Goederenrecht - UL - B3 - Oefenbundel
- 5554 keer gelezen
Elmer krijgt opdracht om in eigen naam maar voor rekening van Wolstra een zeldzaam antiek bureau te kopen, dat Wolstra heeft zien staan bij Venema aan wie het bureau toebehoort. Op 1 maart 2010 heeft Elmer aan deze opdracht uitvoering gegeven en op 2 maart is het bureau bij Elmer thuis afgeleverd. Elmer en Wolstra hebben afgesproken dat Wolstra op de juridische snelste wijze de eigendom van het bureau verkrijgt.
Wat is de snelst denkbare wijze waarop Wolstra de eigendom van het bureau kan verwerven?
Op 1 april wordt de overeenkomst tussen Elmer en Venema vernietigd.
Wordt Wolstra in de visie van H.J. Snijders, weergegeven in diens handboek Goederenrecht, beschermd tegen het gebrek in de titel tussen Elmer en Venema?
Xeres BV (hierna Xeres) handelt in keukens. Davas, een bouwonderneming, heeft op 1 maart 2010 vijf op maat gemaakte keukens bij Zeres gekocht. Levering van deze keukens aan Davas vindt, ook op 1 maart 2010, plaats door de afspraak dat Xeres de keukens voor Davas zal houden totdat Davas deze komt ophalen.
Op 3 maart 2010 verkoopt Davas de keukens – die zij nog niet bij Xeres heeft opgehaald – aan Mersma, die een vijftal huizen renoveert. Levering vindt plaats op 3 maart 2010, door de afspraak dat Davas de keukens voor Mersma zal houden en deze in mei 2010 zal plaatsen in de huizen die door Mersma worden gerenoveerd. Op 5 maart 2010 wordt de koopovereenkomst tussen Xeres en Davas vernietigd. Mersma had geen reden om aan de bevoegdheid van Davas te twijfelen. De keukens bevinden zich nog bij Xeres. Deze stelt zich vervolgens op het standpunt eigenaar te zijn.
Heeft Xeres gelijk?
Zou het antwoord op de vorige vraag anders zijn indien de levering van Davas aan Mersma heeft plaatsgevonden door de afspraak tussen Davas en Mersma dat Xeres de keukens vanaf 3 maart 2010 in plaats van te houden voor Davas zal houden voor Mersma en daarvan mededeling door Davas aan Xeres is gedaan?
Na twintig jaar als advocaat werkzaam te zijn geweest besluiten Aarts en Bakema het roer helemaal om te gooien en zich geheel te wijden aan de wijnbouw. Zij willen zich gaan toeleggen op de productie van witte wijn. Ieder schaft daartoe grond aan in Zuid-Limburg. Aarts verwerft de eigendom van één hectare grond, waarop hij wijnstokken plant van de rivaner-druif.
Bakema verwerft de eigendom van twee hectare grond inclusief een volledig geëquipeerde wijnkelder en een proeflokaal voor wijn; hij legt zich toe op het telen van de riesling-druif. Na een vijftal jaren kunnen de druiven begin oktober 2004 worden geoogst en kunnen Aarts en Bakema de eerste wijn gaan maken. Voor het maken van wijn hebben zij beiden een aantal cursussen gevolgd en een diepgaande studie gemaakt van de verschillende mogelijkheden om tot een wijn met een mooi bouquet te komen. Om de wijn meer ‘body’ te geven besluiten zij in nauw overleg om een wijn te maken uit beide door hen geteelde druivensoorten. Bakema haalt daartoe de druiven bij Aarts op. Vervolgens plaatsen zij de druiven in de kuipen in Bakema’s schuur om te gisten, waarna deze worden geperst in een wijnpers. Het sap plaatsen zij vervolgens in houten fusten om te rijpen. Tijdens het rijpingsproces houdt Bakema de zuurgraad en de temperatuur nauwlettend in de gaten. Na twee jaar is de wijn gereed om te bottelen. Bakema biedt ten slotte de wijn in zijn proeflokaal te koop aan. Aarts en Bakema spreken af dat de eerste na afloop van het seizoen de helft van de niet verkochte flessen wijn zal afnemen.
Wie is/zijn eigenaar van de druiven zodra ze zijn geoogst?
Wie is / zijn eigenaar van de wijn?
Arendsen BV is importeur van luxewagens te Rijnsburg. In Zuid-Holland is zij met verschillende autoverkopers overeengekomen om jaarlijks ten minste vier luxewagens af te nemen. Sinds 1995 behoort ook Berendsen BV tot de vaste afnemers van Arendsen. In verband met dringende renovatiewerkzaamheden heeft Arendsen BV op 5 januari 2008 een kredietovereenkomst gesloten met de Zuid-Hollandse Leenbank (hierna ZHL), op grond waarvan zij door middel van een authentieke akte ten behoeve van ZHL een stil pandrecht vestigt op al haar bestaande vorderingen en bij voorbaat ook haar toekomstige vorderingen. Op 1 februari 2009 heeft Arendsen een soortgelijke kredietovereenkomst gesloten met de Noord-Hollandse Bankmaatschappij (hierna NHB), ten behoeve van wie zij eveneens door middel van een authentieke akte een stil pandrecht vestigt op haar bestaande en bij voorbaat ook haar toekomstige vorderingen. Op 15 februari 2010 verkoopt en levert Arendsen BV aan zijn afnemer Berendsen BV één Maserati GranTurismo voor de prijs 115.000 euro en één Maserati Quattroporte voor de prijs van 116.000 euro. Op 20 februari 2010 gaat Arendsen BV ten gevolge van de kredietcrisis en de daarmee samenhangende fors gedaalde verkoop van luxewagens failliet. Op dat moment heeft Berendsen BV de koopprijs van de twee Maserati’s nog niet voldaan. Zowel ZHL als NHB meent dat zij pandhouder zijn geworden met betrekking tot de vordering van Arendsen BV op haar afnemer Berendsen BV. Bovendien voeren beiden aan verhaalsvoorrang op elkaar te hebben.
Beoordeel de (twee) standpunten van de beide banken.
De vraag betreft de overdracht en niet slechts de bezitsverkrijging; art. 3:110 raakt slechts de bezitsverkrijging zoals al blijkt uit zijn plaats in titel 5.
Overdracht: 3:84
1. Titel: samengesteld (koop + opdracht);
2. Levering
a. samengestelde goederenrechtelijke overeenkomst van V-E en E-W
b. formaliteiten: betreft roerende zaak niet-registergoed; levering geschiedt door bezitsoverdracht, dus de formaliteiten zijn art. 3:90 lid 1 jo 3:110 BW jo. 3:114 BW;
3. Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder, d.w.z. van V, niet van E. V is
eigenaar/bezitter
4. Toetsen aan de vereisten van 3:110 BW:
a. rechtsverhouding tussen E en W als bedoeld in 3:110 BW (strekkingscriterium:
hetgeen E verkrijgt moet door hem worden gehouden voor W)
b. door E moet zijn verkregen ter uitvoering van deze rechtsverhouding, m.a.w.
hij moet hebben willen verkrijgen voor W en dus niet voor zichzelf;
c. de verkrijging moet geen recht op naam betreffen; i.c. betreft zij een roerende zaak niet-registergoed;
5. Conclusie: W is eigenaar geworden.
Nee. Door de vernietiging is V beschikkingsbevoegd. art. 3:86 beschermt niet tegen een gebrek in de titel.
Overdracht: 3:84 BW
1. Titel (koop);
2. Levering
a. goederenrechtelijke overeenkomst
b. formaliteiten: 3:90 lid 1: levering van een roerende zaak niet-registergoed geschiedt door bezitsverschaffing (X resp. D zijn ten tijde van de overdracht bezitter en kunnen dus door overdracht bezit c.p. verschaffen,3:114 jo 3:115 sub a)
3. Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemders (X resp. D zijn beschikkingsbevoegd)
4. De overdrachten X-D en D-M zijn derhalve geldig;
5. Vernietiging van de overeenkomst X-D op 5-3-2010 heeft terugwerkende kracht (3:53), waardoor de overdracht X-D ongeldig is wegens het ontbreken van een titel. X is eigenaar, D was derhalve beschikkingsonbevoegd.
6. Davas is als gevolg van de vernietiging bezitter en geen houder (dit komt doordat bezit
hoofdzakelijk feit en geen recht is; rechten kunnen met terugwerkende kracht worden weggeredeneerd, feiten niet);
7. M verkrijgt van een b.o.b. en kan slechts op de voet van 3:86 de eigendom verkrijgen;
8. Hiertoe is ex 3:86 lid 1 nodig een levering overeenkomstig art. 3:90 BW.
9. De levering c.p. Davas-Mersma is geldig (D is immers bezitter, zie 6), maar M kan zich niet op de werking van de levering beroepen vanwege het oudere recht van X; 3: 90 lid 2 BW.
10. Conclusie: geen bescherming van M ex 3:86; pm zou D houder zijn geweest, dan zou M
geen bezit hebben verkregen (3:111 BW) en dus evenmin zijn beschermd door 3:86 BW
(ongeldige levering).
Het antwoord is inderdaad anders. Er is sprake van bescherming op grond van art. 3:86 BW, waardoor D op deze manier kan leveren. Art. 3:90 lid 2 beschermt M omdat op 5 maart X voor hem houdt en daarvan ook mededeling is gedaan.
1. Aarts is eigenaar van de Rivaner-druiven en B van de Riesling-druiven
2. De eigendom wordt verkregen:
a. door afscheiding, art.5:1 lid 3
b. door vruchttrekking, art. 5:17 jo 5:1 lid 3 (aard van het genotsrecht moet worden genoemd) (blz. 245 nr. 292).
1. Er is sprake van een nieuwe zaak (wijn in plaats van druiven; onomkeerbaar proces).
2. Tot stand gekomen door middel van zaaksvorming.
3. 5:16 lid 1 jo 5:15 jo 5:14 lid 2 BW
4. A en B zijn mede-eigenaar naar evenredigheid van de waarde van de zaak
5. pm: handeling voor gemene rekening of maatschap: er ontstaat een gemeenschap en op basis van art. 3:166 is de gemeenschap eigenaar geworden van de druiven (blz. 173 nr. 213 e.v.).
1. Vestiging van een pandrecht (b.v.) 3:83 jo 3:84 jo 98 jo 239 lid 1 (vordering moet hetzij reeds bestaan hetzij worden verkregen uit een reeds bestaande rechtsverhouding, enkelvoudig toekomstig; nb 3:97, de vestiging bij voorbaat, is dus reeds geïncorporeerd in 3:239 lid 1;
2. Titel: zekerheid (niet: de geldleenovereenkomst.!); zie 3:227 en 3:231
3. Beschikkingsbevoegd: nee, het betreft een toekomstig goed (zie no. 4); op de toekomstige beschikkingsbevoegdheid wordt geanticipeerd
4. De vordering van A op B is enkelvoudig toekomstig: ten tijde van de vestigingshandeling van de pandrechten bestaat de rechtsverhouding al wel (vaste afnameverplichting, zie zin 2-3 in de casus), maar de desbetreffende koopovereenkomst – en dus het hieruit voortvloeiende vorderingsrecht (op naam) – nog niet; dit ontstaat eerst op 15-2-2010;
5. Op 15-2-2010 ontstaan automatisch de beide pandrechten (A is beschikkingsbevoegd - A gaat pas op 20-2-2010 failliet -, de titel is geldig en de vestigingshandeling b.v. is rechtsgeldig verricht);
6. De rangorde wordt bepaald door 3:97 jo 98: het oudste gevestigde pandrecht van ZHL – vestigingshandeling verricht op 5-1-2008 – gaat in rang boven dat van NHB – vestigingshandeling verricht op 1-2-2009 –, op basis van art. 3:278 BW.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat 17 oefententamens bij het vak Goederenrecht aan de Universiteit Leiden en extra oefenmateriaal van een gelijkaardig vak aan de UvA.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1784 | 1 |
Add new contribution