Gedrag in Organisaties hoorcolleges 2016/2017
- 2131 keer gelezen
Wat is een groep?
Een groep is meer dan 2 individuen die met elkaar interacteren
Je streeft een collectief doel na
Er is sprake van collectieve normen over hoe je je moet gedagen
Je hebt een gedeelde identiteit met de groep (je staat ergens voor)
Gedeelde identiteit: Algemeen beeld van de groep als collectief geheel
Iedereen hecht veel belang aan het groepsbeeld
Onderscheidend, wijkt af van andere groepen.
Gevolg is dat er vereenzelviging is: ik =wij. Ook krijg je een ingroup bias, dus je voelt dat je eigen groep beter is dan anderen.
Ingroup bias verklaart voor een groot deel ook discriminatie.
Groepsfuncties:
Voor de organisatie
Complexe taken kun je niet alleen uitvoeren
Trainen nieuwkomers
Coördinatie tussen partijen
Nieuwe ideeën genereren
Voor het individu
Uitwisseling resources
Testen en delen van percepties sociale wereld
Terugdringen onzekerheid
Bevestigen self-esteem
Tuckman’s theorie van groepsontwikkeling:
Begint met vormen, daarna storming (conflicten), daarna het normeren van gedrag en als laatste presteren.
Gedeelde attitudes, meningen, gevoelens en acties die gedrag voorspellen: Norming
Normen kunnen op verschillende manieren ontstaan. Hieronder een aantal meest voorkomende ooraken voor het ontstaan van normen:
Expliciete statements
Kritieke ervaringen uit verleden
Primacy effect: eerste gedrag bepaalt de rest
De invloed van groepsgrote bij conformiteit gaat als volgt: bij een grootte van 1,2 of 3 personen zijn er redelijke verschillen te zien qua conformiteit. Vanaf 3 is er geen sprake meer van een stijging. Er is ook sprake van een scherpe afname in conformiteit als er een medestander is die dezelfde mening heeft als jou.
Informationele invloeden:
Sociale percepties valideren
Anderen als bron van informatie over de werkelijkheid
Sterker in ambigue situaties
Normatieve invloeden:
Affiliation behouden
Anderen als bron van goedkeuring of afkeuring gebruiken
Sterker naarmate groepscohesie hoger is (groupthink)
Groupthink is:
“A mode of thinking that people engage in when they are deeply involved in a cohesive in-group, when members’ strivings for unanimity override their motivation to realistically appraise alternative courses of action” (Janis, 1972)
Of: Een overdreven neiging tot het zoeken en bewaren van harmonie en consensus binnen de groep (Hart et al.)
Antecedenten hiervan zijn:
Groepscohesie en ‘esprit de corps’
Directief leiderschap
Isolement en afzondering van experts
Homogeniteit
Gebrek aan procedures
Weinig zelfvertrouwen
Hoge stress
En symptomen:
Zelfoverschatting
Onaantastbaarheid
Moraliteit
Collectieve vernauwing
Rationalisatie
Stereotypering
Een team is een groep mensen die:
Complementaire vaardigheden hebben
Een duidelijk doel hebben
Taken moeten verrichten
Zich bij elkaar moeten verantwoorden
Taak: zijn externe partijen tevreden?
Maar ook: zijn de teamleden tevreden? Hoe zien ze een toekomstige samenwerking?
Potentiele prestatie is hoog als de teamleden de KSA’s (knowledge, skills en abilities) bezitten om de taak uit te voeren.
Echter kan de werkelijke prestatie lager liggen door onder andere slechte motivatie en coördinatie verlies.
Er zijn verschillende motivaties om wel of niet samen te werken. Zo kiezen mensen tussen individueel of gezamenlijk belang, het handhaven van een goede sfeer en eigen succes en goede prestatie.
Hoe groter de groep, hoe minder individuele inspanning er is. Dit vloeit uit de Expectancy theory, want het individuen vraagt zich een paar dingen af:
Leidt mijn bijdrage tot een betere prestatie?
Heeft een betere prestatie consequenties voor mij?
Hoe waardeer ik de groepsuitkomsten?
Zijn mijn bijdragen kostbaar?
Door Lim & Klein, 2006. Er is georganiseerde kennis over team en taak.
Er zijn 2 belangrijke termen, namelijk sharedness en accuraatheid. Deze staan voor gelijkheid in organisatie van kennis en in gelijkheid met expert-oordelen.
Aan het eind is er weer iets te zeggen over de connectie van dit college en de 4 principes van OB:
Diversiteit: Teamsamenstelling bepaalt potentiele productiviteit
(ir)rationaliteit: Mixed motive situaties: redenen voor en tegen coöperatie
Multi-causaliteit: Motief om cohesie te behouden vs motief om goed te presteren
Interactiviteit: Het ontstaan van en de invloed van normen, bijvoorbeeld autokenetisch effect
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Aantekeningen bij de hoorcolleges van het vak Gedrag in Organisaties.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1926 |
Add new contribution