • Verbindingen in de hersenen komen tot stand door de chemische gradient. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er wordt verteld over far transfer, het ontwikkelen van plasticiteit in de hersenen. Dit is een onderdeel waar Kalat niet over spreekt. zie vraag hieronder. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot het tentamen. 

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Wat is far transfer en is het iets wat makkelijk aan te tonen is? Antwoord: Far transfer is training door middel van computer games met het detecteren van cijfers. dit werkt alleen in de multitask versie. Het is niet makkelijk aan te tonen.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Plasticiteit door directe stimulatie van het brein

Neuroplasticiteit is het vermogen van het brein om zichzelf te reorganiseren (de verbindingen). Met TMS (Transcraniële magnetische stimulatie) kun je neuronen stimuleren of remmen. Dit kan voor blijvende veranderingen zorgen van de hersenen. Zo kan een gebied geïnhibeerd worden, waardoor de testpersoon even niet kan praten. Een TMS behandeling herstelt balans tussen linker en rechter hemisfeer. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij mensen die last hebben van een depressie.

Plasticiteit door leren

Klassieke conditionering versterkt de verbinding tussen de CS (geconditioneerde stimulus) en de UCR (ongeconditioneerde respons). Door reinforcement (bekrachtiging) en Law of effect wordt het geleerde gedrag herhaald. In het begin is er geen voorkeur tussen de twee paden. Na de reinforcement wordt de verbinding naar een van de twee paden sterker.

Hoe komen verbindingen tot stand

Hoe komt het dat de axonen groeien naar de goede plek waar ze een functie kunnen hebben? Evidentie is gevonden door axonen door te snijden en te kijken waar de axonen naartoe groeien. Nadat de axonen en dendrieten zijn gegroeid volgt de vorming van synapsen. Kikkers hebben ook gekruiste zenuwbanen. Ook voorkant naar achterkant is gekruist. Vervolgens is een baan doorgesneden tussen het oog en het tectum, en hebben ze het oog gedraaid. Groeien de axonen nu nog steeds op dezelfde plek terug? Ze groeien terug naar de oude plek. Dit experiment heet het experiment van Sperry. De kikker heeft eerst nog niet door dat

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen over Motoriek bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen over Motoriek bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Hoorcollege 7

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Nieuw onderwerp: beweging berust op activiteit in spierweefsel. 
  • Innervatie ontstaat door motor neuronen die meestal worden aangestuurd vanuit het ruggemerg. 
  • Contractie betekent het korter worden van een spier. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen opmerkingen over het tentamen gedaan.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Beweging berust op ... van spieren? Antwoord: samentrekking

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Voetballen en gitaar spelen

De hamstring zorgt er dus dat het achterbeen zich naar achteren buigt. Vanuit het brein komt de beslissing dat je je spier wil bewegen. Intrisic neuron zorgt ervoor dat er bij de samentrekking van één spier, de tegenovergestelde spier nog minder samentrekt. Voor stabiliteit trekken beide tegengestelde spieren samen, zoals bijvoorbeeld bij het standbeen. Receptor voor de acetylcholine is de nicotine receptor. Alles begint bij signalen uit het brein bij vrijwillige beweging. Gitaar spelen is nog complexer. De linker en rechter hand moeten met elkaar communiceren en precies op het juiste moment samentrekken. Ook de vingers van de hand moeten onderling bewegen. Hoe krijg je dit voor elkaar? De aansturing gaat vanuit de primaire motor-cortex naar aansturing vanuit de supplementary motor area. Voor complexe motoriek komt er een extra hersengebied bij (supplementary cortex) om de motorcortex te reguleren en aan te sturen.

Reflexen

Reflexen. Een sensory neuron voelt direct pijn en stuurt een signaal naar het ruggenmerg. Die stuurt het signaal door naar een hoger deel in de ruggenmerg die de bovenbeenspieren aan kan sturen om je voet weg te trekken. Dit gaat dus niet via je brein. Maar er zijn reflexen die niet automatisch gaan op ruggenmerg niveau. Als je in een bange toestand bent schrik je harder, dus je hebt niet altijd dezelfde reactie. Deze reflex is dus niet volledig automatisch.

Door het patroon van spierspanning weet het brein in wat voor een houding en stand je lichaam staat: proprioceptie. In elke spier zitten receptoren die spierspoeltjes heten. In die spoeltjes zitten kanalen, maar die hebben alleen geen receptoren. Als een spier wordt uitgerekt gaan de kanalen open. Dan kan natrium erdoor en dat kan doorgestuurd worden naar het brein om beweging te monitoren. Een typische reflex is dat als je hand omlaag geslagen wordt, je je hand direct weer omhoog beweegt. Dit gaat via

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen over Slaap bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen over Slaap bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Hoorcollege 8

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Hoorcollege 8 en 9 zijn een beetje in elkaar verloren gegaan. Het loopt niet meer hetzelfde als de sheetnotes uit 2015, verschillende punten zijn in de colleges verwisselt.
  • Wat is slaap? Slaap is een periodieke (reversibele) toestand van verminderde reactiviteit ten opzichte van externe stimuli. Dit verschilt per soort, individu of stimuli. 
  • Er bestaan twee processen die invloed hebben op slaap: 
  • Proces C: circadiane druk om wakker te blijven (melatonine en cortisol component)
  • Proces S: homeostatische druk om te gaan slapen (zie afbeelding in slides)
  • Hoe langer we wakker zijn, hoe dieper de daaropvolgende slaap is.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Melatonine is geen slaapmiddel zoals vaak gesteld wordt, maar een circadiaan ritme-middel wat bij draagt aan de vermindering in tijd om in slaap te vallen.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken. 

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen opmerkingen met betrekking tot het tentamen gemaakt. 

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Er worden geen vragen behandeld.

Hoorcollege 9

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Orexine-neuronen activeren waak-inducerende kernen in de hersenen. 
  • Daarnaast wordt de wederzijdse inhibitie uitgelegd aan de hand van de slaap-waak switch. De waak- slaap balans wisselt door activiteit in verschillende hersengebieden. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Aan de slaap waak switch wordt in dit college uitgebreid aandacht aan besteed. Uitgebreider dan in de literatuur. Collegeslides bevatten informatieve afbeeldingen ter ondersteuning. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Samengevat door de hoorcollegedocent: wederzijds inhiberende kernen zorgen voor stabiele fases van waak en slaap. 
  • verstoring van wederzijdse inhibitie kan van invloed zijn in verschillende neuropsychologische stoornissen. 

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Er worden geen vragen behandeld.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Waarom slaap?

Hoe komt het dat we slapen? Is er iets aan te wijzen wat dit stuurt? De biologische klok is de fysiologische oorzaak. Cafeïne heeft direct effect op de biologische klok. Cafeïne blokkeert bindingsplaats van adenosine. Adenosine is normaal een rem. Maar het heeft nog meer functies, te lezen op dia 23. Het aflezen van RNA wordt geremd door cafeïne. Daardoor wordt de melatonine piek uitgesteld en kan je

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen over Hormonen bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen over Hormonen bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Hoorcollege 10

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Extra uitleg over de maandcyclus. In de cyclus van de vrouw zijn veranderingen in het gedrag tijdens de periovulatoire periode of laat follucalaire dag (9-15). In deze fase is er meer waardering voor erotische videos, is er een sterkere voorkeur voor masculine mannen en lap dancers krijgen een grotere fooi. 
  • De essentie van de cyclus is als volgt: 1e fase is de folliculaire fase. Hierbij is er sprake van een stijgende FSH (follikelstimulerendhormoon), estradiol. De tweede fase is de periovulatoire periode. Hierbij is er een piek in de FSH, estradiol en LH (luteiniserend hormoon, stimulerend voor de eisprong).  De laatste fase is de Laat luteale fase. Deze fase bevat een hoog progesteron gehalte en ook nog een hoog estradiol.  

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken. 

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Studievraag 9 over de volgorde van de cyclus is een nuttige vraag voor het oefenen voor het tentamen.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Sekse en Hormonen

Vrouwen zetten in de eierstokken testosteron om in estradiol. Daarom meet je bij mannen meer testosteron. Sekshormonen zijn verdeeld over het hele brein en lichaam. Prenataal hebben ze hun sterkte effect. Bij ratten en muizen vindt dit na de geboorte plaats. Mensen zijn ook sensitief tijdens de puberteit. De baseline is dat je als vrouw begint. Iedereen begint als vrouw, mannen worden mannen door testosteron. Je gedrag wordt altijd bepaald door een interactie tussen nature en nurture. Je omgeving stimuleert de aanleg die hebt, of keert die juist om.

Organiserende effecten van sekse hormonen

Organiserende effecten zijn langlopende veranderingen. Activerende effecten zijn acute effecten. Testosteron zorgt dat je binnen een minuut sterkere spieren krijgt. Als je testosteronniveau van iemand op nul zet verdwijnt zijn of haar zin om te leven. Testosteron is dus een heel belangrijk hormoon. Sekse is biologische ordening, gender is welk geslacht je je voelt. Estradiol komt voort uit testosteron. Cortisol is een belangrijk stresshormoon voor mensen. Voor ratten en muizen is dat een ander hormoon. Je moet er altijd rekening mee houden dat de meeste kennis die we hebben van ratten en muizen komt.

Activerende effecten van sekse hormonen

Er zijn drie verschillende pathways voor effecten van een sekse hormoon.

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen over Emoties bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen over Emoties bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Hoorcollege 11

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Er wordt extra informatie gegeven over verschillende delen in de hersenen en het autonome zenuwstelsel wat betrokken is bij emotie:
  • wordt informatie gegeven over de fysiologie in het autonome zenuwstelsel bij emotie die gevaar is. Hierbij gaat er meer bloed naar de spieren, meer zuurstof naar het bloed, meer suikers naar het  bloed, en sommige lichaamsfuncties worden onderdrukt. Dit samen is de functie van het sympatishe zenuwstelsel. 
  • Thalamus is een hersengebied wat emotionele informatie verwerkt. De informatie wordt naar de amygdala gestuurd, maar gaat in eerste instantie voorbij aan de cortex.
  • Startle reflex: Een defensief reflex waarbij men automatisch de schouders omhoog doet en de ogen verkleint, dit is een automatisch beschermingsmechanisme voor de nek en de ogen, de meest kwetsbare lichaamsdelen.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen buitend de literatuur om besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • De functies van de amygdala begrijpen in relatie tot emotie.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Er worden geen vragen voor het tentamen behandeld.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Inleiding

Emoties kun je onderscheiden in cognities, gevoelens en acties. Is er cognitie nodig om gevoelens te hebben? In welke volgorde gebeurt dit? Reptielen hebben die cognitie op bewust niveau niet.

Mensen & dieren, verschillende volgorde emoties

Logisch denken en James-Lange theorie verschillen, zie slide 4. Mensen zijn op hoger cognitief niveau bezig en kunnen een situatie beter evalueren, en kunnen onze emoties beter beheersen. Wij kunnen doen alsof we boos zijn op iemand. Dit kunnen dieren niet. Bij mensen is de cortex heel erg groot. Dit zorgt voor inhibitie en modulatie. Hoe meer naar binnen je gaat in het brein, hoe primitiever de systemen. Neuro evolutionaire theorieën: onderzoek naar emoties bij mensen voegt niets extra’s toe aan onderzoek. Je kan het net zo goed bij kippen onderzoeken. Cognitieve theorie: Betekent in feite dat dieren en kinderen geen emoties hebben omdat ze niet in staat zijn gebeurtenissen bewust te ondervinden. Beide zijn extreem en niet waar. Een middenweg moet gezocht worden. Empathie is ook in ratten geobserveerd. Empathie is hogere orde emotie. Conclusie van dit onderzoek is dat je geen bewuste processen nodig hebt om empathie te ervaren. Ratten kiezen ervoor om uit het bakje te eten waardoor een andere rat geen shock krijgt. Bij dit experiment is moreel gedrag te zien. De prefrontale cortex remt emoties,

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen over Depressie / Schizofrenie bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen over Depressie / Schizofrenie bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Hoorcollege 12

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Over depressie wordt het volgende extra gezegd:
  • Het verschil tussen unipolaire en bipolaire depressie is dat unipolair alleen depressieve kenmerken heeft en bipolair een samenwerking is tussen manie en depressie. 
  • In de sheetnotes uit 2015 staat erg weinig over schizofrenie. Er wordt in de sheetnotes uit 2018 veel meer verteld over schizofrenie: 
  • Positieve symptomen van schizofrenie: wanen en hallucinaties. 
  • negatieve symptomen: onvermogen tot: doelmatig handelen, spreken, bewegen, uiten van emoties
  • Ongeorganiseerde symptomen: Uitslingerende stroom van gedachten, incoherente onnavolgbare vloed van woorden, 'inappropiate effect' (ongepast reageren, dus bij blijde berichten verdrietig reageren en bij verdrietige berichten blij reageren). 
  • Een overmatige werking van het dopamine D2 receptor kan leiden tot schizofrenie. Een blokkerende dopamine D2 receptor wordt gebruikt om positieve symptomen te reduceren. Deze blokkade gebeurt in het mesostriataal systeem dat bestaat uit de bassale ganglia of stratium, wat motorische bijwerkingen heeft.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen opmerkingen over het tentamen gedaan.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Uitgaande van het BIS (linkerhersenhelft) en BAS (rechterhersenhelft) systeem, wat verwacht je bij depressie? Antwoord: de BIS is hypoactief en de BAS is hyperactief. De BAS is namelijk de benaderingscortex en mensen met een depressie zijn juist geneigd zich terug te trekken en inhiberend gedrag te vertonen. 

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Major depressive disorder (MDD)

Mensen die permanent depressief zijn, kunnen niet leven. Je hebt altijd stemmingswisselingen nodig. Genetica is gekoppeld aan de omgeving. Genetische predisposities worden vaak verkeerd begrepen. De omgeving is in controle. Het gen is afhankelijk van de omgeving of het tot uiting komt, en van hormonen. Bij major depression disorder (MDD) heb je geen blijdschap meer. In Amerika heb je veel mooddisorders. Dit komt door de individualistische sociale cultuur. In Afrikaanse volken is er veel geweld en de mensen zijn arm, maar er is wel veel sociale eenheid. Deze mensen hebben minder last van depressie. Vrouwen zoeken meer social support, ze zijn er gevoelig voor en de support helpt beter dan bij mannen. Depressieve mannen zijn dus moeilijker te behandelen.

Postnatale depressie van de moeder zorgt voor een probleem van de bonding tussen kind en moeder. De sensitiviteit voor posttraumatisch stresssyndroom is belangrijk. Hoe reageer je op een traumatische situaties. Sommige mensen zijn veel eerder getraumatiseerd.

Middelen tegen depressie

Met Transcranial Magnetic Stimulation

.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen over Psychopathologie bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen over Psychopathologie bij Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Hoorcollege 13

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Er worden aanpassingen gemaakt in het boek van Cacioppo. 
  • pagina 562: angst patienten zijn ambivalent over realiteit van de dreiging, in plaats van wat er stond over spinnen angst en de neigende gedachte dat de spin de persoon zou aanvallen. Het gaat hierbij om de veranderende term ambivalentie.
  • Cacioppo heeft het over hoge concordantie bij MZ (monozygotische) tweelingen bij psychische stoornissen, maar alle gedrag heeft een hoge concordantie bij MZ tweelingen.
  • Wat belangrijk is om te weten als psycholoog: stoornissen zijn een groep symptomen, niet de verklaring van symptomen. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er wordt informatie gegeven over GGZ als werkveld en wat voor loopbaan je moet nemen als je deze de GZopleiding wilt doen of klinisch neuropsycholoog wilt worden. Dit is buiten de literatuur om.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Er worden geen vragen behandeld voor het tentamen.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Algemene opmerkingen over klinische psychologie

Klinisch psychologen stellen verschillende vragen. Diagnostiek gaat over het ontstaan en de behandeling. Dus eerst kijken wat er aan de hand is, hoe is het ontstaan en wat kun je eraan doen. Voorbeeld: een man die een zak met niet gebruikte pillen terug wil brengen naar de apotheek. Bij de apotheek ziet hij dat er een gat in de zak zit. De man is bang dat hij pillen verloren is. In de buurt is een basisschool. Het kan zijn dat een kind die pillen inneemt, ziek wordt en dood gaat. Hij ontwikkelt een stoornis door altijd te kijken of hij nog pillen in zijn zakken heeft. Er is een dwang ontstaan. Hij is elke ochtend 20 min. bezig om alles te controleren op pillen die hij anders mogelijk kan verliezen.

Hoe moet je onderzoeken?

  • Psychometrisch onderzoek: onderzoek waarmee je kenmerken/eigenschappen van personen kan onderzoeken, vaak via vragenlijsten. Nadelen aan deze methode: Onbewust gedrag kan niet onderzocht worden via een vragenlijst en sociaal wenselijke antwoorden.
  • Psychofysiologie: meten aan het lichaam van een individu wat voor veranderingen er optreden. Voorbeeld uit niet klinisch onderzoek: man kon raden wat de naam van een nog niet geboren kind zou worden. De zwangere vrouw moest een aantal namen opschrijven onder andere de naam van het nog niet geboren kind. Als de naam die ze had gekozen werd opgelezen
.....read more
Access: 
Public
College-aantekeningen over Psychopathologie bij Stress en gezondheid aan de Universiteit Utrecht

College-aantekeningen over Psychopathologie bij Stress en gezondheid aan de Universiteit Utrecht


Sheetnotes 18/19

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • Er wordt een toevoeging gedaan op de effecten van stress. Kortdurende stress heeft gunstige effecten op biologische systemen waaronder het immuunsysteem. Chronische stress heeft negatieve effecten op biologische systemen. Hieronder ook weer het immuunsysteem in relatie tot lymfocieten (witte bloedcellen) omdat die worden onderdrukt.
  • Stress is verder nadelig voor slaap, stemming en obesitas.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

  • Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

  • Onderaan de slides staan 12 studievragen die je kunnen helpen bij het leren van de stof.

Hoorcollegeaantekeningen 15/16

Definities

Op dia 4 staat een film die zeker de moeite waard is om te kijken bij het bestuderen van de stof. Stress is heel erg fysiologisch. De definitie van stress: een onplezierige emotionele toestand die optreedt bij de waarneming van gevaar. Een stressor is een bron van stress. Een stressor leidt tot stress. Het kan gezond zijn omdat het je waarschuwt voor dreigingen. De stress zal minder worden als de dreiging weg is. Het is ongezond als je stress niet weg gaat, omdat je niets aan de stressor kan doen. Dan word je ziek. Het sympathische zenuwstelsel is belangrijk voor stress. Het filmpje op dia 7 laat zien hoe belangrijk het fight or flight systeem is. Stressreactie is enorm nuttig.

General adoption system

Het overzicht van dit systeem staat op dia 8. In de alarmfase van de stressrespons vindt het fight or flight proces plaats. Je hebt dan weinig weerstand omdat het belangrijk is dat je hele lichaam ingezet wordt voor fight or flight. Dan komt er een tweede fase. De weerstand tegen stress is extra hoog. Het afweersysteem zet ook alles in (je immuunsysteem) en gaat extra aan het werk. Als je bijvoorbeeld verwondingen hebt opgelopen tijdens het gevaar, moet je immuunsysteem extra hoog zijn om te behandelen. De derde fase is de uitputtingsfase. De fysiologische bronnen zijn uitgeput en de weerstand is erg laag.

Bronnen van stress

Individuen verschillen heel erg qua bronnen van stress. De een heeft wel ergens last van en de ander niet. Een posttraumatisch stress stoornis is een ernstige bron van stress. Dit kan al gevolgen hebben voor een foetus in de buik van een moeder die PTSS ervaart. Andere bronnen van stress zijn

.....read more
Access: 
Public
Hersenen en gedrag: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1840 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer